Colin Masson is de voormalige leider van de progressieve folkband The Morrigan en maakt als multi-instrumentalist al meer dan twintig jaar soloalbums. Na zijn eerste soloalbum “Isle Of Eight” uit 2001 is Progwereld deze Engelse bard uit het oog verloren. Beïnvloed door Mike Oldfields folkloristische progrock, zoals op “Ommadawn” en “Hergest Ridge”, heeft zowel zijn akoestische als elektrische werk iets geruststellends in zich. Zijn lange stukken zitten vol lagen van gitaren en toetsen die elkaar beantwoorden en samen met de optrekkende mist omhoog stijgen. De heel weinige zang dient louter als sfeerimpressie.
Waar Robert Reed met zijn “Sanctuary”-albums de thematiek uit “Tubular Bells” van Mike Oldfield hanteerde, gebruikt Colin Masson op zijn nieuwste album “Echoes Of Albion” meer de structuren, melodieën, tonen en timbres uit Mike Oldfields new age prog album “The Songs of Distant Earth” uit 1994. Maar dan zonder een ritmische beat.
Om de poëtische context van de mythologie te beschrijven, verwijst de naam Albion in de albumtitel naar Groot-Brittannië. Geïnspireerd door verschillende mystieke aspecten van het Britse landschap bevat het album pastorale folk, die pastelachtig kleurt met een weidse blik naar verre, mistige landschappen, die mysterieus ogen dankzij het vale licht of de invallende schemering.
Het eerste nummer, Echoes of Avalon, heeft Colin gebaseerd op het landschap van Cornwall. De Latijnse teksten aan het begin zijn ontleend aan een 14e-eeuws gregoriaans Anima Christi, waarvan wordt gedacht dat het een Keltische oorsprong heeft. Voor de anglofiel met historisch besef: Avalon is natuurlijk ook het mythische eiland uit de Arthur-legende. Muzikaal verwijst het stuk naar traditionele muziek en Morris-dansen, die met dit gebied worden geassocieerd. Heel slim wordt het Oldfield-trucje gehanteerd om met zachte marcherende percussie de vaart in het 22 minuten durende nummer te houden en mee te waaien op een licht briesje, zoals door zijn inspirator zo vakkundig toegepast op “Five Miles Out”.
Het bijna zestien minuten durende On Martin Down verwijst naar de archeologische vindplaats in Hampshire, Engeland, die dateert uit de bronstijd van de vroege Avaloniërs. In deze Zuid-Engelse krijt laag landen, adviseer ik je de ogen te sluiten en dit ingetogen werk te ondergaan. Het akoestische werk is vloeibaar met een delicaat fluitje dat even opstijgt als een nieuwsgierige bij, die naarstig op zoek is naar nectar in een veld vol bloeiende bloemen. Langzaam mondt het uit in een reeks elektrische gitaar explosies en wat Vangelis-arpeggio, terwijl het toch sereniteit uitstraalt.
Caledonia is de Latijnse naam voor Schotland, ten tijde van het Romeinse Rijk. De eilanden Harris in de Buiten-Hebriden en Skye zijn hier de inspiratiebronnen. In dit auditieve landschap worden we getrakteerd op een uitgebreide showcase aan gitaren en snelle percussie programmering. Want hier gaat Masson voor zijn doen 25 minuten lang even helemaal los met meer stevige arrangementen. Het ene moment zijn er de bekende double speed gitaarlicks die Oldfield-fans zo waarderen. Het volgende moment zweven we met ondersteuning van zware ondertonen van de pedal bass even weg met elektronische elementen. De combinatie van spaarzame Tangerine Dream-sequencers en wat verdwaalde gitaargeluiden uit het psychedelische trip album “Voyage 34” van Porcupine Tree passen hierbij uitstekend.
Dit een uur durende album telt slechts drie nummers om op beweging gebaseerde stukken in een flow te geraken. Colin Masson heeft de vaardigheden om klassieke Britse prog folk te verweven in de wereld van progressieve rock met orkestrale interpretaties. Door er een zweem meeslepende Keltische en Gaelische new age in te verwerken is het allemaal uitermate geslaagd te noemen. Dit soort instrumentale muziek is perfect terwijl je werkt of schrijft, waardoor je geest zich kan concentreren en tegelijkertijd naar andere oorden kan zweven. Het is ontspannend en opent nieuwe vergezichten, als je er voor open staat.