“Urskog” (Zweeds voor oerwoud) is het veertiende album in de al lange historie van Kaipa. Het album neemt je zes nummers mee op reis door de Zweedse natuur en de vier jaargetijden.
Inspiratie deed oprichter en bandleider Hans Lundin op tijdens fietstochten door het Zweedse land met zijn rijke natuur, maar komt ook uit zijn eigen ruime catalogus. De meeste nummers componeerde hij in 2018 toen hij werkte aan het album “The Solo Years 1982-1989” die hij in 2019 uitbracht. Het retrospectief diende als aangenaam klankbord voor de inmiddels 74-jarige muzikant.
Het album telt drie lange nummers van (ruim) boven de tien minuten. De liefhebber van episch werk wordt met het openingsnummer The Frozen Dead Of The Night van bijna 19 minuten al gelijk op de wenken bediend. Geen seconde wordt verspild aan een intro, nee Patrik Lundström neemt gelijk het vocale voortouw met zijn herkenbare stem. Evenals alle nummers op deze bijna 70 minuten durende cd is het instrumentale aandeel hier groot. Het zijn met name Hans Lundin zelf en gitarist Per Nilsson die respectievelijk op toetsen en gitaar nadrukkelijk in de schijnwerpers staan. Beiden hebben op hun instrument een herkenbaar geluid ontwikkeld en laten dat op veel Kaipa albums horen. Het is een geluid dat je moet liggen en waaraan je moet wennen. De mannen begrijpen dat goed, want het zijn de perfect getimede en gedoseerde wisselingen in tempo en sfeer die niet alleen dit nummer, maar het hele album zo aantrekkelijk maakt.
Op In A World Of Pines is de beurt aan zangeres Aleena Gibson. Het is helaas haar enige significante bijdrage aan dit album. Ik vind dat jammer, want haar karakteristieke stemgeluid hoor ik graag. Ook hier zingt ze met haar heldere stem de sterren van de hemel. Het titelnummer Urskog heeft een wat somber en melancholieke intro en gaat de folkachtige richting op. Behoudens de spaarzame zang in het Zweeds door Lundström is het nummer volledig instrumentaal.
De zogenoemde ritmetandem mag niet onvermeld blijven. Op “Urskog” laat Jonas Reingold horen dat de man op eenzame hoogte staat. Zonder echt op te vallen is hij alom aanwezig. De man lijkt inmiddels vergroeid met zijn basgitaar. Zijn kompaan achter de drumkit is niet langer Morgan Ågren. Die werd wegens tijdgebrek vriendelijk bedankt voor zijn jarenlange diensten. Op de drumkruk zit nu de uit Groot Brittannië afkomstige Darby Todd. Dat is een voor mij onbekende sessie-drummer met een achtergrond in rock, blues en jazz; exact de achtergrond die zo goed gedijt in Kaipa. De man doet met zijn losse en subtiele stijl zijn voorganger haast verbleken. Ga maar eens op je gemak zitten en laat het volledig instrumentale Wilderness Excursion tot je doordringen, dan snap je wat ik bedoel.
Iets minder beklijft In The Wastelands Of My Mind, met als verrassing Kansas-achtig vioolspel door een in de credits niet genoemde bespeler. Het nummer is de opmaat voor het ruim 15 minuten klokkende The Bitter Setting Sun. Ik durf met droge ogen te beweren dat dit de beste 15 minuten Kaipa zijn die ik ooit gehoord heb. Het begint nog kalm met een lang uitgewerkt intro in de herkenbare Kaipa stijl. Na een minuut of vijf volgt de overgang naar een stuk swingende progrock. Als konijn uit de hoed is daar een fantastische partij op saxofoon. Die zag en hoorde ik niet aankomen, nu ook weer door een onbekende bespeler. Het vocale aandeel, met onder meer zang van Lundin zelf, legt het duidelijk af tegen het instrumentale aandeel waarin iedereen volledig uit zijn dak gaat. Een paar voor Kaipa-begrippen stevige gitaarriffs van Per Nilsson markeren de overgang naar het laatste deel, dat je gerust Hans Lundin-extravaganza mag noemen. Helaas valt de muziek na ruim een kwartier stil.
Voor mij is Kaipa de ultieme progband. Het is een cliché, maar Hans Lundin is als wijn. Hoe ouder hoe beter, met om hem heen muzikanten die hun vak verstaan en nooit verzaken. Dit zijn echt epische nummers om bij weg te dromen en last but not least een vocale sectie om van te smullen. Kaipa levert met “Urskog” een meesterwerk af en hun beste album tot nu toe.