Arjen Lucassen’s nieuwste creatie heet Supersonic Revolution. Een nieuwe bandnaam, maar met bekende bandleden. Immers, naast Lucassen op basgitaar, treffen we Joost van den Broek op toetsen, Timo Somers op gitaar en Koen Herfst op de drumkruk. Zanger van dienst is John ‘JayCee’ Cuijpers.
Supersonic Revolution ontstond nadat het Duitse tijdschrift Eclipsed Lucassen vroeg om een nummer aan te leveren voor een coveralbum. Dat nummer werd uiteindelijk Heard It On The X van ZZ Top. Het zorgde ervoor dat de waakvlam die altijd in Lucassen brandt de vierpitter deed ontbranden. Met andere woorden, in no-time had Lucassen weer een band geformeerd om zoals hij zegt “weer plezier te maken”. Dat plezier heeft zich vertaald in een album, getiteld “Golden Age Of Music”, waarop elf nummers, waarvan het geluid zich laat raden. Naast veel jaren zeventig Deep Purple met een scheurende en raspende Hammond, is het Ayreon meets Star One met een toefje Guilt Machine. Want hoe goed Lucassen ook zijn best doet, van zijn eigen geluid komt hij niet af. Check het nummer The Glamattack onderaan dit artikel.
Het album verschijnt op 19 mei 2023, maar kan nu al besteld worden via onder meer de website van Arjen Lucassen.
Tracklist:
SR Prelude
The Glamattack
Golden Age Of Music
The Rise Of The Starman
Burn It Down
Odyssey
They Took Us By Storm
Golden Boy
Holy Holy Ground
Fight Of The Century
Came To Mock, Stayed To Rock
Children Of The Revolution (Bonus Track)
Heard It On The X (Bonus Track)
Fantasy (Bonus Track)
Love Is All (Bonus Track)
https://youtu.be/Q3Fo7WtU4hI
Voor de meesten is het even graven in het geheugen naar het laatste levensteken van Ice Age. Daarom nemen wij je even mee terug in de tijd.
Het begon allemaal in 1992 in New York toen zanger en toetsenist Josh Pincus en gitarist Jimmy Pappas elkaar op school ontmoetten. Zij bleken hun passie voor klassieke en progressieve rock en zwaardere muziek met elkaar te delen. Een jaar later sloten drummer Hal Aponte en bassist Arron DiCesare zich aan en was Ice Age een feit. Het in die dagen gerenommeerde progressieve label Magna Carta zag wel brood in het kwartet, wat in 1999 resulteerde in het debuutalbum “The Great Divide”. Het album sloeg in als een bom, alleen al vanwege het epische openingsnummer Perpetual Child en het puntige The Bottom Line. Invloeden van Dream Theater en Magellan stak men niet onder stoelen of banken, al creëerde men een eigen geluid. Het succes smaakte naar meer, wat twee jaar later het album “Liberation” opleverde. Op dit schijfje werd de eigen stijl verder uitgewerkt en ontwikkeld tot een iets milder geluid. Het logische gevolg was tal van tournees en optredens door Europa en de Verenigde Staten. Daarna nam de band een lange pauze waarin men onderling contact bleef houden.
Na “Liberation” nam de band afscheid van Arron DiCesare, die opgevolgd werd door Doug Odell. In eigen beheer werd in 2004 de ep “Little Bird” uitgebracht, waarop kortere nummers te horen waren. Na een van de optredens, onder meer in Amstelveen op 4 april 2004 tijdens het Headway Festival, besloot Ice Age te stoppen omdat men het nodig vond de stijl te veranderen. Die vonden de bandleden door de bandnaam te veranderen in Soulfractured, waarmee in 2006 de gelijknamige ep werd uitgebracht. Dit betekende het definitieve einde.
Nu, 22 jaar na het uitbrengen van de laatste cd, is Ice Age terug met hun derde album “Waves Of Loss And Power”. Dit zal op 10 maart 2023 verschijnen op het label Sensory Records. Volgens de groepsleden keren ze op dit album terug naar het geluid waarmee het allemaal begon, getuige het nummer Perpetual Child Part II Forever en een vervolg op To Say Goodbye. Ice Age keert ook terug op het Amerikaanse festivalpodium van ProgPower USA XXII op 6 september 2023 in Atlanta.
