Wanneer ik naar het stemgeluid van Steve Thorne luister word ik vaak overweldigd door een gelukzalig gevoel. Zijn intonatie geeft mij een gevoel van herkenbaarheid, comfort en vertrouwen. Indirect maakt Thorne mijn leven daardoor een stuk zonniger. Je kan hem wat mij betreft scharen in het rijtje met karakteristieke zangers als Steve Hogarth, Marc Atkinson, Vincent Cavanagh en Mariusz Duda. Stuk voor stuk horen deze zangers qua klankgeluid en techniek niet tot de absolute top, maar klinken keer op keer karakteristiek en herkenbaar. Daarnaast kleeft er een grote mate van kwaliteit aan hun werk, al dan niet in solo, band of projectvorm.
Nog zoiets, wanneer je Steve Thorne noemt hebben we zo’n beetje dé singer-songwriter binnen de progwereld te pakken, al is die stelling op persoonlijke titel geschreven. Naast begenadigd zanger is hij veelzijdig instrumentalist en op drumwerk en blaasinstrumenten na bespeelt hij alle voorkomende instrumenten. Ondanks die veelzijdige kwaliteiten liet hij zich in het verleden assisteren door grote namen binnen de progwereld. Dat is op dit album ineens volledig anders. Dit keer geen Nick D’Virgillio, Tony Levin, John Mitchel, Martin Orford, Pete Trewavas of andere grote namen binnen de Progwereld, maar relatief onbekenden. Is dat een voorteken hoe deze cd uiteindelijk zal klinken?
Het zijn slechts twee instrumentalisten die Thorne assisteren op het album, dat zijn Geoff Lea op gitaar en Kyle Fenton (onder andere Cosmograf) op drums. Er is niet heel veel informatie te vinden over deze mannen, behalve dat het sessiemuzikanten zijn. In de basis doet Thorne op dit album wat hij de laatste tien jaar al doet: het schrijven van kwalitatieve en aantrekkelijke songs met een poppy inslag. Waar hij ten tijde van de eerste delen van “Emotional Creatures: Part One (en Two)” nog een duidelijke ondergrond van progressieve rock gebruikt, veranderde dat vanaf “Into The Ether” dat in 2009 verscheen. “Crimes & Reasons” is wellicht een lichte terugkeer naar de progressieve roots, maar met “Island Of The Imbecils” worden daar weer korte metten mee gemaakt.
Little Boat begint met een frivole hoempa melodie waar ik in eerste instantie de kriebels van krijg, hoewel het een melodie is die past bij het slot van “Part Two: Emotional Creatures”. De schrik slaat mij om het hart, maar gelukkig is het alleen maar een intro. Het opvolgende He Who Pays The Piper begint dan wat mysterieus met een geluidsopname over de maanlanding. Met die track hebben we gelijk een typische Steve Thorne compositie te pakken, stuwende basgitaar, een catchy klinkend ritme en een productie waar letterlijk alles op zijn plek staat. Tekstueel gaat Thorne in op de materie dat Nasa de maanlanding met een vooropgezet plan heeft gefaket.
In die opmerking ligt gelijk een belangrijk feit over dit album, Thorne is namelijk net als zijn voorgaande cd’s opnieuw kritisch in zijn teksten ten opzichte van overheid, religie, milieu en geschiedschrijving. Binnen die teksten schuwt hij cryptische regels niet waardoor je blijft nadenken over de betekenis daarvan. Voorbeelden van die protestsongs zijn World Salad Surgery, Psalm 2.0. en Monkey Business. Thorne speelt regelmatig met zijn eigen hersenspinsels en laat de luisteraar zeker twijfelen in The Fourth Wall. De eenvoudige simpele songtekst laat je nadenken over verschillende onopgeloste materies. Kritisch is Thorne eigenlijk in elke song, refrein en zin. Dat hij daarbij op kunstzinnige manier met zijn teksten de luisteraar kan onderhouden is de absolute kracht van deze Britse muzikant.
Klassiek fenomenaal goed klinkt Waking Up, een typische Thorne song die gelijk imponeert. Zoals Crossfire op “Emotional Creatures: Part One”, Feathers op “Into The Ether” en Fadeaway op “Crimes & Reasons”. Allemaal songs die gelijk bij de eerste luisterbeurt imponeren en aangeven dat Steve Thorne een uitstekend componist is; pakkende songs die in balans zijn en blijven fascineren, ook na meerdere luisterbeurten. Denk overigens niet dat de muziek op deze cd door de pessimistische teksten ook gedeprimeerd klinkt, want Monkey Business gaat gepaard met een opgewekte melodie en laat je na afloop vrolijk achter. Ook I Won’t Forsake Truth klinkt heerlijk melancholisch en dwingt je tot meezingen. Wat een heerlijke song! Veel frivoliteiten op het gebied van solo’s en bijzondere instrumenten zal je op deze cd niet vinden, hoewel het gitaarwerk op Psalm 2.0 je nog enigszins probeert te imponeren, dat is ongetwijfeld een aandeel van gastgitarist Geoff Lea.
Eerlijk is eerlijk: niet alle songs zijn even sterk, zo kan Rainy Day In New York muzikaal niet echt intrigeren en is tekstueel gewoonweg saai te noemen. Het nummer wordt gedomineerd door elektronische geluiden afkomstige van de toetsen, ondersteund door een lekkere bas-tune, maar laat het bloed verder niet echt kolken. De cd eindigt zoals het begint, met een stuk frivole muziek.
Steve Thorne heeft met dit zesde soloalbum een herkenbaar maar toch ook weer een meeslepend werkstuk afgeleverd. Niettemin heerst er bij mij persoonlijk toch wat teleurstelling, ongetwijfeld door mijn eigen verwachtingspatroon. Dit album zal de doorgewinterde fan nergens verrassen en hoe goed en doordacht de composities ook klinken, persoonlijk had ik op basis van de cd’s “Emotional Creatures: Part One en Two” op een meer ‘proggy” plaat gerekend. Ik had gehoopt op meer bijzondere instrumenten en solo’s, maar dat ontbreekt grotendeels op dit derde deel in de “Emotional Creatures” cyclus. Niettemin blijft Thorne een geweldige singer-songwriter waarvan ik ook de volgende keer blind een cd van zal aanschaffen. Zonder enige twijfel.