Poppodium Boerderij viert 50 jaar muziekgeschiedenis

In 2025 bestaat Poppodium Boerderij 50 jaar en dat gaat groots gevierd worden. Al een halve eeuw lang is Poppodium Boerderij het kloppende hart van de livemuziek in Zoetermeer en ver daarbuiten. Van een gekraakte boerderij waar destijds op vrijdagavond een bandje speelde, ontwikkelde het theater zich tot een professioneel poppodium met een capaciteit van 750 bezoekers en zo’n 120 concerten per jaar. De Boerderij staat voor passie, muziek en onvergetelijke herinneringen.

Heel 2025 zal in het teken staan van het 50-jarig jubileum. Op het programma staat een reeks jubileumconcerten. Zo komen onder andere Adrian Vandenberg, Anneke van Giersbergen, Michael Schenker Group, Simon Phillips’ Protocol en Arena speciaal voor het jubileum naar de Boerderij. Ook zullen bekende programma’s terugkeren, zoals Meet me, Progdreams XI en een speciale Blues op Zondag XL.

Een documentaire, volledig gewijd aan de Boerderij, vormt het hoogtepunt van het jubileumjaar. Die vertelt het verhaal van een halve eeuw Boerderij. Op 23 mei gaat de documentaire in première en op 24 mei, de daadwerkelijke verjaardag, is de film toegankelijk voor publiek. De kaarten voor 50 jaar Poppodium Boerderij gaan binnenkort in de verkoop. De Boerderij nodigt iedereen uit om samen met directie en medewerkers het jubileumjaar te vieren.

Poppodium Boerderij is in het verleden vele malen hoog genoteerd geweest als het gaat om Best Prog Venue in het toonaangevende Britse muziekmagazine PROG. Ook voor Progwereld is de Boerderij een bijzonder gewaardeerd theater, dat door onze redacteuren talloze malen is bezocht om verslag te doen van optredens van artiesten en bands binnen het genre. Het programma stond en staat nog steeds bol van de (inter)nationale artiesten die graag ‘Zoetermeer’ bezoeken om zijn goede technische faciliteiten maar ook en vooral om de familiaire wijze waarop zij ontvangen worden. Zo hebben grote namen als Steven Wilson, Marillion, Steve Hackett en Asia regelmatig het podium betreden. Hulde en dank aan staf en medewerkers voor het promoten van progressieve rockmuziek in de breedste zin van het woord, zijn op zijn plaats. De redactie van Progwereld feliciteert de Boerderij voor inderdaad 50 jaar (prog)muziek, passie en vele onvergetelijke momenten!

https://poppodiumboerderij.nl/50jaar/

 

 

Keuzestress

Een kijkje achter de schermen van de redactie van Progwereld, anoniem vanzelfsprekend…
Ik heb al eens eerder de pen ter hand genomen om jullie deelgenoot te maken van hoe het eraan toegaat bij ons als het jaar op zijn einde loopt.

Het is weer zover: wij maken ons op voor de jaarlijkse top 10 bij Progwereld, onder de noemer Het Wereldse Jaar. Dat doen we al vele jaren, sinds 2002 voor zover ik weet. Maar zelden zal een simpel lijstje zoveel stress hebben veroorzaakt als dit jaar. Het begon al met de aankondiging van de betreffende eindredacteur; hij wilde graag een deadline bepalen in verband met de hoeveelheid werk die eraan vastzit. Dat leidde tot een heuse polemiek en een bonte waaier aan reacties. Dat varieerde van “echt niet” tot “boeien.” Blijkbaar zit de gemiddelde recensent behoorlijk in zijn maag met het samenstellen van zo’n opsomming. Angst om een nog niet beluisterd album niet op te nemen tot het idee dat zich na vaststelling en inzending toch nog dat ene topalbum zal aandienen. Er werden vragen gesteld of het ging om de verschijningsdatum of de datum waarop wij het van een beoordeling hebben voorzien. Smokkelen heet dat in goed Nederlands.

Een zo mogelijk nog groter dilemma veroorzaakte de simpele vraag of er ook een favoriet nummer kon worden vermeld. De gezamenlijke mailbox ontplofte bijna onder de veelheid aan meningen. Er waren collega’s die dusdanig fanatiek aan het twistgesprek deelnamen dat het hun bijdrage aan onze geliefde website over de afgelopen zes maanden ruim overtrof. “Overdreven,” zul je misschien zeggen, ik ben geneigd je daarin volledig gelijk te geven. Persoonlijk houd ik vanaf het begin van het jaar een simpel lijstje bij dat door het jaar heen groeit en daaruit maak ik dan mijn keuze. Ik focus me daarbij vooral op de eerste drie à vier posities, soms zelfs vijf als ik me echt kwaad maak. De rest is onderling uitwisselbaar en min of meer willekeurig ingevuld.

Maar het geeft tegelijkertijd ook aan hoe serieus ons schrijverscollectief met dit fenomeen omgaat, een enkeling uitgezonderd. Wij zijn erop gebrand om jullie als lezers het allerbeste, meest objectieve (nou ja…) oordeel voor te schotelen. En dan kan het er knap scherp aan toegaan, dat kan ik je wel vertellen. Uiteindelijk leidt het allemaal tot de publicatie van een afgewogen eindoordeel van alle recensenten afzonderlijk en een grote finale met een gewogen gemiddelde als resultaat van dit productieve progjaar.

Over de kwaliteit van progjaar 2024 lopen de meningen net zo ver uiteen als over de uiteindelijke lijstjes. Er zijn collega’s die van een geweldig jaar spreken en er zijn er die het maar magertjes vonden. Zoveel hoofden, zoveel zinnen, het zal jullie niet verbazen, ik heb er al eens eerder over uitgeweid. Hou onze website scherp in de gaten, op 7 januari 2025 is het zover en zal iedereen kunnen lezen wat de definitieve uitkomst is. Laat ons gerust weten wat jullie ervan vinden. Alvast prettige feestdagen en een mooi jaareinde toegewenst, voorzichtig met de champagne en het vuurwerk.

