Het komt niet elke dag voor dat je de kans krijgt om te praten met een van de groten uit de progwereld. En zeker niet als dat ook nog eens de zanger/oprichter van je favoriete bandje is. Dus toen ik de kans kreeg om met de levende legende Jon Anderson te praten in het kader van het uitbrengen van zijn nieuwe album, “True”, was er weinig sprake van aarzeling. Ook al was de mij toegezegde tijd niet langer dan vijftien minuten. Een uitdaging die ik graag aanging. Een gesprek via Zoom met een tijdverschil van negen uur.
OK, goedenavond Jon Anderson, hartelijk dank voor je tijd. Je hebt het erg druk en ik beschouw het als een eer en een voorrecht om met je te praten, een van de grondleggers van het progressieve rockgenre en Yes was en is altijd mijn favoriete band aller tijden. Mijn naam is Alex Driessen, ik ben recensent voor Progwereld, een van de grootste en beste websites op het gebied van progressieve rock in Nederland en België. Ik heb maar vijftien minuten, dus vergeef me als ik snel begin met mijn vragen. Hoe gaat het met je? Je ziet er geweldig uit. Je wordt binnenkort 80 als ik me niet vergis. Hoe blijf je zo jong?
Geen probleem, ik ben oké. Ja, volgende maand word ik 80. Nou, ik ben gewoon aan de wandel geweest. Ik ga twee uur wandelen, de heuvel op en de vallei uit, luisterend naar muziek van de laatste tijd, ik heb naar “True” geluisterd, natuurlijk. En nu begin ik weer naar Sibelius te luisteren, mijn favoriete componist. Het leven is goed en ik moet gezond blijven en me voorbereiden op volgende week. We gaan weer op tournee, aan de oostkust van Amerika, het tweede deel van de tour. Ik ben erg enthousiast over het nieuwe album, “True”.
Ik ook. Het duurde ongeveer vijf jaar tussen je laatste soloalbum en de nieuwe “True” . Wat was de reden daarvoor?
Nou, ik was druk bezig met een vervolg op “Olias of Sunhillow” en ik heb 4 uur aan muziek liggen. Het maakt me gek.
Dat was in 76, toch?
Ja. En natuurlijk schrijf ik continu muziek, dus ik ben altijd bezig. En ik was vorig jaar op tournee met de jongeren, de Academy of Rock, we hebben zelfs in Europa getoerd, het was fantastisch! Deze kids waren zo cool en ondertussen, toen ik thuiskwam van de eerste tour, stuurde een vriend van mij een video van deze gasten, deze groep, de Band Geeks. Ze speelden Heart of the Sunrise en ik was gehypnotiseerd, ik kon niet geloven hoe goed ze waren. Dus ik nam contact op met de bassist en zei: waarom gaan we niet samen op tournee? Dit was afgelopen april en hij zei: “weet je het zeker? Ben je echt Jon Anderson?”. Ja, ik ben Jon Anderson. Ja, dat zou ik graag willen. Dus gingen we op tournee. Na toer met de tieners, gingen we op tournee met de Band Geeks en deden we ongeveer twaalf shows afgelopen september.
Dat was een succes, weet je, want ik wilde de nummers zingen die ik had helpen schrijven uit de jaren 70. Ik was enthousiast om Close to the Edge en Awaken te doen, The Gates of Delirium en natuurlijk nummers die de meeste Yes-fans willen horen: Yours is no Disgrace, All good People, Perpetual Change en ga zo maar door. Het is een eindeloze hoeveelheid muziek en aan het einde van die tour, waarschijnlijk in november vorig jaar, zei ik tegen Richie (Castellano), de bassist, ik zei: Richie, we moeten een album maken. Waarom niet? Dus in januari, februari en maart hebben we het album gemaakt. Daarna zijn we vorige maand weer op tournee geweest met de Yes epics en classics plus twee, drie nummers van het nieuwe album, wat écht geweldig is.
Slechts drie nummers, Jon?
Nou, omdat het album nog niet uit is. Dus ik denk op deze manier: als het album uitkomt, wat inmiddels het geval is, zullen mensen het kunnen vinden, ik hoop dat ze ervan genieten. Vervolgens kunnen ze er de komende zes maanden naar luisteren. Als we volgend voorjaar weer op tournee gaan, kunnen we dan het hele album spelen, zo denk ik erover.
