“Seasons End”, het vijfde studioalbum van Marillion, is een cruciale. Deze plaat introduceert Steve Hogarth als nieuwe zanger van de band nadat het charismatische boegbeeld Fish een jaar daarvoor Marillion heeft verlaten. Hogarth is dan nog een relatief onbekende die in niks lijkt op zijn voorganger, maar sodeju wat kan die kerel geweldig zingen zeg. Deze tweespalt hangt tot op de dag van vandaag nog steeds boven de band, of beter gezegd: boven de fans. De bezettingswissel Fish-Hogarth is dan ook de op één na meest besprokene in symfoland.De heren Rothery, Kelly, Trewavas en Mosley moeten apetrots zijn met Hogarth als aanwinst voor de band, wanneer “Seasons End” op 25 september 1989 uitkomt. “Seasons End” laat een Marillion horen met een nieuw en fris elan dat de toekomst met vertrouwen tegemoet wil treden, terwijl er muzikaal behoorlijk wordt voortgeborduurd op bijvoorbeeld een album als “Misplaced Childhood“. Er is weer wat meer ruimte geschapen voor instrumentale passages. Dit in tegenstelling tot hun vorige plaat “Clutching At Straws“, die vrij zanggeoriënteerd is.
Een aantal nummers zit al in de pipeline tijdens de Fish-tijd. Gedurende de audities voor de nieuwe zanger componeren de heren er lustig op los en doen voor de teksten een beroep op de poëtische kwaliteiten van John Helmer. Al snel komt Hogarth in beeld en de rest van het album wordt een feit. De teksten van Fish zijn altijd heel persoonlijk, terwijl die van Hogarth en Helmer juist over vrij algemene onderwerpen gaan. Zo handelt The King Of Sunset Town over het neerslaan van de studentenopstanden op het plein van de Hemelse Vrede in Peking en het titelnummer gaat over het almaar groter wordende gat in de ozonlaag waardoor de winter als seizoen verloren dreigt te gaan. Het milieu is op dat moment een heet topic. Ook het Fish-achtige Berlin is getekend door de tijd. Frappant is dat het geschreven is kort voor de val van de muur. Ook muzikaal is dit nummer een kind van z’n tijd met veel sax en een new wave-achtig ritme. Het hele album komt dan ook eigenlijk over als een afscheid van de jaren ’80.
Voorafgaand aan het album wordt de single Hooks In You uitgebracht, een lekkere rocker met felle licks en jankende gitaaruithalen in de lijn van Van Halen’s Jump, maar dan een stuk minder heftig. Het is een aardig nummer, maar met het compositorisch zeer simpele After Me laat Marillion horen met Steve Hogarth werkelijk de kip met de gouden eieren te hebben binnengehaald. Wat een intensiteit! Maar dit korte nummer nog maar peanuts te zijn in vergelijking met andere nummers op dit album die simpelweg veel en veel beter zijn. Easter, Seasons End en The Space zijn wonderschoon en mogen met hun hoge kippenvelgehalte gelden als hoogtepunten. Easter, misschien wel het beste Marillion nummer aller tijden, is opgebouwd rond zwierige akoestische gitaar die samen met de warme zang en de heldere toetsten een enigszins Keltische sfeer neerzet. Bas en drums zorgen voor een subtiele dynamiek. De gitaarsolo is er weergaloos en het eind van het nummer, dat in 5/4 maat wordt gespeeld, is intrigerend. Opener The King Of Sunset Town laat al horen hoe mooi alle klanken samenvloeien en in het arrangement van Easter is tot groot effect een doedelzak aanwezig, alhoewel de partij zeer miniem is. Wat The King Of Sunset Town betreft: de aanzwellende intro mondt uit in een majestueus gitaarthema waaruit spreekt hoe ontketend eenieder is.
De band kan goed overweg met een toegankelijk nummer als The Uninvited Guest waar Rothery de smaakpapillen doet sidderen met één van z’n vele gitaarsolo’s. Echter Marillion blaast met het gedragen titelnummer het album op tot paradijselijke proporties. Deze acht minuten durende oase van melancholie is alom ingetogen. De zang in het eerste gedeelte is ontroerend, de gitaarsolo hartverscheurend en de stemmige hoornklanken uit de toetsen hebben iets euforisch zonder dat ze het nummer onderdompelen in bombast. De nagenoeg instrumentale finale is het reinste voorbeeld van hoe geïnspireerd Marillion is. In een haast hypnotiserende onderhuidse spanning klinkt een soort berusting door. De toetsen tingelen, de gitaar jankt en de bastoontjes stuwen maar voort totdat een fade-out het nummer in oneindigheid doet wegzinken.
Het wat onopvallende Holloway Girl is het perfecte vervolg op de emo-blast van het titelnummer. Het is voorbij voor je er erg in hebt en het sterke Berlin zich aandient. De sfeer is er dreigend te noemen en op een bepaalde manier zelfs aangenaam agressief. Speciale aandacht verdient de tricky gezongen zin ‘And we wake up without you we wake up without you with a hole in our hearts’ waar Hogarth weer de nodige indruk maakt.
Via After Me en het gedreven Hooks In You komt de band uit bij de imposante afsluiter The Space… Korte, zich elkaar snel opvolgende brassgeluiden van Mark Kelly vormen het hoofdthema dat uitmondt in een gigantische apotheose met een bovennatuurlijke Hogarth.
“Seasons End” kan gezien worden als een overgangsalbum na de periode met Fish en herbergt derhalve het beste van twee werelden. Later zal Hogarth als componist meer in de melk te brokkelen krijgen, hetgeen bijvoorbeeld heeft geleid tot een poppy album als “Holidays In Eden” of een donker meesterwerk als “Brave” waardoor “Seasons End” het album uit de Hogarth-tijd is dat nog het meest aansluit bij de authentieke Marillion.
Dick van der Heijde