Weer een Genesis tributeband? Er zijn er al zoveel, en een paar hele goede ook: wat te denken van de Italianen van The Watch of de Canadezen van The Musical Box? En dan nu een volstrekt onbekend gezelschap Duitse muzikanten dat ook gaat proberen een boterham te verdienen met de muziek van de Britse progiconen, het zal mij benieuwen. Dat waren zo ongeveer de gedachten die ik had bij de aankondiging van een concert van The Music of Genesis, want zo heet de band. Maar hier is iets bijzonders aan de hand, lees maar even mee.
De ontstaansgeschiedenis van The Music of Genesis (TMOG) is namelijk een bijzondere. Vijf vrienden, studenten aan de Universiteit van Hannover voor muziek, drama en media, hebben als afstudeeropdracht in 2009 een tweetal optredens met Genesis/Collins-periode muziek. Hoewel succesvol, met name op YouTube, blijft het daarbij en ieder gaat zijn eigen weg. Tien jaar later komt een producer die het YouTube-optreden had gezien met de suggestie om de band nieuw leven in te blazen. En zo geschiedde, met covid als vervelende spelbreker. The Music of Genesis kiest ervoor om nummers te spelen die al vele jaren niet meer live gespeeld zijn onder de noemer ‘The best from 1976 to 1980’ ofwel muziek van “A Trick of the Tail”, “Wind & Wuthering”, “And Then There Were Three” en “Duke”. Redelijk uniek en mede daardoor interessant om eens te bekijken. Dat dachten met mij ruim 350 andere bezoekers van Poppodium Boerderij in Zoetermeer.
De keuze van de nummers is echt top, er wordt veel en luid meegezongen en geklapt. Want laten we wel wezen: wanneer gaan we ooit nog Entangled, Burning Rope of Duke horen? Eleventh Earl of Mar hebben we natuurlijk nog wel eens gehoord in de vertolking van Steve Hackett, net als All in a Mouse’s Night, maar The Music of Genesis laat hier horen over goede muzikale kwaliteiten te beschikken. In Say It’s Alright Joe laat Ferner zien/horen dat hij echt wel wat kan in vocaal opzicht. Het blokje “Duke” (Behind the Lines, Duchess, Guide Vocal) is een mooi eerbetoon aan een ondergewaardeerd album van Genesis.
Nog een paar hoogtepunten: het al gememoreerde Burning Rope met de excellerende gitarist Niklas Turmann; diezelfde Turmann in het akoestische deel van Blood on the Rooftops én in Ripples: de Hackett-solo klinkt precies als het origineel. De toegift bestaat uit het instrumentale Duke’s Travels, dat start met een drumsolo van geweldenaar Momme Boe, gevolgd door Afterglow met overdosis licht en het hele podium bedekt met rook, de band is enige tijd niet waar te nemen.
De stem van zanger Elmar Ferner is matig, veel geschreeuw, en er worden hoge noten gemist. Hij is bovendien zichtbaar nerveus, vergeet de titel van een album in de aankondiging. OK, het is de eerste show buiten Duitsland, dat kan voor zenuwen zorgen, toegegeven. Maar er klopt toch iets niet helemaal. Staat er te veel galm op de stem, is er misschien sprake van autotune om meer op Collins te lijken? Ik weet het niet, maar het klinkt gewoon niet helemaal goed. Ironisch: de keuze voor Collins-era Genesis-nummers was ooit ingegeven doordat mensen vonden dat de stem van Ferner zoveel op die van Phil zou lijken…
De band is prima, geen discussie. Het geluid van de baspedalen staat iets te hard en de toetsen zijn te zacht in de mix. Maar drummer Boe speelt jaloersmakend strak, er staat een goede gitarist met Turmann en dito bassist in de vorm van Michael Schugardt, die bovendien uitstekend de 12-snarige akoestische gitaar beroert. De toetsen en achtergrondzang zijn van de solide spelende Jochen Pietsch. Gaandeweg het optreden komt zanger Ferner wat meer tot rust en beter op stem en, opvallend: vooral in de rustige passages levert dat betere vocalen op. De filmpjes op de achtergrond leiden af in plaats van ondersteunend te zijn, het zaalgeluid is hard en niet altijd even helder, een lid van de crew van TMOG is hiervoor verantwoordelijk.
Als er iets duidelijk wordt gemaakt door deze totaal onbekende band uit Duitsland, dan is het wel dat de muziek van het Britse origineel de tand des tijds goed heeft doorstaan en nog steeds veel gevraagd is bij het bredere publiek. Datzelfde publiek reageert opgewonden en keert tevreden huiswaarts, uw recensent in verwarring achterlatend. Want ik heb toch een beetje ambivalente gevoelens bij dit optreden en denk onwillekeurig: hoeveel van de ruim 350 man/vrouw zouden ook een kaartje voor pakweg Big Big Train of Cyan hebben gekocht? Niet al te veel schat ik, helaas.