Dat zal geweldig zijn, want terug naar het album, ik had de gelegenheid om ernaar te luisteren. Ik heb er ook een recensie over geschreven en ik ben verbijsterd: het is een uitstekend album, echt goed. Het is compact, scherp, het is modern, niet té modern, maar goede nummers met een punch en veel melodie. Uitstekende muzikanten en daar bovenop je karakteristieke stem en teksten. Een recept voor succes?
Ja, dat hoop ik. De recensies zijn erg goed en ik heb al interviews gedaan over de hele wereld, Brazilië, Australië, Japan en Scandinavië. En Engeland natuurlijk, en Amerika. Dus veel mensen zijn gewoon dol op het idee van het album, dat is alles wat ik wil weten. Ik ben gewoon blij, heel blij van binnen.
Van links naar rechts: Andy Graziano, Rob Kipp, Andy Ascolese, Jon Anderson, Richie Castellano, Chris Clark
En dat zou je ook moeten zijn, want iedereen houdt van je muziek en van jou in het bijzonder. Dus ik weet zeker dat je veel mensen een groot plezier hebt gedaan door terug te keren naar de studio. Was het eigenlijk een studio? Neem me een beetje mee door de creatie van het album. Waren jullie ooit samen op dezelfde plek of is het allemaal gedaan door elektronische bestanden uit te wisselen zoals dat tegenwoordig gebruikelijk is?
Ja, dat was het. We zitten allemaal op dezelfde planeet, heel belangrijk (lacht). De Band Geeks wonen aan de oostkust, ik woon aan de westkust van Amerika. Dus zoomden we, elke dinsdag zoomden we en dan stuurde ik alles aan Richie, die hielp met de productie. Hij is een geweldige producer en ook bassist, gitarist, zanger, hij schreef Shine On en ik zong mee en werkte aan wat ideeën. Daarna wisselden we muziek uit, ik denk dat het heel erg in mijn hoofd zat, heel erg zoals in Yes, in de jaren 70, waarin ik bij de groep zat. We waren enorm verbonden met elkaar, heel gelukkig. Ik kan niet geloven hoe we waren in die tijd. Yes had succes in ’72/’73 ten tijde van “Fragile” en Roundabout, het leven is briljant! Dat soort energie. En het is net als bij de Band Geeks, het is dezelfde energie, opwinding om muziek te maken.
Ook al waren jullie niet in dezelfde ruimte toen jullie al die prachtige muziek maakten, want dat is het echte verschil, toch? Tussen nu en hoe het er in de jaren 70 aan toe ging?
Oh ja, het interessante was natuurlijk dat de Band Geeks Yes-muziek bestudeerden en elk nummer van Yes konden spelen, probleemloos. Toen ik vorig jaar met ze op tournee ging, hadden ze de hele show al uitgewerkt: The Gates of Delirium, mijn god, Heart of the Sunrise, Close to the Edge, Awaken en we doen het nog steeds. Voor mij is het als magie, weet je.
En die Richie Castellano waar je zo lovend over spreekt, hij is een soort katalysator voor je muziek, is dat de manier om uit te drukken wat er tussen jullie gebeurt?
Nou, we zijn als broers in de muziek. Zoals met Chris, met Alan, Steve, alle mensen in Yes indertijd. Het was als broederlijke waardering voor elkaar en plezier door muziek en opgewonden over het avontuur van muziek. Want we stonden niet stil na de jaren 70. We bleven doorgaan in de jaren 80, en ook nog lang daarna en toen werd ik heel, heel ziek. En dus moest ik ergens anders heen.
Je hebt het nu over 2008/2009, is het niet, toen je gezondheid echt achteruitging. Maar ja, zoals ik al eerder zei, je ziet er goed uit. Je bent in goede conditie, net als je stem trouwens, hoe krijg je dat voor elkaar? Doe je oefeningen?
Ja, ik zing elke dag, echt waar. Ik zing de hele tijd in mezelf. En dan ga ik gedurende de dag naar mijn studio, je kunt alle instrumenten en dingen achter me zien. Ik schrijf dan nieuwe muziek en ik heb ook 50 cassettes zoals deze, vol met muziek.
Gebruik je nog steeds cassettes, Jon?!
Nee, nee, nee, nee, nee, nee, ik heb ze tien jaar geleden, 12/15 jaar geleden, in een doos gestopt, omdat ik ernaar bleef kijken en dacht dat ik deze nog een keer moest beluisteren, dat liedje moest beluisteren. En toen vond ik deze en ik zei, oh nee, ik heb er nog een en nog een. Dus ik moet heel voorzichtig zijn waar ik naar luister (lacht).