Tracklist:
The Needle’s Eye
Riverflow
Perpetual Child, Part II: Forever
Together Now
All My Years
Float Away
To Say Goodbye, Part IV: Remembrance
To Say Goodbye, Part V: Water Child
Bezetting:
Hal Aponte: drums
Jimmy Pappas: gitaar
Josh Pincus: zang, toetsen
Doug Odell: basgitaar
Uit de as van de min of meer legendarische progband Metaphor ontstond in 2020 Isobar. In rap tempo verschenen er in 2020 en 2021 twee albums. Naar aanleiding van het derde album “III” stuurden wij een aantal vragen aan Malcolm Smith, Marc Spooner en Jim Anderson.
Om te beginnen begin ik met een einde, tenminste… Was “The Pearle” echt Metaphor’s laatste album en is die band een gesloten boek?
Malcolm: “The Pearl” was inderdaad het laatste album van Metaphor. Ik denk dat de band vrijwel alles deed wat we ons ooit hadden voorgesteld, en het liep gewoon zo’n beetje zijn gang. Metaphor was een geweldige creatieve ervaring voor ons allemaal.
Jim: Zonder Metaphor zou ik hier nu niet zijn!
Is er nog contact met John Mabry en Gregg Miller (voormalig zanger en drummer)?
Malcolm: We zijn allemaal vrienden en hebben contact. John is naar de oostkust verhuisd, maar we corresponderen regelmatig. Greg is hier in de baai en we communiceren zo nu en dan.
Jim: Ik sloot me aan bij John en Greg in een ander proggerelateerd ensemble genaamd Mind Furniture, dat in 2021 het album “An Illustrated Map Of The Heart” uitbracht, slechts een week nadat we ons tweede album, “Isobar II”, uitbrachten.
Nu ter zake. Vertel ons meer over de oorsprong van Isobar.
Malcolm: Nadat Metaphor stilletjes de nacht in was gegaan, besloten Marc, Jim en ik om de muziek te verkennen die ik aan het schrijven was (plus een stuk geschreven door Jim). Die was in sommige opzichten verder reikend, complexer, ontroerender en een beetje meer gericht op elementen van jazzrock en fusion, allemaal instrumentaal.
Marc: We wilden ons echt concentreren op het creëren van wat diepere composities, met meer mogelijkheden om dingen in verschillende richtingen te verspreiden.
Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat er echte liefhebbers aan het werk zijn aan de Isobar-albums. Heb ik dat goed?
Malcolm: We zijn allemaal zeker gepassioneerd door de muziek van Isobar.
Marc: We duiken heel diep bij het componeren en arrangeren, het onderzoeken en verfijnen van de kleinste details, allemaal om iets te creëren dat we echt leuk vinden en we hopen dat anderen dat ook doen.
Jim: Het draait allemaal om plezier maken! Maar we houden er ook van onszelf uit te dagen, wat uiteindelijk best bevredigend kan zijn.
Drie albums in drie jaar tijd, het momentum is er….. Waar komt de inspiratie vandaan?
Malcolm: Ja, dat verbaasde ons ook. Toen ik de muziek voor Isobar ‘III” aan het schrijven was, kreeg ik veel meer dan slechts één album. In feite was het genoeg materiaal voor twee cd’s. Dus nadat we met z’n drieën begonnen waren om alles in elkaar te zetten, besloten we een aantal nummers voor Isobar “III” te maken en de andere voor Isobar “IV”, waar we nu aan werken.
Inspiratie komt van allerlei kanten. Ik heb misschien een kleine riff in mijn hoofd die ik dan ontwikkel, of misschien terwijl ik gitaar speel of op een synth speel, komt er een regel in me op, of hoor ik zelfs geluiden of ritmes in het dagelijks leven die me bijblijven.
Marc: Je weet nooit welk klein idee of riffje of melodietje zou kunnen uitmonden in een mooi, volledig gerealiseerd stuk muziek.
Worden jullie nog steeds beïnvloed door andere groepen en muzikanten, King Crimson bijvoorbeeld?