Big Big Train kondigt ‘The Likes Of Us In North America’-tour aan voor 2025

Big Big Train kondigt zeven extra shows aan die in april 2025 in Noord-Amerika zullen plaatsvinden. Naast de terugkeer naar de Verenigde Staten (na een succesvolle korte reeks shows in maart van dit jaar), zal de band ook zijn debuut maken in Canada. Binnenkort worden details over twee Canadese shows verwacht. De meeste van deze shows zullen plaatsvinden na het optreden van de band als co-headliner aan boord van Cruise To The Edge. Daarnaast zal Big Big Train begin mei voor het eerst in Portugal spelen op het Gouveia Art Rock-festival.

Foto: Anne-Marie Forker

Tijdens deze optredens zal de zevenkoppige band zijn recente studio- en livealbum “The Likes Of Us” en “A Flare On The Lens” promoten, die respectievelijk in maart en september van dit jaar door InsideOut/Sony werden uitgebracht en lovend werden ontvangen door critici.

Voor de rest van 2025 zal Big Big Train zich richten op de opnames van hun volgende studioalbum, dat naar verwachting in de eerste helft van 2026 door InsideOut/Sony wordt uitgebracht. De shows van de band in Noord-Amerika en Portugal zijn waarschijnlijk hun enige optredens in 2025.

 

 

Interview met Nick Magnus: ik maak graag albums die een verhaal vertellen

Nick Magnus is geen onbekende binnen de progressieve rockscene, zijn jarenlange samenwerking met Steve Hackett, zowel op de plaat als op het podium, is daar mede debet aan. Het uitbrengen van zijn zevende soloalbum “A Strange Inheritance” was de aanleiding voor Alex Driessen om de toetsenist/componist/arrangeur/producer eens nader aan de tand te voelen.

Hartelijk dank dat je mij wat van je kostbare tijd gunt. Je zal het nu wel erg druk hebben met promotionele activiteiten na de release van het nieuwe album. Ik heb jou en Steve Hackett in het verleden regelmatig zien optreden en beschouw mezelf als een groot fan van jullie muziek. Ik zou graag jouw gedachten willen horen over een aantal brandende vragen.

Graag gedaan, Alex

Allereerst gefeliciteerd met het prachtige nieuwe album, “A Strange Inheritance”, het klinkt geweldig. Het heeft je ongeveer vijf jaar gekost om het te maken, waarom duurde het zo lang?

Dank je! Het duurde eigenlijk korter dan dat, de eerste verkennende ideeën werden in augustus 2021 op papier gezet, met de laatste mastering voltooid in mei 2024, dus dat is twee jaar en negen maanden, maar net iets boven mijn gemiddelde! Er zit meestal een gat van vier tot vijf jaar tussen albums, omdat ik tijd nodig heb om de batterij weer op te laden voordat Dick Foster (tekstschrijver) en ik ideeën voor het volgende album gaan ontwikkelen. Deze keer duurde het vooral langer voordat ik begon, namelijk vanwege covid. Ik weet dat veel mensen de lockdownperiode zagen als een geweldige kans om de tijd creatief te besteden. Ik vond het daarentegen behoorlijk verlammend. Pas toen de lockdown-beperkingen werden opgeheven, kwam de creatieve muze weer op gang.

Opnieuw een conceptalbum, wat trekt je aan in dit verhalende genre?

Het is juist dat idee van verhalen. Ik maak graag albums die een verhaal vertellen, of een verbindend thema of draad hebben die de nummers met elkaar verbindt. Het is een methodologie die echt serieus begon met de titeltrack van mijn tweede album “Inhaling Green”. Melodische motieven duiken vaak in verschillende gedaantes op een album op, een bijna symfonische benadering, als dat niet te groots klinkt! Ik zie het als het produceren van filmmuziek.

Je had een aantal goede vrienden en collega’s die meewerkten, zelfs je oude maat Steve Hackett deed mee. Is er een speciale reden om externe muzikanten in te schakelen?

Elke gastmuzikant brengt zijn eigen unieke interpretatie van een specifieke rol. De nummers zijn vaak karakter gedreven, dus ik kies de beste zanger om dat karakter te vertegenwoordigen en schrijf met hen in gedachten. Instrumentalisten bieden wat ik niet zelf kan doen – bijvoorbeeld John Greenwoods geweldige Spaanse gitaarsolo in Blood Money, of Steve’s (Hackett) bluesy mondharmonicasolo in An Almost Silent Witness. Hoewel ik geniet van de uitdaging om een ​​hele band of orkest opnieuw te creëren, om Clint Eastwood in “Magnum Force” te citeren, “Een man moet zijn beperkingen kennen.”

Er is veel variatie op het album, zeemansliedjes, funky dingen, rocky partijen, klassieke stukken en af en toe een ballade, hoe komen die keuzes tot stand?

Nogmaals, het komt allemaal neer op het idee van een verhaal. Dick’s (Foster) teksten vertellen een verhaal met veel verschillende scènes en verschillende stemmingen, vaak binnen hetzelfde nummer. Vanuit mijn oogpunt is het essentieel dat de muziek elke verandering van stemming aanvult, het moet illustreren wat er in het verhaal gebeurt, of je op zijn minst op een geschikte ‘plek’ of in de juiste gemoedstoestand brengen.

Neem me eens mee in het proces van schrijven en opnemen. Is het album op de ouderwetse manier opgenomen, samen in de studio, of is het vooral tot stand gekomen door elektronische bestanden uit te wisselen?

De enige elektronische bestandsuitwisseling was voor John Greenwoods gitaarpartijen in Blood Money, om de simpele reden dat hij in Adelaide, Australië woont! Al het andere vindt plaats in mijn studio, dat wil zeggen, alle toetsen, zang, programmering, geluidsontwerp, mixage, mastering etc. Ik schrijf meestal lineair, neem op en arrangeer terwijl ik bezig ben, het is een gedetailleerd evolutieproces, soms schrap ik een hele track als het niet werkt en begin ik opnieuw vanaf een leeg canvas! Bij zang heb ik altijd de zangers in de studio bij me. Het is vanuit mijn perspectief als producer erg belangrijk om een ​​real-time dialoog met hen te hebben, om verschillende benaderingen te bespreken, misschien regels te veranderen, songteksten te veranderen, harmonieën te bedenken en cruciaal genoeg controle te hebben over het opnameproces. Niets van dit alles is mogelijk als ze hun partijen gewoon ’telefonisch’ moeten inleveren.

Wie bedacht het idee voor de papegaaien invalshoek in An Almost Silent Witness?

Dat was Dicks idee – de papegaai was vanaf het begin een hoofdpersonage. Dick had zelfs de albumhoes al vanaf het begin ontworpen! We wilden geen standaardfoto’s van een papegaai van internet gebruiken om voor de hand liggende auteursrechtelijke redenen, dus we zochten overal en vonden uiteindelijk onze ‘hoofdrol’-papegaai in een fantastische volière genaamd Bird World. Hij poseerde heel behulpzaam voor ons.

Ik vind vooral Philadelphia erg goed, een heel mooi en ontroerend nummer. En die video, geweldig!

Dankjewel! Charlotte Fawley’s prachtige illustraties geven de video een echte historische charme, het doet denken aan een Jane Austen- of Diana Gabaldon-roman.

Ik vind de afsluitende track, To Whom It May Concern, ook erg goed. Het heeft die specifieke Hackett-sound, John Greenwood speelt een geweldige solo op elektrische gitaar. Was dit speciaal op deze manier geschreven?

De tekst is Philadelphia’s boodschap, geschreven op het perkament dat in de kist werd gevonden, en zegt in feite: “Dit zijn de levenslessen die ik heb geleerd en, heel belangrijk, laat angst niet de bovenhand krijgen over rede.” Dat laatste deel is vandaag de dag relevanter dan ooit. De boodschap is gericht aan zowel de ontvanger van de geërfde kist als aan de mensheid in het algemeen. Het nummer is ontworpen om reflectief te zijn, maar met een gevoel van hoop en optimisme aan het einde. Overigens, met uitzondering van Johns geweldige gitaarspel op Blood Money, zijn er geen andere ‘fysieke’ gitaren op het album. Maar bedankt voor het compliment! ;-)

Four Winds klinkt als een volledig orkest inclusief koor, klassieke stijl. Er is geen vermelding op de hoes , dus ik neem aan dat het allemaal uit jouw magische trukendoos komt? ;)

Dat is het inderdaad. Four Winds was een heel bijzondere uitdaging, maar daar hou ik wel van!

Je lijkt niet bang om ons je eigen zangstem te laten horen. Aan de andere kant maak je vaak gebruik van gastvocalisten als Tony Patterson, Ginger Bennett en Louise Young.

Toen ik net begon met zingen (op mijn vierde album “Children of Another God”) deed ik dat nogal nerveus, omdat ik rotte tomaten verwachtte! Dat gebeurde echter niet, mensen leken mijn stem te waarderen, wat een behoorlijke verrassing was. Daardoor aangemoedigd, ontdekte ik dat ik het leuk vind om te zingen, zolang mijn stem bij het nummer past en binnen mijn beperkte bereik valt. Als een nummer een andere aanpak vereist, iets met meer bereik en attitude, of als het een vrouwelijk personage is, dan doe ik een beroep op de mensen die echt weten wat ze doen!

Heb je ideeën over het live uitvoeren van dit materiaal? Ik weet dat je af en toe met John en Steve Hackett hebt gespeeld.

Het is een veelgestelde vraag, en het korte antwoord is: kosten/baten. Met een band op tournee gaan is een onbetaalbaar dure aangelegenheid, vooral als je een eenmansband bent zonder financiële steun! Als ik deze albums maak, benader ik ze zonder enige beperkingen of overwegingen van liveoptredens, omdat ik weet dat ik nooit in staat zal zijn om de enorme middelen en organisatie te bekostigen die nodig zouden zijn.

Over live gesproken, ik zag die ontroerende beelden van jou en Rob Townsend van Steve’s band die Hammer in the Sand live speelden bij Trading Boundaries een paar jaar geleden. Dat is pas een geweldige uitvoering!

Dat gastoptreden was Steve’s idee! Hij had er al een tijdje over gehint. Omdat ik bij dat optreden aanwezig was en Roger Kings toetsenbord klaar stond, moest het wel gebeuren!

In zijn autobiografie haalt Hackett bijzonder goede herinneringen op aan de opname van “Spectral Mornings” in Nederland, in 1979. Dit moet een mooie tijd zijn geweest voor jullie allemaal in de band. Heb je nog specifieke herinneringen aan die dagen?

Voor mij persoonlijk was het de verwezenlijking van een droom. Het was niet alleen mijn eerste professionele opname, maar ook geaccepteerd worden als muzikant door iemand van Steve’s kaliber, een bevestiging van mijn carrièrekeuze, zou je kunnen zeggen. Het was een tijd van grote kameraadschap, een behoorlijke feestsfeer en we konden het allemaal erg goed met elkaar vinden.

Je hebt met Jan en alleman gespeeld door de jaren heen; ik moet toegeven dat ik je een beetje uit het oog ben verloren sinds je vertrek bij Hackett. Vertel me eens wat over je werk met Renaissance, Colin Blunstone en twee betreurde overleden talenten, Pete Bardens (Camel) en Duncan Browne, om binnen het prog-genre te blijven.

Het bespelen van toetsen op het album “Timeline” van Renaissance kwam tot stand door de overleden en zeer gemiste John Acock, die co-producer was op veel van Steve Hacketts albums. Hij produceerde “Timeline” en raadde me aan bij de band. Colin Blunstone woonde bij mij in de buurt, ik kende hem via een gemeenschappelijke vriend. Colin en ik schreven uiteindelijk samen verschillende nummers; een daarvan, Cry An Ocean, werd uitgebracht op het I.R.S. label. Colin en Duncan Browne hadden een bandproject genaamd Camino, dus ik leerde Duncan kennen via Colin. Duncan en ik werden later goede vrienden, hij schreef muziek voor een aantal tv-programma’s, waar we veel samen aan werkten. Vervolgens begonnen we te werken aan zijn album “Songs Of Love And War”, maar helaas stierf Duncan kort voor de voltooiing ervan, dus was het aan mij om het project af te maken, dat na zijn dood werd uitgebracht. Pete Bardens woonde ook in de buurt (we hadden veel gemeenschappelijke vrienden!). Pete kreeg de baan om de muziek te schrijven voor een steampunk-achtige film genaamd “Gunbus”, waarbij ik hem hielp met samenstellen. We namen alle muziek op, maar tot mijn frustratie werd deze op het laatste moment vervangen door muziek van een andere componist, dat zijn de perikelen van de filmindustrie!

Wat veroorzaakte de breuk met Steve Hackett, het leek erop dat jullie tweeën perfect bij elkaar pasten?

Het was geen breuk als zodanig. Er was een kans op mijn pad gekomen om samen met Chris Cozens een serie albums te produceren onder de noemer ‘Project D’. We hadden al enig succes met de eerste van deze serie toen Steve belde om te zeggen dat hij weer op tournee ging, en of ik zin had? Het was een hele moeilijke keuze, omdat ik graag verder wilde met Project D, maar de twee konden niet naast elkaar bestaan. Het was een keuze die niet zonder verdriet werd gemaakt, maar het leven zit vol met zulke keerpunten. Ik denk dat we nog steeds een goede match zijn: zijn vele mooie bijdragen aan mijn eigen albums zijn daar een bewijs van!

Trouwens, waarom die motorpolitiehelm tijdens die vroege optredens halverwege de jaren 80?

Het was het volledige California Highway Patrol-uniform, plus de helm! Ik vond dat iemands optreden op het podium beter verdiende dan de standaard oude rock-‘n-roll jeans en T-shirts die door velen worden gedragen. Toetsenisten worden vaak als oninteressant beschouwd en verstopt achter op het podium, dus waarom zou je niet een beetje controversieel zijn? ;)

Wat zijn je plannen op dit moment, moeten we nog vijf jaar wachten voordat we weer iets van je horen?

Ik laad de batterij na het album weer op! Er zijn voorlopige plannen voor een tussentijds project, maar ik hoop dat het niet zo lang duurt tot het volgende album.

Is er nog iets wat je wilt zeggen tegen de bezoekers van onze website in het bijzonder en fans van het progressieve rockgenre in het algemeen?

We hebben allemaal welbekende favorieten in ons muzikale lexicon, maar sta open voor nieuwe muziek en nieuwe artiesten, er is een geweldig aanbod dat wacht om ontdekt te worden. Blijf fysieke producten kopen, ze hebben de beste geluidskwaliteit, ze hebben al die geweldige hoezen en artwork, niemand kan ze ‘deleten’ en ze zijn voor altijd van jou. En belangrijker nog, de muzikanten die ze maken verdienen daadwerkelijk geld aan die verkopen, wat op zijn beurt bijdraagt ​​aan het reduceren van de kosten van het maken van nieuwe muziek! En we willen allemaal meer nieuwe muziek, toch?

Nick, heel erg bedankt dat je de tijd hebt genomen om mijn vragen te beantwoorden, veel succes met het nieuwe album en laat ons alsjeblieft niet zo lang wachten tot het volgende. Hou je haaks en blijf gezond, hopelijk zien we je binnenkort, bij voorkeur ergens op een podium in de buurt.

Bedankt voor de uitnodiging, Alex!

Influencers

Het vreemdste verschijnsel van de afgelopen jaren is toch wel het fenomeen ‘influencer’. Althans voor mij dan. Het idee dat een onbekend iemand met hooguit wat lokale of C-categorie BN’er status, in staat is om de mening van anderen te beïnvloeden, slaat mij volledig met stomheid. En daarbij ook nog een meer dan redelijke boterham verdient door het aanprijzen van producten. Op het eigen YouTube-kanaal natuurlijk, of Instagram, ongetwijfeld fors gesponsord door de fabrikant van het product. Zoiets van “Wij van WC Eend…” En daar dan nog mee wegkomen ook.

Hoe ver zijn wij als individu gezonken als we de adviezen van dit soort non-valeurs ter harte nemen. In een land dat zo trots is op zijn kritische houding, op alle gebieden. We luisteren niet of nauwelijks naar onze regering, die vertrouwen we voor geen meter. We vinden onze volksvertegenwoordigers helemaal niets (overigens hebben we die zelf gekozen). Het OMT zit er alleen om de medische wereld uit de wind te houden, we geloven in de grootste onzin, complottheorieën die te gek zijn om zelfs maar te noemen. We hebben bovendien 18 miljoen bondscoaches die het allemaal veel beter weten dan die ene officiële. En tegelijk volgen we braaf de grootste onbenullen die ons met hun mooie praatjes trachten te beïnvloeden en ons bij voorkeur geld uit onze zak praten. Vreemd, heel vreemd.

Waarom die frustratie, hoor ik jullie vragen. Misschien wel omdat ik in de spiegel kijk, zo af en toe, en daar iemand aantref die door middel van zijn recensies op het gebied van progrock ook probeert om anderen te overtuigen van de kwaliteit van een of ander muziekproduct. OK, ik krijg er geen geld voor, integendeel, maar ik zie de parallel wel. Is dat dan hypocriet van mij of zit er voldoende altruïsme in om niet over één kam geschoren te worden met de domme wichten en gappies die ik zo verfoei? Ik hoop het maar.

Het zit voor mij een beetje in dezelfde hoek als de leasefiets, de maaltijd- en boodschappenbezorgdienst, de afhankelijkheid van de mobiele telefoon, social media en tatoeages. Misschien is het ook wel gewoon een generatiedingetje. Ik ben nog van de generatie die geleerd heeft om zelf een fietsband te plakken, ik doe zelf mijn boodschappen en laat zelden eten thuis komen. Mijn telefoon is zeker niet het laatste model, om over tattoos maar helemaal niet te spreken. Ik ben gewoon een ouwe lul met een voorliefde voor progressieve rock. Maar wel een die zelf in staat is om beslissingen te nemen. Gelukkig maar.

Interview Jon Anderson: “Dromen: je droomt ze, je denkt ze en dan hoop je dat alles goedkomt”

Het komt niet elke dag voor dat je de kans krijgt om te praten met een van de groten uit de progwereld. En zeker niet als dat ook nog eens de zanger/oprichter van je favoriete bandje is. Dus toen ik de kans kreeg om met de levende legende Jon Anderson te praten in het kader van het uitbrengen van zijn nieuwe album, “True”, was er weinig sprake van aarzeling. Ook al was de mij toegezegde tijd niet langer dan vijftien minuten. Een uitdaging die ik graag aanging. Een gesprek via Zoom met een tijdverschil van negen uur.

OK, goedenavond Jon Anderson, hartelijk dank voor je tijd. Je hebt het erg druk en ik beschouw het als een eer en een voorrecht om met je te praten, een van de grondleggers van het progressieve rockgenre en Yes was en is altijd mijn favoriete band aller tijden. Mijn naam is Alex Driessen, ik ben recensent voor Progwereld, een van de grootste en beste websites op het gebied van progressieve rock in Nederland en België. Ik heb maar vijftien minuten, dus vergeef me als ik snel begin met mijn vragen. Hoe gaat het met je? Je ziet er geweldig uit. Je wordt binnenkort 80 als ik me niet vergis. Hoe blijf je zo jong?

Geen probleem, ik ben oké. Ja, volgende maand word ik 80. Nou, ik ben gewoon aan de wandel geweest. Ik ga twee uur wandelen, de heuvel op en de vallei uit, luisterend naar muziek van de laatste tijd, ik heb naar “True” geluisterd, natuurlijk. En nu begin ik weer naar Sibelius te luisteren, mijn favoriete componist. Het leven is goed en ik moet gezond blijven en me voorbereiden op volgende week. We gaan weer op tournee, aan de oostkust van Amerika, het tweede deel van de tour. Ik ben erg enthousiast over het nieuwe album, “True”.

Ik ook. Het duurde ongeveer vijf jaar tussen je laatste soloalbum en de nieuwe “True” . Wat was de reden daarvoor?

Nou, ik was druk bezig met een vervolg op “Olias of Sunhillow” en ik heb 4 uur aan muziek liggen. Het maakt me gek.

Dat was in 76, toch?

Ja. En natuurlijk schrijf ik continu muziek, dus ik ben altijd bezig. En ik was vorig jaar op tournee met de jongeren, de Academy of Rock, we hebben zelfs in Europa getoerd, het was fantastisch! Deze kids waren zo cool en ondertussen, toen ik thuiskwam van de eerste tour, stuurde een vriend van mij een video van deze gasten, deze groep, de Band Geeks. Ze speelden Heart of the Sunrise en ik was gehypnotiseerd, ik kon niet geloven hoe goed ze waren. Dus ik nam contact op met de bassist en zei: waarom gaan we niet samen op tournee? Dit was afgelopen april en hij zei: “weet je het zeker? Ben je echt Jon Anderson?”. Ja, ik ben Jon Anderson. Ja, dat zou ik graag willen. Dus gingen we op tournee. Na toer met de tieners, gingen we op tournee met de Band Geeks en deden we ongeveer twaalf shows afgelopen september.

Dat was een succes, weet je, want ik wilde de nummers zingen die ik had helpen schrijven uit de jaren 70. Ik was enthousiast om Close to the Edge en Awaken te doen, The Gates of Delirium en natuurlijk nummers die de meeste Yes-fans willen horen: Yours is no Disgrace, All good People, Perpetual Change en ga zo maar door. Het is een eindeloze hoeveelheid muziek en aan het einde van die tour, waarschijnlijk in november vorig jaar, zei ik tegen Richie (Castellano), de bassist, ik zei: Richie, we moeten een album maken. Waarom niet? Dus in januari, februari en maart hebben we het album gemaakt. Daarna zijn we vorige maand weer op tournee geweest met de Yes epics en classics plus twee, drie nummers van het nieuwe album, wat écht geweldig is.

Slechts drie nummers, Jon?

Nou, omdat het album nog niet uit is. Dus ik denk op deze manier: als het album uitkomt, wat inmiddels het geval is, zullen mensen het kunnen vinden, ik hoop dat ze ervan genieten. Vervolgens kunnen ze er de komende zes maanden naar luisteren. Als we volgend voorjaar weer op tournee gaan, kunnen we dan het hele album spelen, zo denk ik erover.

Dat zal geweldig zijn, want terug naar het album, ik had de gelegenheid om ernaar te luisteren. Ik heb er ook een recensie over geschreven en ik ben verbijsterd: het is een uitstekend album, echt goed. Het is compact, scherp, het is modern, niet té modern, maar goede nummers met een punch en veel melodie. Uitstekende muzikanten en daar bovenop je karakteristieke stem en teksten. Een recept voor succes?

Ja, dat hoop ik. De recensies zijn erg goed en ik heb al interviews gedaan over de hele wereld, Brazilië, Australië, Japan en Scandinavië. En Engeland natuurlijk, en Amerika. Dus veel mensen zijn gewoon dol op het idee van het album, dat is alles wat ik wil weten. Ik ben gewoon blij, heel blij van binnen.

Van links naar rechts: Andy Graziano, Rob Kipp, Andy Ascolese, Jon Anderson, Richie Castellano, Chris Clark

En dat zou je ook moeten zijn, want iedereen houdt van je muziek en van jou in het bijzonder. Dus ik weet zeker dat je veel mensen een groot plezier hebt gedaan door terug te keren naar de studio. Was het eigenlijk een studio? Neem me een beetje mee door de creatie van het album. Waren jullie ooit samen op dezelfde plek of is het allemaal gedaan door elektronische bestanden uit te wisselen zoals dat tegenwoordig gebruikelijk is?

Ja, dat was het. We zitten allemaal op dezelfde planeet, heel belangrijk (lacht). De Band Geeks wonen aan de oostkust, ik woon aan de westkust van Amerika. Dus zoomden we, elke dinsdag zoomden we en dan stuurde ik alles aan Richie, die hielp met de productie. Hij is een geweldige producer en ook bassist, gitarist, zanger, hij schreef Shine On en ik zong mee en werkte aan wat ideeën. Daarna wisselden we muziek uit, ik denk dat het heel erg in mijn hoofd zat, heel erg zoals in Yes, in de jaren 70, waarin ik bij de groep zat. We waren enorm verbonden met elkaar, heel gelukkig. Ik kan niet geloven hoe we waren in die tijd. Yes had succes in ’72/’73 ten tijde van “Fragile” en Roundabout, het leven is briljant! Dat soort energie. En het is net als bij de Band Geeks, het is dezelfde energie, opwinding om muziek te maken.

Ook al waren jullie niet in dezelfde ruimte toen jullie al die prachtige muziek maakten, want dat is het echte verschil, toch? Tussen nu en hoe het er in de jaren 70 aan toe ging?

Oh ja, het interessante was natuurlijk dat de Band Geeks Yes-muziek bestudeerden en elk nummer van Yes konden spelen, probleemloos. Toen ik vorig jaar met ze op tournee ging, hadden ze de hele show al uitgewerkt: The Gates of Delirium, mijn god, Heart of the Sunrise, Close to the Edge, Awaken en we doen het nog steeds. Voor mij is het als magie, weet je.

En die Richie Castellano waar je zo lovend over spreekt, hij is een soort katalysator voor je muziek, is dat de manier om uit te drukken wat er tussen jullie gebeurt?

Nou, we zijn als broers in de muziek. Zoals met Chris, met Alan, Steve, alle mensen in Yes indertijd. Het was als broederlijke waardering voor elkaar en plezier door muziek en opgewonden over het avontuur van muziek. Want we stonden niet stil na de jaren 70. We bleven doorgaan in de jaren 80, en ook nog lang daarna en toen werd ik heel, heel ziek. En dus moest ik ergens anders heen.

Je hebt het nu over 2008/2009, is het niet, toen je gezondheid echt achteruitging. Maar ja, zoals ik al eerder zei, je ziet er goed uit. Je bent in goede conditie, net als je stem trouwens, hoe krijg je dat voor elkaar? Doe je oefeningen?

Ja, ik zing elke dag, echt waar. Ik zing de hele tijd in mezelf. En dan ga ik gedurende de dag naar mijn studio, je kunt alle instrumenten en dingen achter me zien. Ik schrijf dan nieuwe muziek en ik heb ook 50 cassettes zoals deze, vol met muziek.

Gebruik je nog steeds cassettes, Jon?!

Nee, nee, nee, nee, nee, nee, ik heb ze tien jaar geleden, 12/15 jaar geleden, in een doos gestopt, omdat ik ernaar bleef kijken en dacht dat ik deze nog een keer moest beluisteren, dat liedje moest beluisteren. En toen vond ik deze en ik zei, oh nee, ik heb er nog een en nog een. Dus ik moet heel voorzichtig zijn waar ik naar luister (lacht).

De Gouden Kluis van Jon Anderson. Helemaal vol met cassettebandjes. Is dat de reden dat ik veel, laten we zeggen 80’er, 90’er jaren, maar ook begin 2000 hoor in de nieuwe muziek. Ik hoor flarden van “The Ladder”, van “Talk”. Klopt dat of zie jij het anders?

Nee, ik denk dat je muziek met je meedraagt ​​als je eenmaal muziek hebt gemaakt, je draagt ​​het je hele leven met je mee, een soort onderbewust iets. Ik schreef een idee genaamd Once Upon a Dream dat begon met een chant. Ik heb het hier (begint te zingen): It’s enough to stick around looking for it. It’s enough to challenge it, took around. Once upon a time, you were looking for, dance around it, tiki-tai, tiki-tai. Het is een chant, weet je. Ik maakte een opname met een vriend van mij, Jonathan Elias, een briljante componist, stuurde het naar Richie die er naar luisterde en zich realiseerde: “OK, we kunnen dit gedeelte meenemen”. Dan iets dat hij had geschreven en daarna een stuk van mij en dan het middelste gedeelte, dat heel helder was, er gebeurde niets, gewoon zoals…

I get up, I get down?

Close to the Edge, I get up, I get down, precies! Hij kwam ineens met een bevriende zangeres die zong als een engel en dan begin ik te zingen. In het volgende deel zing ik weer een ander idee. Ik dacht er laatst nog aan, het is een mysterieus idee, een mysterieus liedje, Once Upon a Dream. Aanvankelijk was het trouwens Once Upon a Time. Maar ik zei: nee, nee Once Upon A DREAM! En dan die geweldige gitaarsolo van Richie aan het einde. Zestien minuten lang, het is prachtig!

