Hoi Henry, leuk om weer een interview te doen naar aanleiding van jouw vierde Medea album. Het is weer ruim twee jaar geleden dat we elkaar spraken (oktober 2017, zie vorig interview). Er is zeker wat veranderd in de wereld (vanwege het Coronavirus hebben we dit interview uiteraard op digitale wijze uitgevoerd), waaronder dus het nieuwe album “A Fate Symhony”.

Zullen we beginnen met het nieuwe album, hoe is dit album tot stand gekomen?
Wanneer heb je dit opgepakt, direct na het album “Noorderlicht” of heeft daar enige tijd tussen gezeten?
Bij het uitbrengen van “Northern Light” waren inmiddels de eerste riffs en tekstflarden bedacht, maar ik wist toen nog helemaal niet waar het naar toe zou gaan. Wel kwamen de muzikale ideeën vrij vlot. Waarschijnlijk doordat ik nu geen andere band meer had behalve October Moon dan, maar dat is zo anders dat het mijn schrijfproces voor Medea niet in de weg zit.  Qua verhaallijn heb ik altijd al een fascinatie gehad voor de Nederlandse geschiedenis en nu wilde ik hier echt iets meer mee doen; de verhalen vertellen van de grootheden van de Gouden Eeuw. Ik ben niet zo van een liedje over ‘ik hou van jou en blijf je trouw’. Dat ligt niet zo in mijn aard. Maar ik wilde wel weer een conceptalbum maken, alleen wist ik nog niet hoe precies in welke vorm. Dat was in het begin dan ook even zoeken, totdat ik halverwege 2017 een nieuwe baan kreeg. En dat heeft me een bijna onuitputtelijke bron van inspiratie gebracht, het was een positieve kentering in mijn leven. Als coördinerend verpleegkundige op een EMU (Epilepsy Monitoring Unit) kreeg ik nu te maken met interessante onderzoeken rondom epilepsie. Dat bood me een thema, een uniek raamwerk waaraan ik het concept van de Vaderlandse geschiedenis met een beetje fantasie (want ja, dat moet je wel hebben hè) kon ophangen. Vanaf dat moment ging het schrijven in een stroomversnelling.

Medea heeft altijd een verhaallijn en een concept dat uitgewerkt wordt. Kun je ook wat vertellen over de verhaallijn van “A Fate Symphony”?
Zoals ik al schrijf in mijn recensie snap ik dat het concept een link legt tussen de Nederlandse geschiedenis en epilepsie. Maar vertel eens meer hierover.
De titel “A Fate Symphony” symboliseert enerzijds het noodlot van het hebben van epilepsie, en welke impact dat heeft op iemands zijn leven, anderzijds verwijst het naar de noodlottige afloop van het verhaal. Het concept speelt zich in eerste instantie af in 2004, toen de epilepsie chirurgie nog in de kinderschoenen stond. Het gaat over een jongeman Lucas (Bart Schwertmann) met een zeer moeilijk instelbare vorm van epilepsie. Na al van alles geprobeerd te hebben om zijn aanvallen onder controle te krijgen legt hij uiteindelijk zijn lot in handen van een Hongaarse neuroloog dr. Koháry (John Jaycee Cuijpers). Daarvoor reist hij af naar Slowakije (voormalig Hongarije) en komt, samen met een groep medepatiënten, op Cachtice Castle terecht waar Koháry zijn praktijk uitoefent. Deze ‘duistere’ arts heeft echter andere intenties. Hij wil namelijk de loop der geschiedenis veranderen door de moord op Willem van Oranje te voorkómen. Door electroden in de hersens van zijn patiënten te implanteren en ze tegelijkertijd te hypnotiseren, kan hij via het brein van zijn patiënt terug gaan in de tijd en zijn of haar handelen beïnvloeden. Via het brein van Lucas wordt zijn ultieme zoektocht beloond en komt hij uit bij de moordenaar van Willem van Oranje, precies, ‘Balthasar Gerárd’. Tja, en of het dan lukt…

Als ik het goed begrijp ben je tijdens het schrijfproces (of net er voor) van baan veranderd en werk je nu voor een EMU (Epilepsy Monitoring Unit). Heeft dat invloed gehad op het schrijfproces?
Qua teksten en verhaallijn dus wel degelijk. Toen ik eenmaal de knoop had doorgehakt dat het de kant op moest gaan van het thema ‘epilepsie’, verliep het schrijven van het concept steeds vlotter. Door mijn huidige werk kreeg ik veel input. Uiteraard moesten de puzzelstukjes nog wel allemaal in elkaar gepast worden, dat is altijd een uitdaging op zich maar is volgens mij uiteindelijk wel aardig gelukt.

