Dit is deel 2 van het verslag van het Final Night of the Prog Festival 2024. Ook op zaterdag 20 juli betreden weer zeven bands het podium. Het kwik bereikt tropische waarden, maar de sfeer is weer als vanouds super ontspannen en de muziek bij vlagen bijzonder goed. Lees deel 1 er vooral ook nog even op na.
!Gerald!
Zware kost op de altijd lastige vroege morgen (zo voelt het om half twee) van de tweede dag. Het internationale gezelschap bouwt een muur van geluid op met bakken loodzware toetsen, ondersteund door straffe gitaarriffs. Experimenteel, surrealistisch en beangstigend, denk aan Gong, Magma en natuurlijk Fripp; tegendraads is their middlename. “Music for broken elevators” is in dit verband geen gekke cd-titel. Een enkel stukje zang zorgt ook niet voor rust. De enkele rustpuntjes bieden ruimte om het eerste biertje van de dag te scoren. Het klinkt zeker niet onaardig, maar in het donker, lampjes erbij, komt deze muzikale indringendheid, als trip, veel beter uit de verf. Och, arm hoofd…
Ritual
Progrockfolk uit de Zweedse bossen. Patrick Lundström, gehuld in zijn fraaiste jurk, leidt het publiek door The story of Mr. Bogd. Dat moet een onvervalste saga zijn, al heb ik het verhaal niet helemaal gevolgd. Het gebruik van veelal akoestische instrumenten betekent nog niet dat de aanwezigen de zo gewenste zaterdagmiddagrust gegund is. Ritual bestiert een progcircus, waarin het een drukte van belang is. We horen zang met een oosters tintje, getokkel, orgelklanken en gefluit. Maar ook niet onaardige samenzang in een set waarin de variatie groot is. Luidruchtig klinkt het als iedereen volle bak meedoet en dwarse klanken zijn ook niet van de lucht.
Karnataka
Dit gezelschap uit Wales dat symfo met Keltische- en folkinvloeden maakt, woont in hetzelfde straatje als Mostly Autumn. In mijn recensie van “Requiem for a Dream” schreef ik dat oprichter Ian Jones de nieuwe nummers duidelijk met de stem van Sartari voor ogen had geschreven. Deze absolute blikkenvangster van de band, gezegend met een prachtige stem, trekt ook de muziek iets te veel naar zich toe. Dat maakt de muziek wat vlakjes. Het prachtige slotnummer Forsaken van “The Gathering Light” maakt dan wel weer wat goed, met een fenomenale gitaarsolo, die maar niet ophoudt. Ze kunnen het wel. En ja hoor, we horen ook nog even het karakteristiek knerpende geluid van de uilleann pipes.
Vanaf het moment dat de hekken van het festivalterrein zijn opengegaan, is het bijna vechten om de schaarse schaduwplekjes. Iedereen kiest zijn eigen strategie om in de onbarmhartige zon (het is 32˚!) te overleven: petjes, parasols, sjaaltjes, dekens, water en vooral: veel bier! De rijen zijn iets korter, dus nu wél de ‘unieke’ shirtjes gescoord. Er zijn wat minder eet- en drinkkraampjes dan anders en op veel plekken kun je alleen cash betalen. Dit soort kleine ongemakken mag de pret niet drukken. Het dolce far niente-gevoel, dat onlosmakelijk met dit festival verbonden is, heeft onmiskenbaar de overhand.
Beardfish
Ik krijg nooit goed hoogte van deze Zweden onder leiding van Rikard Sjöblom, die in 2015 hun laatste album uitbrachten. Met And the Stone Said: If I Could Speak krijgen we direct een van hun kenmerkende epics voorgeschoteld. De muziek gaat een beetje alle kanten op. De tegendraadsheid van Yes en King Crimson zit er in, maar we horen ook klanken van Queen, terwijl ze ook richting hardrock koersen. Dat maakt de muziek voor mij wat ongrijpbaar. De zang van Sjöblom, je moet er van houden, draagt ook niet bij aan de toegankelijkheid. Hij krijgt wel gezelschap van een vocaliste. Prima muzikanten, maar wat te veel ondefinieerbare muzikale chaos, dat uitmondt in gefreak, voor mij.
Lazuli
Altijd een feestje om deze Fransen met de sympathieke frontman Dominique Leonetti aan het werk te zien. De spelvreugde slaat onmiddellijk over op het publiek. Hun soms oosterse invloeden, het gebruik van Franse hoorn en uiteraard de zingende zaag-gitaar Léode van Claude Leonetti leveren altijd een uniek, mysterieus en heel fraai geluid op. Dominique leest traditiegetrouw weer charmant een stukje tekst in het Duits voor. Speelde Lazuli iets subtieler dan bij vorige optredens? Ik werd er in ieder geval iets minder door omver geblazen. Door de technische problemen aan het begin van het optreden moesten we helaas het altijd spectaculaire samenspel op marimba missen.
Pendragon
Pendragon is een van de grootste verrassingen van het festival. Niets nieuws onder de zon, juist niet! De set die zanger, maar vooral gitarist Nick Barrett, getooid in circusjas, en zijn band lieten horen was adembenemend mooi. De mindere beuknummers ontbraken. Veel oude krakers, waarop ook toetsenist Clive Nolan zijn klasse kon tonen en de ene na de andere slepende gitaarsolo uit de snaren van Barrett kwam. If I Were The Wind… was een fraaie start. Ik verguisde ooit het recente countrynummer 360 Degrees, maar op het podium werkt het. A Man of Nomadic Taits en Paintbox zijn klassiekers, King of the Castle was een mooi akoestisch rustpuntje, door merg en been gaan de gitaarklanken van Breaking the Spell. Best ever, wat mij betreft!
Steve Hackett
Hoofdact van het festival, uiteraard. Hackett is een meester en levert met zijn geweldige band altijd een fantastisch concert af, niet te verwarren met show. Na twee intense nummers van zijn laatste cd en de orgelklanken van The Devil’s Cathedral, volgt het tweede deel van Shadow of the Hierophant. De hoogtepunten van “The Lamb Lies Down On Broadway” trekken voorbij. Ik noem slechts The Chamber of 32 Doors en The Lamia. Drie keer bingo van “Selling England by the Pound”, met het briljante toetsenspel van Roger King in Cinema Show, als het tijd is voor de toegift. Firth of Fifth (met dé solo) kan niet uitblijven – geen Every Day vandaag – en Los Endos, na de kennelijk noodzakelijke drumsolo, is de traditionele afsluiting. Hackett in topvorm, schitterende (vooral Genesis-) muziek in dito ambience: genieten pur sang!