Dat is het zeker, het is een waar epos, nietwaar? Je bent er weer in geslaagd om een ​​prachtig stuk muziek te creëren dat mensen over de hele wereld zal verbazen, daar ben ik vrij zeker van.

Ja, ik ben enthousiast. Dus volgend voorjaar, volgende zomer, komen we naar Nederland en Scandinavië.

Is dat een belofte? Want er is nog niets bekendgemaakt over een tournee door Europa.

Nee, dat weten we nog niet. We hebben een agent en hij zei: oh, mensen in Japan willen je zien, Hawaï en dan Brazilië en Zuid-Afrika ca en ik zeggen: wacht even, kunnen we ook naar Europa? Dus ja, maak je geen zorgen, het zal gebeuren weet je.

Ja, graag! Oké, dus terug naar het VK en Nederland en West-Europa, oké, dat zou geweldig zijn.

Ja, ja. Zo zijn je dromen. Je droomt ze. Je denkt ze en dan hoop je dat alles goed komt.

Nog even terugkomend op die keer dat je met de Paul Green Rock Academy speelde. Weet je, al die getalenteerde jongeren vorig jaar, ik was er verbijsterd door. Hoe was dat? Die gasten hadden je kleinkinderen kunnen zijn, ik bedoel dit met alle respect.

25 jaar geleden, ik was op tournee met Yes in Philadelphia, kwam ik van het podium en daar waren ongeveer twaalf kinderen met School of Rock T-shirts. En ik zei, hé jongens, School of Rock, ja, cool. En toen kwam deze kerel naar me toe, Paul Green, en zei: “Ik ben Paul Green, ik werk met deze kinderen, ze zijn echt getalenteerd”. Ik zei, ja, ze hebben een mooi T-shirt. En hij zei: “Zou je naar Philadelphia willen komen en met deze jonge muzikanten willen werken?” Ik zei: nou nee, het is oké, dank je wel. En toen, ongeveer twee weken later, stuurde hij me een opname op cassette van hen, waarop ze Heart of the Sunrise spelen. Dat is toevallig ook wat naar mij is gestuurd voor de Band Geeks.

Dus ruim 20 jaar geleden, een Heart of the Sunrise cassette. En ik sprak met Paul en hij zei dat ze de volgende maandag in Los Angeles zouden zijn. “Kun je langskomen om Heart of the Sunrise te zingen met de kids?”. Ik zei, ja, waarom niet? En zo ontstond er een vriendschap. Dat jaar werkte ik met de jonge muzikanten. Ik ging een jaar later op tournee met ze en daarna drie jaar later weer en ongeveer 5-6 jaar later nog een keer. Vorig jaar veranderde hij de naam in Academy of Rock en de kids waren nog steeds ongelooflijk getalenteerd, dus het is een geschenk voor mij om met ze te zingen.

En een geschenk voor hen om met jou op het podium te spelen, Prog God! Die naam werd je gegeven nietwaar, die eer, een paar jaar geleden? Maar het moet wederzijds voordeel zijn geweest voor jullie beiden, voor de jongeren en voor jou.

Ja, ja, de jeugd van 20 jaar geleden zijn nu werkzaam in de muziek, ze gaan nog steeds door en veel van de jongeren van de show van vorig jaar zitten inmiddels op muziekscholen in Boston, Chicago, Los Angeles, New York, ze gaan nog steeds door met hun creativiteit, weet je.

Het is geweldig dat je dat kon doen. Er is nog een vraag die op mijn lippen brandt en ik durf hem bijna niet eens te stellen, maar ik ga het toch doen: is er een kans dat er een reünie komt met jullie, Rick en Steve of moeten we voor altijd onze mond houden en er helemaal niet meer over praten?

Je weet het nooit in dit leven, op dit moment ben ik erg enthousiast over de Band Geeks, natuurlijk. En ik heb zelfs een keer tegen Richie (Castellano) gezegd: als we in Londen spelen, kan ik Rick vragen om op het podium te komen voor een nummer of zoiets of Steve op het podium voor een nummer. Maar je weet het nooit in dit leven.

Oké, dat is voldoende voor nu, Jon.

Oké, ik wens je het beste.

Heel erg bedankt voor je medewerking, ik heb ervan genoten en hoop je binnenkort te zien in een van de theaters in Europa. En ik wens jullie allemaal het beste, veel succes, bedankt. Tot ziens Jon.

Bedankt, Alex. Tot ziens

 

Foto’s Jon Anderson: Deborah Anderson

Foto Band Geeks: Rob Schmoll

 

Voor een volledige weergave van het interview met Jon Anderson bezoek de Progwereld YouTube website.

 

Nieuw studioalbum Anubis “’The Unforgivable”

De Australische progrockformatie Anubis brengt op korte termijn haar zevende studioalbum uit, “The Unforgivable”. Het album verschijnt op 6 september 2024 en is verkrijgbaar als cd, lp en download en is ook te streamen.

“The Unforgivable” is in essentie een vijfenveertig minuten durende, epische track (verdeeld in tien secties) met één lange muzikale reis. Het is een conceptalbum dat het verhaal vertelt van een jongeman die in een religieuze sekte terechtkomt en er vervolgens aan ontsnapt. Het album werd geschreven toen de “Homeless”-tournee van de band werd afgebroken door corona-lockdowns en volgt de traditie van eerdere verhalende albums van Anubis  zoals “230503”, “A Tower of Silence” en “The Second Hand”.

Anubis komt binnenkort naar Europa en Japan voor enkele concerten. Ook Nederland wordt bezocht: op 20 oktober is de band te bewonderen tijdens ProgFrog, ’t Blok in Nieuwerkerk a/d IJssel.

https://www.anubismusic.com/

 

Boekrecensie: Mike Oldfield – Changeling: The Autobiography Of Mike Oldfield

De autobiografie van multi-instrumentalist Mike Oldfield, “Changeling”, is het aangrijpende verhaal over een eenling en buitenstaander, die op jonge leeftijd al meer meemaakt dan menig ander in een volledig leven. Lees hier de recensie door Alex Driessen

Buisklokken

“Tubular Bells” van Mike Oldfield heeft de wereld veranderd, daarover bestaat geen twijfel. Want zonder de beroemde buisklokken:

  • hadden opvolgers “Hergest Ridge” (1974) en mijn favoriete Oldfield-album “Ommadawn” (1975) nooit het levenslicht gezien. En een hele reeks prachtige albums/nummers ook niet.
  • had het Virgin imperium nooit bestaan en was Richard Branson nooit miljardair geworden (wel multimiljonair).
  • konden producers Simon Heyworth en Tom Newman nooit pochen over (en faam ontlenen aan) hun medewerking aan de totstandkoming van de plaat.
  • zouden zangeres Maggie Reilly (Moonlight Shadow, To France) en zanger Barry Palmer (Discovery) andere schnabbels hebben moeten zoeken om aan geld te komen in plaats van te teren op Oldfields geniale ingevingen.
  • hadden de producers van horrorfilm “The Excorcist”, circusduo Bassie en Adriaan en sci-fi serie X-Files toch echt op zoek moeten gaan naar een ander thema voor hun achtergrondmuziek.
  • zou de openingsceremonie van de Olympische Spelen in Londen in 2012 nooit zo boeiend zijn geweest.
  • had Magenta-oprichter en componist/multi-instrumentalist Rob Reed nooit de inspiratie gevonden voor zijn “Sanctuary”-albums, volledig in de stijl van de maestro.
  • zou het iconische hoesontwerp van Trevor Key waarschijnlijk nooit bestaan hebben. Wat als Oldfield niet toevallig tegen een set ‘bells’ was aangelopen, maar tegen een volledig kerkorgel. Had het album dan “Church” of misschien “Organ” geheten? Welke afbeelding had er dan op de hoes gestaan?
  • had ik een van mijn meest memorabele optredens ooit moeten missen: Mike Oldfield live in het Haagse Congresgebouw in april 1979. Met ruim 45 personen op het podium, waaronder een orkest, koor en volledige rockband, allen gekleed in stemmig kaki. En Mike zelf natuurlijk, op elektrische gitaar, stoïcijns, met plectrum tussen zijn lippen geklemd.
  • was mijn interesse in akoestische gitaarmuziek nooit zo aangewakkerd: soloalbums van Steve Howe, Steve Hackett maar ook Leo Kottke, Tommy Emmanuel en de oer-Hollandse Harry Sacksioni werden grijs gedraaid.
  • had ik nooit van het bestaan geweten van minimalistische componisten als Terry Riley, Philip Glass en Steve Reich, nou niet direct de meest voor de hand liggende muziekkeuze voor een teenager.
  • had ik dit epistel nooit kunnen schrijven. Ook al realiseer ik mij dat ik één jaar te laat ben met mijn eerbetoon: het album werd uitgebracht op 25 mei 1973. Dat maakt het nu 51 jaar oud. Sorry.

Big Big Train kondigt live-release van “A Flare On The Lens” aan

In augustus en september 2023 ondernamen de progressieve rockers Big Big Train hun langste tournee tot nu toe, met zeventien shows in 21 dagen in negen landen, in het Verenigd Koninkrijk en Europa, en sloten af met twee triomfantelijke concerten in de prestigieuze Cadogan Hall in Londen. Die twee concerten zijn nu vereeuwigd als “A Flare On The Lens”, uit te brengen op 13 september 2024 via InsideOut Music.

Dit nieuwe concertfilmpakket bevat elk nummer dat de band op die twee avonden heeft uitgevoerd en is verkrijgbaar als een Limited 3cd+Blu-ray mediaboek, met de concertfilmaudio gemixt in 5.1 surround sound en stereo. Er is ook een klaphoes 180g 2lp vinylversie verkrijgbaar, met een zorgvuldig geselecteerd aanbod aan materiaal van de shows in Cadogan Hall.




“A Flare On The Lens” bevat de volledige show van de band in Cadogan Hall, met name van de tweede avond daar vorig jaar, en bevat ook zeven nummers die alleen op de eerste avond werden gespeeld.

De Blu-ray-film duurt ongeveer drie uur en bevat maar liefst zeventien nummers, waaronder zowel favorieten uit de oude catalogus als East Coast Racer, Hedgerow, Folklore, Judas Unrepentant, Curator Of Butterflies en Victorian Brickwork, live instrumentale tour de force Apollo en toekomstige klassiekers Love Is The Light en Oblivion, plus een akoestische medley van drie nummers. Love Is The Light en Oblivion zijn vervolgens beschikbaar geweest op het bejubelde studioalbum van de band, “The Likes Of Us”, dat in maart van dit jaar uitkwam.

De volledige tracklist:

  1. Folklore*
  2. The Connection Plan*
  3. Curator of Butterflies*
  4. Summoned by Bells*
  5. Drums & Brass 2023*
  6. Love Is The Light*
  7. A Boy In Darkness*
  8. Apollo*
  9. Acoustic Medley
  10. East Coast Racer*
  11. Victorian Brickwork*
  12. Oblivion
  13. Swan Hunter
  14. Keeper of Abbeys
  15. Brooklands
  16. Hedgerow
  17. Telling the Bees
  18. Judas Unrepentant

*2lp vinyl uitgave

Big Big Train was de slotact van het Final Night of the Prog Festival in Duitsland op 21 juli jl., ze maken binnenkort hun debuut op het beroemde Cropredy Festival in het Verenigd Koninkrijk op 9 augustus. De band onderneemt vervolgens zijn eigen tour in september en oktober van dit jaar, hierbij doen ze ook Poppodium Boerderij aan voor een tweetal concerten (28 en 29 september). In april 2025 fungeert BBT als co-headliner op Cruise To The Edge.

Send this to a friend