Ik weet niet hoe dat bij jou is, maar ik heb voor elke gelegenheid wel een type album. Als ik de sportschool induik wil ik muziek in de progmetalhoek horen. Als ik aan het klussen ben of de tuin weer eens van onkruid ontdaan moet worden, kies ik voor pakkende neoprog. Als ik een romantisch avondje met mijn vrouw wil doorbrengen, dan zet ik geen muziek op (dat is in mijn voordeel). Soms wil ik muziek echt beleven. Het ondergaan. Mezelf terugtrekken onder de koptelefoon en mezelf verliezen in de muziek. In die laatste categorie past dit album.
De basis voor Neptunite werd gelegd toen Tim Diern en Marc Schröder elkaar zo’n 25 jaar geleden tegen het lijf liepen in Berlijn. Hun gezamenlijke muzieksmaak legde de basis voor hun vriendschap. Toen in 2017 Guido Poetzel erbij kwam was Neptunite een feit.
Enige tijd geleden was ik erg te spreken over het album “Open Window” van het Franse Plus 33. Dit album doet daar wel iets aan denken. Alleen ligt bij Plus 33 de nadruk meer op Jazz en bij Neptunite bij Krautrock. Beide bands hebben de liefde voor 70’s prog. Op beide albums staan de elementen centraal.
Een instrumentaal album (alleen hier en daar wat woordloze zang) van 78 minuten, is dat wel te doen hoor ik je vragen? Ik vroeg me hetzelfde af, maar dit album voelt nergens langdradig. Het drietal houdt je steeds bij de les en weet telkens te verrassen. Dit komt door de prachtige heldere productie, de afwisseling en de enorme liefde voor muziek die van het album afdruipt. Vakkundig hoor je invloeden van het oude Genesis, Camel, Tangerine Dream en Jean Michel Jarré voorbij komen.
Het trio neemt letterlijk de tijd om het muzikale mozaik in te kleuren. Tactile Perception, met zijn dik 28 minuten speelduur, is daar een goed voorbeeld van. Het opent prachtig met zachte toetsen en gitaarspel dat zo van Andy Latimer (Camel) had kunnen zijn. De zwevende toetsensolo en de daaropvolgende gitaarsolo sleurt je vervolgens een niveau dieper. Daarna lijkt het nummer weg te sterven, maar een Tangerine Dream-achtige passage bouwt het geheel langzaam weer op. Daar nemen ze dan ook rustig dik vier minuten de tijd voor. In de tweede helft neemt het 70’s prog gehalte de overhand en doen de toetsen denken aan Tony Banks (Genesis) in zijn hoogtijdagen. Tegen het einde komen de Jean Michel Jarré en Tangerine Dream invloeden terug. De mellotron in de laatste minuten vormt de bekende kers op te taart. Een epische track!
En zo weet elk nummer wel te verrassen. Scent of Blue Iris heeft een langgerekt intro waarbij je met spanning wacht op wat gaat komen. Deze spanning wordt ingelost met heerlijk toetsenspel, de akoetische gitaar en Mellotron golven. De Steve Hackett-achtige solo tegen het einde vormt de climax van het geheel. Okular doet het meest elektronisch aan, maar ook hier zorgen die heerlijke Mellotron samples weer dat het hart van elke progfan zal opspringen.
Neem de tijd voor dit album. Ga tussen je speakers zitten of zet je beste koptelefoon op en laat je 78 minuten lang wegvoeren. “Sensor” is een weldadige belevenis voor al je zintuigen.