Idioot

Ik beschouw mezelf als een regelmatige concertbezoeker; ik kom toch wel aan minimaal vijftien bezoeken per jaar, schat ik zo in. In 2017 bereikte ik zelfs een klein persoonlijk record: ik kwam tot het in mijn ogen respectabele aantal van dertig optredens, 2,5 per maand. Niet slecht voor iemand die er ook nog een normaal (…) sociaal leven op na houdt. Daar moet ik wel bij zeggen dat ik alleen de shows tel, niet de artiesten. Dus een festival met vijf bands geldt als één concert, niet als vijf. 

Binnen het team van Progwereld mag ik dan misschien een ‘veulvraat’ zijn, ik stel niets voor in vergelijking met onze fotograaf Ron Kraaijkamp. Dat is de echte liefhebber van liveoptredens. Als fotograaf, maar vooral als fan van levende muziek. Ron telt wel het aantal bands dat hij ziet in plaats van de locaties/theaters die hij bezoekt. En dan stokt de teller toch pas bij zestig. Ofwel, Ron ziet kans om gemiddeld meer dan één artiest/band per week te zien. Petje af voor zoveel passie en drive. En dan nog vaak binnen het door hem en ons allen zo geliefde progrock genre. Daarbij ziet hij ook nog eens kans om de artiesten op het podium op professionele wijze op de gevoelige plaat vast te leggen, hulde!

Maar bij wat ik kortgeleden in de krant zag staan verbleekt zelfs de prachtige prestatie van ons aller Ron. Want onder de kop in het AD ‘Niek gaat idioot graag naar bands en zag er vorig jaar 716’, staat het verhaal van een regelrechte muziekfanaat. Met een verantwoordelijke baan, als hoofd van de afdeling Maatschappelijke Ontwikkeling bij een gemeente. En ja, zelfs met een echtgenote. Die overigens nooit met hem meegaat op zijn trektocht. Ook hij telt de bands, niet de shows, maar dat maakt het allemaal niet minder indrukwekkend. Zijn record staat zelfs op 892 optredens, in 2016. Hij geeft zichzelf twee dagen om op adem te komen, de rest van de week staat grotendeels in het teken van de popconcerten. OK, hij is een veelvreter, het genre maakt hem niet zoveel uit. Of het nou een singer/songwriter is of een meerkoppige band, Niek staat vooraan bij het podium. Dat levert hem zelfs enige populariteit op; andere bezoekers valt het op enig moment op, steeds weer diezelfde kerel in het publiek. 

Gevraagd naar zijn favoriete band komt Pink Floyd als winnaar uit de bus, maar ook Deep Purple, Led Zeppelin en Focus worden genoemd. Jullie kunnen de leeftijd van onze vriend wel een beetje raden. Maar nu komt het: als hem gevraagd wordt naar zijn eerste grote concert dan noemt hij Yes in Ahoy. “In 1978, geloof ik”. Kijk, dat vind ik nou vreemd. Dan ben je al naar duizenden bandjes en artiesten wezen kijken en dan weet je niet meer wanneer je eerste grote show plaatsvond?! Dat vind ik bijna ongelofelijk. Ik weet het nog heel goed: het was Yes in Ahoy, maar niet in 1978, Yes heeft dat jaar helemaal niet in Nederland opgetreden, maar op 25 november 1977, een jaar eerder dus. Met de oude hippie-zanger Donovan in het voorprogramma. Die overigens onder luid boegeroep het podium moest verlaten, de fans hadden geen boodschap aan zijn jaren 60-muziek. En dan denk ik dus: ben je nou een grote muziekfan of gewoon een veelvraat? Gaat het om de kwaliteit of de kwantiteit? 

Ik ga dit jaar drie keer naar mijn favoriete bandje van alle tijden, nog steeds datzelfde Yes. Ik ga er zelfs twee keer de grens voor over. Idioot dat ik ben.

50

‘Langspeelplaat’, ik herhaal: l a n g s p e e l p l a a t, want zo werd album en vinyl van nu genoemd. Als tegenhanger van de single, ik herhaal: s i n g l e; het kleine schijfje met kant A en kant B wat je afspeelt op 45 toeren.

De leeftijd van 50 begint voor mij in 2023. De eerste elpee die ik met mijn spaargeld kocht, werd 50 jaar. We hebben het over “Tubular Bells” van Mike Oldfield, die werd uitgebracht op 25 mei 1973. Ik was toen zelf 14 jaar, best wel jong wanneer ik daar nu op terugkijk. Het was kort na “The Dark Side Of The Moon” van Pink Floyd, die op 1 maart van datzelfde jaar in de platenwinkels lag. Deze meest iconische elpee uit de geschiedenis van de symfonische rockmuziek behoort overigens tot mijn latere aankopen.

In dat jaar 1973 kocht ik ook mijn eerste singles. Ik werd daarbij wel geholpen, lees  ‘geïnfecteerd’, door mijn oudere broer, die mij naast The Cats en The Shoes ook Shocking Blue liet horen. Wat vond ik Mariska Veres mooi! Wat hadden we in 1973 verder zoal? Angie van The Rolling Stones, dat werd uitgebracht op mijn vijftiende verjaardag. Mrs Vandebilt van Paul McCartney & Wings was er ook een. En wat te denken van Golden Earring’s Radar Love en Waterloo van ABBA, een van mijn jeugdzonden. Zo kan ik nog wel even doorgaan, maar zal je dat besparen.

We maken een sprong van inmiddels 51 jaar vooruit in de tijd en belanden in 2024. Vanaf dit jaar gaat het bij mij ieder jaar verder los. Een kleine greep uit de elpees die in 2024 de respectabele leeftijd van 50 jaar bereik(t)en en als cd in mijn kast staan: “Mirage” van Camel, de eerste (gelijknamige) albums van Kansas, Rush en Trace, “Journey To The Center Of The Earth” van Rick Wakeman, “Crime Of The Century” van Supertramp en als klapstuk voor iedere symfomaan, “The Lamb Lies Down On Broadway” van Genesis. En dan vergeet ik bijna “Relayer” van Yes.

Er was een tijd dat ik opkeek tegen iets of iemand van 50 jaar. Ik kon mij niet voorstellen dat een elpee überhaupt 50 jaar kon worden. Sterker nog, daar dacht ik niet eens over na. Het vreemde en tegelijk mooie van deze (met groot respect) ‘Abraham-muziek’ is dat ze de tand des tijds moeiteloos heeft doorstaan. Dat geldt ook voor de muziek die zich nu veertiger mag noemen en over een jaar of tien diezelfde Abraham-status bereikt. Dan zijn mijn toppers inmiddels 60 jaar…

De onzichtbare band



Muzikanten kunnen een belangrijke rol vervullen in je leven. Ook al ken je ze niet altijd persoonlijk en fysiek, er ontstaat vaak een onzichtbare band met een artiest, zonder dat je je ervan bewust bent. Soms zelfs een “band” voor het leven.

Een goed voorbeeld van een band met artiesten deed zich afgelopen week voor. Op de Facebook-pagina van Mariusz Duda werd ik deze week opnieuw geconfronteerd met het verlies van een van de beste gitaristen van de eerste vijftien jaar van deze eeuw. Piotr Grudziński was de gitarist van Riverside die mij vanaf de beginperiode ontroerde en fascineerde. Met zijn fantastische solo’s en riffs zorgde hij voor een groot deel voor het succes van deze formatie. Natuurlijk via de cd’s, maar ook tijdens concerten. Tot aan 2010-2012 was ik een trouwe fan en verslond alles wat met de band te maken had. Ik bezocht meerdere concerten in Zwolle, Hellendoorn en Tilburg en het eerste concert dat ik mij herinner was in Hardenberg in 2006. Na een van die concerten raakte ik aan de praat met Grudziński, beiden met een biertje in de hand. En hoewel hij op het podium een man van weinig woorden was, praatte hij graag over muziek maar was hij ook geïnteresseerd in mij als persoon. In mijn beroepsleven, in wat mij bewoog en welke artiesten ik goed vond. Niet volledig zijn schuld, maar de liefde voor de muziek van Riverside werd minder na de release van het album “Shrine of New Generation Slaves”. De band verloor interesse. Tot aan 21 februari 2016. De hele progwereld, althans een groot gedeelte, raakte in shock na de plotselinge dood van Grudziński. Op de leeftijd van slechts 40 jaar, na een hartstilstand! Ik voelde me die avond ellendig. Gek genoeg stopte mijn hart op dat moment blijkbaar ook voor Riverside. Nooit werd de muziek zo magisch als het daarvoor klonk, toen de gitarist nog leefde. Verleden week overviel mij opnieuw dat droevige gevoel toen Duda zijn kameraad en collega memoreerde in een Facebookpost.

