Morse, Neal

Sola Gratia

Info
Uitgekomen in: 2020
Land van herkomst: Verenigde Staten
Label: InsideOut Music
Weblink: https://www.insideoutmusic.com/
Website: https://www.nealmorse.com/
Tracklist
Preface (1:28)
Overture (5:59)
In The Name Of The Lord (4:27)
Ballyhoo (The Chosen Ones) (2:43)
March Of The Pharisees (1:40)
Building A Wall (5:01)
Sola Intermezzo (2:10)
Overflow (6:27)
Warmer Than The Sunshine (3:22)
Never Change (7:52)
Seemingly Sincere (9:34)
The Light On The Road To Damascus (3:26)
The Glory Of The Lord (6:17)
Now I Can See/The Great Commission (5:17)
Neal Morse: zang, gitaar, toetsen

Met medewerking van:
Randy George: basgitaar
Eric Gilette: gitaar
Bill Hubauer: toetsen
Gideon Klein: strijkers
Mike Portnoy: drums
Diverse vocalisten: achtergrondzang
Sola Gratia (2020)
Jesus Christ: The Exorcist (2019)
Momentum (2012)
Testimony 2 (2011)
Lifeline (2008)
Sola Scriptura (2007)
? (2005)
One (2004)
Testimony (2003)

Begin 2020 werd de hele wereld op zijn kop gezet door de Covid-19 pandemie. Het gevolg was dat we allemaal ons leven anders moesten gaan inrichten en onze toekomstplannen moesten bijstellen. Daar ontkwam ook Neal Morse niet aan. De opnames voor het nieuwe Transatlantic-album waren in een vergevorderd stadium en hij had het plan opgevat om de live-primeur voor dit album op Morsefest (september 2020) te laten plaatsvinden. Die plannen moesten helaas in de ijskast en hij moest iets nieuws verzinnen.

De afgelopen jaren had Morse van diverse mensen de tip gekregen om een conceptalbum over de apostel Paulus te maken. Toen zijn vrouw van een afstand tot hem riep dat hij misschien weer eens een soloalbum moest maken, dacht Neal te horen dat ze zei: een sola-album. Hierdoor begon het balletje te rollen en in betrekkelijk korte tijd had hij het materiaal voor een album over Paulus bij elkaar geschreven.

Gezien de Covid-situatie was het echter onmogelijk om Mike Portnoy, Randy George, Eric Gilette of wie dan ook naar zijn studio te halen, zoals hij dat normaal gewend was. Dus besloot hij ditmaal om het helemaal zelf te doen en de demo-bestanden naar Portnoy en George te sturen zodat zij thuis hun partijen konden inspelen. In die zin kunnen we dit “Sola Gratia” als Neal’s Quarantaine-album beschouwen. Alle leden van The Neal Morse Band dragen in meer of mindere mate bij aan dit album. Met uitzondering van Morse zelf heeft ditmaal niemand compositorische of zangbijdragen geleverd. De track Building A Wall wordt zelfs door Morse zelf gedrumd.

Waar muzikanten en labels normaal zeer gedetailleerd zijn in het aanleveren van credits, moet ik helaas constateren dat op “Sola Gratia” niet wordt vermeld wie verantwoordelijk is voor de, met name vrouwelijke, achtergrondvocalen. Jammer.

Muzikaal en tekstueel grijpt dit album terug naar “?” uit 2005, “Sola Scriptura” uit 2007 en “Jesus Christ: The Exorcist” uit 2019. De thema’s zijn diep geloof, twijfels, maar ook altijd de verlossende bekering en daaropvolgende genade. En die bekering en genade wordt bij Neal Morse altijd muzikaal gestalte gegeven met een bombastische, met jubelende gospelkoren doordrenkte, hemelpoort openende, maar ook emotionele finale.
Zo ook op dit “Sola Gratia” vormen de twee slottracks de glorieuze finale met een geweldige  gitaarsolo van Eric Gilette die het midden houdt tussen de shreddende John Petrucci en de melodieuze Roine Stolt. En net wanneer je denkt dat Paulus (lees Neal) zijn rust heeft gevonden barst de hemel met een musical-achtig coda opnieuw open. Als het een film was geweest  zou dit het moment voor de aftiteling zijn. Daarna verschijnt Neal nog even solo met piano op het doek voor zijn nawoord.

