
Nucleus Torn – Blowing Up The Entire World (Explosions 1997-2015)
7 december 2015
Centraal thema binnen de muziek van Markus Stock (en daardoor van Empyrium) is altijd de natuur geweest. “Waldlauf” gaat als een rode draad door alle albums. De liefde voor de natuur is ongeremd fanatiek en dat uit zich naast de muziek ook in een andere hobby van Schwadorf; het fotograferen.
Ik nodig je daarom uit eens op zijn Instagram te kijken en zijn werk te beoordelen, hij is daar te vinden onder zijn reguliere naam: Markus Stock. Hij is verzot op alle jaargetijden, maar de herfst en winter zijn onherroepelijk favoriet en dominant aanwezig. Nog een aspect duidelijk aanwijsbaar, het zijn overwegend droefgeestige waarnemingen op de natuur. Melancholisch en nostalgisch, maar ondanks de inspirerende schoonheid zijn het foto’s waar je niet vrolijk van wordt. Het typeert Stock, intense liefde voor schoonheid in de natuur, maar zijn voorkeur voor weemoed is zo klaar als een klontje.
“Weiland” is de cd waarin Empyrium volop de folk muziek omarmt, “Weiland” is de cd die het (toenmalig nog volledig Noorse) Ulver’s “Kveldssanger” het dichtst benadert.
Mistroostigheid en vooral puurheid typeert de muziek van Empyrium. Wederom heeft het duo Stock en Helm een prachtige plaat afgeleverd waarin hartenleed en treurnis hoogtij vieren. De cd is opgedeeld in drie hoofdstukken: Heidestimmung, Waldpoesie en Wassergeister. Opvallend aan dit album is het akoestische aspect in combinatie met de bijzondere vocalen. De zang is in tegenstelling tot de voorgangers nagenoeg vrij van grunts en omvat alleen cleane zang waarvan het plechtige geluid van Helm bepalend en kenmerkend is voor de muziek. Bijvoorbeeld de track Fortgang is vocaal gezien van het allerhoogste niveau. Koorachtige zang waarin Helm absoluut de hoofdrol opeist, hoewel ook Stock essentieel bijdraagt aan de vocale kunst. Daarnaast zijn er a capella intermezzo’s te vinden en een hoofdstuk waarin Helm en Stock elkaar bijna vocaal bevechten is Waldpoesie.
Die track is sowieso bijzonder in meerdere aspecten. Het is opgedeeld in meerdere stukken met daartussen stiltes. Zo is er een passage met strijkers die de song in een klassiek gespeelde compositie verandert. De song beschrijft het mysterie van een donker bos. Hoe een ontspannen wandeling uitloopt in verdwalen terwijl de nacht zich aankondigt. Achter elke boom, achter elke struik lijkt er iets te bewegen. De track vertegenwoordigt ook de term ‘natuurmystiek’ waarmee de band zich gedurende het bestaan mee identificeert.
Zoals gezegd: dit album is nagenoeg vrij van elektrische muziek en er wordt puur en alleen gebruik gemaakt van akoestische instrumenten als piano, akoestische gitaar, cello en viool. Er is een kleine rol weggelegd voor een Mellotron, orgel en basgitaar maar die bijdrage is te verwaarlozen. De overeenkomst met “Kveldssanger” van het Noors-Britse Ulver is muzikaal niet alleen kenmerkend, ook is er een overeenkomst in de opstart en aanpak, beide bands begonnen ooit met een black-metal basis waar ruimte was voor akoestische instrumenten. Ulver heeft overigens een ongekende gedaantewisseling ondergaan waar Empyrium nog een puntje aan kan zuigen. Empyrium zal waarschijnlijk nooit in de buurt van de poppy aanpak belanden die Ulver met bijvoorbeeld “The Assasination Of Julius Caesar” wel heeft aangedurfd.
Een zwaar maar tergend mooi stuk is Der Nix, wat volledig door piano en viool wordt gedragen. Hier komt tragiek optimaal ten uitvoering, een ongekende finale van een prachtige cd. Toch een klein kritiekpuntje? De fade-outs aan het einde van elke song. Dat verdiende in mijn optiek een mooiere oplossing.
Naderhand zal blijken dat “Weiland” het laatste album is voor een lange pauze van elf lange jaren. En dat is spijtig voor de fans die met het uitkomen van dit album juist overtuigd raakten van de zeldzame klasse van Empyrium. Het gat die de Duitsers achterlaten wordt overigens geruisloos opgevuld door andere bands uit de Prophecy stal: Nucleus Torn en Tenhi.