De Gouden Kluis van Jon Anderson. Helemaal vol met cassettebandjes. Is dat de reden dat ik veel, laten we zeggen 80’er, 90’er jaren, maar ook begin 2000 hoor in de nieuwe muziek. Ik hoor flarden van “The Ladder”, van “Talk”. Klopt dat of zie jij het anders?
Nee, ik denk dat je muziek met je meedraagt als je eenmaal muziek hebt gemaakt, je draagt het je hele leven met je mee, een soort onderbewust iets. Ik schreef een idee genaamd Once Upon a Dream dat begon met een chant. Ik heb het hier (begint te zingen): It’s enough to stick around looking for it. It’s enough to challenge it, took around. Once upon a time, you were looking for, dance around it, tiki-tai, tiki-tai. Het is een chant, weet je. Ik maakte een opname met een vriend van mij, Jonathan Elias, een briljante componist, stuurde het naar Richie die er naar luisterde en zich realiseerde: “OK, we kunnen dit gedeelte meenemen”. Dan iets dat hij had geschreven en daarna een stuk van mij en dan het middelste gedeelte, dat heel helder was, er gebeurde niets, gewoon zoals…
I get up, I get down?
Close to the Edge, I get up, I get down, precies! Hij kwam ineens met een bevriende zangeres die zong als een engel en dan begin ik te zingen. In het volgende deel zing ik weer een ander idee. Ik dacht er laatst nog aan, het is een mysterieus idee, een mysterieus liedje, Once Upon a Dream. Aanvankelijk was het trouwens Once Upon a Time. Maar ik zei: nee, nee Once Upon A DREAM! En dan die geweldige gitaarsolo van Richie aan het einde. Zestien minuten lang, het is prachtig!
Dat is het zeker, het is een waar epos, nietwaar? Je bent er weer in geslaagd om een prachtig stuk muziek te creëren dat mensen over de hele wereld zal verbazen, daar ben ik vrij zeker van.
Ja, ik ben enthousiast. Dus volgend voorjaar, volgende zomer, komen we naar Nederland en Scandinavië.
Is dat een belofte? Want er is nog niets bekendgemaakt over een tournee door Europa.
Nee, dat weten we nog niet. We hebben een agent en hij zei: oh, mensen in Japan willen je zien, Hawaï en dan Brazilië en Zuid-Afrika ca en ik zeggen: wacht even, kunnen we ook naar Europa? Dus ja, maak je geen zorgen, het zal gebeuren weet je.
Ja, graag! Oké, dus terug naar het VK en Nederland en West-Europa, oké, dat zou geweldig zijn.
Ja, ja. Zo zijn je dromen. Je droomt ze. Je denkt ze en dan hoop je dat alles goed komt.
Nog even terugkomend op die keer dat je met de Paul Green Rock Academy speelde. Weet je, al die getalenteerde jongeren vorig jaar, ik was er verbijsterd door. Hoe was dat? Die gasten hadden je kleinkinderen kunnen zijn, ik bedoel dit met alle respect.
25 jaar geleden, ik was op tournee met Yes in Philadelphia, kwam ik van het podium en daar waren ongeveer twaalf kinderen met School of Rock T-shirts. En ik zei, hé jongens, School of Rock, ja, cool. En toen kwam deze kerel naar me toe, Paul Green, en zei: “Ik ben Paul Green, ik werk met deze kinderen, ze zijn echt getalenteerd”. Ik zei, ja, ze hebben een mooi T-shirt. En hij zei: “Zou je naar Philadelphia willen komen en met deze jonge muzikanten willen werken?” Ik zei: nou nee, het is oké, dank je wel. En toen, ongeveer twee weken later, stuurde hij me een opname op cassette van hen, waarop ze Heart of the Sunrise spelen. Dat is toevallig ook wat naar mij is gestuurd voor de Band Geeks.
Dus ruim 20 jaar geleden, een Heart of the Sunrise cassette. En ik sprak met Paul en hij zei dat ze de volgende maandag in Los Angeles zouden zijn. “Kun je langskomen om Heart of the Sunrise te zingen met de kids?”. Ik zei, ja, waarom niet? En zo ontstond er een vriendschap. Dat jaar werkte ik met de jonge muzikanten. Ik ging een jaar later op tournee met ze en daarna drie jaar later weer en ongeveer 5-6 jaar later nog een keer. Vorig jaar veranderde hij de naam in Academy of Rock en de kids waren nog steeds ongelooflijk getalenteerd, dus het is een geschenk voor mij om met ze te zingen.
En een geschenk voor hen om met jou op het podium te spelen, Prog God! Die naam werd je gegeven nietwaar, die eer, een paar jaar geleden? Maar het moet wederzijds voordeel zijn geweest voor jullie beiden, voor de jongeren en voor jou.
Ja, ja, de jeugd van 20 jaar geleden zijn nu werkzaam in de muziek, ze gaan nog steeds door en veel van de jongeren van de show van vorig jaar zitten inmiddels op muziekscholen in Boston, Chicago, Los Angeles, New York, ze gaan nog steeds door met hun creativiteit, weet je.
Het is geweldig dat je dat kon doen. Er is nog een vraag die op mijn lippen brandt en ik durf hem bijna niet eens te stellen, maar ik ga het toch doen: is er een kans dat er een reünie komt met jullie, Rick en Steve of moeten we voor altijd onze mond houden en er helemaal niet meer over praten?
Je weet het nooit in dit leven, op dit moment ben ik erg enthousiast over de Band Geeks, natuurlijk. En ik heb zelfs een keer tegen Richie (Castellano) gezegd: als we in Londen spelen, kan ik Rick vragen om op het podium te komen voor een nummer of zoiets of Steve op het podium voor een nummer. Maar je weet het nooit in dit leven.
Oké, dat is voldoende voor nu, Jon.
Oké, ik wens je het beste.
Heel erg bedankt voor je medewerking, ik heb ervan genoten en hoop je binnenkort te zien in een van de theaters in Europa. En ik wens jullie allemaal het beste, veel succes, bedankt. Tot ziens Jon.
Bedankt, Alex. Tot ziens
Foto’s Jon Anderson: Deborah Anderson
Foto Band Geeks: Rob Schmoll
Voor een volledige weergave van het interview met Jon Anderson bezoek de Progwereld YouTube website.
De Australische progrockformatie Anubis brengt op korte termijn haar zevende studioalbum uit, “The Unforgivable”. Het album verschijnt op 6 september 2024 en is verkrijgbaar als cd, lp en download en is ook te streamen.
“The Unforgivable” is in essentie een vijfenveertig minuten durende, epische track (verdeeld in tien secties) met één lange muzikale reis. Het is een conceptalbum dat het verhaal vertelt van een jongeman die in een religieuze sekte terechtkomt en er vervolgens aan ontsnapt. Het album werd geschreven toen de “Homeless”-tournee van de band werd afgebroken door corona-lockdowns en volgt de traditie van eerdere verhalende albums van Anubis zoals “230503”, “A Tower of Silence” en “The Second Hand”.
Anubis komt binnenkort naar Europa en Japan voor enkele concerten. Ook Nederland wordt bezocht: op 20 oktober is de band te bewonderen tijdens ProgFrog, ’t Blok in Nieuwerkerk a/d IJssel.
De autobiografie van multi-instrumentalist Mike Oldfield, “Changeling”, is het aangrijpende verhaal over een eenling en buitenstaander, die op jonge leeftijd al meer meemaakt dan menig ander in een volledig leven. Lees hier de recensie door Alex Driessen
“Tubular Bells” van Mike Oldfield heeft de wereld veranderd, daarover bestaat geen twijfel. Want zonder de beroemde buisklokken:
In augustus en september 2023 ondernamen de progressieve rockers Big Big Train hun langste tournee tot nu toe, met zeventien shows in 21 dagen in negen landen, in het Verenigd Koninkrijk en Europa, en sloten af met twee triomfantelijke concerten in de prestigieuze Cadogan Hall in Londen. Die twee concerten zijn nu vereeuwigd als “A Flare On The Lens”, uit te brengen op 13 september 2024 via InsideOut Music.
Dit nieuwe concertfilmpakket bevat elk nummer dat de band op die twee avonden heeft uitgevoerd en is verkrijgbaar als een Limited 3cd+Blu-ray mediaboek, met de concertfilmaudio gemixt in 5.1 surround sound en stereo. Er is ook een klaphoes 180g 2lp vinylversie verkrijgbaar, met een zorgvuldig geselecteerd aanbod aan materiaal van de shows in Cadogan Hall.
“A Flare On The Lens” bevat de volledige show van de band in Cadogan Hall, met name van de tweede avond daar vorig jaar, en bevat ook zeven nummers die alleen op de eerste avond werden gespeeld.
De Blu-ray-film duurt ongeveer drie uur en bevat maar liefst zeventien nummers, waaronder zowel favorieten uit de oude catalogus als East Coast Racer, Hedgerow, Folklore, Judas Unrepentant, Curator Of Butterflies en Victorian Brickwork, live instrumentale tour de force Apollo en toekomstige klassiekers Love Is The Light en Oblivion, plus een akoestische medley van drie nummers. Love Is The Light en Oblivion zijn vervolgens beschikbaar geweest op het bejubelde studioalbum van de band, “The Likes Of Us”, dat in maart van dit jaar uitkwam.