In hoeverre wijkt de verhaallijn/concept af van de overige Medea albums?
Nou, eigenlijk niet. Mijn eerste album, “Individual Unique” (2002),  behandelt door de ogen van een jonge kunstenaar het leven van Michelangelo en de culturele geschiedenis van Florence. Dat album  is nog niet zo gelaagd, maar als je kijkt naar “Room XVII” (2005) en “Northern Light” (2017), dan bestaat het concept uit meerdere lagen, meerdere verhaallijnen en meerdere tijdsaspecten. Heden / verleden, fictie / non-fictie lopen door elkaar in mijn rockopera’s. Dat is hier bij “A Fate Symphony” niet anders. Het verhaal uit het heden (dat van Lucas met zijn epilepsie) is fictief maar zou natuurlijk zomaar de huidige werkelijkheid kunnen weergeven. De verhalen uit het verleden, de geschiedenis van de Gouden Eeuw zijn op feiten gebaseerd, maar gebeuren vanuit het hoofd van Lucas (heden) en zijn medepatiënten.

Mijn interpretatie van het slot is dat Dr. Istvan Koháry niet geslaagd is in zijn opzet om de  geschiedenis te veranderen en dat de ziekte van Lucas onze geschiedenis gered lijkt te hebben. Is dit een beetje waar jij ook heen wil met het slot of zijn er meerdere mogelijke eind-interpretaties?
Helemaal goed begrepen! Hoewel ik me eigenlijk niet heb afgevraagd hoe de wereld nu zou zijn zonder het strenge Katholicisme, wat dr. Koháry in het concept probeerde uit te roeien. Misschien zou de wereld wel veel beter af zijn geweest, maar ja, dat zullen we nooit weten. In elk geval, doordat op het einde Lucas op het ‘moment suprême’ opnieuw een epileptische aanval krijgt, valt het plan van dr. Koháry in duigen, wat hem tot waanzin drijft. Het mooie ervan is dat zowel de muzikale als verhalende cirkel van het album daarmee mooi rond gemaakt wordt. Het album begint met een aanval en eindigt ermee. Dat is trouwens ook het enige muzikale thema wat op het album terug te horen is.
Het is voor de luisteraar als het ware een open einde; Voor degenen die een happy end willen ben ik er altijd van uitgegaan dat Lucas goed van die laatste aanval herstelde en vervolgens opnieuw het vertrouwen in de Nederlandse epilepsiezorg terug kreeg. Uiteraard kwam hij enkele jaren later bij Kempenhaeghe terecht waar zijn epilepsie volledig onder controle werd gebracht (knipoog naar mijn werk op de EMU).
Voor de ‘doomdenkers’ kan het ook zo zijn dat hij de aanval niet heeft overleefd omdat er niemand meer was die hem op dat moment de medicatie die hij nodig had, kon toedienen. In dat geval zijn er geen ‘winnaars’… It’s up to you.

Het meest opvallende nummer van het album is toch wel het instrumentale Hungarian Dance. Nu heb ik zelf een link met Hongarije (ik heb daar een vakantiehuis), maar ik kan dit nummer niet helemaal plaatsen in de Hongaarse volksmuziek. Natuurlijk wel elementen die daarbij passen, maar toch anders. Waarom heb je voor dit nummer gekozen? En hoe past dit in het verhaal?
Ja, dit nummer wordt door velen als een ‘vreemde eend in de bijt’ gezien, maar past er eigenlijk perfect in als je de bijzondere achtergrond van mijn gastmuzikant weet. Het nummer is als laatste toegevoegd en dient als instrumentale aankondiging van de Hongaarse gravin Erzsébet Báthory waar het opvolgende nummer Blood Countess over gaat. Hungarian Dance ontstond op het moment dat ik op de EMU aan het werk was en aan de praat raakte met Iris (Gilsing), een ICR patiënte (een Intra-Craniële Registratie waarbij electroden diep in het brein geplaatst worden). Ze bleek klarinettiste in een orkest te zijn en ze had de opdracht van haar arts om klarinet te spelen tijdens haar opname om zo epileptische aanvallen uit te lokken. Dit vond ze best heel spannend. Ik probeerde haar over de drempel heen te helpen en stelde voor haar de volgende dag op gitaar te begeleiden. Uiteraard was dit oorspronkelijk als geintje bedoeld maar ze toonde oprecht interesse en het gesprek leidde uiteindelijk tot een unieke muzikale samenwerking. Ze vroeg me iets voor haar te componeren en dat bracht mij op het idee om haar te betrekken in mijn rockopera. Hoe cool was dat! Het werd een bewerking van Hungarian Dance van Brahms, maar dan dus voor gitaar en klarinet, en natuurlijk op zijn Medea’s.

