Mijn eerste kennismaking met Mangrove was in 2014 tijdens het dubbel liveconcert in de Gigant (in hun thuisstad Apeldoorn) met Anima Mundi. Om eerlijk te zijn kwam ik voor laatstgenoemde band, maar ik moet zeggen dat deze ‘strijd der giganten’ indruk op me maakte. Het contrast tussen de Cubanen en Mangrove was alleen in visueel opzicht groot. Het waren de kleine, dappere Cubanen tegen het in het maagdelijk wit gestoken Mangrove, dat hen qua lengte duidelijk de baas was. Muzikaal kon Mangrove het gevecht prima aan, al tappen zij uit een ander progvaatje dan Anima Mundi. Dat was voor mij even wennen, maar ik onderging gaandeweg met enthousiasme het aanstekelijke en energieke optreden.
Dat was dus weer een mooie zoektocht voor mij naar verborgen pareltjes die ditmaal verscholen lagen in het Nederlands proglandschap, en dan ook nog bij mij in de achtertuin. We hebben wel lang moeten wachten op een nieuw album van de Nederlandse progband Mangrove, maar daar is tie dan na veertien jaar, “Bridge to Fiction” getiteld. Alle nummers zijn geschreven door de bandleden, Remco Engels heeft een bijdrage geleverd aan de teksten van A Call to Arms. Daarnaast heeft (oud) toetsenist Chris Jonker ook meegeschreven aan de muziek. Op dit album neemt gitarist Roland van der Horst zijn toetsenpartijen meer dan adequaat over.
Bridge to Fiction is een gedurfde opener in de beste Yes-traditie. De vioolaccenten die Van der Horst als orkestraties heeft toegevoegd versus de slagwerkuithalen van de nieuwe drummer Lex Bekkernens, die zo in een klassiek orkest kunnen passen, pakken goed uit. Het toepassen van fraaie breaks en tegendraadse riffs op de snaarinstrumenten -zoals IQ dat zo goed kan- geven net dat beetje extra mee. Reflexion start als een bombastische Pallas in het kwadraat, ook hier weer fraaie vioolstrijkjes uit een doosje en wat verborgen Tangerine Dream-sequencers als verrassende interruptie. Wat volgt is een zeer boeiend stuk vol afwisseling en verrassende wendingen, die zo door Arena uitgevoerd hadden kunnen worden.
Stay is een rustig stuk dat opent met wat Vangelis-toetsenuithalen uit zijn “Heaven & Hell”-periode en kent een Chinese touch in de arrangementen. De dwarsfluit van Bart Laan geeft dat zalige Camel-sfeertje mee en dan weet je als liefhebber dat er nog zo’n heerlijke gitaarsolo volgt.
Wat dan volgt zijn twee verschillende instrumentale nummers. Het korte Chasing Something is van een geheel andere orde dan wat we eerder gehoord hebben. Snelle loopjes op gitaar en Fender Rhodes-toetsaanslagen, ondersteund door een groovende bas en ongebruikelijke akkoorden, is dit meer een jazzrock/canterbury stuk, wat zorgt voor een net zo onverwachte als verrassende afwisseling. Het zeer stevige en symfonische Touch of Light, waarop Pieter Drost zijn eigen, prominente, melodieuze baslijnen inbrengt, is absoluut een van hun beste nummers en ik ben hier zeer lyrisch over. Het had zo een van die vreemdsoortige instrumentale Steve Hackett-composities kunnen zijn.
Als rustpuntje is Raindrops Falling een gedragen nummer in de geest van Tiger Moth Tales, mooi gezongen en fraai uitgevoerd. Tactisch ook goed gepositioneerd op de cd, want met het slotnummer A Call to Arms waagt Mangrove zich daarna met ruim 24 minuten aan hun langste epic tot nu toe en daar moet je even uitgebreid de tijd voor nemen.
A Call to Arms is vooral symfonisch en soms neigt het zelfs naar filmmuziek. Naast de aangename gitaarinbreng van Van der Horst verdienen zijn toetsenpartijen en orkestratie ook alle lof. De drummer mag zich hier weer gepast uitleven. Het geheel is smaakvol uitgevoerd en levert flashbacks op naar de neo-prog van Galleon, een Zweedse band die, net zoals Mangrove, onterecht wegvalt tussen de grote prognamen. Rond minuut twintig start de finale heel zachtjes met piano, akoestisch getokkel en de magische dwarsfluit, dat roept en smeekt om een grootse Camel-outro…de spanning is te snijden…zo angstvallig stil wacht je af…en daar is ie…die lyrische gitaarsolo, die zo van de hand van Andy Latimer had kunnen komen. Het album sluit dan af met een korte keelzang waar het album ook mee startte, een beetje vreemd maar dat maakt de cirkel wel rond.
Mangrove doet alles in eigen beheer, zo ook de cd-verkoop via hun eigen website, en houdt het daarmee klein. Dat is even charmant als zonde, want ze mogen zich best wat meer op de borst timmeren en het hoofd boven het maaiveld uitsteken. Het verscholen “Bridge to Fiction” verdient veel meer aandacht en is een aanwinst voor de Nederprogrock.