De volledige tracklist:
*2lp vinyl uitgave
Big Big Train was de slotact van het Final Night of the Prog Festival in Duitsland op 21 juli jl., ze maken binnenkort hun debuut op het beroemde Cropredy Festival in het Verenigd Koninkrijk op 9 augustus. De band onderneemt vervolgens zijn eigen tour in september en oktober van dit jaar, hierbij doen ze ook Poppodium Boerderij aan voor een tweetal concerten (28 en 29 september). In april 2025 fungeert BBT als co-headliner op Cruise To The Edge.
Ons bereikte het bericht dat John Greenwood (Unitopia) graag de foto’s van Progwereld-fotograaf Ron Kraaijkamp wil gebruiken voor een nog uit te brengen livealbum/dvd van Unitopia. Een zeer eervol bericht voor Ron, die graag zijn medewerking verleent aan dit verzoek.
Er komt dus een nieuw live album/dvd uit van de Australiërs, mogelijk wederom met opnamen van een optreden in Poppodium Boerderij in Zoetermeer, net als het in oktober 2010 opgenomen “Live in Europe”. Het ervaren team van John Vis was hierbij aanwezig. We moeten nog even geduld hebben.
Na een zeer succesvolle tournee in 2023 met The Band Geeks besloot Jon Anderson de creatieve samenwerking met deze band uit te breiden om nieuw materiaal te creëren voor een mogelijk nieuw studioalbum. Het resultaat van deze inspanning is “True”, dat op 23 augustus 2024 zal worden uitgebracht door Jons nieuwe label, Frontiers Music Srl.
Het album met negen nummers moet dienen als een welkomstgeschenk voor alle fans van Jons veertig jarig lidmaatschap, als leadzanger, van de multi-platina Rock & Roll Hall of Fame-groep Yes. De verzameling nummers van het album grijpt naar verluidt terug op het klassieke jaren 70-geluid van Yes en op hun latere succes met het album “90125”. De release van het nieuwe studioalbum zal worden voorafgegaan door twee singles en video’s, waarvan de eerste medio juni verschijnt met het nummer Shine On. Het album werd gecoproduceerd, opgenomen en gemixt door The Band Geeks-bassist en muzikaal leider Richie Castellano.
In Nederland stikt het van de musea, in totaal zijn er zo’n 500 officieel geregistreerde museale instellingen. En die hebben een veelvoud aan zaken tot onderwerp, van aardrijkskunde tot zeevisserij. Maar, heel opvallend, er is maar één museum dat de Nederlandse popmuziek tot object heeft verheven: RockArt in Hoek van Holland is hét Nationaal PopMuseum. Ik had al vaak gehoord en gelezen over die bijzondere collectie aan rock- en popmemorabilia die onder de noemer RockArt sinds 1994 bij elkaar is gebracht door oprichter Jaap Schut en een groep gepassioneerde vrijwilligers. Maar het was er nog niet van gekomen om ook daadwerkelijk een bezoek te brengen, daar zou op een zonnige zondagmiddag in april 2024 verandering in komen.
Samen met mijn zoon toog ik naar de badplaats aan de Nieuwe Waterweg, op zoek naar de locatie. Die vonden we al snel, op een steenworp afstand van de Stena Line terminal, in een ongezellig, onopvallend bedrijventerrein. De entree springt direct in het oog: planten, een reusachtige afbeelding van een single en een zitje nodigen uit om naar binnen te gaan. Dat doen we dus ook, uiteindelijk zijn we hier speciaal voor gekomen. Het is behoorlijk donker binnen, kan ook niet anders in een industriële loods, want daarin is het museum gevestigd. Je komt binnen in het zakelijke gedeelte, een platenzaak, annex memorabiliaverkoop; het museum voorziet in een deel van hun inkomsten door de verkoop, rechtstreeks of via een website, van platen, cd’s en aanverwante artikelen.
Tegen betaling van € 9,- per persoon mogen we doorlopen naar het heilig der heiligen. Niet bepaald goedkoop, maar betaalbaar en acceptabel, zeker gezien het unieke karakter. Want uniek is het, hier in dit donkere hol annex museum. Het lijkt meer op een zwaar uit de hand gelopen hobby, de overtreffende trap van een mancave. Dat blijkt al direct bij binnenkomst, je weet amper waar je moet kijken. Mijn oog valt direct op een vitrine met zilveren platen, mondharmonica’s en blokfluiten, tastbare herinneringen aan de Haagse Golden Earring(s). Daarnaast een vitrinekast met aandenkens aan het eerste popfestival in Europa, het Kralingen Popfestival, ik heb er ooit nog wel eens wat over geschreven. Ik kijk mijn ogen uit, ben mijn zoon al lang kwijt. Hoewel, in deze krap bemeten ruimte kun je niet echt iemand kwijtraken.
Er lijkt toch enige structuur in deze op het oog chaotische opstelling te zitten. Allereerst is daar het hoofdthema: de al genoemde Golden Earring(s). Met medewerking van (ex-)leden, fans en medewerkers van de band is een schat aan zaken verzameld die zijn weerga niet kent. Wat te denken van gouden, platina en zilveren platen, originele instrumenten, zelfs een meubelstuk. Te veel om op te noemen, de liefde voor de Haagse formatie is duidelijk zichtbaar in de verzameling.
Maar ook die andere wereldberoemde Haagse groep is ruim vertegenwoordigd: Shocking Blue. In een speciale bolvormige vitrine staan een paar pronkstukken: een prachtige semi-akoestische twaalfsnarige Coral gitaar en gouden en zilveren exemplaren van hitsong Venus, wat anders. Maar ook andere (Haagse) bands als Q65, The Haigs, Sandy Coast en het Delftse Tee Set ontbreken niet. De nadruk ligt op de jaren zestig en zeventig, de bloeitijd van de Nederlandse pop en rock. De collectie is gerust eclectisch te noemen, wat te denken van een paar jurken van Songfestivalwinnares Lenny Kuhr, het masker van ZZ en een door het Amsterdamse kunstcollectief The Fool beschilderde Gibson SG naar het voorbeeld van Eric Clapton.
Er is behoorlijk wat ruimte gereserveerd voor de zeezenders, de radiopiraten uit die periode. Met onder andere een volledig nagebouwde studioruimte van het legendarische Radio Veronica, compleet met de originele apparatuur. Dat laatste geldt ook voor de oorspronkelijke opnamestudio voor het nummer Venus, pure nostalgie. Er staat een arsenaal aan muziekinstrumenten, waaronder een origineel drumstel uit 1959 van Electric Johnny and his Skyrockets, de gitaar die George Kooymans gebruikte in de videoclip voor When The Lady Smiles en een drumstel van de Earring toen de ‘s’ nog als toevoeging aan de naam zat. Maar ook een schitterende Gretsch Chet Atkins van gitarist Eddy Christiani, een Roland gitaarsynthesizer van Jan Akkerman en een Les Paul Sunburst van Andy Tielman (Tielman Brothers).
Er loopt een aantal toegewijde vrijwilligers rond in het pand die je met veel plezier en deskundigheid wegwijs maken in de wirwar van tentoongestelde objecten. De liefde en passie voor de muziek hebben zij met elkaar gemeen, het is alsof je in een warm bad bent gestapt. De ouderwetse bar op de begane grond is een prima pleisterplaats om een boompje op te zetten.
Voor de echte progfanaat is het aanbod karig: ik detecteer een paar van Kayak afkomstige instrumenten zoals een Rickenbacker basgitaar, een akoestische gitaar en een wel heel bijzonder toetseninstrument: een originele Mellotron die nog aan Max Werner (die op 9 april 2024 overleed) heeft toebehoord. Maar weinig tot niets van Focus, een klein beetje Earth & Fire, en helemaal niets van Solution of Alquin, toch niet de minsten. OK, net als elke verzameling moeten ook hier keuzes gemaakt worden. Er is dit keer ook een kleine sectie gewijd aan de Rolling Stones met onder andere een podiumkostuum van Bill Wyman, de man moet de lengte van een volwassen tuinkabouter hebben gehad.
Het is even uitkijken op de trap naar een bovengelegen etage voor nog meer instrumenten en zelfs een volledig aan de jaren 70 gewijde ruimte. Dan blijkt ook de beperking van de huisvesting: een aantal stukken kan slechts van afstand bekeken worden of is zelfs afgesloten voor het publiek, jammer. Het heeft allemaal te maken met het feit dat de verzameling volledig uit zijn voegen is gegroeid en dat een verhuizing naar een grotere ruimte inmiddels een noodzaak is geworden. Helaas, ambtelijke/gemeentelijke molens draaien langzaam en een structurele oplossing is momenteel niet voorhanden. Als dat ooit het geval is zal het museum alleen nog maar aan aantrekkingskracht winnen. Dan kan de verzameling eindelijk zodanig tentoongesteld worden dat de individuele stukken optimaal tot hun recht komen. Met bijvoorbeeld de mogelijkheid om bepaalde instrumenten ook echt uit te proberen, zoals een van de vrijwilligers mij toevertrouwde. En kunnen de zaken die nu nog ergens in opslag liggen ook vanonder het stof gehaald worden om te schitteren zoals zij dat ooit gedaan hebben in hun glorieperiode. Ik wens het ze toe, de sympathieke mensen achter dit excentrieke, maar oh zo charmante museum(pje) op dat onpersoonlijke industrieterrein in Hoek van Holland.
Tip: combineer je bezoek aan RockArt met een visite aan het Atlantik Wall museum of Fort 1881 in datzelfde Hoek van Holland, ruimschoots de moeite waard!
Info:
Locatie:
Zekkenstraat 42
3151 XP Hoek van Holland
Drummer en zanger Max Werner, bekend van de band Kayak, is op 70-jarige leeftijd overleden. Dat heeft de band woensdag bekendgemaakt op zijn website en Facebook-account.
Max Werner (Hilversum, 29 december 1953 – 9 april 2024) was de zanger, drummer/percussionist en toetsenist van de toonaangevende Nederlandse symfonische rockband Kayak. Een groep die hij samen met toetsenist Ton Scherpenzeel, gitarist Johan Slager en drummer Pim Koopman oprichtte in 1972. Aan het Hilversums Conservatorium kreeg Werner zijn opleiding tot klassiek drummer, onder andere van Willem Koopman, de vader van zijn latere collega Pim. Ton Scherpenzeel (contrabas) en Pim Koopman zelf (drums) waren medestudenten. Het is geen wonder dat de basis voor het latere Kayak hier werd gelegd.
Het is inmiddels in brede (prog)kring bekend: Werner was tegen wil en dank zanger (en Mellotronspeler) op de eerste vijf Kayak-albums; Kayak had immers al een drummer in de persoon van Koopman. De band werd mede door zijn markante zangstem bekend, ondanks Werners groeiende weerzin tegen zijn rol als zanger. Zijn karakteristieke stem is onder andere te horen op de (hit)singles Lyrics, Mammoth, See See the Sun, Wintertime, Chance for a Lifetime en Starlight Dancer. De druk, met name uit het management, om verder te gaan als zanger had een beklemmende werking op hem. Na het album “Starlight Dancer” maakte hij zijn ongenoegen wereldkundig en stapte hij over op de drums. Door het vertrek van Pim Koopman was het stoeltje achter het drumstel vrijgekomen. Voormalig fan Edward Reekers werd de nieuwe zanger. Na het (tijdelijk) opheffen van Kayak werkte hij onder meer als gastmuzikant bij andere artiesten. Zo speelde hij mee op “Land of Tá” van Nadieh uit 1986. Daarnaast werkte hij ook als postbode.
Na de comeback van Kayak in 1999 trad hij opnieuw aan als zanger voor het album “Close To The Fire”, overigens een uitstekende plaat. Na de tournee in 2000 werd de samenwerking beëindigd, mede door aanhoudende gezondheidsproblemen van Werner. Bert Heerink (Vandenberg) nam de plek van zanger van hem over.
Werner heeft ook solo vier albums opgenomen. Hij had een hit in 1981 met het nummer Rain in May (nr. 3 in Nederland en nr. 1 in Duitsland), van zijn tweede soloalbum “Seasons”. Het succes daarvan kan niet helemaal los gezien worden van de triomf van die andere zingende drummer indertijd: Phil Collins.
Samen met zijn ex-Kayak-collega gitarist Johan Slager nam hij in 1981 deel aan de reünie van Ekseption, de groep rond Rick van der Linden. Hij speelde drums, percussie en marimba op het album “Dance Macabre”. Voor het 25-jarig jubileum in 1993 was hij wederom van de partij, zijn bijdrage is te horen op het in 1994 verschenen livealbum “The Reunion” (later “Best of Ekseption”).
Minder bekend is het feit dat Werner jarenlang als zanger jingles inzong, hij moet er naar verluidt duizenden hebben gedaan. Dat deed hij samen met mensen als Bill van Dijk, Jody Pijper, Sandra Reemer, Hans Vermeulen, Lisa Boray en Edward Reekers, zijn collega bij Kayak. Jinglecomponist Bart van Gogh zegt in het boek “Bart! De Van Gogh van de jingles” over Max Werner: “Hij drumde hard, hij zong hard, hij was in alles hard en uiterst gedisciplineerd.”