Als je als fan vaak naar muziek luistert, video’s kijkt en je verdiept in een band, ontstaat er iets vertrouwds. Ik heb dat ook met de muziek en de muzikanten van Marillion. Eigenlijk gaat er geen dag voorbij zonder dat Marillion, in welke vorm dan ook, mijn leven voorbij gaat. Dat is al in de jaren negentig ontstaan, toen ik nog een tiener was. Ik probeerde mijn toenmalige vriendin ermee te indoctrineren, met als resultaat dat de muziek jaren later werd afgespeeld tijdens mijn huwelijk. De muziekinstallatie van het gemeentehuis speelde bijna clichématig No One Can (take you away from me now) tijdens het ondertekenen van de huwelijksakte. “Marbles” werd grijs gedraaid met mijn pasgeboren zoon op schoot, ’s avonds op de bank als hij weer eens niet kon slapen. Ik word ook elke dag met Marillion geconfronteerd door middel van mijn persoonlijke Spotify-lijsten, het passeren van de kast waarin die enorme cd-collectie staat, door het scrollen van mijn Facebook- of X-tijdlijn. Of via YouTube, waarvan het algoritme zo verziekt is dat het alles voorstelt wat met Marillion te maken heeft. Of wanneer ik mijn vrienden, collega’s of bekenden vertel dat de beroemde crowdfundingacties ooit zijn ontstaan bij of door Marillion. De keren dat ik een concert van Marillion heb bezocht is ook niet meer op de vingers van vier of vijf handen te tellen, hoewel ik een weekend in Port Zélande nog nooit heb meegemaakt. Mijn werk is altijd de spelbreker maar ach, er moet altijd wat op een bucketlist blijven staan. Al met al zorgt die dagelijkse confrontatie ervoor dat muzikanten tot je inner circle gaan horen.

Het is niet zo dat ik Steve Hogarth zie als een god. Nee, die man heeft genoeg excentrieke trekjes waar een eventuele god ver verwijderd van mag blijven, mocht ik überhaupt ooit in een god gaan geloven. Maar ik word altijd blij als ik hem hoor zingen of wanneer hij weer in een preek belandt tijdens een concert. Pete Trewavas is voor mij ook een held, maar lijkt ook heel gewoon als je zijn Facebook-tijdlijn leest. Als een vriend die je elke dag groet op straat. Dat je ongerust én geïnteresseerd raakt als je leest dat hij als bassist vervangen moet worden omdat hij onder het mes moet. Of dat je een goed gesprek wil voeren met Steve Rothery, omdat je vindt dat hij wat aan zijn lijn moet doen, want het is aftellen tot aan gezondheidsproblemen. Maar als je hem volgt (en kent) weet je wel dat hij het zelf ook verschrikkelijk vindt.

Nog zoiets, als kok is het mijn ultieme droom ooit eens voor de band te koken. Pisnijdig werd ik dan ook toen ik vernam dat notabene (demo)slager en ultieme diehard fan Gertjan Kiers ooit eens voor hen gekookt heeft. Een slager!

De dag dat Steve Hogarth of een van zijn vier kameraden iets overkomt, of erger, komt te overlijden, wordt onherroepelijk een van de ergste dagen in mijn leven. Hoe ver weg ze fysiek ook staan, ze blijven waarschijnlijk altijd denkbeeldige vrienden. Een onzichtbare band.

Al ruil ik ze voor geen geld voor mijn vrouw, kinderen of vrienden.
Je kan ook overdrijven. 

Grensoverschrijdend

Het woord ‘grensoverschrijdend’ is zonder twijfel een grote kanshebber voor het woord van het jaar 2024. Met een goede tweede plaats voor het woord ‘cancelen’. Ga maar na.

Er kan een meerdaags festival georganiseerd worden van gecancelde artiesten.
Er kunnen avonden televisie worden gevuld met gecancelde celebrities.
Er kan een sporttoernooi georganiseerd worden met gecancelde coaches en technisch directeuren. En dan vergeet ik vast nog de filmfestivals en andere evenementen.

Bij Progwereld hebben we ook te maken met grensoverschrijding. Er wordt wat gediscussieerd of een album nu wel of niet voorzien van een recensie op de site moet komen. En welk album zetten we wel of niet in onze lijst met verwachte albums? Vroeger was dat relatief eenvoudig. Je had het genre symfonische rock. Punt, meer niet. Vandaag de dag is het aantal (sub)genres niet meer te volgen en op de vingers van twee handen te tellen. Er gaat bijna geen week voorbij waarin wij grenzen overschrijden. Je kunt ze lezen op de site.

