De voorgaande twee albums van Solstice brachten bij collega’s Dick van der Heijde en Maarten Goossensen het nodige enthousiasme teweeg. Dat maakte ondergetekende nieuwsgierig en dus wierp ik me op om het nieuwe album van dit Britse gezelschap aan een uitgebreide luistertest te onderwerpen.
“Clann” is het derde album van Solstice in een trilogie die vijf jaar geleden begon met de nieuwe zangeres Jess Holland.
Solstice is eigenlijk een neo-progband die opkwam in de jaren 80 van de vorige eeuw. De productie was destijds niet erg hoog. Regelmatig zaten er zes tot negen jaar tussen de diverse albums. De albums “Spirit” en “Prophecy” zorgden voor een nieuwe opleving rond 2010.
Daarna werd het weer stil totdat in 2020 het album “Sia” uitkwam met Jess Holland achter de zangmicrofoon. Zij gaf met haar prachtige, heldere, soulvolle stem de band een volledig nieuw geluid en die klonk daarmee als herboren.
Dat album werd vooral gekenmerkt door het typische Solstice-geluid met de briljante stem van Holland. Op de opvolger “Light Up” zijn al meer artistieke invloeden van de zangeres te horen in de zomerse, lichtvoetige muziek. Op “Clann” doet de band er een behoorlijke schep bovenop met veel jazzy, funky invloeden waarmee de stem van Holland en de achtergrondzangeressen volledig tot hun recht komen.
Het mooiste nummer is echter het slotnummer Twin Peaks. We kunnen gerust stellen dat de gelijknamige film en serie te vroeg zijn uitgebracht want dit nummer had zeer zeker niet in hun soundtrack mogen ontbreken.
In deze track geen jazz en funk, maar het Solstice dat we kennen.
Een ingetogen tokkelende gitaar en melancholieke viool vormen de opmaat tot de prachtige, heldere stem van Holland, die geheel in de sfeer van de viool zingt. De fraaie ‘Come away’ chants die haar melodie afwisselen vormen in het vervolg van het nummer een belangrijke rol. Prachtig als de gehele band invalt en de leadzang en de chants aan intensiteit winnen. Het moment dat het koor als het ware de gitaarsolo lanceert, is geniaal. Elon Musk zou er trots op zijn en er meteen een patent op aanvragen. En die gitaarsolo hè, vergezeld van de chants, kippenvel!
Plots wordt het rustig en mysterieus met dito sfeervolle vocalen. Geleidelijk ontwikkelt zich een Afro-Keltisch ritme in drums en achtergrondvocalen. Langzaam keert de viool en de rest van de band weer terug en wordt de gitaar nog één keer door het koor gelanceerd en soleert naar het einde.
In de eerste vier tracks van dit album zijn de jazz- en funkinvloeden niet van de lucht.
Openingsnummer Firefly begint fris met een lekker swingende ritmesectie en wervelende toetsen. Bandleider Glass speelt venijnige akkoordjes op zijn gitaar en Holland zingt soulvol. Al snel vliegen de jazzy koortjes ons om de oren en stuurt Jenny Newman haar viool, op zijn Jean Luc Ponty’s, behendig tussen de drukte door. Op het eind natuurlijk zo’n hemelse solo van Andy Glass, wiens geluid me soms een beetje aan Allan Holdsworth doet denken.
Life klinkt wat zwoeler en zo mogelijk nog jazzier met een Braziliaanse touch. Perfect voor een warme zomeravond. Het eind wordt symfonisch uitgebouwd met heerlijk gitaarwerk, weer van Glass. Na een schijnbeweging keert hij, uiteindelijk onvermijdelijk, weer terug naar de zwoele groove.
In het lekker funky Plunk wordt een blikje blazers opengetrokken, die van mij wel wat vetter hadden gemogen.
Met de gitaarriff van Frippa had Glass een Fripp-achtige riff voor ogen. Wanneer je de riff isoleert is daar wat voor te zeggen. In deze setting met de viool van Newman klinkt het meer als een countryriff, maar dan wel in een swingende 5/8 maat. De bluesy zang wordt met opnieuw heerlijke jazzy koortjes en een scheurende Hammond aangevuld.
De bonustrack Earthsong is een opnieuw opgenomen prachtige versie van dit, van het debuutalbum afkomstige, nummer. Ditmaal wordt de leadzang waargenomen door achtergrondzangeres Ebony Buckle. Haar stem is nog helderder en hoger dan die van Jess Holland. Zij maakt met haar stem deze nieuwe versie, ondersteund door menig schitterend koortje, tot een waar genot.
Glass had bij dit album “The Harmony Codex” van Steven Wilson als referentiepunt. Nou, dan leg je de lat wel hoog natuurlijk. Het gaat ver om te stellen dat het hem gelukt is om over zijn spreekwoordelijke lat heen te springen, maar dit is wel het allermooiste album dat zijn bandje tot nu toe heeft geproduceerd. We zullen Solstice komende zomer op het Midsummer Progfestival in Maastricht dan ook met open armen ontvangen.