Malcolm: Vroeger waren mijn eigen invloeden alle groten uit de gouden eeuw van prog. Ja, Genesis, Gentle Giant, Camel zijn waarschijnlijk mijn beste… Maar de laatste paar jaar luister ik meer naar jazz en fusion, zoals Snarky Puppy, SF Jazz Collective en vele anderen, en die invloeden vinden hun weg in de composities, hier en daar. Ik denk graag dat we onze eigen herkenbare stijl hebben ontwikkeld.
Marc: Anders dan de reeds genoemde invloeden waren de mijne King Crimson, ELP, Pink Floyd, Renaissance, Kayak, UK, Jethro Tull… en vele bands die niet als te proggy worden beschouwd, zoals The Beatles, The Who, Elton John, Led Zeppelin, Bowie , Eno, Weather Report en XTC.
Was het een bewuste keuze om instrumentale muziek te maken?
Malcolm: Al vroeg, althans conceptueel, hebben we zang overwogen. Maar wetende dat de zang heel erg op een instrument had moeten lijken, en niet alleen ‘couplet, couplet, refrein’ enzovoorts, blijkt dat moeilijk te vinden.
Jim: We bespraken het opnemen van een zanger, maar we wilden geen zanger alleen maar om zang te hebben. Het moet wel passen bij de muziek. We hebben behoorlijk gezocht, maar uiteindelijk besloten we dat de nieuwe muziek op zichzelf al sterk was, en dat het geen nadeel was om geen zang te hebben. Maar ik denk ook dat het feit dat we volledig instrumentaal zijn, ons ertoe aanzet om bepaalde artistieke paletten te verkennen die we misschien niet zouden hebben als we altijd moesten nadenken over waar we de zang moesten toevoegen.
Is Isobar een trio aangevuld met drummer Mattias Olsson of zijn jullie een kwartet.
Malcolm: Als studioproject is het een trio dat al het componeren en arrangeren doet met Mattias als een doorlopende gastartiest.
Over Mattias Olsson gesproken. Wie heeft hem binnengehaald? Ik vind dat zijn stijl van drummen naadloos aansluit bij jullie muziek.
Malcolm: Mattias speelde in 2012 op mijn soloalbum “We Were Here”. Toen we met Isobar begonnen namen we contact met hem op, stuurden hem ons nieuwe materiaal en nodigden hem uit om mee te doen. Hij sprong er meteen in en kwam naar Californië om hier drums op te nemen. Behalve voor Isobar “II”, dat was tijdens de coronaperiode, toen nam hij de drums op in zijn studio in Zweden.
Jim: Ik denk dat inmiddels zowat iedereen in de proggemeenschap Mattias kent, toch!?
Marc: Zijn stijl past inderdaad goed bij wat we doen en hij voegt echt veel van zijn persoonlijkheid toe aan de nummers, wat erg cool is.
Wonen jullie (met uitzondering van Mattias) bij elkaar in de buurt?
Malcolm: Ja, we wonen allemaal vrij dicht bij elkaar.
Vertel ons hoe componeren en opnemen voor jou werkt.
Malcolm: Ik doe meestal enkele maanden over het samenstellen van de eerste muziek in mijn eentje, in een of andere vorm, op verschillende niveaus van arrangement. Alle ideeën en secties zijn samengevoegd tot op zijn minst enigszins samenhangende muziekstukken.
Dan beginnen we met z’n drieën aan wat we ‘de rode wijnfase’ noemen, wanneer we samenkomen, een fles openen en beginnen met arrangeren, herschikken, bewerken, ontwikkelen, optellen en aftrekken, verbeteren, tweaken… Uiteindelijk heeft een nummer een soort van klik voor ons en weten we dat het klaar is. Daarna leren we allemaal onze partijen, oefenen, oefenen, oefenen en ten slotte nemen we de muziek op.
Iets heel anders. Net als ik zijn er in Nederland veel keyboardfanaten. Marc, kun je iets zeggen over het arsenaal aan keyboards van…Marc Spooner?