Maar er zijn meer grenzen. Die van de geluidsdragers. Het was vijftien jaar geleden de normaalste zaak dat wij recenseerden aan de hand van een cd. Je weet wel, zo’n glimmend zilveren schijfje dat je kan vastpakken. Het kon niet op. De Progwereldse postbus op het toenmalige postkantoor puilde wekelijks uit. Vervolgens ontvingen we de eerste digitale albums in onze inbox. We wisten ons geen raad en buitelden van misnoegen over elkaar heen. “Nee, we recenseren niet met een handvol mp3-bestandjes, ze sturen maar een cd”, was een vaak gehoorde opmerking. De rest is geschiedenis, want op dit moment bespreken wij ongeveer 70% aan de hand van een digitaal album.

Maar het gaat nog verder… Niet zo lang geleden ontvingen we het eerste verzoek om een album vanaf een stream te bespreken. Een tenenkrommend verzoek. Maar we rechtten de tenen en gingen overstag. Al was het bij wijze van uitzondering. Een uitzondering die we nadien overigens nog tweemaal maakten.

Het wachten is op de volgende grensoverschrijding. Veel teamleden verheugen zich op het eerste vinyl dat ons wordt aangeboden. Het zal immers niet lang meer duren dat de cd’s plaats maken voor elpees, want vroeger heette vinyl zo. Laat dat nu net mijn grens overschrijden. Recenseren van vinyl, dat nooit!

Waarom ik van Spotify houd én het haat

Ik houd van Spotify! 

Al mijn muziek samen in één intuïtieve app. Een giga muziekbibliotheek die ik overal mee naar toe neem. In de auto, tijdens mijn dagelijkse boswandeling, streamen naar mijn stereo (als de vrouw niet thuis is). Ik kan overal genieten van mijn favoriete muziek.
Dankzij de radio-optie en het feit dat die app mijn smaak steeds beter leert kennen, ontdek ik muziek die ik anders niet snel zou ontdekken. 

Dankzij Spotify is mijn collectie meer compleet dan mijn cd-collectie. Van alle artiesten heb ik opeens alle albums. Ik betaal slechts € 15,- per maand en voor dat bedrag kan mijn hele gezin genieten van muziek. Ik koop nagenoeg geen cd’s meer, want het album verschijnt toch wel op Spotify, en dat kost dus bijna niets. Dat scheelt ook weer cd’s afstoffen. 

Dankzij Spotify maak ik de ene na de andere playlist. Eentje met mijn favoriete albums van dat jaar, eentje voor tijdens het sporten en een lijst met bijvoorbeeld meer rustige nummers voor als ik in de relaxmodus wil. Sinds kort kun je zelfs een dwarsdoorsnede horen van nummers van onze laatste recensies in de Progwereld playlist. Ideaal! 

Ik haat Spotify!

Sinds ik Spotify gebruik, koop ik nagenoeg geen albums meer. De sensatie van het bestellen, wachten op de post en het daadwerkelijke uitpakken is verdwenen. Ik weet dat ik de cd toch niet ga opzetten. Via Spotify beluisteren is immers veel makkelijker. 

Het voelt ergens niet ok. Ik betaal een schijntje en krijg er mega veel voor terug. Ik weet dat de artiest er bijna niets aan overhoudt en dat knaagt. Tegelijk is het leven ook veel duurder geworden en is er minder budget voor ‘luxe uitgaven’ zoals muziek. En als ik dan een album aanschaf, merk ik dat ik het via Spotify beluister en de cd nooit uit de kast trek. Mijn cd-collectie staat prominent in de huiskamer, maar is meer een museumstuk aan het worden. 

Ik zie dat mensen veel minder in muziek investeren in de zin van écht luisteren en vaak luisteren. Er is immers zoveel te ontdekken. Als het ingewikkeld lijkt, wordt het vaak overgeslagen. De sensatie van een album kopen en grijs draaien tot je het volgende kunt kopen is voorbij. In deze tijd waren Yes, Genesis en King Crimson wellicht nooit zo groot geworden als toen. 

Spotify heeft de opwinding van het muziek leren waarderen en aanschaffen voorgoed vergald. Dat tijdperk komt nooit meer terug. 

Kamermuziek2

Naar aanleiding van mijn column over de muzikale voorkeur van de leden van de Tweede Kamer ontving ik een tweet (X) van Thierry Baudet: “Jullie snappen er niets van bij Progwereld, die keuze voor Free as a Bird van de Beatles had niet zo zeer met de muziek te maken, maar vooral met de titel!” Ik heb nog gereageerd dat ik dat best wel begrepen had, getuige mijn reactie en suggesties, maar de vogel was alweer gevlogen.

