The Samurai Of Prog is synoniem aan het teruggrijpen naar de jaren ’70 prog uit de vorige eeuw. Voor The Guildmaster trokken de heren Bernard en Pörsti echter de stoute schoenen aan en reisden af naar de middeleeuwen, de tijden van koningen, ridders en……gilden.
Na de samenwerking tussen Rafael Pacha en Kimmo Pörsti voor diens solo-album Wayfarer ontstond het idee voor een project waarin de verschillende Europese folk-tradities centraal zouden staan in een progressieve context. Marco Bernard schoof enthousiast aan en benaderde ‘onze’ Ton Scherpenzeel, wiens soloalbum “The Lion’s Dream” perfect in de geest van dit project past. Met composities van Rafael Pacha, Kimmo Pörsti, Allessandro Di Benedetti, Kristiina Pautanen en Ton Scherpenzeel krijgen we een bont palet van Spaanse, Finse, Italiaanse, Engelse, Nederlandse en Griekse (Pörsti en Scherpenzeel wonen een groot deel van het jaar in Griekenland) folklore voorgeschoteld.
De vier bijdragen van Scherpenzeel grijpen, logischerwijs, terug op de Nederlandse folk-traditie. Zijn fraaie melodieën en ritmes lijken te stammen uit de middeleeuwen en de Gouden Eeuw. Grappig hierbij is dat Scherpenzeel een oud-Nederlands spelletje als boter, kaas en eieren als titel (Noughts And Crosses) opvoert. Het veelal authentieke instrumentarium van trommels, fluiten, strijkers en gitaar wordt gaandeweg vaak aangevuld met de elektrische gitaar, wat in een mooie sound resulteert. Een beetje Flairck, een vleugje The Gentle Storm en een snufje Focus.
ARVE Error: Invalid URLhttps://www.youtube.com/watch?v=UY6qCG_AcOg
in url
Rafael Pacha brengt ons in Engelse (The Hare, The Search, The Fairy Pole) en Spaanse (Stranded By The Coast, The Sun Rises Again) sferen met veel Spaanse percussie. Vooral de Engels getinte tracks dragen de nodige Schotse en Keltische invloeden mee. In Ghost Dance hoor je vooral de Finse folklore van Kimmo Pörsti in de mooie fluitmelodie. Het tweede deel, gecomponeerd door Pacha, is veel onstuimiger met een exotische melodie in de elektrische gitaar. Deze spaanse componist/multi-instrumentalist verdient overigens een standbeeld voor het bespelen van een waar bataljon aan authentieke instrumenten zoals diverse barokfluiten, thin whistles, de Venezolaanse cuatro, psalterium, bouzouki, viola da gamba, darbuka, bodhrán, citer, saz, kantele en ga zo maar door.
Camino De Luz is in eerste aanleg ook van de hand van Pörsti met weer die kenmerkende Scandinavische fluitmelodie. Het fraaie vocale aandeel van Ariane Valdivé met haar Spaanse roots en inbreng sluit daar echter naadloos bij aan. Deze twee tracks illustreren heel mooi de gemeenschappelijkheid die we in de Europese folklore, ondanks de onmiskenbare verschillen, kunnen terugvinden. Dat was ook één van de uitgangspunten van dit project.
De titeltrack, de middeleeuwse epic, is van de hand van de Italiaan Alessandro Di Benedetti. Het nummer handelt over een ridder die een verloren liefde (Ghost) najaagt. Hij doet dit met bijna hoofse teksten, gehuld in gedragen, engelachtige, middeleeuwse zang van Camilla Rinaldi. De uptempo instrumentale gedeeltes die de gezongen passages met elkaar verbinden staan met beide voeten in de progrock.
Zo weten de leden van The Guildmaster hun intentie om de verschillende Europese folk-tradities in een progressieve context te plaatsen ruimschoots waar te maken. Dat geldt overigens voor bijna alle overige nummers vanwege het veelvuldig gebruik door de gildeleden van basgitaar, drums, elektrische gitaar en toetsen. Deze combinatie is ons natuurlijk niet vreemd. Velen gingen hen hier reeds in voor: Mike Oldfield, Iona, Jethro Tull, The Strawbs, Fairport Convention. Toch durf ik te stellen dat deze gildemeesters in hun poging redelijk uniek zijn omdat zij zeer dicht bij de bronnen uit de middeleeuwen zijn gebleven. Daarnaast hebben zij zich vooral gericht op het melodisch gehalte van de muziek. En dat is hen uitermate gelukt. Zonder al te chauvinistisch te willen zijn vind ik de bijdragen van Ton Scherpenzeel daarin het meest geslaagd. De arrangementen zijn veelal beschaafd en romantisch uitgewerkt en passen daarmee perfect in deze tijd van (gedwongen) onthaasting. Toch had een uitbundigere benadering in tracks als The Hare en The Fairy Pole niet misstaan en iets meer leven in het album gebracht.