Marc: Momenteel gebruik ik Kurzweil K2700 en Forte, Nord Electro 6, Prophet X, digital Mellotron, Sequential Pro3, ARP/Korg Odyssey, Arturia V Collection en Pigments (aangestuurd door een KeyLab 61). Aan elk geluid wordt grote zorg besteed. Veel aanpassingen vinden plaats in de studio tijdens het opnemen en dat duurt lang. Godzijdank zijn de meeste van onze partijen opgenomen in onze thuisstudio’s! Het zou anders een stuk duurder zijn.
Ik vind dat veel nummers een mooie titel hebben. Wanneer en onder welke omstandigheden bedenken jullie deze?
Malcolm: Veel van de titels zijn eigenlijk op een soort bewustzijnsstroom gebaseerd, waarbij een combinatie van woorden, een zin, gewoon onze hersenen prikkelt en vasthoudt.
Misschien vinden we het grappig, misschien met een dubbele of driedubbele betekenis. In het begin van het componeren geef ik songbestanden een naam en soms gebruik ik gewoon het eerste woord of de eerste zin die in me opkomt. Af en toe blijven die vroege namen hangen, maar in de meeste gevallen zal een van ons een andere rare titel bedenken waar we allemaal een kick van krijgen, dus die gebruiken we.
Een nummer op Isobar “III” heette bijvoorbeeld oorspronkelijk ‘Pendleton’, wat geen specifieke betekenis had, maar later veranderden we het in ‘The Trouble With Buttons’, iets dat Marc er op een dag zomaar uit flapte. En het was hilarisch! Vergeet niet dat we in de “rode wijnfase” zaten!
Zoals het nummer The Mimus Polyglottos Alarm Clock.
Malcolm: Dat nummer heeft eigenlijk een gedachte erachter. Ik ben altijd geïntrigeerd geweest door het ongelooflijke gezang van de spotlijster, zijn melodieën, zijn iteraties. En dus luisterde ik aandachtig naar opgenomen gezang van de spotvogel en probeerde de soort melodie een beetje na te bootsen in een bandsetting en dat werd een sectie in dit nummer. Het Latijnse woord voor spotvogel is “Mimus Polyglottos” en daarom gebruikten we dat als onderdeel van de naam, ter erkenning van de inspiratie van dat specifieke deel van de melodie.
We hadden de albums “I”, “II” en nu “III”. Hoe ver gaan jullie nog tellen?
Malcolm: We zullen zien! Minstens IV, misschien meer…
Jim: Hoe ver ging Chicago met zijn albums? Zijn ze nog bezig?
Zijn er ambities om live op te treden met Isobar?
Malcolm: Het is onwaarschijnlijk dat we zullen optreden, en als we dat doen, zou het lokaal zijn, denk ik.
Wat zouden jullie nog meer willen zeggen tegen de lezers en bezoekers van Progwereld?
Jim: Bedankt voor het luisteren naar Isobar. Proost!
Fans en andere liefhebbers van Metaphor waren niet blij dat deze groep in 2019 besloot ermee op te houden. Het album “The Pearle” uit 2019 was het vierde en tevens laatste wapenfeit van deze progband uit de Verenigde Staten. Daarna gaven ze er de brui aan. Naar horen zeggen vanwege het ontbreken van succes.
Niet veel later trokken drie van de vijf bandleden de stoute schoenen aan en richtten Isobar op. Waarmee men zich op het pad begaf van instrumentale progrock en jazzrock/fusion. In 2020 resulteerde dat in het debuutalbum “I”. Al snel volgde in 2021 “II”. Het gaat Jim Anderson, Malcolm Smith en Marc Spooner daarbij niet meer om succes. Het enige wat telt is lekker muziek maken, zonder invloeden van buitenaf. Ondersteund door Änglagård-drummer Mattias Olsson laat men horen dat goede muziek geen zang nodig heeft.
Meer informatie over Isobar en hoe je “III” kunt bestellen vind je op de website www.isobarprog.bandcamp.com en www.isobarmusic.com. De heren zijn ook actief op hun Facebook pagina www.facebook.com/isobarmusic/.
Ik citeer de eerste drie woorden van een bekend gezegde: “Een goed begin…”. En voor mij absoluut van toepassing in de muziek. En al helemaal in het genre wat mij dierbaar is, progressieve rock.