Dan over de band rondom Medea. Je hebt dezelfde drummer en bassist. Vormen jullie ondertussen de kern van Medea of blijft het toch een éénmans-project?
Het blijft een éénmans-project, maar naast Ernst die ik er eigenlijk altijd wel bij wil hebben als vaste zanger, is Igor voor mij ook een vaste waarde. Een fijne drummer waar ik steeds op terug kan vallen. Ik weet wat hij kan en ondanks dat hij altijd de indruk wekt zich slecht voorbereid te hebben (haha), staat hij er altijd op het moment dat hij er móet staan en dat is wel erg prettig! In de studio werken we dan ook altijd heel fijn samen. De invalbeurt van Frank op basgitaar bij “Northern Light” beviel zo goed dat ik nu opnieuw voor hem gekozen heb. Ik schrijf de baspartijen uit en hij neemt ze perfect op in zijn studio in Duitsland, precies zoals ik dat wil, geweldig toch! Dat werkt vooral heel praktisch en is voor mij een hele zorg minder.

En natuurlijk weer een keur aan zangers en zangeressen. Kun je ze aan ons voorstellen?
Ja hoor, in volgorde van verschijning dan maar:
Bart Schwertmann (KAYAK) als Lucas
Sandra Peeters (SANDY BLOOM, V-MALE) als nurse, Maria van Reigersberch en backingvocals
John ‘Jaycee’ Cuijpers (PRAYING MANTIS, AYREON) als dr. Istvan Koháry
Bas Dolmans (XYSTUS, EQUILIBRIO) als Hugo Grotius
Robbie van Stiphout (DAY SIX) als György Thurzó
Noor van de Voort (IN-TENSION) als ‘Blood Countess’ Erzsebet Báthory
Ernst Le Cocq d’Armandville als Willem Barentsz
Jo de Boeck (BEYOND THE LABYRINTH) als Gerrit de Veer & crew
Josien Obers, Inge van Asseldonk, Marloes Kooter en Babz Verhoeven (THE VOCALETTES) als de vier vrouwen van Willem van Oranje
Joss Mennen (ZINATRA, MENNEN) als Balthasar Gerárd

Er zit natuurlijk een flink aantal bekenden voor ons (als Progwereld lezers) bij. Volgens mij ook allemaal Nederlanders, ga je nog een keer met buitenlandse zangers en/of zangeressen werken?
Nou, Jo de Boeck is onze uiterst sympathieke Zuiderbuur, helemaal uit België, dus de eerste stap naar een internationale zanger is gezet (haha). Wie weet, volgen er in de toekomst meer.

Ik was op 3 maart j.l. nog in Den Bosch bij het optreden van Day Six en In-Tension. Robbie van Stiphout kende ik natuurlijk al, maar Noortje van de Voort (zangeres bij In-Tension) was nieuw voor mij. Het was heel bijzonder om dan ook te horen dat ze samen een duet hebben gedaan op jouw album. Kun je daar wat over vertellen (hoe is dat zo gekomen)?
Ik vond dat Robbie zich vocaal enorm goed ontwikkeld had op het laatste Day Six album “Solitary Legue”. Daarom wilde ik hem er graag weer bij hebben, nu niet als backing vocals (zoals op “Room XVII”) maar echt om een nummer vocaal te dragen. Ik zocht daarbij een vrouwelijke tegenhanger die een beetje een ‘gothic’ geluid in zou brengen om de bloeddorstige gravin Erzsébet Báthory te vertegenwoordigen. Een beetje een mix tussen Sharon den Adel en Floor Janssen. Robbie bracht me op het idee om Noor te vragen. Dat was in mijn ogen de perfecte mix voor dit nummer, dus zo geschiedde. We hebben in onze Casual Silence tijd wel eens samen met In-Tension opgetreden en gelukkig zei Noor ook “ja”.

