Met “Ghost Of A Phantom” presenteert Vola zijn vierde studioalbum. De afgelopen tien jaar hebben de Denen een enorme groei laten zien. Op “Inmazes”, waarop vooral de djent metal centraal stond, waren ze nog wat zoekend. Met “Applause Of A Distant Crowd” beleefde de band zijn doorbraak in het genre. Op “Witness” werd de mix van aanstekelijke pop en djent metal perfect voortgezet. En ook op dit nieuwe album is dat de weg die bewandeld wordt.
De negen nieuwe songs klokken samen slechts veertig minuten. Ze hebben allemaal radiovriendelijke speeltijden. Vola is niet van de epics. Het is reteknap dat ze in drie tot vijf minuten een heerlijke song kunnen produceren waarin van alles gebeurt en waarin ze nergens uit de bocht vliegen.
Het gaspedaal wordt bij opener Cannibal direct tot op de bodem ingedrukt. De gitaarriffs beuken door je speakers en voel je meteen in je buik. De zang van Asger Mygind is heerlijk contrasterend. Hij vormt met zijn stem een soort vertrouwd baken dat je door de muziek leidt. De melodie is pakkend en blijft lekker hangen. Het is vooral toetsenist Martin Werner die het geheel perfect weet in te kleuren. De gastbijdrage van schreeuwer Anders Fridén (In Flames) voegt jammerlijk niets toe. Ik vind het persoonlijk eerder storend. Buiten dat, een uitstekende opener.
Bijkomen is geen optie, want met 220 km per uur raast de band door met Break My Lying Tongue. Het toetsenthema is origineel en samen met de harde djentriffs zorgt het voor een intens soort extase. Het subtiele gebruik van elektronische invloeden geeft het nummer nog meer diepgang. Hoogtepunt is de toetsensolo tegen het einde.
Het is niet allemaal zo intens en overweldigend. Zo is I Don’t Know How We Got Here een prachtig rustpunt op de plaat; een bijzonder sterke popsong met een refrein dat de hele dag in je hoofd blijft rondspoken. Glass Mannequin vormt eveneens een rustpunt. De rustige beat en de kalme zang laten je even op adem komen. We Will Not Disband wordt gekenmerkt door een sterke opbouw. Het opent rustig en bouwt vanaf daar steeds verder op. Daarin valt op hoe sterk de ritmesectie is. Vooral bassist Nicolai Mogensen is echt een geweldenaar.
Je zou Paper Wolf kunnen bestempelen als ‘typisch Vola’. Harde riffs, sterke toetsenpartijen, intense zang en een pakkend refrein. Met het midtempo Tray, met wederom een sterk toetsenthema, komt het album tot een eind. De veertig minuten zijn werkelijk omgevlogen. Het niveau van de muziek van Vola blijft, ook op deze plaat, ongekend hoog.
CD:
LP: