Laat ik eerst even het geheugen van jou als lezer opfrissen.
Zero Hour is een Amerikaanse progressieve metalband die in 1993 werd opgericht door de tweeling Jasun en Troy Tipton. De formatie bracht in 1999 het titelloze debuutalbum in eigen beheer uit, gevolgd door “The Towers Of Avarice” uit 2001.
Na het album “Metamorphosis” uit 2003 (een heropname van hun eerste plaat), werd de originele zanger Erik Rosvold vervangen door Fred Marshall. Die horen we voor het eerst op “A Fragile Mind” uit 2005. Zanger Chris Salinas voegde zich bij de band voor het volgende album, “Specs Of Pictures Burnt Beyond” (2006), en verving Marshall. Salinas bleef bij Zero Hour totdat ze in 2008 na het album “Dark Receiver” noodgedwongen uit elkaar gingen. De band werd ontbonden vanwege een armblessure van bassist Troy Tipton, die hem het spelen onmogelijk maakte. Drie bandleden gingen In 2013 verder onder de naam Cynthesis.
Maar het Zero Hour-bloed kroop waar het niet gaan kon. Jasun Tipton en eerste zanger Erik Rosvold zochten elkaar op en vroegen Andreas Blomqvist (Seventh Wonder) en onze landgenoot Roel van Helden (Sun Caged, Subsignal, Powerwolf) respectievelijk te komen bassen en drummen. Gevieren timmerden ze veertien jaar na hun laatste wapenfeit het album “Agenda 21” in elkaar. Ik kan u zeggen, beste lezer, ambachtelijk timmerwerk.
Het kan geen toeval zijn dat het openingsnummer Democide 14 minuten klokt. Het toont de lef en ballen van de groep om na veertien jaar meteen met een epic te beginnen. Vergeet de afgelopen veertien jaar en vergeet de zes voorgaande albums, want Zero Hour is terug. Aan de basis van het geluid liggen (nog steeds) de gitaarriffs van Jesun Tipton, variërend van technisch tot melodisch naar atmosferisch, maar soms ook agressief en met een donker randje. Soms doet het mij denken aan Power Of Omens en Hourglass. Gedurende dit nummer wordt duidelijk dat men aan skills niets heeft ingeboet. De kracht ligt in een perfecte timing van afwisseling in tempo, sfeer en intensiteit. Het verveelt nergens. Sterker nog, je kunt dit nummer gerust op ‘repeat’ instellen. Er valt immers zoveel te ontdekken. Een passage met staccato riffs en voortreffelijk drumwerk van Van Helden bracht me haast in een trance. Maar het is zanger Erik Rosvold die met zijn licht hese stem, voorzien van een doorleefd randje emotie weet aan te brengen. Beleef, nee ‘doorleef’ de laatste langzaam wegstervende minuut…
Technocracy is eigenlijk een gestripte versie van het openingsnummer. Je hoort snel en soms technisch gitaarwerk, waarbij men meesterlijk een ‘overdaad schaadt’ situatie weet te voorkomen.
Een ander hoogtepunt is het negen minuten klokkende Stigmata. Naast het inmiddels bekende afwisselende gitaarwerk horen we schurende toetsenriedels. Ze doen vreemd aan maar zijn zeer functioneel, evenals de tegendraadse drumpatronen van onze landgenoot. Tussen deze spierballerij beweegt Rosvold zich met vocale hoogstandjes, dan weer zingend, dan weer bezwerend en declamerend. Met gevoel neemt hij na een minuut of vier het voortouw in een mooi vocaal stuk. Het is de overgang naar een technische en meeslepende passage. Een rustpunt op het schijfje is Memento Mori (gedenk te sterven); rustig tokkelend gitaarspel, zachte toetsen, bijpassende drum fills en de licht theatrale van pathos voorziene zang van Rosvold.
Na het mij minder aansprekende titelnummer Agenda 21 (hoekig, gehaast en te veel herhalingen) volgt het kunststukje Patient Zero. Het bevestigt dat Zero Hour uitstekend uit de voeten kan met lang uitgewerkte composities. We horen hier een fijn en zorgvuldig opgebouwde intro met aansluitend weer de van pathos voorziene zang van Rosvold. Het is meeslepend, dromerig haast, tot een ommekeer na een minuut of drie. Het is de inmiddels bekende variatie die je aandacht als luisteraar in de resterende zeven minuten vasthoudt. Hier dringt het pas goed tot mij door hoe intrigerend de stem en zang van Rosvold is. De man weet uiteenlopende emoties in zijn zang te leggen.
Het genre waar Zero Hour opereert is vol en misschien wel uitgekauwd. Bij veel luisteraars dringen zich dan als ijkpunt groepen op als Dream Theater en Symphony X. Zero Hour weet zich met “Agenda 21” juist te onderscheiden van genoemde groepen. Ze overtreffen met dit album met gemak al het werk uit hun voorgaande leven. Het uur nul is aangebroken.