Suddenly you were gone
From all the lives you left your mark upon

 

Neil Peart – 1952-2020
Foto: Matt Becker/Wikimedia

Hoewel Rush in verkoopcijfers en populariteit zeker niet heeft ondergedaan in vergelijking met veel tijd- en genregenoten is de echte bekendheid bij het grote publiek bij deze band altijd uitgebleven. Dit gegeven zal Neil Peart allerminst storend hebben gevonden. Het paste bij de man die bekend is geworden met zijn flamboyante manier van drummen, maar die, wanneer hij niet op het podium te vinden was, het liefst een teruggetrokken manier van leven leidde.

Geboren op 12 september 1952 als Neil Ellwood Peart was het al vroeg duidelijk dat hij de muziek in moest, maar het duurde tot 1974 toen twee andere Canadese jongens op zoek waren naar een vervanger van hun vertrokken drummer, John Rutsey. De verhalen over de auditie die Neil deed bij Geddy Lee en Alex Lifeson worden nog altijd verteld. Met name het verhaal van Geddy dat hij medelijden met de laatste kandidaat kreeg (de enige van de kandidaten die ná Neil aan de beurt was) die uren had moeten reizen en na de auditie van Peart natuurlijk bij voorbaat al kansloos was, doet nog altijd de ronde. Dat hij in die tijd vooral geïnspireerd was door drummers als Keith Moon en John Bonham zal hem zeker hebben geholpen bij zijn auditie.

Natuurlijk is het titelloze debuut van Rush een prima plaat. Maar het is een prima hardrockplaat. De progressieve trekjes die de band op latere albums tot grote hoogten zouden stuwen, kregen voor het eerst gestalte op de eerste plaat met Peart in de gelederen: “Fly By Night”. Het zal niemand verbazen dat de beste nummers op het album, de nummers zijn waar Peart als schrijver al een contributie aan leverde. Met name By-Tor & The Snow Dog was een showcase van zijn drumcapaciteiten, maar vooral zagen we hier voor het eerst waar hij als tekstschrijver toe in staat was.

Nagenoeg niemand zal betwisten dat Neil Peart één van de beste drummers aller tijden was. In de top 100 van beste drummers aller tijden van Rolling Stone moet hij alleen Ginger Baker, Keith Moon en John Bonham voor zich dulden. Zijn extravagante drumstijl kwam ook steeds meer terug in de uitbreiding van zijn drumkit. Deze werd gaandeweg de jaren uitgebreid met zaken als buisklokken, complete rekken met koebellen, pauken, klokkenspel en nog veel meer. Waar sommige bands een extra percussionist voor nodig hadden, deed Peart het in zijn eentje. Vanaf “Grace Under Pressure” werden deze percussie-instrumenten minder toegepast, maar werd de kit uitgebreid met een complete elektronische set zodat hij 360 graden was ingebouwd in zijn instrument. Hoe extravagant dit ook mocht lijken, zijn drumwerk was altijd zo strak als een metronoom. Hoe complex zijn partijen ook waren, de man was zelden op een foutje te betrappen.

Als er een drummer is die zich in zijn carrière (die bij Peart een imposante 45 jaar heeft geduurd) is blijven ontwikkelen is hij het wel. Aan de genoemde invloeden van Moon en Bonham werd begin jaren ’80 die van Police-drummer Stewart Copeland toegevoegd. Ook de new-wave invloeden die Rush in die jaren hebben geïnspireerd waren steeds meer in zijn spel terug te horen. Zijn fenomenale drumwerk op The Enemy Within en The Body Electric op “Grace Under Pressure” is illustratief voor de integratie van al deze stijlen.

Daarmee hield het voor hem niet op. In de jaren negentig kwam hij in contact met Cathy Rich, de dochter van jazzdrummer en big band leider Buddy Rich. Dit leidde uiteindelijk tot een tweetal tribute albums, maar het zorgde er ook voor dat zijn manier van drummen ook een behoorlijk jazzy inslag kreeg. Zonder overigens zijn power en precisie te verliezen.

Het woord progressief was bij Peart niet alleen in zijn muziekstijl op zijn plek. Ook als tekstdichter maakte hij grote stappen. Wat mij betreft was hij ook daar één van de allergrootsten in. Met name in de jaren ’70 waren de voornaamste onderwerpen mythologie en science fiction. Peart slaagde er bij deze toch wel typische prog-onderwerpen wonderwel in om niet in gezapigheid te verzanden. Het formidabele tweeluik Cygnus X1 Book I: The Voyage en Cygnus X1 Book II: Hemispheres is een tekstueel huzarenstukje van integratie van deze twee onderwerpen dat zijn gelijke niet kent.