Werner werd in 2003 geraakt door een spoorboom bij station Hilversum. Hij liep hier volgens eigen zeggen blijvend rugletsel bij op, waardoor hij moest stoppen met zijn net opgestarte productiebedrijf en hij afhankelijk werd van 24-uurs hulp. Hij raakte daardoor verwikkeld in een jarenlange juridische strijd met spoorbeheerder Prorail.
Max Werner verbleef de laatste jaren van zijn leven in het Rosa Spier Huis, een tehuis voor oudere kunstenaars en wetenschappers, waar ook bijvoorbeeld Frits Bolkestein nu zijn oude dag doorbrengt. Max Werner overleed op 9 april 2024, op 70-jarige leeftijd.
Foto: AVRO, Archief Beeld en Geluid
Nee, dit artikel gaat niet over een nieuwe stonerrockband uit het zuiden van Engeland. En het is ook geen spelfout van de Engelse vertaling van het woord ‘platzak’. Het is een zelfverzonnen woord, een samentrekking van prog en woke. Want ook op de burelen van Progwereld ontkomen wij niet aan de discussie over wat wel en vooral wat niet hoort. Ik werd namelijk recent op mijn vestje gespuugd (niet letterlijk) door de eindredacteur. Het was hem opgevallen dat ik in een concertverslag de woorden ‘schone’ en ‘mooie’ had gebruikt in combinatie met een zangeres.
Ik schrok me het lazarus (niet letterlijk) en begon direct mijn stukje te herlezen. Het stond er inderdaad, maar in mijn ogen toch vol respect voor de kwaliteit van de betrokkene(n) en niet zozeer alleen met betrekking tot het fysieke aspect. En dan ga je nadenken: ik ben niet altijd even ‘schoon’ geweest als het gaat om mijn beschrijvingen in vooral concertverslagen. Ik weet zeker dat ik ooit wel eens de ex-zanger van een bandje tijdens een reünieconcert vergeleken heb met Homer Simpson (vrij accuraat, al zeg ik het zelf). Ik zou zomaar de beide Saga-broertjes wel eens uitgemaakt kunnen hebben voor ‘kobolds’ (zeg nou zelf). En ik weet ook zeker dat ik ooit eens iets geschreven heb over de buikomvang van de leden van Arena (het ging vanzelf). Ook heb ik me in een meer recente column laten verleiden (…) om een voormalig idool een ‘goed uitziende blondine’ te noemen. Mea culpa, mea maxima culpa. Excuses aan een ieder die ik ooit (onbedoeld) beledigd of beschadigd heb.
Maar ik ben dan ook slechts een simpele, oudere, witte man die vanuit dat perspectief zijn stukjes schrijft. Niet vanuit de ogen van een jonge zwarte vrouw of vanuit een genderneutrale jonge man/vrouw/het. Dat is nou eenmaal mijn achtergrond, zo ben ik ook ooit geboren (niet als oudere, hoewel…). Maar ik ben de laatste om de maatschappelijke ontwikkelingen niet te volgen en soms zelfs te omarmen. Maar af en toe wordt het te gek, dan slaan we door. Misschien dat de onderstaande greep uit de reacties die wij krijgen op de titels en soms teksten uit ons aller favoriete genre duidelijk maakt wat ik bedoel. Ik noem het de Proke top 6.
Genesis – The Return of the Giant Hogweed
Commentaar van het NHB (Nederlands Horticulturen Bureau): wij zijn tegen de stigmatisering van een buitenlandse overwoekerende plantensoort.
Genesis – I can’t dance
Reactie van de BvNDBM (Bond voor Niet Dansende Blanke Mannen): dit is zó stereotiep om steeds maar weer diezelfde witte man af te schilderen als iemand die geen soepele heupen heeft!
Yes – Don’t Kill The Whale
Onverwachte respons van de PPP (Pro Plankton Partij): weet u wel welke hoeveelheden van onze leden per hap/slok door dit monster worden verorberd?!
Pink Floyd – The Wall
Reactie in koor van Trump, Erdogan, Wilders en Orban: wat is er mis met zo’n prachtig metershoog bouwwerk?!
Emerson, Lake & Palmer – Fanfare for the Common Man
De complete LHBTIQ+ gemeenschap valt over ons heen: moet dat nu echt, zo’n ode aan de GEWONE man?!
King Crimson – Elephant Talk
Naar verluidt draaide Prins Bernhard zich om in zijn graf.