Het Britse Amplifier, onder leiding van Sel Balamir, schept er een genoegen in om fans lang te laten wachten op een nieuw studioalbum. Een stilte van bijna zes jaar wordt verbroken met het zevende album “Hologram”, dat vanwege de zes nummers met een totale speelduur van 36 minuten meer een mini-album is.
Opvallend is dat Steve Durose, gitarist vanaf het album “Echo Street”, niet langer van de partij is. Sterker nog, Amplifier is op deze cd een duo met naast Balamir op zang, gitaar en basgitaar, alleen nog drummer van het eerste uur Matt Brobin. Wordt Durose gemist? Het antwoord daarop is nee, want “Hologram” gaat qua geluid en met name het heavy gitaargeluid aanvankelijk verder waar “Trippin’ With Dr. Faustus” gebleven was. Maar er is meer, zoals dit schijfje openbaart.
Al jaren doen recensenten pogingen de muziek van de Britten te duiden. Daarbij komen namen voorbij als Led Zeppelin, Black Sabbath, Tool, Nirvana, The Who, Hawkwind, Rush, A Perfect Circle en Soundgarden. Toch klinkt de muziek ook op “Hologram” niet als een van deze groepen, maar wel als een mix van allemaal.
Zoals gememoreerd zijn er overeenkomsten met het vorige album. Het schijfje opent dan ook stevig met de heavy rockers Two Way Mirror en Sweet Perfume. Beide worden gedomineerd door de zware gitaarpartijen van Balamir, toch wel het handelsmerk van de groep. Amplifier klinkt daarom op deze nummers als vanouds. Op Sweet Perfume horen we een bescheiden vocale bijrol van Tam Ali, wiens stem nagenoeg hetzelfde timbre heeft als Balamir. De laatste minuten zijn kalm, licht psychedelisch en kondigen de op handen zijnde verandering aan.
Die verandering wordt ingezet op het titelnummer Hologram. Het psychedelische geluid wordt verder uitgewerkt tot een organisch geheel. Over de zwaar aangezette gitaarpartijen ligt een deken van toetsen, waarvan de bespeler onduidelijk is. De typerende hoge en soms ijle zang van Balamir doet de rest. Het korte Tundra lijkt op het eerste gehoor eenvoudig, maar een goed luisteraar zal het opvallen dat er veel gebeurt. Hoogtepunt van het album, en een van de beste nummers die de groep in mijn beleving ooit heeft gemaakt, is Let Me Drive. Het ingenieuze drumwerk van Matt Brobin voegt een extra dimensie toe aan dit toch al gelaagde nummer. Organisch toetsenwerk speelt onopvallend een grote rol, terwijl Balamir alle mogelijkheden van zijn stem verkent en daarmee een buitengewone prestatie neerzet. Klein en haast verstild is de intro van Gargantuan (Part 1). Kracht en intensiteit nemen langzaam toe. De ‘Holy Ghost International Mystery Singers’ zorgen voor een speciale inbreng. Wanneer wederom toetsen opduiken zijn daar de invloeden van Rush.
Amplifier neemt met “Hologram” een risico dat met een gewijzigd geluid fans van het eerste uur worden afgeschrikt. Het laat zich niet eenvoudig vangen en is duidelijk een groei-album. Het laat tegelijk horen dat de wegen van Sel Balamir ondoorgrondelijk zijn. In zijn geval heeft hij daar niet meer dan 36 minuten voor nodig.