John Irvine Band, The

The Machinery Of The Heavens

Info
Uitgekomen in: 2020
Land van herkomst: Verenigd Koninkrijk
Label: eigen beheer
Website: www.thejohnirvineband.com
Tracklist
Dark Skies (8:20)
...And How Much For The Robot? (3:46)
Dangerous Notes (5:47)
Take It From The Edge (6:08)
Gadzooks (1:19)
(Across) Lunar Fields (8:06)
Blast From The Past (6:23)
The Machinery Of The Heavens (14:32)
John Irvine: gitaar, basgitaar, toetsen
Rich Kass: drums
The Machinery Of The Heavens (2020)
Metaphysical Attractions (2018)
Nex Stop (2013)
Wait & See (2011)

Op het vierde album van The John Irvine Band dat ik mijn handen heb, staat frontman John Irvine deze keer eens niet pontificaal met zijn markante kop en gewapend met strakke gitaar op de albumhoes.

Ditmaal wordt met een geëlektrificeerd kaal paars hoofd tegen een zwarte achtergrond de indruk gewekt een nieuwe sound te moeten aanhoren dan wat op zijn eerdere albums voorbij kwam. De fans kunnen gerust zijn, veel blijft bij het oude. Ondanks de bandnaam opereren drummer Rich Kass en John Irvine, die de rest van de instrumenten bespeelt, andermaal als duo. Ze spelen nog steeds toegankelijk jazzrock waarbij zelfs af en toe het woord melodisch kan vallen. Nergens schiet het extreem uit de bocht en houden ze zich aan de ongeschreven richtlijnen van de jazzrock. Dat wil zeggen, een heldere geluidsproductie waarin elk instrument eenduidig in de mix overeind blijft.

Dit is vooral terug te horen in de toegankelijke nummers Dark Skies, Take It From The Edge, (Across) Lunar Fields en Blast From The Past die toeval of niet allemaal langer dan zes of nog meer minuten duren. Het zijn juist de kortere nummers tot de vijf minuten grens …And How Much For The Robot?, Dangerous Notes en het ultrakorte Gadzooks die experimenteel van aard zijn. Virtuositeit is dan niet altijd een gave. Met een teveel arsenaal aan noten en een overdosis aan pretenties ontaardt menig jazz rock gitarist in eindeloos gepiel en gefreak. In deze valkuil kan deze Schot uit Edinburgh niet trappen. John Irvine kent zijn beperkingen en legt zijn positieve spel en techniek neer in een breed geluidsspectrum met smaakvolle melodielijnen. Ook de valkuilen om een ondringbaar web te raggen met een wirwar aan vreemde akkoorden ontwijkt hij soepeltjes. De doolhoven aan ongebruikelijke maatsoorten worden zelden betreden. De kracht van John Irvine zit hem in de keyboardgeluiden mooi aan te laten sluiten bij zijn gitaarsound. Alleen zijn basgitaarspel behoeft evenals het drumwerk van zijn compaan Rich Kass meer avontuur. Voor nu is het prima, maar ze gaan er geen baanbrekende albums mee maken, dus daar valt nog een zaal vol enthousiaste North Sea Jazz festival fans mee te winnen.

Als het gaat om de gitaaraccenten en inkleuringen van het muzikale palet kan naast Brand X’John Goodsall en John’s landgenoot Niall Mathewson van Pallas als inspriratiebron en referentiekader aangemerkt worden. Want als het stevig moet, waar zoals het kwartier durende titelnummer mee opent, schurkt het even tegen progmetal aan en zorgt die heerlijke ELP moog van Keith Emerson ook nog eens voor het broodnodige progressieve element. Dit slotnummer, muzikaal onderverdeeld in drie delen, is het beste wat hij in mijn ogen gecomponeerd heeft en verdwijnt voorlopig niet van mijn playlist. Na drie minuten volgt er een fraai middenstuk als variatie op het thema waar Steve Hackett bij mij als eerste naar boven borrelt. Dit fraaie gedeelte zinkt – in de goede zin des woord – net voor minuut negen abrupt weg in een spannende soundscape aan kunstmatige marimba percussie die me doen denken aan Peter Gabriel’s “IV” en de vragende keyboardaccenten van Pat Metheny. Ik zou met dit soort muziek graag van de daken wil schreeuwen: ‘We Want More’. Jazz rock gitarist John Irving weet daarin de juiste snaar voor progliefhebbers te raken met: ‘Less Is More’.




Send this to a friend