Jethro Tull

The Zealot Gene

Info
Uitgekomen in: 2022
Land van herkomst: Verenigd Koninkrijk
Label: Insideout Music
Website: www.jethrotull.com
Tracklist
Mrs. Tibbets (5:54)
Jacob's Tales (2:13)
Mine Is The Mountain (5:40)
The Zealot Gene (3:54)
Shoshana Sleeping (3:41)
Sad City Sisters (3:40)
Barren Beth, Wild Desert John (3:37)
The Betrayal Of Joshua Kynde (4:06)
Where Did Saturday Go? (3:53)
Three Loves, Three (3:30)
In Brief Visitation (3:00)
The Fisherman Of Ephesus (3:41)
Ian Anderson: fluit, gitaar, harmonica, zang
David Goodier: basgitaar
Scott Hammond: drums
John O'Hara: piano, toetsen, accordeon
Florian Ophale: gitaar
Joe Parrish-James: gitaar
The Zealot Gene (2022)
The Best Of Acoustic (2007)
The Jethro Tull Christmas Album (2003)
J-Tull.com (1999)
Roots To Branches (1995)
Nightcap (1993)
A Little Light Music (1992)
Catfish Rising (1991)
Rock Island (1989)
20 Years Of Jethro Tull (1988)
Crest Of A Knive (1987)
Under Wraps (1984)
Broadsword And The Beast (1982)
A (1980)
Stormwatch (1979)
Bursting Out - Live (1978)
Heavy Horses (1978)
Songs From The Wood (1977)
Too Old To Rock & Roll: To Young To Die! (1976)
Minstrel In The Gallery (1975)
Warchild (1974)
A Passion Play (1973)
Living In The Past (1972)
Thick As A Brick (1972)
Aqualung (1971)
Benefit (1970)
Stand Up (1969)
This Was (1968)

Een nieuwe plaat van Jethro Tull is tegenwoordig zeldzaam. Natuurlijk kun je de soloplaten van Anderson voor het gemak wel meetellen, maar dan nog, “Homo Erraticus” is al bijna acht jaar oud.
Daarbij was de release van “The Zealot Gene” ook nog geteisterd door tegenslagen van een andere aard: het album stond al in de steigers toen de pandemie de wereld, en vervolgens de vervaardiging van vinyl, stillegde. Geeft allemaal niks, hier is-ie dan, bijna vijftig minuten nieuwe Tull-muziek. We zijn jaren slechter begonnen, toch? Toch?

Anderson zelf heeft overigens wel grote vragen over wie er nou nog op zit te wachten, zo’n nieuwe plaat. Zeker nu de thematiek, want jongens, het is soort een conceptplaat, gestoeld is op verhalen uit de Bijbel. Niet dat Anderson religieus geworden is op zijn oude dag, maar de fascinatie voor goede verhalen en de parallellen met de moderne mens maken het tot dankbaar materiaal voor deze twaalf liedjes.

De band, die overigens met name in de latere stappen van het opnameproces hooguit op afstand betrokken was bij het maken van de plaat, is ruwweg dezelfde sinds 2017, met nieuwe gitarist Joe Parrish en een bijrol voor vertrekkend gitarist Florian Ophale. Zoals meestal bij Tull zijn alle liedjes door Anderson eerst uitvoerig in demoversie voorbereid en in zijn eigen studio opgenomen.

Muzikaal gezien grijpt hij meer dan de laatste decennia het geval was terug op de prog uit de periode “Heavy Horses” en “A“, maar dan zonder de brutale rock. “Heavy Horses Lite”, dat komt wel een beetje in de buurt, tamelijk gezapige muziek. Opener Mrs. Tibbett zet de toon, met die nadrukkelijke 4-kwartsmaat en simpele, weinig opwindende melodielijn. Gelukkig is de streaming versie die we voor deze recensie mochten beluisteren dusdanig beveiligd dat de muziek soms vooruit of achteruit schiet, zodat het ritme ingewikkelder lijkt dan het is. Daarbij schiet de muziek zo vaak heen en weer, dat elk liedje van drie minuten een epos wordt.

Het folky Jacob’s Tale vertoont al meer leven, bij Mine Is The Mountain hoor je echt hier en daar de oude Tull, al is het oude vuur ver te zoeken. Anderson is hier verhalenverteller en hij heeft wel erg veel coupletten nodig om al zijn tekst kwijt te kunnen. Daar wordt de muziek niet spannender van, noch van zijn sonore en bijna emotieloze manier van zingen. De ouderwetse sneer is weg, misschien eigenlijk wel de hele stem. Dat dit dezelfde man is die met woeste haren, uitpuilende ogen en een broekklep aan de voorkant op één been door zijn dwarsfluit stond te gillen is moeilijk meer voor te stellen, maar ach, we zijn allemaal een dagje ouder, toch?

Bij elk nieuw nummer wordt de plaat wel een stukje beter, titelnummer The Zealot Gene rockt zelfs een beetje, Shoshana Sleeping is uitgesproken progressief (al doet het me ook aan BZN denken), in Sad City Sisters denk ik zelfs een oud themaatje te herkennen, Barren Beth, Wild Desert John heeft een mooie dynamiek met harde en zachtere passages en zo ontrollen zich de verhaaltjes van vadertje Anderson. Het is allemaal wel mooi en zo, maar ook aan de saaie kant en tam. Uitschieter is The Betrayal Of Joshua Kynde, met een intro dat een plaat als “A” in herinnering roept en een pittige gitaarsolo. En het begin van afsluiter The Fisherman Of Ephesus komt elke doorgewinterde Tull-fan bekend voor.

De stukken zijn eigenlijk allemaal meer van hetzelfde, folky liedjes met heel veel tekst. Dat wil helemaal niet zeggen dat dit per se slechte muziek is. Ik denk dat, als je de liedjes op cd normaal van begin tot eind kunt beluisteren, je er een lekker plaatje bij hebt voor zondagmiddag, als je schoonfamilie op de koffie komt. Het zijn goede, hoewel niet briljante liedjes, en ze hebben, voor zover ik nu kan beoordelen, een kop en een staart, zijn goed gespeeld en geproduceerd, allemaal wel in orde. Maar verwacht geen heilig vuur, hoge energie of nieuwe inzichten. Het zou mooi zijn als iemand Anderson nog eens een schop onder zijn kont gaf. Tot die tijd is dit wellicht het hoogst haalbare. Best oké, maar we weten ook waar hij toe in staat is.

CD:

LP + CD:

Send this to a friend