Persoonlijk vind ik het altijd goed nieuws als Lee Abraham weer eens met wat nieuws op de proppen komt. Of dat nu met zijn band Galahad is of als soloartiest, het is tot nu toe altijd nog van hoge kwaliteit geweest.
Ook over de frequentie waarmee hij nieuw materiaal uitbrengt hoeven we niet te klagen, want dit is al zijn vierde soloplaat in vijf jaar. En waar bij sommige artiesten hoge kwantiteit niet altijd tot hoge kwaliteit leidt, bewijst Lee Abraham dat dit wel degelijk mogelijk is. Deze “Harmony/Synchronicity” is ook weer een heerlijke plaat geworden.
Bij het openingsnummer dacht ik overigens wel even dat ik de nieuwe Galahad in de speler had liggen. In de lijst met contacten van Abraham zal een groot aantal zangers te vinden zijn, maar tot nu toe was hij er nog niet toe gekomen om zijn Galahad-maatje Stu Nicholson te vragen voor zijn solowerk. Daar is met The World Is Falling Down dus verandering in gekomen. Het is een uitstekende opener met het kenmerkende gitaarwerk van Abraham en de al genoemde zang van Nicholson als blikvangers. Dat het nummer hierdoor sterk aan Galahad doet denken zal niemand verbazen.
Ook in het volgende nummer, Stay, horen we een nieuwe stem. Niemand minder dan Peter Jones (Tiger Moth Tales) neemt hier de honneurs waar. Het is een nummer in de stijl van de latere (commerciëlere) Genesis en de stem van Jones past hier uitstekend bij. Op de overige nummers (met uitzondering van het instrumentale Misguidee Pt 2) horen we de vertrouwde stemmen van Simon Godfrey, Mark Spencer en Marc Atkinson. Met name deze laatste is weer een genot om naar te luisteren.
Lee Abraham tapt op deze nieuwe langspeler uit de verschillende vaatjes die hij al eerder aanboorde. The World Is Falling Down en Hearing The Call zijn progressieve juweeltjes die doen denken aan het werk op “The Seasons Turn” en eerder albums. Daarnaast bevat het album met Never Say Never en Rise Again wat meer mainstream werk in de stijl van “Colours”. In welke stijl het nummer ook is, overal is het heerlijke gitaarwerk van Lee Abraham prominent aanwezig. De solo’s van deze man zijn geestdriftig en heerlijk melodieus.
Deze achtste plaat past moeiteloos in het rijtje met zijn zeven voorgangers. Voor Lee Abraham geldt zeker niet dat overdaad schaadt en de man mag wat mij betreft met deze frequentie platen blijven uitbrengen. Ook deze is weer genieten geblazen.