De goede lezers van mijn recensies is het al lang opgevallen dat ik een voorkeur heb voor instrumentale muziek. Als een van de weinige teamleden bespreek ik graag volledig instrumentale albums. ‘Instrumentale muziek’, is dat geen pleonasme? Muziek is toch altijd instrumentaal? Het woord is immers afgeleid van instrument. Of is de stem ook een instrument? Is zang muziek? Ja, woordloze zang misschien, iets waar ik een bloedhekel aan heb overigens. Vraag mij af of Beethoven, Bach, Chopin en noem alle grote componisten uit de geschiedenis maar op, daar ooit bij hebben stilgestaan.
Laat duidelijk zijn, ik hoor graag een goede zanger(es). Liever nog hoor ik in een band een goede zanger én zangeres. Goede ja, want te vaak zijn het zangers en zangeressen die een nummer voor mij verprutsen. Nee, voorbeelden zal ik hier niet noemen. Als luisteraar ben ik verder altijd op zoek naar intermezzo’s, instrumentale (daar gaan we weer) passages die mij niet lang genoeg kunnen duren. Ze zijn vaak aanwezig in epische nummers, ook wel epic’s genoemd. Nummers van langer dan 10 minuten. Ik haal deze passages vaak aan in mijn recensies. Ik hou daar gewoon van.
Maar voor mij is het intro het summum. Van een goed intro kan ik eindeloos genieten. Intro’s van minimaal een minuut of drie. Ze worden vaak Ouverture genoemd, wanneer het een volledig instrumentaal openingsnummer is. Neem bijvoorbeeld Neal Morse, voor mij een van de grote componisten van de moderne muziek. Het kan niet anders dan dat hij een liefhebber is van intro’s. Het aantal ouvertures in zijn oeuvre is namelijk talrijk.
Intro’s. ‘We’ hebben het altijd maar over ‘het beste album’ of ‘het beste nummer’. De lijstjes fetisjisten. Van ‘het beste intro’ heb ik nog nooit een lijst gezien. Het zal Progwereld sieren om daar eens een lijst van samen te stellen. Eigenwijs als wij zijn.
Het intro: een goed begin is het halve werk….
Het Britse Mostly Autumn is niet meer weg te denken uit het progwereldse landschap. Komende maanden vervolgt de groep haar in september gestarte tour. En doet ook ons land aan.
Mostly Autumn is afkomstig uit het Engelse York en werd in 1996 opgericht door Bryan Josh. De groep wist in de loop der jaren een eigen sound te ontwikkelen, waarin folk en Keltische invloeden duidelijk aanwezig zijn. Naast Bryan Josh bestaat de band thans uit zangeres Olivia Sparnenn, toetsenist Iain Jennings, gitarist Chris Johnson, Angela Gordon (dwarsfluit, zang en toetsen), bassist Andy Smith en drummer Alex Cromarty. Op zaterdag 17 december 2022 staat Mostly Autumn op het podium van Cultuurpodium De Boerderij in Zoetermeer.
In het voorprogramma staat Kaprekar’s Constant. Een eveneens uit Engeland afkomstige groep die Progwereld een warm hart toedraagt, getuige de lovende recensies op deze website. De band bestaat uit saxofonist David Jackson (Van Der Graaf Generator), vocalisten Dorie Jackson (Francis Dunnery, Chris Difford) en Bill Jefferson (Crowns), drummer Mark Walker (Caravan), toetsenist Mike Westergaard, Al Nicholson (gitaar) en Nick Jefferson (basgitaar).
Volgens de letter van Wikipedia is een traditie (van het Latijnse trádere) een gebruik of gewoonte die van de ene generatie op de andere wordt doorgegeven. De functie hiervan is het in stand houden van de maatschappelijke stabiliteit.
We zijn apetrots dat Progwereld al meer dan een generatie meegaat. Ook de leeftijden van de teamleden hebben een spanwijdte van minstens drie generaties. En wat te denken van het verschijningsjaar van die duizenden albums waarvan je de recensie hier kunt lezen. Dus wij weten waar wij over spreken (en schrijven).
Over onze bijdrage aan het in stand houden van de maatschappelijke stabiliteit kan natuurlijk een boom opgezet worden. Wat wij hier trouwens niet gaan doen. Wat dan wel vraag je je in deze derde alinea vast af? Goed, voor de draad ermee.
