De productie van The Samurai Of Prog blijft onverminderd hoog. Al jaren strijden deze internationale symfokrijgers met groot succes in de hoogste regionen van de progressieve rock om ‘de eer ende erkenning’. Hun muzikale wapenfeiten liegen er in elk geval niet om.
Net als bij hun laatste overwinning, het meesterlijke “A Quiet Town” van nota bene nog geen jaar geleden, prijkt op de hoes van hun nieuwste album “The Time Machine” de toevoeging ‘featuring Marco Grieco’. Dat betekent dat deze veelzijdige Italiaan weer voor alle muziek, teksten en toetsenpartijen tekent.
Is dat een garantie voor een nieuw meesterwerk?
De vraag stellen is hem inderdaad beantwoorden.
“The Time Machine” heeft, net als “Anthem To The Phoenix Star” uit 2022, een sciencefictionachtig thema en is de opvolger van een meesterwerk. Destijds was dat “The Spaghetti Epic 4” .
Er zijn meer parallellen: het nieuwe album beweegt zich voor het overgrote deel in een laag tempo met zo nu en dan een oprisping. Verder prijkt de naam van Clive Nolan ook nu weer op de lijst van gastvocalisten.
Door middel van het al vaker gebruikte thema, een tijdmachine, wil Grieco terug in de geschiedenis om te kijken waar het fout is gegaan en de geschiedenis herschrijven, wat natuurlijk niet kan. De opeenvolgende tracks leiden ons langs een aantal periodes uit de geschiedenis, zoals onze voorlopers de apen, oorlogen, kunst in de middeleeuwen, de wetenschap van Einstein, de ruimtevaart, Nelson Mandela, maar ook een blik op de toekomst.
Zoals gezegd hebben de meeste nummers een langzaam tempo waardoor het moeilijk blijft om de spanning vast te houden. Dit lukt wel als het tempo omhoog gaat. Meestal is er dan een gitarist met een heerlijke solo in het spel, zoals de Finse meester Tony Riveryman in de titeltrack, The Last Legionary en Future. In The Apes hanteert Roine Stolt van The Flower Kings de gitaar met zijn karakteristieke spel (inclusief een vleugje Robin Trower). Roberto Bucci (van het Italiaanse La Bocca Della Verita) speelt een glansrol in Painting Mona Lisa, evenals Marcel Singor in E=MC2. Het solowerk van de Britse gitarist Peter Matuchniak in Moon mag zeker niet onvermeld blijven.
Marc Papeghin weet in The Last Legionary op de hoorn met zijn voortdurend repeterende thema de naargeestige, desolate sfeer van verlaten slagvelden uitstekend te treffen. In samenwerking met trompettist Balázs Winkler wordt er in het tweede deel toch ook nog een heroïsch aspect aan toegevoegd.
De vocalisten vertolken hun rollen hier uitstekend, waarbij de bijdrage van Christine Booth in het afsluitende Future garant staat voor kippenvel. Een speciale vermelding verdient Clive Nolan die zich in de rol van Einstein op geweldige wijze revancheert voor zijn matige vocale bijdragen op “Anthem To The Phoenix Star”.
De dwarsfluit (Giovanni Mazzotti) en viool (Maria Kovalenko) ontbreken ook niet in het instrumentale pallet. Maar het klinkt toch anders wanneer Steve Unruh deze instrumenten bespeelt. Hij speelt met een bepaalde intensiteit die hier soms node wordt gemist. Hij zou ook ongetwijfeld met het nodige zout en peper hebben gestrooid in het heerlijke barokke en klassieke pathos van Marco Grieco.
De oplettende lezer heeft het waarschijnlijk al begrepen. Waar “A Quiet Town” zeer zeker niet zal ontbreken in het jaarlijstje van 2024 van ondergetekende, zal “The Time Machine” slechts in het rechterrijtje van deze lijst belanden.