De tegenvallende verkoopresultaten (om maar te zwijgen van de kwalitatieve) van de voorganger “Radiation” (1998) noodde Marillion in 1999 andermaal hun koers of aanpak enigszins te wijzigen. Deze keer werd de fanclub – al sinds de vroege dagen een vaste waarde – als extra hulpmiddel ingezet, wat leidde tot een groots aangepakte intekening voor het nieuwe werk.
Wat een leuk idee! Je kon je pasfoto bij die intekening meesturen, die dan gebruikt zou worden voor het artwork. Zodoende staren zo’n 500 Marillion-fans je tot op de dag van vandaag aan. Ik ben blij dat ik er niet tussen sta. Want “Marillion.com” is nou niet echt een plaat waar ik mijn naam aan zou willen verbinden, laat staan mijn tronie. Maar dat konden zij ook niet weten, natuurlijk :-)
Als dank voor alle gedane moeite wordt de plaat ook nog gezegend met de tijdsgebonden titel “Marillion.com”, uiteraard als extra reclame voor de site waar de band tegenwoordig noodgedwongen permanent bivakkeert. Ja, de tijd van mooie concepten of raadselachtige, anonieme geluidsschilderijen zijn blijkbaar voorbij. Marillion is nu van ons en wij van hen!
Al deze goede bedoelingen ten spijt, is “Marillion.com” zonder enige twijfel de zwakste plaat uit het oeuvre van Marillion. Oké, het bevat met Interior Lulu een symfonisch epos van formaat, maar dat lange nummer was eigenlijk oorspronkelijk bedoeld voor “Radiation”. Men wilde nog langer aan dit nummer sleutelen en hevelde het over naar de volgende plaat. Had Interior Lulu op “Radiation” gestaan, dat was dat een aanmerkelijk betere plaat geworden dan “Marillion.com” nu is. “Marillion.com” zónder Interior Lulu, dát was pas een drama geweest.
Qua opzet lijkt “Marillion.com” na “Radiation” een stap terug in de goede (prog-)richting. Immers, wat betreft opzet lijkt de plaat enigszins op “This Strange Engine” (1997), waar ook een aantal niemendalletjes werd gevolgd door een interessant muziekstuk. Maar schijn bedriegt. Op “This Strange Engine” was Marillion nog twijfelachtig op zoek naar een nieuwe identiteit, wat deze plaat toch een zekere spanning meegeeft, op “Marillion.com” heeft men die stijl (helaas) gevonden, wat een zouteloos, futloos geheel oplevert.
Bij de eerste 7 liedjes doet Marillion ontzettend zijn best om, tja… afwisselend te klinken. Keurig worden up-tempo nummers afgewisseld met stemmig bedoelde ballads. De up-tempo nummers zijn zonder uitzondering prut. Deserve, Rich en Built-In Bastard Radar zijn slap qua melodie, saai qua instrumentatie en briljant qua irritatie. A Legacy, met ook wat rustigere gedeelten, is iets beter, maar ook daar is de hoofdmelodie flauw. En wat schreeuwt die Steve Hogarth in deze nummers zeg!
De echt rustige stukken van de plaat, Go! en Enlightened zijn ook niet echt best. Ook deze stoelen op weinig memorabele thema’s en je bent ze al vergeten voor ze zijn afgelopen. Ze zijn zeker niet te vergelijken met bijvoorbeeld Estonia van “This Strange Engine”, laat staan met klassiekers als Easter of Afraid Of Sunlight. Het enige van de korte nummers waar ik nog een beetje positief over kan zijn is Tumble Down The Years, dat behalve een geinige tekst ook kan buigen over een leuk themaatje. Jammer alleen weer dat dit tot vervelens toe wordt herhaald.
Het lichtpunt van deze plaat is dan toch Interior Lulu, een vijftien minuten durend werkstuk, wat opvallende overeenkomsten vertoont met het even lange This Strange Engine van twee platen terug. Niet alleen zijn muzikaal gezien beide stukken praktisch gelijk, ook de thema’s van de twee songs zijn overeenkomend. Alhoewel geschreven vanuit een totaal verschillend gezichtspunt en met hele andere referenties, staat andermaal opgroeien en eenzaamheid centraal. Mooi is in dit geval de link die gelegd wordt naar boeken van C.S. Lewis (bedoeld wordt dan naar alle waarschijnlijkheid diens kinderboeken) en Anais Nin (bekend om haar erotische romans). Verderop zingt Steve over de eenzaamheid die ondanks (of dankzij) internet ontstaat en lijkt het nummer haast een antireclame op de albumtitel.
Muzikaal gezien is Interior Lulu een minstens zo briljant epos als zijn voorganger, met lustige solo’s van zowel Mark Kelly als Steve Rothery en een emotioneel zingende Steve Hogarth. Het nummer komt evenals This Strange Engine bij vlagen wat knutselachtig over, maar het feit blijft dat ook hier de melodieën erg sterk zijn en voldoende ruimte krijgen tot uitwerking. Toch vind ik Interior Lulu ietsje minder dan This Strange Engine, wat hem vooral zit in Steve Hogarth’s emotionele eindiging van dat laatste nummer. Maar het scheelt niet veel.
De enige juiste conclusie kan zijn dat de platen “This Strange Engine”, “Radiation” en “Marillion.com” veel te snel achter elkaar zijn gemaakt. Voor mijn idee poepte Marillion rond deze tijd platen uit, om over de fanclubreleases nog maar te zwijgen. De leden van Marillion staan nou niet bekend als productieve componisten en veel materiaal was in de oude dagen niet eens als b-kant de kwaliteitscontrole gepasseerd. Een strengere platenmaatschappij of een producer met meer visie had wellicht van deze drie werken één meesterwerk kunnen smeden.
Markwin Meeuws