Die opmerking van de Forum-baas zette me aan het denken: misschien ben ik wel helemaal op het verkeerde spoor met een lobby, Kamervragen en een parlementaire enquête. Misschien moeten we onze volksvertegenwoordigers gewoon een handje helpen bij hun keuze voor muziek. En dan vooral met de opmerking van ons aller Thierry in het achterhoofd: niet de muziek, maar de titel. Nog nooit heb ik zo snel pen en papier gezocht om mijn gedachten neer te pennen. Het resultaat tref je hierbij aan, ik neem aan dat een en ander voor zich spreekt. Ik heb er ook een aantal niet-Kamerleden aan toegevoegd, politici die om welke reden dan ook recent in het nieuws zijn geweest. Ook zij kunnen in deze donkere dagen best een steuntje in de rug gebruiken. Daar zijn wij bij Progwereld beslist niet te beroerd voor. Hoewel het niet allemaal prog is wat de klok slaat….

Geert Wilders (PVV) Moroccan Roll Brand X
  Us and Them Pink Floyd
  Immigrant Song Led Zeppelin
  All Together now Beatles
Pieter Omtzigt (NSC) Keep Talking Pink Floyd
  Should I stay or should I go The Clash
Frans Timmermans (PvdA) High Hopes Pink Floyd
  It’s Too Late Carole King
Dilan Yesilgöz (VVD) I’m not a loser Judy Tzuke
  I will survive Gloria Gaynor
Caroline van de Plas (BBB) Down on the Farm Caravan
  The Tractor Song Blippi
Rob Jetten (D66) Dreamer Supertramp
  Mother Nature’s Son Beatles
Gom van Strien (PVV) One Fine Day The Chiffons
(in die volgorde) One Slip Pink Floyd
  Honesty Billy Joel
Lilian Marijnissen (SP) The Way She Said Goodbye Kayak
Henri Bontenbal (CDA) All by myself Eric Carmen
Joost Eerdmans (JA21) Owner of a lonely heart Yes
Gideon van Meijeren (FvD) Rat in the Kitchen UB40
Thierry Baudet (FvD) Fool On The Hill Beatles
  I Me Mine Beatles
  Back to the USSR Beatles
  Paperback writer Beatles
Tjebbe van Oostenbrugge (NSC) Money Pink Floyd
  Baby You’re A Rich Man Beatles
Esther Ouwehand (PvdD) Dogs, Pigs, Sheep Pink Floyd
  Alle albums Animals as Leaders
Vera Bergkamp (D66) Backstabbers O’Jays
Khadija Arib (PvdA) Who’s the Boss Diana Ross
Mark Rutte (VVD) My Way Frank Sinatra
  Long Goodbyes Camel
  Let it Be, The End Beatles

 

 

Kamermuziek

Kamerleden publiceren jaarlijks gezamenlijk hun voorkeur voor een bepaald muzieknummer. Dit jaar is geen uitzondering, de lijst is zojuist verschenen op Spotify en het AD heeft er recent nog een redactioneel stukje aan gewijd. Ik was toch wel een beetje benieuwd naar de muzikale smaak van onze volksvertegenwoordigers, die vormen toch een redelijke dwarsdoorsnede van de Nederlandse bevolking, nietwaar? De volledige lijst is al gepubliceerd maar ik wil er toch een paar bijzondere zaken uithalen. 

Allereerst blijkt de grote winnaar de heer A. Hazes te zijn, senior welteverstaan. Met verschillende van zijn nummers komt hij maar liefst 5x voor in de lijst der parlementariërs. Op de voet gevolgd door Queen (4), Michael Jackson (3) en Dire Straits/Mark Knopfler (3). Er is nog een aantal vermeldenswaardige zaken: zo is er een aantal politici dat gestemd heeft op een nummer van een regiogenoot en hebben anderen gekozen voor een religieus lied, zoals Psalm 42. Opmerkelijk is wel de keuze van de heer Baudet. Nadat hij ooit zijn collega’s appte dat hun keuze als k..muziek kon worden gekwalificeerd (gebrek aan klassieke componisten als Brahms, Beethoven en Bach: BBB!) koos hij ditmaal voor het Beatles-nummer Free As A Bird. Werkelijk Thierry, kon je nou écht geen andere keuze maken uit het gigantische oeuvre van de grondleggers van de hedendaagse popmuziek?! 