Sinds den beginne van deze website op vrijdag 13 april 2001 zette progminnend Nederland zijn of haar klok erop gelijk: de wekelijkse update op dinsdagavond. Op die avond werd er niet gesport, niet geklaverjast en niet gedanst. Familie en vrienden waren die avond niet welkom, laat staan de buurvrouw of buurman. De stekker ging uit de telefoon, de gsm op stil en de hond ging wat later uit. Nee, dinsdagavond was gebombardeerd tot progavond. Leesvoer voor de liefhebber, de progger in hart en nieren. Want met een goedgevulde nieuwspagina, gemiddeld minimaal zes recensies, tal van interviews en concertverslagen en als kers een column was iedere dinsdagavond jouw feestavond.
Maar het proglandschap is net als de progwereld de laatste jaren veranderd. Het aantal cd’s, dvd’s en Blu-ray’s dat in onze postbus ploft is tanende. Sterker nog, er gaan dagen voorbij dat het angstvallig leeg blijft in diezelfde postbus. Tegelijkertijd loopt onze digitale brievenbus omgekeerd evenredig voller en voller met digitale promo’s. Promo’s die verscholen gaan achter een wachtwoord en voorzien zijn van een watermerk. Want ja, je weet maar nooit met die boeven van Progwereld. En dan noem ik en passant de nieuwste rage van platenlabels: de stream. Ook weer achter een wachtwoord mag je als recensent via je pc of laptop naar een plaatje luisteren. Waar je vervolgens een mening over mag schrijven. Ik kan verklappen dat de recensie van het Porcupine Tree-album “Closure/Continuation” het eerste tastbare resultaat van deze noviteit is (compliment Maarten!).
Als teamleden lopen we niet snel in polonaise voor dergelijk digitaal aanbod. Al begrijpen wij de achterliggende gedachte dan weer wel, met moeite. Nu, beste lezer, ben ik aanbeland bij de clou van deze column, het slechte nieuws. Progwereld breekt met zijn traditie. De oplettende lezer zag het al aan onze update van dinsdag 5 juli. Een update die qua kwantiteit Progwereld onwaardig was. Wij realiseerden ons dat we veel lezers die avond een ontheemde avond hebben bezorgd.
We hebben dan ook besloten in juli niet met updates te komen. Geloof me, dit besluit viel ons zwaar. Maar gaf tegelijk energie om er vanaf dinsdag 2 augustus weer tegenaan te gaan. En jij kunt de komende dinsdagavonden sporten, klaverjassen, dansen en desnoods de hele buurt uitnodigen. Maar een plaatje opzetten mag uiteraard ook.
Ryo Okumoto, toetsenist van Spock’s Beard, heeft zijn nieuwe soloalbum “The Myth of the Mostrophus” aangekondigd. Het is zijn eerste album sinds “Coming Through” 20 jaar geleden.
Twintig jaar nadat de altijd goedlachse Ryo Okumoto zijn solo album “Coming Home” uitbracht kreeg hij inspiratie voor een nieuw album. De vonk vatte vlam nadat hij contact opnam met I Am The Manic Whale zanger/bassist Michael Whiteman, na het optreden van die band tijdens een livestream-evenement, waaraan Okumoto had deelgenomen. Een uitwisseling van demo’s resulteerde in het schrijven van de eerste nummers voor het album. Okumoto benaderde vervolgens zijn de mede-Spock’s Beard-bandleden Nick D’Virgilio, Alan Morse, Dave Meros, Ted Leonard en Jimmy Keegan en vroeg hen mee te doen.
Naast de volledige Spock’s Beard band vroeg hij tal van vrienden om een bijdrage te leveren, waaronder Michael Sadler, Jonathan Mover, Mike Keneally en Steve Hackett.
Tracklist:
Mirror Mirror (9:27)
Turning Point (6:53)
The Watchmaker (Time on His Side) (6:25)
Maximum Velocity (8:11)
Chrysalis (7:35)
The Myth of the Mostrophus (22:14)
Waiting to Be Born (Japanese edition bonus track) (4:49)
Sonny (Japanese edition bonus track) (3:55)
Het album verschijnt op 29 juli 2022 via InsideOut Music.