Op tekstueel gebied putte Peart in de tijd veel inspiratie uit de werken van de Russisch-Amerikaanse schrijfster en filosofe Ayn Rand. Dit resulteerde in 1976 in de grote doorbraak van de band: “2112”. Het imposante en kolossale titelnummer is losjes gebaseerd op de novelle ‘Anthem’ van deze schrijfster. Het nummer wordt nog steeds regelmatig genoemd als schoolvoorbeeld van hoe tekst en muziek elkaar perfect aanvullen. Het nummer zit vol met tekstuele vondsten en verwijzingen. Zo vormen de woorden aan het eind van het nummer weer een verwijzing naar de titel:
‘Attention all planets of the Solar Federation’ (3x=21)
‘We have assumed control’ (3x=12)
Maar dat wist de echt Rush fan natuurlijk al lang.

Met de ontwikkeling van zijn drumstijl verschoven ook de onderwerpen waar Peart over schreef steeds meer in de richting van maatschappelijke en sociale onderwerpen. Maar zijn prachtige tekstuele vondsten bleven op elk album terug komen. Welke Rush fan heeft niet ooit tegen iemand die niet kan kiezen gezegd; ‘If you choose not to decide, you still have made a choice’ (uit Freewill). En zo zijn er natuurlijk talloze voorbeelden.

Op persoonlijk vlak heeft hij zijn portie leed ook wel gehad. In 1997, kort na het afronden van de “Test for Echo” tournee gebeurde het ondenkbare. Zijn dochter, Selena Taylor, kwam bij een eenzijdig ongeval om, waarna zijn vrouw Jacqueline Taylor binnen een jaar de strijd tegen kanker verloor. Nodeloos te zeggen dat Peart vanaf dat moment alle plezier in het spelen verloor en zichzelf als gepensioneerd beschouwde. Tijdens deze periode stapte hij op zijn motor en maakte een reis van bijna 90.000(!) kilometer door Noord- en Centraal-Amerika. Hoewel het niet in zijn eerste boek resulteerde moet hij op deze eenzame reis tot de conclusie zijn gekomen dat zijn talent als schrijver niet alleen voor liedteksten gold en hij schreef over deze reis een boek:  “Ghost Rider: Travels on the Healing Road”. In dit boek beschrijft hij het rouwproces en zijn bespiegelingen over deze lange reis. Later volgden er meer reizen en boeken. In de tournees die nog zouden volgen bleek dat Neil deze afzondering vaker nodig zou hebben. Waar Geddy en Alex samen de tourbus namen op weg naar de volgende plaats, stapte Neil op zijn BMW motor om dezelfde reis in zijn eentje te maken.

Die lange reis bleek uiteindelijk een helende werking te hebben en Rush bleek niet afgeschreven. Dit resulteerde in 2002 in “Vapor Trails”. Achteraf gezien één van de minste Rush albums, maar het deed de wereld goed dat Rush nog bestond, mét Peart in de gelederen. In de jaren ervoor werd Peart geïntroduceerd aan fotografe Carrie Nutall met wie hij trouwde in 2000 en tot aan zijn dood samen bleef. Zij kregen samen een dochter in 2009.

Rush was niet meer zo productief, maar na “Vapor Trails” werden de fans nog getrakteerd op een tweetal prima albums en een aantal uitstekende live documentaties. De Peart-adepten zullen op deze dvd’s vooral gesmuld hebben van zijn drumsolo’s die welhaast mini-symfonieën op de trommels leken. De solo op de laatste live release “R40” blijkt uiteindelijk de perfectie van de drumcompositie die voor het eerst te horen was op “All The World’s A Stage”  en die op alle volgende live albums steeds verder werd geperfectioneerd.

De R40 tour blijkt achteraf de laatste te zijn geweest. Peart bleek flinke schouderproblemen te hebben en in 2015 kondigt Neil dan wel officieel zijn pensionering aan. Hij is het touren zat en wil niet meer zo lang van huis zijn. Dat de man met zijn verleden ervoor kiest om meer tijd met zijn gezin door te brengen is alleszins te begrijpen.

De dood van Neil Peart komt erg onverwacht. Op 10 januari 2020 wordt bekend gemaakt dat hij op
7 januari al is overleden aan de gevolgen van hersenkanker. Dat hij al drie jaar tegen deze ziekte vocht was alleen bij een select groepje ingewijden bekend. Het typeert de man die Peart was. Een zeer flamboyante drummer op de bühne, maar in essentie iemand die zich liever niet te veel op de voorgrond begaf en graag een wat teruggetrokken bestaan leidde. We hadden de man graag een langer pensioen gegund, maar helaas was hem dat niet gegeven.

Een hele grote is van ons heengegaan. ‘The professor on the drum kit’ is niet meer.

Some are born to move the world
And live their fantasies
But most of us just dream about
The things we’d like to be
Sadder still to watch it die
Than never to have known it
For you the blind who once could see
The bell tolls for thee