“Cosmos” was hun eerste en voor mij tevens laatste album van Zombi dat ik geluisterd heb, waarna ik het Amerikaans duo uit het oog verloor. Toch vreemd, want ik bewaar goede herinneringen aan dat elektronische album. Hoewel het op analoog synthesizergebied niet de originaliteitsprijs verdiende, had ik wel het gevoel dat de twee muzikanten er hun ziel en zaligheid in hebben gestopt.
En toch, hier zijn we, twintig jaar en zeven albums verder. Bij het ronddelen van de nieuwe albumreleases stak ik gelijk mijn vinger op bij het horen van de naam Zombi. Zonder de eerste noten gehoord te hebben wilde ik hun nieuwste album met de titel “Direct Inject” wel op me nemen.
De instrumentale stukken van “Direct Inject” blijken niet veel af te wijken van wat “Cosmos” ons bood. Het is nog steeds nostalgische ‘seventies’ synths met zorgvuldig gekozen sequencers, zachte pulsen, bescheiden arpeggio’s en warme strings, ondersteund door dreigende ondertonen en een dreunende bas. Dankzij het gebruik van echte drums wordt het nergens klinisch.
Alle composities blijven op dit album hangen in soundscapes waar een mager themaatje doorheen is geveegd, met uitzondering van Sessuale II. Hierin is de sensuele saxofoon net zo verrassend als een welkome onderbreking. Dankzij de ritmische percussie verwacht je dat de Nigeriaanse Sade Adu met haar gloedvolle soulstem even wat zou mogen influisteren, maar helaas. Het blijft verder het voorzichtig verschuiven van geluiden en qua thematiek is het armoe troef. Hiermee blijft het sonische palet van de band hangen in de synthrock uit de jaren 80.
Waar de een het heeft over een fraaie patina look, ziet de andere het als een verroest oud wegwerpblik. Zo kun je ook kijken naar Zombi, die de old school synthesizermuziek uit de jaren 70 en 80 levend houdt. Ik hou er op z’n tijd wel van en zal, bij leven en welzijn, over twintig jaar mijn vinger weer eens opsteken om er weer eens naar te luisteren. Verwacht niet dat Zombi in de tussentijd veel aan zijn speelveld gaat veranderen.