Website: https://www.ryookumoto.com/
De Poolse progband Here On Earth heeft bekend gemaakt dat op 27 juli 2022 hun derde album “Nic Nam Się Nie Należy” in eigen beheer zal verschijnen.
Here On Earth geniet nog weinig bekendheid in ons land en de progwereld. De opmerkzame lezer en luisteraar kent de groep mogelijk van hun bijdrage aan het compilatie album “Prog Metal Rock” uit 2021. Op dat album staat het nummer Out Of The Blue van hun tweede album “Thallium”. Ik besteedde in mijn recensie een alinea aan dat nummer: ‘Van alle Poolse groepen is wat mij betreft Here On Earth dé openbaring. Deze zesmans formatie heeft twee gitaristen en speelt zware progmetal. De balans tussen de rustige en melodieuze passages is perfect. Het nummer Out Of The Blue van het album “Thallium” komt voor mij dan ook letterlijk uit de lucht vallen, en is een nader onderzoekje naar deze groep waard’.
Here On Earth debuteerde in 2016 met het album “.In.Ellipsis.” (inclusief de punten). Dit album is recent opnieuw uitgebracht. In 2018 verscheen opvolger “Thallium”. In 2019 werd het nummer K.A.T.E. digitaal uitgebracht. Waar op de twee albums nog in het Engels wordt gezongen, zal het nieuwe album voorzien zijn van Poolstalige nummers die in 2021 en 2022 zijn gecomponeerd. Op dit moment is de tracklist van het album nog niet bekend. Het album kan via de Bandcamp website besteld worden.
Bezetting:
Krzysztof Cudny: drums
Dawid Czekirda: toetsen
Piotr Krasek: gitaar, toetsen
Przemysław Nowakowski: basgitaar, achtergrondzang
Krzysztof Wróbel: zang
Discografie:
Nic Nam Się Nie Należy (2022)
Thallium (2018)
.In.Ellipsis. (2016)
Bandcamp website: https://hereonearthpl.bandcamp.com/
“Songs From The Hard Shoulder” is het twaalfde album van The Tangent en valt in het jaar waarin men de 20ste verjaardag viert. De line-up is dezelfde als op de voorgaande albums. Wat op zich een unicum is voor een groep die vaak van bezetting is veranderd. Sinds het album “Spark In The Aether” uit 2014 is alleen drummer Steve Roberts nieuw sinds “Proxy”.
De kern van het album bestaat uit drie lange nummers die allen het kwartier ruim overstijgen. Aangevuld met een kort nummer en een bonusnummer. Daarmee is het album (exclusief de bonus) korter dan dat we van de Britten gewend waren. Zelf noemt Tillison het album “Three Tracks and One More”. Tekstueel gaat het album over ‘het gezichtspunt van mensen op de metaforische pechstrook die de rest van de wereld voorbij zien razen en zich bedreigd voelen door de snelheden en het gewicht van het passerende verkeer’. Iets wat alleen maar uit Tillison’s brein kan ontspruiten.
Van het nummer Changes is een korte versie vrijgegeven.
Tracklist
The Changes (17:06)
The GPS Vultures (17:01)
The Lady Tied To The Lamp Post (20:52)
Wasted Soul (4:40)
In The Dead Of Night (Bonus) (16:11)
Line-up
Andy Tillison; zang, toetsen
Jonas Reingold: basgitaar
Theo Travis: saxofoon, fluit
Luke Machin: gitaar, zang
Steve Roberts: drums
Discografie
Songs From The Hard Shoulder (2022)
Auto Reconnaissance (2020)
Proxy (2018)
The Slow Rust Of Forgotten Machinery (2017)
A Spark In The Aether (2015)
L’Étagère Du Travail (2013)
Le Sacre Du Travail (2013)
COMM (2011)
Going Off On Two – Live (2010)
Down And Out In Paris And London (2009)
A Place On The Shelf (2009)
Not As Good As The Book (2008)
Going Off On One – Live (2007)
A Place In The Queue (2006)
Piramids And Stars – Live (2005)
The World That We Drive Through (2004)
The Music That Died Alone (2003)
Website: https://www.thetangent.org/