Als er iemand in Oekraïne de moed nog niet verloren heeft is het Antony Kalugin, het brein achter Karfagen. Naast de tweejaarlijkse releases van Karfagen, Sunchild en werk onder zijn eigen naam zijn er nu ook instrumentale re-releases van albums als “Birds of Passage” (2020) en “Echoes From Within Dragon Island” (2019). Van laatstgenoemde bent u nu in afwachting van een scherp afgewogen oordeel.
Om te beginnen lijkt me deze instrumentale remix eigenlijk een oplossing voor een niet bestaand probleem. Dat is weliswaar beter dan een niet bestaande oplossing voor een daadwerkelijk probleem – iets wat in deze tumultueuze tijden de norm lijkt te zijn geworden – maar daarmee niet meteen heel nuttig of verhelderend.
Binnen de neo-progressieve rock van de afgelopen tien jaar is “Echoes From Within Dragon Island” eigenlijk een zeldzaam fris klinkend album met veel beeldende muzikale scènes en interessante combinaties van elektronische en akoestische instrumenten als accordeon, fagot, viool, dwarsfluit, hoorn en saxofoon. De vocalen zijn geenszins storend te noemen en passen eigenlijk ook wel prima in de charmante, lichtvoetig-mythische wereld die de muziek met gesloten ogen weet te projecteren op ons denkraam. Bij sommige passages waan je je in een rustig Frans rivierdorpje, bij andere momenten wandel je door een sprookjesbos en even later dans je een tango onder de zachte Argentijnse avondzon.
Het mag allemaal wat kitscherig overkomen zo op papier, maar ik vind juist de levendige beeldtaal van dit album ervoor zorgen dat dit al het andere werk van de band ontstijgt. Karfagen kan op ondergetekende wel eens overkomen als de T-Ford van de prog. Degelijk, betaalbaar, verdienstelijk – maar tevens lopendebandwerk. Massaproductie. Een beetje zoals The Flower Kings dat ook heeft, waar Kalugin overigens wel eens leentjebuur speelt.
Een probleem dat ik bij de release van het origineel wél had aangekaart op de sociale media – waar ook ik met veel plezier mijn beklag doe – is, dat dit album nooit op zo’n zwarte ronde joekel is terechtgekomen. Zodat ook het artwork, dat best een plekje op de schouw verdient, beter tentoongesteld kan worden. En daar zou ik dan ook graag plek voor maken, want het gaat hier om een album waar ik met enige regelmaat bij terugkom. Dit komt, laten we eerlijk wezen, eigenlijk niet eens zo vaak voor met albums van de afgelopen jaren.
Maar goed, toen kwam “Dragon Island” van de band gerold en moest ik dus opnieuw wat gaan vinden. De nieuwe mix viel direct wel in de smaak; de onderlaag wappert prettig tegen de mouwen van mijn pantalon, het stereobeeld is mooi kamerbreed en alle instrumenten komen helder door – al hadden de akoestische instrumenten nog wel iets natuurlijker en minder bewerkt mogen klinken voor de échte audiofiele ervaring. Dat zit hem niet enkel in de opgediende bitrate, maar met name ook in hoe levensecht de weergave is.
De nummers van de Dragon Island-suite zijn alle wat afgeslankt in looptijd, een aantal passages met zang ontbreekt uiteraard. Dat heeft als voordeel dat er nu net even minder de klad in komt, zoals dat eerst bij deel III van de suite het geval was. Wat opvalt is dat instrumentaal de verhaallijn als een dijk overeind blijft staan, omdat de beeldtaal bepalend blijft en de stukken fraaie progressies hebben langs de verschillende gevoelsdomeinen, zoals bijvoorbeeld de Camel-klassieker “The Snow Goose” dat ook heeft. Afgeslankt, maar met meer dan genoeg vet op de botten. De in twee delen gemonteerde Incantation Part 1 en 2 sluiten wederom fraai aan op de adem van het album, al zijn ze net iets meer een keyboardcollage van Kalugin en mis je de veelzijdige instrumentatie. Al met al kan ik weinig vinden dat deze re-release nou echt beter of slechter maakt dan het origineel. Of per se heel anders qua luisterervaring.
Dat toegezegde, scherp afgewogen oordeel blijft dan ook uit. Wie het album nog niet heeft kan mijn warme aanbeveling krijgen om dit charmante, op cd geperste boeketje wegdroomfantasie alsnog in huis te halen. Omdat er nu twee versies zijn en zelfs ik moeite heb u daarbij in sturing te voorzien, heeft Kalugin in feite zelfs eigenlijk eerder een probleem gecreëerd. De cynici onder ons zullen dan graag woorden als ‘geldklopperij’ over tafel gooien, maar daarvoor ben ik eigenlijk nog net even te veel betoverd door de nasleep van mijn favoriete portie progrock Efteling. Dat is ook geen plek om te gaan zitten mopperen, zoals u weet. En mocht u toch de neiging hebben na de Fata Morgana uw gal te spuien, pak dan gewoon even uw telefoon. Daar heeft u toegang tot sociale media.