Tiger Moth Tales

A Song of Spring

Info
Uitgekomen in: 2022
Land van herkomst: Verenigd Koninkrijk
Label: White Knights Records
Website: www.tigermothtales.com/
Tracklist
Spring Fever (6:53)
Forester (7:52)
Dance Til Death (10:21)
Holi (2:47)
The Goddess And The Green Man (2:39)
Mad March Hare (4:00)
Rapa Nui (7:35)
Light (8:25)
May Time (6:05) [verborgen bonusnummer]
Peter Jones: zang, toetsen, saxofoon, gitaar, drums, percussie, blokfluit, fluit
Met medewerking van:
John Holden: toetsen, programmeren
Andy Latimer: elektrische gitaar (Light)
A Song Of Spring (2022)
The Whispering Of The World (2020)
Still Alive (2020)
A Visit To Zoetermeer (2020)
Story Tellers Part II (2018)
The Depths Of Winter (2017)
Story Tellers Part I (2015)
Cocoon (2014)

En daar is ‘ie dan, het langverwachte nieuwe album van Peter Jones met zijn Tiger Moth Tales (TMT).

Niet dat we lang zonder hebben gezeten, maar het laatste échte TMT album dateert alweer van 2018. Daarna zagen achtereenvolgens een live-album, een ‘tussendoortje’ en een bijzonder, akoestische album het daglicht. Maar voor de echte opvolger van de Story Tellers cyclus moest nog even geduld worden geoefend. Dat geduld wordt nu eindelijk beloond.

Opgenomen in 2021 is de nieuweling, “A Song of Spring”, het tweede album met ‘seizoensinvloeden’ na het veelgeroemde “The Depths of Winter” uit 2017 en het zevende studioalbum in successie. Wederom is het materiaal doorspekt met verhalen, daar is Jones nou eenmaal een meester in. Hij had genoeg van de donkere periode, wie niet, het was tijd voor iets meer licht wat hem betreft. En na de donkere winter komt de frisse en lichte lente. Zoals inmiddels bekend staat Tiger Moth Tales eigenlijk voor Pete Jones. De uiterst getalenteerde multi-instrumentalist kiest voor dit ‘vehikel’ als hij ouderwetse goed gemaakte progressieve rock met een twist wil produceren. Dus komen alle vocalen, gitaren, toetsen, saxofoon, en zelfs basgitaar en drums uit de koker van de man uit Nottinghamshire. Alleen voor sommige teksten en een enkele gitaar partij, waarover later meer, heeft hij de hulp van een select groepje vrienden ingeroepen. Daarbij hoort John Holden op wiens “Circles In Time” hij meespeelde en wie inmiddels een goede vriend is geworden.

Opener Spring Fever is een uptempo en vooral licht en luchtige jazzy popsong met Big Big Train invloeden, kenmerkende TMT toetsen en Jones’ harmonieuze zang. Plus een prettige verrassing: een Mel Collins-achtige bijdrage op saxofoon en Pat Metheney-achtige gitaar, het doet me vooral aan Camel denken. De rockabilly/jazz gekte tegen het einde is typisch Jones. ‘Spring Fever is here again’

Het verhalende Forester, bijna acht minuten lang, is er een in de beste Tiger Moth Tales traditie, hooguit een beetje lichter van aard. Het nummer heeft op zich weinig met lente te maken, het is gebaseerd op het favoriete kinderboek van echtgenote Kim Jones en werd geschreven door overleden Boyzone lid Stephen Gately. De strijd die de boswachter moet leveren tegen de slechteriken wordt uitstekend uitgebeeld door hectische toetsenpartijen en een aan Steve Hackett refererende gitaarsolo, acht minuten prog van de bovenste plank.

Dit is andere koek, het langste nummer op het album, Dance Til Death, klokt ruim tien minuten. Het is losjes gebaseerd op Strawinsky’s Rite Of Spring, een heidens ritueel van dansen tot je erbij neervalt, letterlijk. Met uitzondering van het lieflijke akoestische intro, is er sprake van een dreigende sombere sfeer en langzaam tempo. Dat kan ook niet anders bij zo’n macaber onderwerp,  niks licht en luchtig, eerder het tegendeel, maar daarom zeker niet minder passend op het nieuwe album. We horen Genesis trekjes hier en daar, vooral in het door akoestische gitaren en zwevende toetsen gedreven middenstuk. De dromerige saxofoon is een welkome interventie voordat de dodelijke danspartij als in een soort van trance zijn beslag krijgt.

Nu wordt het tijd voor een tweetal korte(re) nummers. Holi heeft een duidelijke Indiase inslag zowel qua compositie, tempo als instrumentatie, terwijl The Goddess And The Green Man in het verlengde ligt van het vorige album, “The Whispering Of The World”: Jones alleen aan de piano met een (elektronisch) strijkkwartet en akoestische gitaar als begeleiding. Wat een stem heeft die man toch, kippenvel. Voor de teksten van beide nummers riep Jones de hulp in van John en Elisabeth Holden. Mad March Hare is weer zo’n nummer met die gekte die zich af en toe meester maakt van Jones. Het hoort bij hem als licht bij duisternis. Deze keer valt het nog wel mee, op het laatste stuk na dan. We hebben het nog veel vreemder gehoord, wat te denken van Three Little Pigs of Toad Of Toad Hall.

Vervolgen krijgen we twee langere nummers tot besluit van “A Song Of Spring”. Allereerst Rapa Nui (Grote Rots) de song over Paaseiland met zijn afwijkende en complexe ritme structuur. Jones demonstreert ook een niet onverdienstelijk drummer te zijn, uitstekende prog song met sterke referenties aan Genesis en filmmuziek en met een Nederlands tintje: het eiland werd immers ontdekt door Jacob Roggeveen, op paaszondag, 5 april 1722. ‘They sailed down from Amsterdam, searching for a distant land’. Hoogtepunt.

Het epische Light is de officiële afsluiter. Er zijn invloeden te beluisteren van Jones’ favoriete Big Big Train, zowel de akoestische stukken maar vooral de uit zijn toetseninstrumenten getoverde blazerssectie en als kers op de taart één van die heerlijke elektrische gitaarsolo’s van Camel kompaan Andy Latimer, waar die laatste patent op heeft. Lange lyrische melodische lijnen die je doen smachten naar betere Camel (“Harbour of Tears”/”Dust And Dreams”) tijden. Het thema is het verlies van een geliefde met alle daarbij behorende emotie, de teksten zijn van het echtpaar Holden.

En dan is daar nog een bonus song, een beetje verstopt in de, figuurlijk, laatste groeven van het album. May Time is een oude hymne, een kinderliedje, ooit door Jones en vele andere jonge Engelse schoolkinderen in de klas gezongen. Hij giet een jazz/fusion sausje over het vroeg 20e-eeuwse volksliedje waardoor het verdacht veel op Spyro Gyra lijkt. Heerlijk nummer, maar of het op het album thuis hoort…?

Als ik er iets uit mag lichten dat dit album kenmerkt ten opzichte van eerder materiaal, dan zijn het vooral de harmonieuze, meerstemmige zangpartijen, Jones’ fabuleuze stem wordt regelmatig vermenigvuldigd. Ook opmerkelijk is het veelvuldig gebruik van zogenaamde ‘pennywhistles’ (smalle, simpele fluitjes) en blokfluit. En, last but not least, de terugkeer van de saxofoon; maar liefst in vier nummers hanteert Jones het koperen gevaarte. En met smaak. Het maakt het palet aan geluiden alleen maar rijker.

Voor me ligt wederom een uitstekend album van Jones met een duidelijk ‘lichter & luchtiger’ signatuur dan natuurlijke voorganger “The Depths Of Winter”. Bijna een vol uur hoogwaardige prog, inclusief bonusnummer, muzikaal in het verlengde van “Story Tellers Part I & II” maar vooral “The Depths of Winter”; de verhalen verteller is terug op bekend terrein. Met een klein beetje hulp van wat vrienden.

Jones is inmiddels een druk en veel gevraagd baasje: een nieuw Red Bazar album, nieuw werk en optredens met Cyan, de samenwerking met Magenta en Francis Dunnery en een Camel tour in 2023. Desondanks ligt zijn echte prioriteit toch bij Tiger Moth Tales, naar eigen zeggen. Als iets dat duidelijk maakt is het wel dit uitstekende nieuwe album. En er zijn nog twee seizoenen te gaan.

Send this to a friend