Het is naast opmerkelijk eigenlijk ook curieus. Wanneer je op het internet naar de naam Marillion zoekt, of zelfs in de bibliotheek van een instituut als Progarchives kijkt, stuit je nog regelmatig op de term “neo progressive”. Laten we wel wezen, de eerste 10 levensjaren van de band past die sticker als gegoten, maar de laatste 15 jaar is wat mij betreft die omschrijving al lang niet meer van toepassing. Nu we het over al die jaren hebben, Marillion gaat nu bijna 33 jaar mee in de muziekwereld! Dat is al een prestatie van jewelste, zeker omdat de band ‘maar’ twee echte personeelswisselingen heeft meegemaakt sinds het eerste echte album “Script For A Jester’s Tear” verscheen. Drummer Mick Pointer maakte plaats voor Ian Mosley en iedere volger van de band heeft in zijn leven wel eens een discussie gevoerd over wie nu de Messias is in de Fish-Hogarth strijd.
Laat ik de recensie inhoudelijk beginnen met een flauwe grap: dit is het beste album wat in jaren door de band is gemaakt. Het heeft namelijk zowel in de ogen van objectieve waarnemers als de fans te lang geduurd voordat dit album het levenslicht zag. Ruim vier jaar zijn er voorbij gegaan waarin hooguit een semi-akoestisch tussendoortje (“Less is More”) en wat Racket-uitgaven op de markt zijn gekomen, maar een album met echt nieuw materiaal heeft even op zich doen wachten. Hoe dan ook, de mannen zijn weer goed voor de dag gekomen. Hoewel er relatief gezien niet veel nummers op deze schijf staan, zorgen die acht nummers wel voor bijna 75 minuten aan luistergenot. Lange nummers dus, waarbij geen enkele song in mijn ogen echt geschikt is voor een single, hoewel je je kunt afvragen of het in deze tijd van nieuwe media überhaupt nog belangrijk is.
Is er in die vier jaar dan zoveel geëxperimenteerd? Is er een vernieuwde weg ingeslagen? Op de eerste vraag kan ik geen antwoord geven, op de tweede is het antwoord wat mij betreft een duidelijk ‘nee’. Er zijn namelijk veel invloeden en raakvlakken te horen die in de bands geschiedenis van de jaren negentig van de vorige eeuw gaan. Een tikje “Afraid Of Sunlight“, een vleugje “This Strange Engine“, maar toch ook weer wat stromingen uit het eerste decennium van de 21e eeuw, van bijvoorbeeld “Happiness Is The Road“. Analyserend is het goed te horen dat de heren dit album in verschillende fases hebben gecomponeerd, want in de voorbije vier jaar zijn er veel optredens geweest, is er veel gereisd en hebben de bandleden diverse sideprojecten ondernomen. Misschien door dat onregelmatige ritme klinken veel nummers als weer thuiskomen. Er is gespeeld op het veilige, maar wel met veel diversiteit. Tevens heeft het een hoge kwaliteitswaarde en valt het ook niet aanwijsbaar in herhaling op vorig werk. Geen heftige koerswijziging dus, hoewel de bandleden in interviews voorafgaand het album overtuigend proberen over te komen dat er iets nieuws is neergezet. In mijn opinie hebben we in elk geval geen nieuwe “Marbles” in handen, daarvoor is het materiaal op deze schijf net iets te zwak en blijft de groeipotentie achterwege.
Het album opent met de indrukwekkende en emotionele track Gaza, geschreven voor (of over) het Palestijnse volk en met name voor de Palestijnse kinderen in de vluchtelingkampen in Gaza en de Westbank. De muziek vertolkt voortreffelijk de gevoelens die met dit vraagstuk gepaard gaan. In het nummer klinkt de woede, agressiviteit, wanorde en zwaarmoedigheid op licht bombastische manier door en laat muzikaal gezien kippenvelmomenten horen. Ook één van de langere en aantrekkelijke nummers is Montreal. Het is geschreven na het bezoek van de band aan de stad en heeft een wat kolderiek aandoende tekst. Eigenlijk is het geschreven als een reisverslag en komt daardoor wat onwennig over. Ik probeer mij bij het luisteren van de muziek dan ook inhoudelijk van de tekst af te sluiten, want mij bekruipt dan altijd een wat clownesk gevoel, maar dat zal wellicht aan mijzelf liggen. Dit minimale puntje van kritiek is dan ook te verwaarlozen, want verder zijn de teksten en zang van Hogarth als vanouds en is de vijftiger nog steeds in staat om een maximaal bereik uit zijn stembanden te produceren.
En dan Steve Rothery. Vooral de albums na “Marbles” werd zijn magistrale techniek en solo’s op de gitaar wat minder op de voorgrond geplaatst. Hoewel hij bij “Happiness Is The Road” al weer wat terug leek te komen, krijgt hij hier weer maximaal de ruimte. Zijn spel is herkenbaar voor de kenners, maar blijft toch elke keer uniek en oorstrelend. Rothery heeft op dit album wat mij betreft een rol waarin hij ouderwets excelleert en de band een unieke meerwaarde geeft. Ook Mark Kelly laat een mooi divers tapijt aan toetsen horen met hier en daar een verfijnd gevoel voor elektronica. Nergens overdreven aanwezig, maar reken maar dat het bepalend is voor het succes van de band!
Een zwak puntje wat de band altijd part speelt is de in mijn ogen wat magere productie die op dit niveau toch eigenlijk niet meer kan. Vooral op de mix valt er veel warmte te winnen. Een goed voorbeeld is tijdens het openingsnummer Gaza, dat vooral tijdens de heftige passages te luid is weg gemixt waardoor het een aanslag op je oren is. Ook Pour My Love had een betere topping kunnen ontvangen en de zang van Hogarth klinkt vaak wat koud uit de speakers. Jammer natuurlijk, want zoals al gezegd, de man beheerst zijn expressieve mimiek tot in de puntjes, zowel in stemgeluid als op visueel gebied.
Marillion is ook dit keer in staat gebleken een album te produceren dat niets nieuws neerzet, maar waarop ook geen achteruitgang te bespeuren is. Persoonlijk denk ik niet dat dit album de titel ‘klassieker of meesterwerk’ gaat dragen in de toekomst. Daarvoor zijn Invisible Ink en Lucky Man meer dan goede rockliedjes, maar te weinig memorabel. Daarnaast is Pour My Love net even te zwak naast grootse epics als Gaza, Montreal en The Sky Above The Rain. Ik zou dit album het beste kunnen duiden met een metafoor: het is zo’n gevulde koek van de echte bakker op ambachtelijke leest gemaakt. Kwalitatief van hoog niveau en met perfecte grondstoffen gemaakt. Hij blijft altijd lekker, hoewel de uitvoering niet met de tijd meegaat. Een andere uitdagende smaak zou wel eens vooruitstrevend kunnen zijn en nieuwe klanten kunnen winnen. Daarentegen blijven je trouwe klanten komen, sterker, ze willen de grondstoffen al vooraf betalen. In deze tijden is dat op zich zelf al een marketingtool.
Ruard Veltmaat