Ellesmere

Wyrd

Info
Uitgekomen in: 2020
Land van herkomst: Italië
Label: AMS Records
Weblink: http://www.ams-records.it/
Website: http://www.ellesmere-project.com/
Tracklist
Challenge (7:25)
The Eary Manor (6:23)
Endeavour (8:23)
Ajar (8:05)
Endless (13:14)
Fabio Bonuglia: toetsen
Roberto Vitelli: basgitaar, gitaar
Mattias Olsson: drums

Met medewerking van:
Tomas Bodin: toetsen
David Cross: viool
John Hackett: dwarsfluit
David Jackson: saxofoon
Fabio Liberatori: toetsen
Tony Pagliuca: toetsen
Giorgio Pizzala: zang
Luciano Regoli: zang
Wyrd (2020)
Ellesmere II / From Sea And Beyond (2018)
Les Châteaux de la Loire (2015)

Ellesmere is het geesteskind van de Italiaan Roberto Vitelli. Hij schrijft alle muziek en beroert  basgitaar en gitaar. Met Fabio Bonuglia (toetsen) en Mattias Olsen (drums) vormt hij de basis van deze band die aan zijn derde uitgave toe is.

Op “Wyrd” laat Vitelli zich bijstaan door een behoorlijk rijtje gerenommeerde gastmuzikanten, waaronder Tomas Bodin (The Flower Kings, toetsen), David Cross (King Cromson, viool), John Hackett (dwarsfluit), David Jackson (Van de Graaf Generator, Osanna, saxofoon), Tony Pagluca (Le Orme, toetsen), Luciano Regoli (Raccomandata Ricevuto Ritorno, stem).

Wie het debuut Les Châteaux de la Loire misschien kent en denkt een logisch vervolg hierop te horen komt van een koude kermis thuis. Van het lieflijke pastorale geluid dat we kennen van Genesis en Anthony Philips uit de jaren ’70 is weinig meer over.
De grotendeels instrumentale muziek gaat veel meer in de richting van Yes, King Crimson en Emerson Lake And Palmer. Challenge opent nog wel lieflijk met pianoklanken en synthesizers, terwijl ook nog een Mellotron opduikt. Maar na een paar minuten barst het los. Ruiger toetsenwerk is het begin van een passage dat tegen de jazzrock aanschurkt. De saxofoon van Jackson wijst de weg, maar ook de viool van Cross kleurt buiten de lijntjes. Hackett laat horen dat hij ook meer in huis heeft dan alleen subtiele fluittonen. Vooral in The Eery Manor laat hij nadrukkelijk van zich horen in ook weer een vrij rustig begin. Dan is inmiddels al duidelijk wie de bazen zijn op “Wyrd”: de toetsenmannen! Niet zo verwonderlijk als je weet dat er vier meespelen.

Vitelli zelf treedt niet zo nadrukkelijk op de voorgrond, maar soms laat hij toch een mooie gitaarsolo horen, een beetje verscholen bijna. Zijn spel lijkt op dat van Mike Holmes van IQ. Op Endeavour laat hij een van de mooiste stukjes van de cd horen. Golvende toetsenpartijen met minder tot de verbeelding sprekende zang spreken het symfonische volksdeel zeker aan, stukje orgelspel erbij nog, heerlijk! Dan duiken we weer het betere jazzwerk in, met zo’n echte onnavolgbare solo van Jackson, waarna de klavieren het heft weer in handen nemen door de  melodie te kleuren en dan volgt die meesterlijke gitaarsolo a la IQ uit hun begintijd.

In Ajar krijgen we de ene wending na de andere voorgeschoteld. Jackson kleunt er al snel vol in en het toetsenspel heeft hier duidelijk trekken van ELP. De band stopt soms zoveel noten in een passage dat je je even af kunt vragen of er niet twee nummers door elkaar gespeeld worden. De zang, een beetje op de achtergrond, werkt vervreemdend en past daardoor mooi in dit nummer waar je moeilijk vat op krijgt, maar dat je tot het eind op het puntje van je stoel laat zitten.
Ondanks het vele moois uit de voorgaande nummers ben ik toch het meest onder de indruk van het slotstuk Endless. Dit is een ode van 13 minuten aan de keyboards. Het is niet te achterhalen wie van de vier toetsenisten welke stukken spelen, maar het zou zo maar kunnen dat ze hier allemaal druk aan het werk zijn. Een lang uitgesponnen thema wordt prachtig ingevuld met steeds wisselende toetsenlandschappen in samenspel met gitaar, fluit en saxofoon. Dit is het meest toegankelijke werk van de cd, al zitten er zeker ook tegendraadse stukken in. Dit weldadige bombardement aan toetsen levert eigenlijk gewoon super-symfo op! Een stukje voor het eind leiden wat rare stemmen een bizar slot in. Uit het niets lijkt Jean Michel Jarre de cd vol te spelen. Het valt uit de toon, maar het is ook weer mooi gedaan, dus wie maalt erom.

Vitelli levert een indrukwekkend werkstuk af met “Wyrd”. Het is denkbaar dat de tegendraadse ritmes, die soms echt tegen de jazzrock aan zitten, luisteraars afschrikken. Dat had ik zeker bij de eerste luisterbeurt, maar als je echter de muziek de gelegenheid geeft zich in volle omvang aan je te openbaren ben je waarschijnlijk evenals ik verkocht. De vele noten op de vierkante centimeter en de voortdurende wisselende stemmingen worden voortdurend voortgestuwd én in bedwang gehouden door niet aflatende golven van majestueus toetsenspel, die steeds ook de melodie weer terugbrengen in de muziek. “Wyrd” beluisteren vraagt de nodige concentratie: zet dit niet argeloos op tijdens een rustige koffiesessie met de buren!  Het artwork mag er overigens ook zijn. Het buitenaardse tafereel van de hand van Rodney Matthews dat beelden van Roger Dean oproept, past uitstekend bij de muziek. Na een slordige drie kwartier moet je wel even tot rust komen en daar heb ik dan nog wel weer een tip voor: “Châteaux De La Loire” van Ellesmere opzetten!

Send this to a friend