En geloof me, we hebben al die bombast, jubel, akkoordenprogressies en baslijnen al vele malen van hem gehoord en toch slaagt hij er weer in je bij de keel te grijpen.
Deze finale doet me denken aan zijn concert in Cultuurpodium Boerderij, destijds met de Nederlandse tourband met Collin Leijenaar en consorten. Ik ging er heen voor zijn muziek met de nodige scepsis ten aanzien van zijn teksten. Op het eind van het concert stond ik met tranen in mijn ogen zijn teksten mee te brullen. Dat is wat Neal Morse met je doet…

Die enthousiaste overtuiging en authentieke emotie hoor je ook op dit album terug. Met de juiste dosering aan variatie van stijlen weet hij zijn verhaal over de strenge Paulus, die de vroege Christenen zelf vervolgde, maar tot inkeer en genade kwam, uitstekend voor het voetlicht te brengen.

Na het voorwoord (Preface) volgt natuurlijk de Overture waarin alvast de belangrijkste muzikale thema’s worden voorgesteld, waarbij ik rond 3:20 toch echt even een flard Starless van King Crimson hoor.
Om de connectie met “Sola Scriptura” onvermijdelijk te maken heeft Neal een aantal fragmenten uit dit album in dit verhaal verweven. Zo is de melodielijn van openingstrack Preface letterlijk gekopieerd uit Upon The Door, wordt In The Name Of The Lord afgesloten met het refrein uit, hoe kan het ook anders, In The Name Of God, waarna een prachtig Bachiaans breiwerkje tussen gitaar, synthesizer en basgitaar dit nummer afsluit. In de stamper Building A Wall wordt naadloos een stukje All I Ask For geplakt en het instrumentale Sola Intermezzo bevat letterlijke quotes uit Introduction van “Sola Scriptura”.

Naast de vele heavy tracks krijgen we natuurlijk ook weer een aantal ballads voorgeschoteld zoals Overflow, waar Neal met een overkill aan emotie begint te zingen, maar dat in het verdere verloop van dit nummer gelukkig weer fenomenaal wegpoetst. Waar Morse vaak de neiging heeft een ballad volledig op te blazen aan het eind, verrast hij ons hier met een prachtig ingetogen gitaarsolo.
Never Change heeft een licht psychedelische opening en ontaardt daarna in een waar Floydiaanse ballad, compleet met Floyd-achtige koortjes en opnieuw een schitterend opgebouwde solo van Gilette, of was het toch Gilmour?




Na wat elektronische nieuwtjes in Building A Wall, volgt er in prijsnummer Seemingly Sincere ook weer een aantal elektronische sequensers die we bij Morse tot nu toe niet hebben gehoord. Dit nummer gaat over de steniging van Stefanus, de eerste Christelijke martelaar, een schouwspel dat Paulus in eerste instantie onbewogen aanziet, maar dat later toch aan hem gaat knagen en uiteindelijk leidt tot zijn bekering. Het samenspel tussen sequensers en het drumwerk van Portnoy, afgewisseld met de sterke refreinen en het heavy instrumentale tussenspel, brengen het verhaal overtuigend tot leven.

Je hoort de laatste jaren vaak de kritiek van progliefhebbers dat Neal Morse zichzelf wel héél vaak herhaalt. Iets wat ontegenzeggelijk waar is en wat bij ondergetekende ook leeft. Ik moet, of misschien beter gezegd, mág echter constateren dat deze proggigant, ondanks ook nu weer de nodige herhalingsoefeningen, op dit album glorieus overtuigt.

In de protestantse traditie bestaan er vijf sola’s: Scriptura (schrift), Gratia (genade), Fide (geloof), Christus (Christus) en Deo Gloria (God de eer). Aangezien Morse dertien jaar na dato de weg van de sola’s heeft vervolgd met dit “Sola Gratia” en het verhaal van Paulus nog niet af is, getuige de slotzinnen van God op dit album: Arise, go in to all the world, I will be with you. Go now and reach tot every heart, I will be with you. Even when they hurt you, I’ll be there…, zou het me niets verwonderen dat we voorlopig nog niet van deze Sola’s zijn verlost. Het lijkt wel een virus…

Send this to a friend