Overigens is het ook opvallend dat de lijst maar 130 nummers bevat. Waren die andere twintig volksvertegenwoordigers allemaal op vakantie of ziek, zwak of misselijk? Niet in staat om iets te noemen of gewoon geen zin? We zullen het wel nooit weten. 130 nummers dus. Maar de grote vraag voor ons, progfans, blijft toch: hoe zit het met de keuze voor progressieve rock en aanverwante muziek? Dat blijkt tegen te vallen. Om kort te zijn: slechts 4 (vier) door het volk gekozen politici hebben het gewaagd een als prog te kwalificeren nummer op te geven als favoriete song. 

Met kop en schouders steekt Bart van Kent (SP) met zijn keuze voor Wish You Were Here van Pink Floyd boven de rest uit. Op de voet gevolgd door Barry Madlener (PVV) die Old and Wise van The Alan Parsons Project nomineerde. Tenslotte nog een eervolle derde plaats voor Vincent van den Born (PVV) die We Are The Others van Delain als favoriet opgaf. En dan vergeet ik bijna nog  Willem Boutkan (PVV) die Procol Harum’s A Salty Dog toevoegde, kudo’s heren (helaas geen dames). Daar blijft het bij, qua prog. Dan zijn er nog wat eervolle vermeldingen voor leden die The Rippingtons, Led Zeppelin en Phil Collins (hoewel..) durfden te nomineren. Wel opvallend, drie kamerleden van de PVV met de juiste smaak, omdopen naar VVP: Vooral Veel Prog?

Misschien moeten we volgende keer wat zorgvuldiger zijn bij onze keuze en de muziekvoorkeur van de diverse kandidaten wat nadrukkelijker mee laten wegen in ons stemgedrag. Als dit niet lukt, zou ik zeker een voorstander zijn van het stellen van Kamervragen. Ik zie een sterke lobby van bands, labels, theaters en fans voor me die dit bij hun eigen partij gaan aankaarten. Mocht dat allemaal niet lukken dan denk ik aan een parlementaire enquête. Met vragen als: heer Baudet, hoe komt u er in hemelsnaam bij om Free As A Bird als favoriete Beatles-song op te nemen? Is Helter Skelter niet een veel beter idee? Of wat dacht u van Hello Goodbye of Fool On The Hill, toch veel meer van toepassing op de situatie van u en uw Forum?  En mevrouw Agnes Joseph, waar ging het mis toen u meende DJ Tiësto  als favoriet op te voeren?

Ik ben alleen bang dat een dergelijk tribunaal de aanwas voor politici in spe niet bepaald positief zou beïnvloeden. En om er nou 146 de wacht aan te zeggen omdat hun muzieksmaak ons niet aanstaat, dat is misschien iets te veel van het goede. Laten we daarom maar opstaan en applaudisseren voor Hans Vijlbrief (D66) die het fenomenale God Only Knows van de Beach Boys inbracht. Want als er iets model staat voor de manier waarop wij tegen de Tweede Kamer en haar bewoners aankijken dan is het dat wel.

Beluister de afspeellijst direct op streamingdienst Spotify.

Top Gear

Geregeld kijk ik naar oude afleveringen van het vermakelijke tv-programma Top Gear en de opvolger hiervan,  The Grand Tour. Vooral Veronica zendt veel herhalingen uit van deze op autofanaten (‘petrolheads’) gerichte tv-shows. De bijzondere chemie tussen de drie presentatoren, de dominante Jeremy ‘Jezza’ Clarkson (the Orangutan), Amerika-fan Richard Hammond (the Hamster) en de bedaarde techneut James May (captain Slow), werkt aanstekelijk op hele generaties. Zodanig, dat het programma in zijn huidige opzet uiteindelijk ruim negentien seizoenen zou bestaan en uitgroeide tot het meest populaire tv-programma op de Britse eilanden. En ver daarbuiten. Dat Clarkson c.s. uiteindelijk hun hand zouden overspelen bij onderhandelingen met werkgever BBC en kozen voor een veel minder succesvol vervolg bij Amazon onder de noemer The Grand Tour, is niet zo relevant. Toevallig hebben de heren na zeven seizoenen zojuist de allerlaatste aflevering opgenomen van dit programma.

Wel relevant is de rol van hoofdpersoon (anchorman) Clarkson. Voor diegene die het programma niet of nauwelijks kent even een paar korte schetsen: hij is een grote, blanke, ietwat corpulente, uiterst dominante, 60+ man met een overduidelijk rechtse signatuur. Behept met een sterk ontwikkeld gevoel voor de smaak van het publiek, een onmetelijke dosis kostschoolhumor, een voortdurende roep om meer POWERRRR!!, gepaard aan het op soms pijnlijke wijze kleineren van zijn medepresentatoren. En niet te vergeten: het hebben van een uitgesproken mening over van alles en nog wat. Eigenlijk in wezen een onuitstaanbare man, zo een die je maar wat graag wil ontlopen op feestjes of zakelijke besprekingen. Iemand die zichzelf wel heel graag hoort praten en daarbij geen tegenspraak duldt. Zo iemand dus. Het grappige van het programma is dat het een uiterst herkenbaar format heeft dat al jaren hetzelfde is terwijl de scherpe kantjes zodanig werken dat het bijna een karikatuur wordt en daarmee weer gewoon leuk. Bovendien realiseert vrijwel iedereen zich dat het hier slechts om een tv-show gaat die vooral dient ter verstrooiing. Voornoemde factoren verklaren voor een groot deel het succes van het programma. 

Maar ik hoor jullie zeggen: “Allemaal goed en wel, maar wat heeft een populaire Britse tv-show met een zelfingenomen presentator nou te maken met prog?” Heel simpel: onze irritante aap heeft een duidelijke voorkeur voor progressieve rock. Regelmatig komt de muziek van met name Genesis voorbij, vaak tot ergernis van de jongere Hammond. De voorbeelden waarbij die laatste het moet ontgelden met een hoofdrol voor de muziek van Genesis, zijn legio. Ook komen er regelmatig muzikanten opdagen in het programma die dan proberen in een gewone auto een snel rondje op een circuit neer te zetten. Zo hebben we inmiddels Rick Wakeman (graag geziene gast) en Mike Rutherford (slechtste rondje ooit) langs zien komen maar ook autofanaten als AC/DC-zanger Brian Johnson, Fleetwood Mac-drummer Mick Fleetwood en Guns ’n Roses-gitarist Slash. Overigens is het openingsthema van de show het onvolprezen instrumentale Jessica van The Allman Brothers Band.

Ik wil er alleen maar mee zeggen: je kunt nog zo irritant zijn en hele volksstammen tegen (maar ook vóór) je in nemen, je muzieksmaak verraadt toch altijd wie je bent: een proghead, zoals wij allemaal. 

Column: Roep om meer vrouwen

Stoten wij mannen in de progwereld vrouwen af of sluiten we ze uit? Worden we wanhopig of luisteren we niet goed? Of lijkt Progwereld een te exclusieve oude witte mannenclub te zijn voor de buitenwereld?

De oproep voor nieuwe recensenten en de opmerking dat juist vrouwen zich konden melden leverde niet het gewenste resultaat op. En dan bedoel ik niet de fijne terugkeer van Ralph Uffing en het verse bloed van Roger Pruppers, maar vrouwelijke evenknieën hebben zich niet gemeld bij onze aimabele hoofdredacteur. Hij had volledig genderneutraal de schrijfsels willen beoordelen om ook vrouwen een kans te bieden in de wereld van prog. En ja, wij recensenten waren razend benieuwd hoe vrouwen prog beleven en beoordelen, zonder de druk te willen opvoeren.

Heeft prog dan een imagoprobleem? Dacht het niet, tijdens de liveshows is het merendeel weliswaar man maar er lopen zeker vrouwen rond die al headbangend hun bossen haar geweldig laten wapperen. En ja, dan zijn wij mannen jaloers, want met de alsmaar uitdunnende haargrens gaat dat het niet meer worden.

Als ik bijvoorbeeld nu de albumhoezen van Galahad waar vrouwen op geportretteerd worden ontleed, zie ik dat deze  al jaren zowel controversieel, confronterend als sprekend zijn. De blitse “Beyond The Realm Of Euphoria”, wat de technoprog extra etaleert, springt eruit qua schoonheid, maar zien vrouwen dat ook zo?  Geen idee! De striemen op de vrouwenrug op “Battle Scars” kan al pijnlijk confronterend genoeg zijn. En wat te denken van de controversiële postmortale foto van de vrouw op “Sleepers”?  En de nieuwe “The Long Goodbye” dan? Een doorgroefd gezicht van een oude vrouw die op het punt staat vaarwel te willen zeggen. Niet direct een unique selling point van Galahad, al waren die altijd al wars van dit soort verkoopplaatjes. Maar ja, ik zie dat dus als man, hoe zien vrouwen deze prog uitbeelding, laat staan de muziek? Wij weten het niet.