Ook bijzonder om te horen dat ze beiden afzonderlijk in hun thuis-studio de vocalen hebben opgenomen en dat dit later tot een duet is samengevoegd. Als je het nummer beluistert dan lijkt het echt of ze bij elkaar in één studio waren. Heel knap! Kun je dit opnameproces nader toelichten?
Dank je! Noor heeft inderdaad haar partijen in haar eigen thuis-studio opgenomen. Ze was erg druk bezet en deze manier van werken was voor haar praktischer. Robbie heeft zijn partijen overigens wel bij mij in de studio ingezongen, dat was echt vet! Hij had zich echt goed voorbereid en super goed ingeleefd in zijn rol. Hij moest het nummer oefenen en inzingen met een voorbeeld zanglijn van mijzelf als Noor. Ik kan je zeggen, dat vraagt best wel wat inlevingsvermogen. En ik ben al geen goede zanger (gelukkig weet ik dat van mezelf), maar nu was dit nét een nummer dat voor mij in een moeilijke toonsoort lag, dus het was een verademing om hier de échte’ zang van Robbie en daarna Noor uiteindelijk overheen te horen. Dat het zo goed bij elkaar paste komt denk ik vooral op het conto van Joss Mennen, die het nummer gemixt heeft in de Rock Inc. Studio.

En wat zijn jouw vervolgstappen in de muziek? Kunnen we Medea ooit live te zien krijgen?
Helaas, waarschijnlijk niet, in elk geval niet in de volledige studioversies. Dat is ondoenlijk voor mij en eerlijk gezegd, daar streef ik ook niet meer naar. Als je weet hoe elke noot van de cd tot stand gekomen is, heb je op het moment dat het album ook werkelijk klaar is, niet meer de behoefte om dit live weer helemaal van voor af aan te herhalen. Het ontbreekt me dan ook een beetje aan energie om hiervoor een band samen te stellen en repetities te organiseren. Dan wil ik het afsluiten en weer iets nieuws beginnen waar ik mijn muzikale energie in kwijt kan. Ik haal dan ook meer voldoening uit het schrijf- en opnameproces. Maar mogelijk komt er hier en daar een akoestische versie. Ik moet ten slotte nog een huiskamerconcertje gaan geven als gevolg van de crowdfunding actie. Dat wordt nog een mooie uitdaging.

Ga je nu verder met album 5 van Medea?
Nee, in elk geval voorlopig nog niet. Ik heb trouwens ook nog geen nieuw materiaal voor een vijfde rockopera. Eigenlijk wil ik nu eerst eens opnieuw ontdekken welke muzikale ambities ik nog meer heb. Zo was ik anderhalf jaar geleden begonnen met vioollessen, maar door het drukke opnameproces van het Medea album is dit weer verwaterd. Daarnaast heb ik ook alle artwork voor het album zelf gedaan dus ook dat nam best veel tijd in beslag. Wel heel leuk en leerzaam om te doen trouwens.

Of richt je je ook op andere projecten?
Naast Medea heb ik met Josien Obers natuurlijk nog OCTOBER MOON, waarbij we jaarlijks een concept ‘Diner Acoustique’ doen. Dat is altijd fijn om op terug te kunnen pakken. Dat geeft geen druk en verplichtingen, gewoon lekker muziek maken samen, wanneer en zoals het komt.

Wellicht weer een band oprichten?
Als dat ooit op mijn pad komt zal ik daar zeker over nadenken, maar ik ga er niet actief naar op zoek op dit moment.

Vorige keer had ik die vraag ook, maar er ligt nog steeds onuitgebracht materiaal van Eleven’s Eve. Gaat dat nog ooit verschijnen in een of andere vorm?
Ja, inderdaad. Dat heb ik nu als eerste op mijn ‘to do list’ staan. Toen Eleven’s Eve uit elkaar ging hebben John van Heugten en ik beiden onze eigen geschreven nummers mee genomen. Vijf nummers daarvan liggen nu nog op mijn ‘plank’. En inderdaad ze zijn te goed om daar te laten liggen, dus ik ga er zéker wat mee doen. Ben nu bezig de teksten wat aan te passen zodat het meer iets van mezelf wordt.

Dan nog the famous last question:
Hebben jullie nog een boodschap voor de Progwereld-lezer, of iets leuks wat je wilt delen?
In deze Corona crisis is het juist nú, in de tijd van binnen blijven, het moment om te genieten van  goede muziek. Muziek beluisteren gebeurt vaak vluchtig, ben er zelf helaas ook wel eens schuldig aan. Dus neem er weer eens de tijd voor, zodat je het op juiste waarde kunt schatten. En daarnaast, blijf gezond en zorg een beetje voor elkaar!