Het houdt niet op, niet vanzelf…..
The Samurai Of Prog blijven ons in een verbazingwekkend hoog tempo verrassen met hoogwaardige releases. Of het nu onder de noemer van The Samurai zelf is, onder de noemer Bernard & Pörsti, The Guildmaster of solo-albums van de afzonderlijke Samurai, het doet onze progharten stuk voor stuk sneller kloppen. Zijn we net bekomen van het schitterende “Liber De Dictis” van The Guildmaster, ligt “The Spaghetti Epic 4” van The Samurai al weer in de cd-speler.
Deze titel behoeft enige toelichting. Sinds een paar jaar verbinden Marco Bernard en Kimmo Pörsti hun muziek met regelmaat aan een literair gegeven zoals Gulliver, Robinson Crusoë en een aantal sprookjes van de gebroeders Grimm. “The Spaghetti Epic 4” verwijst niet naar een literair gegeven maar naar de onvolprezen Italiaanse Spaghetti Westerns. Marco Bernard produceerde tussen 2004 en 2009 een drietal Spaghetti Epic tribute-albums voor Musea in samenwerking met de Finse Progressive Rock Association Colossus. Deze albums waren gebaseerd op respectievelijk “Once Upon A Time”, ”The Good, The Bad and The Ugly” en “The Great Silence”, muzikaal ingevuld door een aantal progbands uit Italië, Finland, Engeland, Hongarije en Rusland. Bernard vond het tijd worden voor een opvolger, nu opgenomen door The Samurai Of Prog, ware het niet dat Steve Unruh ditmaal niet van de partij is. Zijn rol als violist wordt op dit album uitstekend waargenomen door Adam Diderich. De vocale inbreng van Unruh was niet nodig omdat de zang op dit album vanzelfsprekend geheel in het Italiaans is.
De muziek is, zoals we van The Samurai gewend zijn, pure symfo/prog, al draagt het wel de nodige Morricone-sporen zoals het fluiten, de klokken, de ’twang’-gitaar, Italiaanse dramatiek, de paardengalop, de mondharmonica en de schreeuwende viool. Natuurlijk ontbreken de geweerschoten, saloongeluiden en de onheilspellende bijna-stiltes, slechts onderbroken door het dreigende geluid van de kraaien, ook niet.
Met Dead Or Alive vallen The Samurai letterlijk met de deur in huis. Na de onheilspellende opening klinkt de band voor zijn doen opvallend stevig, waarbij enerzijds synthesizer en gitaar samen optrekken en anderzijds een tweede gitaar en bas voor een stevig contrapunt zorgen. Een werkwijze die Hans Lundin bij Kaipa ook met regelmaat toepast. Tevens doet het me een beetje aan de laatste twee albums van Kansas denken. Een schitterende compositie van Marco Grieco.
Daarna volgen de beide epics van ruim twintig minuten. In het grillige Mira Al Cuore (Aim To The Heart) van Mimmo Ferri hoor je vanaf het begin die onderhuidse spanning in bas, piano, drums en zang, die knap wordt opgebouwd. Wanneer de synthesizer en Hammond hun intrede doen is het spel op de wagen. Pure prog met wervelende toetsen, vaak in een Wakeman-jasje, soms in een Emerson (Trilogy)-jasje, soms in een Lord-jasje en een enkele keer zelfs in een Franz Liszt-jasje. De combinatie van Hammond en viool doet met regelmaat aan Kansas denken. Veel sfeer- en tempo-wisselingen passeren de revue. Op ongeveer driekwart wordt in de beste Flower Kings-traditie het tempo helemaal stilgelegd voor een improvisatie met percussie, zang en soundscapes. De bekende Strawberry Fields Forever-fluitjes trekken de epic weer vlot om op bombastische wijze naar het slot toe te werken. Daarbij speelt de trompet van Marc Papeghin een fraaie rol, zelfs in combinatie met de nasleep van een schitterende gitaarsolo van Juhani Nisula. Energiek wordt deze geweldige epic afgesloten.
Is Mira Al Cuore een “epic by the head”, dan is La Resa Dei Conti (The Showdown) een “epic by the heart”. Componist Alessandro Di Benedetti opent melancholiek met een prachtige reeks pianoakkoorden waarin een heerlijke melodie ligt verscholen. Wanneer die melodie door Sara Traficante op de dwarsfluit wordt overgenomen zie ik zomaar een filmscéne voor me opdoemen in een, door zonlicht verwarmde, slaapkamer met daarin een ontwakende Claudia Cardinale. Als door de bliksem getroffen wordt je vervolgens als luisteraar uit je droom gerukt door een geweerschot. Wat volgt is een heerlijke 6/8e groove met speels toetsenspel en prachtige zanglijnen door Stefano Galifi. De groove mondt uit in een dramatische versie van het Claudia Cardinale-thema. Kippenvel! In een rustige midden-passage krijgt de fluit vrij spel, waarna onze eigen Marcel Singor op onnavolgbare wijze het podium neemt. Na een speelse onderbreking door toetsen en zang keert Singor terug en zijn solo vloeit op ingenieuze wijze over in de zanglijn van Galifi. Opnieuw kippevel! Vanuit de akkoordenreeks uit de opening, wordt in een funky jazz-groove het Claudia Cardinale-thema op een heerlijke wijze naar een climax gespeeld. Hoe mooi wil je het hebben?
Snakebite is een fraaie compositie van Rafael Pacha waarin hij een folky melodie naadloos laat versmelten met de blues. Het nummer straalt, mede door het gebruik van de banjo, de sfeer van de prairie uit, zeker wanneer de “Hank Marvin”-gitaar zijn intrede doet. Door de toevoeging van de trompet krijgt het overigens nog een Mexicaans tintje. Waren we bijna David Myers, het vierde Samurai-lid, vergeten. Hij is altijd van de partij met een sfeervol pianostuk. Deze keer solliciteert hij succesvol met het speelse The Fabulous Felipe And His Dancing Squirrels naar een uitbreiding van het “Carnaval Des Animaux” van Camille Saint-Saëns.
De slottrack High Noon (een verwijzing naar de beroemde western uit 1952?) begint met het geluid van een optrekkende trein die overgaat in het slotthema van dit album, net als de openingstrack in een stevig jasje en van de hand van Marco Grieco. Na een onderbreking met wat saloongeluiden en een revolverschot volgt de bombastische finale waarin ik zelfs een Wakeman-citaat uit “The Myths and Legends of King Arthur And The Knights of The Round Table” meen te ontwaren.
Met deze “Spaghetti Epic 4” hebben The Samurai Of Prog zichzelf ruimschoots overtroffen. Barsten al hun voorgaande albums al uit hun voegen van hoogstaande old-school symfo, dit album is doordrenkt met een flinke scheut prog. Daardoor heeft hun muziek nog meer aan rijkdom en spanning gewonnen. En dan te bedenken dat de opvolger “Anthem To The Phoenix Sun” binnenkort al weer uitkomt.
Misschien moeten we de recensies van The Samurai Of Prog in de toekomst maar achterwege laten en ons beperken tot de aankondiging van een nieuw album. Voor de liefhebbers van symfo betekent dat inmiddels toch wel “verplichte aankoop”.