Naast prog heb ik een andere passie: golf! Ik las recent een item op golf.nl met als titel (On)zeker op de tee. Gerard Louter schreef:

“De aanleiding voor de column was een onderzoek waaruit bleek dat het aantal vrouwen dat golft wereldwijd nog altijd flink achterblijft bij de mannen. Een belangrijke reden is dat veel vrouwen zich onzeker en niet vrij voelen op de golfbaan, vooral als ze (nog) niet zo goed golfen. Daardoor spelen ze minder vaak dan ze eigenlijk zouden willen en in veel gevallen haken ze zelfs weer af. Dat is doodzonde en iets waar de golfwereld serieus mee aan de slag moet.”

Eigenlijk kan het woord Golf in dit stuk vervangen worden door Prog en blijft de probleemstelling hetzelfde en dat zou voor vrouwen niet mogen!

Wij kunnen vrouwen wel groots uitdagen met: ‘meer vrouwen in prog!’ Achter de drums, op de basgitaar of andere instrumenten en ook als componist. Maar laten we klein beginnen als muziek maken het niet is, dan toch zeker muziek beleven en daar je ervaringen over schrijven. Als columnist stel ik me daarom nederig op en vraag alleen van je of je die eerste stap wilt maken. En wees niet overweldigd, je krijgt niet het verzoek om meteen een volwaardige proefrecensie te schrijven maar mail naar ons en vraag wat je nodig hebt. Neem net zoals Galahad plaats aan de ronde tafel en laat je horen wat jou drijft. Kijken of ik of andere Progwereld-leden wat voor je kunnen betekenen zodat meer vrouwen in de progscene hun zegje kunnen doen.

Progwereld zal je dankbaar zijn en ik weet wel zeker dat dit ook voor onze lezers geldt.

Nog meer “The Dark Side of the Moon” rancune!

Roger Waters wilde een alternatieve versie van zíjn The Dark Side of the Moon. Maar was dat album eigenlijk wel helemaal van hem, of zelfs van Pink Floyd?

Die saxofoon, die op het moment suprême de luisteraar meevoert in de melancholie. Die dameskoren, die dat laagje soul toevoegen. Die lange, dalende akkoordenreeksen, die aanzetten tot levensbeschouwelijke gedachten. Die slepende slidegitaar in de verte. Die fragmenten tussendoor van de gewone man…

Dan weet u het meteen. We hebben het natuurlijk over het debuut van Graham Nash, “Songs for Beginners” uit 1971. Het album dat een jaar na het prachtige “Déjà-vu” van Crosby, Still, Nash & Young verscheen.

Oh, u dacht dat ik het had over “The Dark Side of the Moon” uit 1973?

Ja, nu u het zegt. Dat album toont inderdaad verdacht veel gelijkenissen met de plaat die Graham Nash uitbracht, twee jaar eerder. Zeker het liedje Better Days lijkt gewoon leeggeplukt te zijn qua muzikale ideeën. Het harmoniseren van de samenzang lijkt bijna een-op-een ‘geleend’ door Pink Floyd voor het liedje Brain Damage. Op het internet las ik dat Graham Nash zijn akkoorden misschien wel ‘geleend’ had van George Harrison’s All Things Must Pass. Dat liedje lijkt zo mogelijk nog meer op Brain Damage qua zang en akkoorden. De saxofoonsolo uit Better Days lijkt qua functie overigens op hoe Pink Floyd het instrument inzette bij Us and Them.

There’s Only One van Nash is dan het evenbeeld van Eclipse. Bij de dalende akkoorden van het couplet is eigenlijk alleen de timing van de zang anders. Ook de refreinen komen overheen, met name ook vanwege de inzet van het dameskoor. Eigenlijk gek dat het liedje van Nash midden op kant twee staat en niet op het einde. De slidegitaar van I used to be a King (overigens een van mijn favoriete liedjes) lijkt dan weer terug te komen bij Breathe.

De heren van Pink Floyd hebben zonder twijfel goed opgelet toen ze naar het debuut van Graham Nash luisterden. Bijna alle nieuwe elementen die de band toevoegde aan zijn repertoire komen van “Songs for Beginners”. Het verbaast me dat ik op het internet zo weinig kon vinden over de gelijkenissen, maar ja, wie haalt het dan ook in zijn hoofd om iets af te doen aan “The Dark Side of the Moon”?

In 2007 zou David Gilmour Nash (en ook Crosby) vragen voor achtergrondzang bij de liveshow die op de “Remember That Night” live-dvd zou verschijnen. Een prachtige toevoeging en tevens wel het minste dat hij voor de beste man terug kon doen.

Send this to a friend