Vijftig jaar progressieve rock vormgegeven in een schitterende boekwerk. Maar liefst 288 pagina’s vol met prachtige illustraties en verhalen, in een luxe limited edition hardcover.
Henk Tuijn beschrijft hierin zijn persoonlijke ontdekkingstocht door de progrock geschiedenis van 1970-2020. Tuijn doet dit vanuit zijn muziekbeleving, de wijze waarop hij aangetrokken wordt tot een album en hoe dit hem verder trok in de muziek van die band of gerelateerde bands.
Voor velen van ons zal deze ontdekkingsreis een bron van herkenning zijn. Word jij in een platenzaak ook niet in eerste instantie aangetrokken door een hoes? Of zoals Tuijn zegt “De hoes trekt je aandacht zodra je op zoek bent naar een nieuwe ontdekking”. Daarnaast ontdek je natuurlijk ook muziek door met vrienden ervaringen en muziek uit te wisselen, zoeken naar vergelijkbare bands of de volledige discografie van een band na te pluizen. Zo wordt in het boek “Het Mooiste Plaatje” op verhalende wijze de geschiedenis van de progressieve rock (door Tuijn afgekort tot progrock) beschreven.
De reis begint bij The Moody Blues. De hoes van “Every Good Boy Deserves Favour”, waarbij de voor- en achterkant in elkaar over lopen maken dat dit album opvalt. Tuijn kocht dit album dan ook op basis van deze prachtige hoes van Phil Travers (en ook op basis van een goede recensie en aanbeveling van een vriend). Via P.F.M. (Premiata Forneria Marconi), Yes, E.L.P., Pink Floyd, The Strawbs, Genesis en Camel worden de pioniers uit de jaren ’70 beschreven. Over toetsen plus gitaren worden de verschillende albums uit die periode met hun bijbehorende hoezen beschreven. Daarbij wordt de Nederlandse inbreng zeker niet vergeten, met Earth & Fire, Kayak en Focus.
Hoewel het boek een min of meer chronologische opbouw heeft wordt niet strikt de tijdslijn gevolgd. Tuijn beschrijft de albums per groep, waarbij hij zijn eigen kennismaking met de groep als leidraad neemt. Hij begint dan ook niet altijd bij het debuutalbum van een groep, maar bij het album waarmee hij kennismaakte met de band. Zo is “Meddle” het eerste album van Pink Floyd dat wordt beschreven om na “Dark Side” en “Wish You Were Here” bij de eerdere albums “Atom Heart Mother’ en “Ummagumma” aan te komen. Eén stapje vooruit en weer twee stapjes terug.
De jaren ’80 worden beschreven door de ‘theatrale diehards’ in de neo-prog, zoals IQ, Marillion en Pallas. De synergie effecten en samenwerkingsverbanden typeren volgens Tuijn de jaren ’90. Het eerste decennium in deze eeuw is er – volgens Tuijn – sprake van een revival: heel veel progressieve muziek grijpt terug naar de oorspronkelijke progrock. Hierbij passeren bands als Echolyn, Glass Hammer, Spock’s Beard en The Flower Kings de revue. Een groot gedeelte van het boek (ruim 150 pagina’s) is gewijd aan dit decennium. Overigens zijn enkele bands die hier beschreven worden ontstaan in de vorige eeuw, maar de auteur heeft deze band in dit decennium ontdekt of weten te waarderen. Het laatste decennium van het boek – de ‘nieuwe’ lichting (vanaf ca 2010) – bevat de ‘wereldwijde grabbelton’. Progrock wordt over de gehele wereld uitgebracht en is steeds makkelijk bereikbaar voor iedereen overal ter wereld.
In een gesprek met Henk Tuijn vertelt hij aan mij dat hij het boek in eerste instantie alleen voor zichzelf heeft samengesteld. Tuijn is enige tijd geleden gestopt met werken (met pensioen gegaan) en wilde zijn immense muziek collectie van vijftig jaar vastleggen. Hiermee kon hij een streep trekken onder zijn verzameling en vastleggen wat hij zelf echt goed vindt en wat minder. Zoals zovelen heeft ook Henk een aantal albums in zijn collectie die hij nooit meer draait en ook enkele die nog steeds geweldig zijn en regelmatig uit de kast komen. Het boek is dan ook geheel organisch tot stand gekomen. En hoe verder het boek vorderde merkte hij dat er een ‘rode draad’ in de progrock zit. Tuijn gaat erg voor de melodie. Daarnaast spreekt het hem erg aan als je door de muziek het zelfvertrouwen van de muzikant hoort, waarbij een statement wordt gemaakt. Denk bijvoorbeeld aan Yours Is No Disgrace van Yes.
Over de hoes van het boek vertelt Henk Tuijn dat deze ook vanzelf bij hem terecht is gekomen. De foto “Pillars Of Creation” is genomen door de Hubble Space Telescope van een interstellaire gaswolk. Omdat Henk iets met adelaars heeft, heeft deze adelaarsnevel een extra betekenis voor hem. Een adelaar heeft ook een scherpe blik om de juweeltjes uit een verzameling te pakken en ook in zijn loop gaat hij vaak een stapje vooruit en dan weer terug. Deze vergelijking is typerend voor het boek. Daarnaast is de titel van deze illustratie treffend. De bands en albums die beschreven worden in het boek zijn de ‘pillars of creation’ in de progrock. Denk hierbij aan het ontstaan van Yes of aan de rol van Ton Scherpenzeel bij het ontstaan van Kayak. Daarnaast zijn er giganten in de progrock die een ‘rode draad’ vormen in de progrock, die kruisverbanden leggen tussen bands, denk onder anderen aan Steve Hackett, Neal Morse, Roine Stolt en John Mitchell.
Met dit boek zijn wij samen met Henk Tuijn op reis gegaan door progluilekkerland. Voor Henk is het een (voorlopige) afsluiting van vijftig jaar progrock muziek, maar voor anderen is dit een goed uitgangspunt voor een nieuwe ontdekkingsreis. Er zullen altijd nieuwe artiesten opstaan die ons versteld doen staan. Of zoals Henk aangeeft in zijn ‘Tot Besluit’: Eigenlijk mag je van prog verwachten dat er geen grenzen zijn en dat er nieuwe ‘Pillars of Creation’ opstaan!
P.s. Het boek is (nog) niet in de boekhandel verkrijgbaar, maar het kan worden besteld door een email te sturen naar henktuijn@kpnmail.nl