Bernard, Marco

The Boy Who Wouldn’t Grow Up

Info
Uitgekomen in: 2023
Land van herkomst:  Italië
Label: Seacrest Oy
Website: https://www.facebook.com/marco.bernard
Tracklist
Overture (6:14)
Never Never Land (11:24)
The Lost Boys (10:20)
The Home Under The Ground (9:54)
The Pirate Ship (Hook Or Me) (10:37)
The Return Home (6:59)
Lunar Boy (7:57)
Marco Bernard: basgitaar

Met medewerking van:
Ruben Alvarez: elektrische en akoestische gitaren
Marek Arnold: saxofoon
Alessandro Di Benedetti: toetsen
Beatrice Birardi: xylofoon, bongo’s, tamboerijn, darbuka
Cam Blokland: zang
Carmine Capasso: elektrische gitaar
Adam Diderrich: viool
Mimmo Ferri: toetsen, gitaar
Brody Green: drums
Marco Grieco: toetsen, elektrische gitaar, achtergrondzang
Steve Hagler: elektrische gitaar
Audrey Lee Harper: zang
Oliviero Lacagnina: toetsen
Giorgio Mastrosanti: elektrische gitaar
Juhani Nisula: elektrische gitaar
Rafael Pacha: klassieke gitaar
Marc Papeghin: hoorn, trompet
Mattew Parmenter: zang
Andrea Pavoni: toetsen
Gennaro Piepoli: akoestische en elektrische gitaren
Charles Plogman: elektrische gitaar
Daniele Pomo: drums, percussie
Kimmo Pörsti: drums, percussie
Hans Jörg Schmitz: drums
Marcel Singor: elektrische gitaar
Riccardo Spilli: drums
Bo-Anders Sandström: zang
Octavio Stampalia: toetsen
Sarah Traficante; fluit
Steve Unruh: zang, fluit, akoestische en elektrische viool
Marco Vincini: zang
John Wilkinson: zang
The Boy Who Wouldn’t Grow Up (2023)

De Italiaan Marco Bernard staat, naast Kimmo Pörsti (Finland) en Steve Unruh (Verenigde Staten),  bekend als een van de drie pijlers van The Samurai Of Prog. Dit trio heeft, met medewerking van een zeer uitgebreid en internationaal leger aan hulptroepen, een indrukwekkend oeuvre opgebouwd binnen de old-school prog en symfo.
Inmiddels is er een aantal spin-offs verschenen van dit project onder de naam Bernard & Pörsti (wanneer Unruh andere verplichtingen had), The Guildmaster (met een nadrukkelijk folk-stempel) en Kimmo Pörsti (een tweetal soloalbums met folk- en jazzinvloeden).
Tijd dus voor een soloalbum van Marco Bernard, en deze is getiteld “The Boy Who Wouldn’t Grow Up”.

Bij beluistering van dit album, het onder ogen komen van het artwork (Ed Unitsky) en bestudering van het cd-boekje wordt al snel duidelijk dat hier exact dezelfde werkwijze is gehanteerd als bij The Samurai Of Prog: een aantal (Italiaanse) componisten levert een aantal composities dat wordt vertolkt door een uitgebreid leger aan ‘usual suspects’, waaronder alle drie de Samurai, Octavio Stampalia, Alessandro di Benedetti, Marc Papeghin, Marek Arnold, Ruben Alvarez, Sarah Traficante, Marco Vincini, Marcel Singor en ga zo maar door.
Sinds een paar jaar gebruiken The Samurai vaak sprookjes als thema voor hun albums. Dat is ook het geval op dit ‘soloalbum’ van Bernard, waarvoor het verhaal van Peter Pan (Sir James Barrie) uit 1902 als uitgangspunt dient. Bernard wil ons hiermee duidelijk maken hoe belangrijk het is om het kind in onszelf te koesteren.

De Overture laat er geen twijfel over bestaan dat we hier met old-school symfo van doen hebben. Het openingsthema klinkt klassiek Italiaans en de combinatie met het majestueuze hoorngeschal van Marc Papeghin en het gebruik van een (digitaal) koor roepen herinneringen op aan “The Myths And Legends Of King Arthur And The Knights Of The Round Table” van Rick Wakeman. Voorwaar geen slechte referentie.
Het symfonische Never Never Land, sterk gezongen door John Wilkinson, kent een jazzy middengedeelte, compleet met Fender Rhodes en Hammond, waarna Ruben Alvarez het met een fabuleuze, ruige gitaarsolo weer naar een symfonisch slot brengt. Misschien verdient de wijze waarop deze track is gearrangeerd nog meer lof dan het muzikale idee zelf.

De volgende drie tracks klinken als progrock in optima forma (om in het Italiaans te blijven). The Lost Boys, met een romantische piano-opening, veel tempowisselingen, wervelend toetsenspel en venijnig gitaarwerk, wordt vocaal zeer sterk vertolkt door Steve Unruh en Marco Vincini. Mooi is hier ook de toevoeging van het snelle xylofoonspel door Beatrice Birardi. Deze epic wordt klassiek pompeus afgesloten. De trompet van Marc Papeghin speelt hierin weer een belangrijke rol.
The Home Under The Ground is een soort mini-progmusical die weer zeer romantisch opent met fraai vioolspel van Adam Diderrich en dito hoornspel van Papeghin. Hierdoor klinkt de intro orkestraal, zij het subtiel. Cam Blockland kan hier zijn parlando bijdrage fraai aan toevoegen.
Het instrumentale middengedeelte kent een mooie opbouw met een sterke gitaarmelodie door Carmine Capasso, ondersteund door ritmisch blazerswerk van Papeghin. Uiteindelijk gaat het over in een sprankelend folky duet tussen Audrey Lee Harper, een vocale revelatie, en Steve Unruh. De dramatische ontknoping tussen de personages Wendy (Audrey Lee Harper) en Peter (Cam Blockland) vormt een emotionele climax.
The Pirate Ship (Hook Or Me) schiet met vliegend toetsenwerk uit de startblokken, waarna Matthew Parmentier (Discipline) in de cynische rol van Hook ons eraan herinnert hoe slecht het leven kan zijn. Een sterke neo-prog epic totdat Marcel Singor het met zijn absurdistische gitaarcapriolen tot  next level verheft. Er zit zelfs een vleugje Kayak in.

Bij zoveel prog van uitermate hoog niveau verbleken de laatste twee tracks enigszins. Wat betreft The Return Home is dat niet helemaal terecht. De fraaie bijdragen van Rafael Pacha (klassieke gitaar), Marek Arnold (saxofoon), Charles Plogman (elektrische gitaar), Adam Diderrich (viool) en Marc Papeghin op trompet en hoorn houden dit licht filmische instrumentaaltje overeind.
Dat geldt helaas niet voor de matte slottrack Lunar Boy, gezongen door Bo-Anders Sandström (van de Finse Genesis-tribute Rock Theatre).

Eigenlijk is dit “The Boy Who Wouldn’t Grow Up” een sterk The Samurai Of Prog-album geworden in bijna al zijn facetten. Ware het niet dat Kimmo Pörsti slechts op drie van de zeven tracks de drum-honneurs waarneemt. Het moet gezegd dat het drumwerk op de andere tracks net iets venijniger klinkt.




Send this to a friend