Voor liefhebbers van progrock en metal behoeft Yossi Sassi geen nadere introductie. De Israëliër was medeoprichter van Orphaned Land waar hij vooral gitaar speelde. In 2011 ging hij zijn eigen weg. Een weg die vrijwel parallel loopt aan die van zijn voormalige broodheer: een idealistische weg. Want Sassi wil met zijn muziek een boodschap meegeven. Ook al is zijn muziek voornamelijk instrumentaal.
Op dit vijfde album in negen jaar maakt Sassi gewoontegetrouw gebruik van een arsenaal aan snaarinstrumenten. Ondanks dat hij zelf 17 verschillende instrumenten beheerst, bespeelt hij er hier slechts een paar. Daaronder uiteraard zijn zelf ontwikkelde bouzoukitara, een double-neck combinatie van gitaar en bouzouki. Daarnaast – en tegelijk kenmerkend voor de Orientaals-getinte muziek – maakt hij gebruik van traditionele instrumenten zoals ney (een blaasinstrument), charango, saz en kanun (alle snaarinstrumenten).
Evenals zijn vorige album, “Illusion Of Choice”, is “Hear And Dare” op twee nummers na volledig instrumentaal. Maar ook minder ‘metal’ dan we van Sassi gewend waren. En dan vooral van zijn Orphaned Land-tijd. Het lijkt alsof zijn muziek nu definitief de afslag naar Oriëntaals- en Arabisch-getinte volksmuziek heeft genomen. Het instrumentale openingsnummer Brotherhood is daarvan een goed voorbeeld. Je hoort meeslepende muziek, afgewisseld met woordloze zang. Deze combinatie van muziek, een herhalend thema en zang moet je wel liggen, want anders kan het op je zenuwen werken.
Sassi is in staat om binnen een nummer sfeer op te bouwen. Dat doet hij onder meer in het sterke Benjamin’s Journey. De intro met stemmige bouzouki, sobere drums en basgitaar krijgen bijval van fluit en de jubelende bouzoukitara van Sassi. De melodielijnen zijn herkenbaar, want die gebruikt hij vaker. Gitaarsolo’s zijn op deze cd spaarzaam, maar een lange vlijmscherpe solo compenseert dat ruim.
Israëlisch getinte volksmuziek komt aan bod in Levitating. Akoestisch gitaarspel, fluit en naar ik aanneem de ney (helaas ontbrak concrete informatie hierover) zijn verantwoordelijk voor de kleine en intieme sfeer. Het gebruik van percussie in plaats van drums houdt de sfeer intiem. In het tweede deel is er een mooie afwisseling van gitaar- en fluitspel. Ook Hope, het laatste nummer van de cd, met een scala een traditionele instrumenten, voltrekt zich in dezelfde intieme sfeer.
Op twee nummers wordt gezongen. Op het titelnummer Hear And Dare horen we de doorleefde stem van Mats Levén. Door het stevige en stuwende gitaarwerk en de metal-achtige zang doet het denken aan de oosterse metal van Orphaned Land en Amaseffer (waar Mats Levén ook zingt). Ook Gia Sigoria is vocaal, maar van een compleet andere orde. Hebreeuwse zang van Christos Dantis, een aanstekelijk ritme en refrein dat uitnodigt tot meezingen waant je bij de Eurovision Song Contest: Israël: 12 punten!
Het lange Night Flight brengt je in weer een andere sfeer. De eerste minuut met voetstappen op een grindpad, geblaf van honden en fluitende vogels gaan over in een staccato drumpatroon met dito gitaarspel. De sfeer en intensiteit worden verder opgebouwd met een grommende basgitaar, percussie (tomtom’s) en fluit. Daarna slaat men aan het improviseren en is het jammen wat de klok slaat. Gefröbel op gitaar, fluit en wollige drumpatronen gaan (gelukkig) over in een beter te pruimen stuk met gitaar en basgitaar. Het is niet direct mijn favoriete nummer, maar etaleert wel de eigenzinnigheid van Sassi. Over eigenzinnigheid gesproken, funk en oriëntaalse rock worden samengevoegd en gekneed in het vrolijke en opzwepende Kostas. Het is typerend voor de muziek zoals alleen Sassi deze kan componeren.
Met “Hear And Dare” slaat Yossi Sassi en zijn Oriental Rock Orchestra de plank weer volledig raak. Het album is eerlijk en het logische vervolg op zijn eerdere albums waar hij gekozen heeft zijn hart en idealen te volgen. Het is knap hoe hij dit heeft omgezet in muziek die dicht bij hem staat, maar ook mij weet te raken.