“Dividing Lines” is het twaalfde studioalbum van Threshold, het inmiddels volwassen geworden kind van Karl Groom en Richard West. De formatie was met het vorige (dubbel)album “Legends Of The Shires” vanwege de terugkeer van Glynn Morgan aan een nieuw leven begonnen…
En wat een genot is het om opnieuw naar Glynn Morgan te luisteren. De man was zowel opvolger als voorganger van Damian Wilson. Ik geef het je te doen om deze zang-icoon te doen vergeten. Maar Morgan flikt dat gewoon. Het geluid van Threshold klinkt nog steeds als thuiskomen. Oprichters en cultuurbewakers Karl Groom en Richard West streven naar perfectie en benaderen deze perfectie op dit griezelig goed geproduceerde album tot op een snaar. De eerste drie nummers Haunted, Hall Of Echoes en Let It Burn laten je een dik kwartier duizelen. Natuurlijk is het recept bekend. Stevige melodieuze en soms beukende riffs, geolied toetsenwerk en een van de beste ritme-tandems in het metier, en bovendien dosering op de juiste momenten. Maar het zijn de fijne ingrediënten die dit album tot het neusje van de zalm maken. En dan die zang! Meerstemmig of niet, het ligt altijd goed in het gehoor.
Laat vooral Let It Burn tot je komen. Dit is progmetal uit het boekje, mocht er zo’n boekje bestaan. Een fijn lange intro en Glynn Morgan die de grenzen van zijn vocale mogelijkheden opzoekt, soms rauw tot op het bot. Maar nergens over de grens. De afwisseling is zoals altijd uitstekend getimed.
Toetsenman Richard West speelt op dit schijfje een opvallende rol. De man die (ook live) liever in de schaduw staat, laat niet alleen van zich horen met frivole en moderne toetsenloopjes en -solo’s, maar schudt ook orkestraal toetsenwerk uit zijn klavieren, zoals op de eerste van de twee epische nummers The Domino Effect. Het ruim tien minuten klokkende meesterwerk laat ruimte voor tal van instrumentale intermezzo’s en rustige passages en past naadloos in het rijtje van indrukwekkende epics die Threshold op zijn conto heeft staat.
Het beste nummer op het album is misschien wel Complex. Ook hier een belangrijke rol voor Richard West met gevarieerd toetsenspel. Werkelijk alles klopt hier en valt op zijn plaats. Sommige stukken deden me denken aan nummers als Paradox en Siege Of Bagdad van het eerste album “Wounded Land”. King Of Nothing vormt de brug naar het rustige deel van het album. Op het eerste gehoor een rechttoe rechtaan nummer, maar met de nodige finesse bij beluistering met je hoofdtelefoon, wat tegelijk een advies is. De vocale hoogstandjes met veel samenzang zijn niet van de lucht.
Valt er dan niets te zeuren? Natuurlijk wel! Lost Along The Way en het korte Burn laten de rustige kant van de groep horen. Het schurkt lichtjes aan tegen melodische rock en AOR. Zeker geen slechte nummers, maar ja, wanneer het niveau op het hele album zo griezelig hoog is. Aan de andere kant bewijzen de mannen daarmee van veel markten thuis te zijn. Daarna krijg je met het dik tien minuten klokkende Defence Condition een uitsmijter met zeven eieren voorgeschoteld. Donker, soms dreigend en een niet al te optimistisch einde van zowel dit nummer als van het album van ruim 65 minuten.
Albums van Threshold stellen mij nooit teleur. En deze al helemaal niet. Anders dan de betekenis van de bandnaam (‘drempel’) doet vermoeden legt Threshold juist een brug tussen progressieve rock en progressieve metal. Twijfelaars aan de schoonheid van progressieve metal zullen door Threshold ongetwijfeld over de streep worden getrokken. Dat uitgerekend een album met als titel “Dividing Lines” (‘scheidslijnen’) dit bevestigt kan geen toeval zijn.
CD:
Vinyl: