“Treehouse” is alweer het zesde studio-album van de Nederlandse symfonische rock band Leap Day, die zich keer op keer lijkt te verbeteren, dat is ook ditmaal weer duidelijk hoorbaar.
Ik ben altijd een fan geweest van het melodieuze geluid van de noorderlingen, vooral beide “From The Days Of Deucalion” albums vond/vind ik van prima kwaliteit.
De muziek van Leap Day kenmerkt zich door onweerstaanbare melodieën en een uitgebalanceerd en gevarieerd muzikaal geluid. Er hebben zich enkele personele wijzigingen voorgedaan sinds het laatste album “Timelapse” uit 2018. Nieuwe zanger Hans Kuypers zorgt voor een behoorlijke verbetering, niets ten nadele van voormalig zanger Jos Harteveld, maar de muziek van Leap Day verdient een betere zanger. Bovendien is er met Harry Scholing een nieuwe bassist toegetreden, hij vervangt Peter Stel.
Openingsnummer Like Icarus laat direct horen waar Leap Day voor staat: een symfonisch intro in de trend van IQ/Pendragon, prima duetten tussen toetsen en gitaar, sterk werk van Eddie Mulder en nieuwe zanger Hans Kuypers. Spanning in de muziek maar ook in de tekst; het gaat over een tragische brand in 2010 in een pand in New Orleans, Verenigde Staten, waarbij een achttal jonge krakers om het leven kwam. Prima opener, klokkend op bijna elf minuten, helaas haalt de opsomming aan het einde van de namen van de slachtoffers, hoezeer ook roerend en gemeend, de flow een beetje uit de song.
Het daaropvolgende Clementine is weer een heel ander nummer, een onheilspellende intro gaat over in een meer rockend nummer met een hoofdrol voor Eddie Mulder en zijn aan Mike Holmes (IQ) verwante gitaarspel. De stem van Hans Kuypers bevalt me hier minder, het lage register tijdens de verzen klinkt moeizaam. Het refrein is wederom pakkend en zeer melodieus. Er volgt een Peter Gabriel-achtig intro met afwijkende elektronische ritmes tijdens Raining. Kuypers moet erg zijn best doen, hier wordt vooral een beroep wordt gedaan op zijn hoge noten, wat maar net goed gaat. Het blijkt een sfeervolle ballade met heerlijke melodie die door de (elektronische) blazers doet denken aan Big Big Train. Verrassende shredder geluiden van Mulder halverwege sturen het nummer meer de progressive metal kant op. Maar de band keert terug op zijn schreden met symfonisch getint toetsenwerk en de originele coda. Een verloren liefde is het tekstuele thema.
Titelnummer Treehouse is één van de beste nummers op het nieuwe album en een persoonlijke favoriet. Inhoudelijk gaat het over een zelfgebouwde boomhut, maar eigenlijk over de herinneringen aan een fijne zorgeloze jeugd. Weer zo’n pakkende melodie waar de band patent op lijkt te hebben, de samenzang kan en moet echter beter. Gaat een klassieker worden met uiterst meezingbaar refrein, met geweldig duet tussen vintage toetsen en gitaar, ik val in herhaling. De track is voorzien van een portie humor door het uit de hand gelopen techno-riedeltje waarbij net op tijd de fout (of grap) wordt ingezien, hulde.
Ach, weer zo’n heerlijk slepend en heupwiegend intro voor May 5th, verdeeld tussen gitaar en toetsen; deze mannen begrijpen hoe goede (neo-prog) gemaakt moet worden. Het nummer gaat over herinneringen aan een Bevrijdingsfestival in Friesland waarbij de Engelse melodische rock band Magnum als hoofdact optrad, inclusief vreemde lage stembuigingen van Kuypers en Indische klanken. En weer die ingeblikte trompetjes, dat klinkt overigens heel goed, zou wel eens een blijvertje kunnen zijn.
Het afsluitende Autumn is een van de absolute hoogtepunten van het album, met twaalf minuten, ook met afstand het langste. Prachtig nostalgisch en melancholiek nummer met sterke tekst, weer over jeugdherinneringen, waarin Eddie Mulder zijn fabelachtige techniek en gevoel weer eens mag demonstreren. Ontroerende sfeerbeelden met kleuren, geuren en smaken die mij tot een glimlach verleiden. Ik ben zeker geen boerenzoon uit Friesland, eerder een middenstanderszoon uit de randstad, maar de schets van een gezin tijdens het avondeten met hutspot op tafel spreekt ook tot mijn verbeelding. We krijgen nog een onverhuld stukje Supertramp voorgeschoteld, compleet met Wurlitzer piano en koortje, grappig. Spannende IQ-achtige klanken uit de vintage toetsenborden (Mellotron) van de heren toetsenisten, stuwend drumwerk, ingetogen bas-spel en een scheurende gitaar versterken het gevoel van nostalgie. Kippenvel en ‘top marks’ voor dit epische nummer dat tot het beste van de band gerekend mag worden.
De teksten zijn goed en herkenbaar, de heren tekstschrijvers waren in een nostalgische bui. Maar de Engelse vertaling/uitvoering laat te wensen over. Dat zorgt weer voor moeizame uitspraak, onverwachte sprongetjes en verkeerde accenten. Slechts zes nummers in ongeveer 56 minuten, dus een gemiddelde speelduur van ruim negen minuten. Dat blijkt ruim voldoende om de composities goed uit te werken en voldoende diepgang, tempo- en stemmingswisselingen mee te geven, complimenten.
Verder niets dan lof, weer veel mooie en herkenbare deuntjes die nog weken in je hoofd blijven zitten. Uitstekend gitaar- en toetsenwerk, vooral de subtiele balans tussen beiden bevalt me goed. Ik weet niet aan wie ik de geweldige toetsensolo’s moet toeschrijven, dus dat wordt een gedeelde pluim voor zowel Gert van Engelenburg als Derk Evert Waalkens. Die laatste verdient sowieso extra kudo’s want hij is zo ongeveer in zijn eentje verantwoordelijk voor een groot deel van de muziek en de volledig productie en mix. Handig zo’n man. De ritmetandem van oudgediende drummer Koen Roozen en reeds genoemde nieuwe bassist Harry Scholing legt een solide basis, zonder op te vallen en zo hoort het ook.
Wederom een uitstekend album van de heren uit het Hoge Noorden. Ik blijf alleen zitten met het knagende gevoel dat dit van een uitstekend album ook tot de buitencategorie had kunnen promoveren als de zang (op sommige momenten) maar met name de Engelse teksten op een hoger niveau hadden gelegen. Het moet toch mogelijk zijn voor een talentvolle en ervaren band als Leap Day om een professionele zanger aan te trekken en een Engelstalige ‘native speaker’ die verantwoordelijk is voor de teksten?
Klik hier voor het uitgebreide interview met Gert van Engelenburg.