Zeven jaar en twee maanden geleden. Dat was de laatste keer dat Steven Wilson AFAS Live Amsterdam aandeed voor een solo-optreden. In die tussentijd verschenen “The Future Bites”, “The Harmony Codex” en recent “The Overview”. Genoeg nieuw materiaal om naar het podium te brengen.
Zonder voorprogramma (heerlijk!) en stipt om 20.00 uur (respectvol naar je publiek) gaat het licht uit en de spot aan. Met zijn falsetstem brengt Wilson de eerste tonen van Objects Outlive Us. In de zaal kun je een speld horen vallen. Het meerstemmige staccato deel oogst terecht applaus. De muziek komt tot leven dankzij de enorme projecties op het scherm. Nadeel is dat je meer naar het scherm getrokken wordt en minder de band aan het werk kunt zien. In het complexe en tegendraadse stuk valt na een minuut of tien mijn mond bijna open van verbazing. Dit is livemuziek van het hoogste niveau. Ook deze passage mag rekenen op applaus. De band speelt zichtbaar in opperste concentratie.
Na 23 minuten is het tijd voor het titelstuk van “The Overview”. Ook hier domineren de beelden op het enorme scherm. De opsomming van de afstanden in de ruimte wordt op het scherm getoond in woord en beeld. Kennis die je bijna letterlijk doet duizelen. Die gesproken opsomming is vooral interessant wanneer je het voor het eerst hoort, maar vormt daarna de bottleneck van het nummer. Mij is het al snel gaan tegenstaan. De uitvoering deze avond is ronduit perfect. Daarna neemt de band terecht een korte pauze. Wat deze eerste drie kwartier voorbij kwam is niets minder dan topsport.
Na exact twintig minuten beklimmen Steven Wilson en Adam Holzmann het podium voor The Harmony Codex. Een prachtig instrumentaal stuk van bijna tien minuten. Even verlies je alle besef van tijd. Het duo neemt je mee op een bezwerende reis door tijd en ruimte. Ook nu kun je een speld horen vallen. Daarbij luistert iedereen. Er wordt niet gekletst en er worden geen foto’s of filmpjes gemaakt. Een verademing. Het is voor mij een van de hoogtepunten van de avond.
“The Future Bites” komt er vanaf met slechts één track. Alleen King Ghost wordt gespeeld. Live klinkt het nog beter dan op het album. Daarna oogt de band veel meer ontspannen. Wilson neemt nu ook voor het eerst de tijd om het publiek toe te spreken.
In het tweede deel van de setlist lijkt het wel of Steven Wilson vooral zijn progroots wil bewijzen. Hij was de laatste tijd meer bezig met het verweven van popelementen in zijn muziek. Dat werd hem niet door iedereen in dank afgenomen. Sommige (recensenten) schreven hem al helemaal af voor de progressieve rock. Het is net of hij deze avond een statement wilde afgeven. Dat hij nog altijd de grootste progartiest van het moment is. Geen progfan die daarom zal rouwen, maar ik vind het ergens niet zo congruent. Van mij had er in die zin meer afwisseling in de setlist mogen zitten, waardoor juist die diversiteit nog meer naar voren zou komen. Nu waren alleen Pariah en What Life Brings te horen. Ik had het best tof gevonden om bijvoorbeeld Personal Shopper, Drive Home, Rock Bottom en Staircase live te ervaren.
Maar nogmaals, niemand zal klagen over de nummers die hij wél speelde. Zo werden we getrakteerd op Luminol, het rete complexe openingsnummer van “The Raven That Refused To Sing”, met daarin een hoofdrol voor bassist Nick Beggs en drummer Craig Blundell. Beiden excelleerden. Sowieso maakte Craig Blundell enorme indruk. Soms lijkt het wel of de man zes paar armen heeft. Ongekend knap.
Als geplande toegift werden Ancestral (“Hand.Cannot.Erase”) en The Raven That Refused To Sing gespeeld. Vooral het laatste nummer maakte indruk. Om 22.55 uur mochten we de zaal verlaten. In de trein op weg naar huis hoorde ik veel mensen napraten. Allemaal onder de indruk. Dit was een concert om niet meer te vergeten.