De bittere pil

Op 10 juni 2002 stuurde Maarten Goossensen van Progwereld me een mailtje met de vraag of ik als columnist het team van de website wilde versterken. Ik kende Progwereld wel. Regelmatig bezocht ik de e-zine die hij samen met de gelijkgestemde muziekfreak Christiaan Bekhuis een jaar daarvoor had opgericht. De site was een schot in de roos. Op dat moment bestond het team uit slechts zes man en ze wilden de inhoud van de site met iets nieuws uitbreiden. Echt ervaring met het schrijven van columns had ik niet, wel had ik een boek geschreven en vrijwel direct ging ik op Maartens aanbod in. Ik was namelijk al een kwart eeuw een ongekende progliefhebber en schrijven was m’n lust en m’n leven.

Samen met een verzorgster schreef ik in no-time een aantal columns bij elkaar en ik kreeg de smaak dusdanig te pakken dat ik me ook aan het recenseren waagde. Allereerst schreef ik een stuk over de gelijknamige debuut-cd van Kansas in het kader van een special over de band. Het tij was niet meer te keren.

We zijn inmiddels 19 jaar verder. Progwereld is uitgegroeid tot een toonaangevende site en het team is nog net op vier handen te tellen. Ik heb inmiddels ongeveer 550 recensies geschreven plus zeker 50 bijdragen aan specials, om nog maar te zwijgen over m’n columns en interviews etc.

In 2020 heb ik drie specials helpen organiseren en omdat labels steeds vaker digitale promo’s versturen, zag ik in dat het eigenlijk net zo leuk is om uit eigen collectie te putten. Vanuit die gedachte ben ik met Prog & Rock begonnen, een site waar ik naar hartenlust over m’n eigen cd’s kan schrijven.

Een en ander neemt steeds meer werk in beslag en ik heb met Maarten te doen aangezien het runnen van een dergelijke site enorm veel druk met zich meebrengt. Het is iets dat je 24/7 bezig houdt. Is mijn content wel boeiend genoeg? Hoe geef ik een en het ander vorm? Zie ik dingen over het hoofd? Klopt mijn planning? Toen ik met Prog & Rock begon zei ik laconiek: dat doe ik er wel even bij. No way. Steeds vaker lukt het me niet om twee ballen in de lucht te houden. Ik wil niet vijf recensies per jaar voor Progwereld schrijven terwijl ik er dertig gewend was. Ook wil ik Prog & Rock niet een week stilzetten om tijd vrij te maken voor Progwereld. Het voelt allemaal gewoon niet goed.

Op 23 oktober 2021 hakte ik de knoop door en stuurde een mailtje naar het team met de mededeling dat ik wilde stoppen met het recenseren voor Progwereld. Dat mailtje lag als een steen op m’n maag. Kijk, lekker recenseren zal ik wel blijven doen, maar m’n collega’s moeten missen is een bittere, bittere pil. Dagelijks gaan er gemiddeld twintig mailtjes over de groep heen en weer en behalve dat deze teamgeestversterkend werken, zijn ze ook vaak erg informatief. Voordat ik definitief de deur achter mij dicht trek, wil ik nog even een diepe buiging maken voor Maarten en het team waar ik in 19 jaar diep respect voor heb gekregen. Tot slot wil ik nog een oorverdovend applaus voor jezelf vragen, want zonder lezers slaat het natuurlijk helemaal nergens op. O ja, mocht je me willen blijven volgen, neem dan een kijkje op www.progenrock.com.  Nou, tot ziens zal ik maar zeggen. Aju.

Peter Gabriel heeft de touch, een carrièreoverzicht

Foto by TabloidWeasel

Als je denkt dat Peter Gabriel teert op een paar succesjes heb je het helemaal mis. Vanaf zijn puberteit, we praten dan halverwege de jaren ‘60, zit hij al in de muziek. Destijds was de piepjonge Gabriel zanger/fluitist bij de schoolband Garden Wall en het is bekend dat dit bandje samen met een andere schoolband, The Anon genaamd, in 1967 fuseerde tot Genesis. De rest is geschiedenis.

Iets meer dan vijftig jaar later onderneemt Gabriel samen met Sting een tour door het noorden van de Verenigde Staten om daarna een punt achter z’n actieve carrière als uitvoerend muzikant te zetten. Het is niet niks. Vijftig jaar heen en weer hobbelen tussen thuis en de oefenruimte, tussen de studio en het podium, tussen het vliegtuig en het hotel en tussen een manifestatie en het zoveelste festivalterrein. Een blik op Wikipedia maakt duidelijk dat de man haast uit z’n voegen barst van de creatieve urgentie, dat z’n dadendrang onmetelijk is en zijn sociale betrokkenheid enorm.  De man heeft een ongelooflijk groot en veelzijdig oeuvre op z’n naam staan en nog steeds levert hij ons muziek, zij het via een streamingplatform. Zo verscheen in 2019 nog het digitale verzamelalbum “Flotsam & Jetsam” met daarop een grote hoeveelheid rariteiten, remixen en B-kantjes. Hij kan het niet laten gelukkig.

Ik vertel niks nieuws als ik zeg dat het hele Genesis gebeuren indertijd nogal tot de verbeelding sprak en dat het dat nog steeds doet. Niet alleen de muziek laat zich omschrijven als geïnspireerde symfonische rock van een ongrijpbare schoonheid, ook de teksten hebben dat mysterieuze. Dat wordt allemaal nog eens versterkt door de meest bizarre uitdossingen die Gabriel op het podium droeg. Van de zes studioplaten die Gabriel met Genesis maakte zijn “Foxtrot” en “Selling England By The Pound” toch wel de meest legendarische.

Foto by TabloidWeasel

In 1975 verlaat Gabriel de band wegens een verschil in visie en gaat als soloartiest verder. De eerste vier albums die hij maakt hebben geen titel en dat is op zich opmerkelijk. Het tekent zijn eigenzinnigheid, maar de albums worden toch het meest gekenmerkt door hun experimentele karakter. Vooral de vierde laat een zoektocht horen naar ritmes uit de wereldmuziek en geluiden die via sampling tot leven komen. Op dat moment is de Fairlight het neusje van de zalm om dat te bewerkstelligen en Gabriel is er dan ook als de kippen bij. Naar aanleiding van een tour door de Verenigde Staten verschijnt de live dubbelaar “Plays Live” met daarop een keur aan nummers van deze eerste vier soloplaten. Alleen al de kleurrijke hoes is zo legendarisch als het maar zijn kan.

Gabriel heeft een groot hart. Met zijn in 1980 opgerichte organisatie WOMAD sleutelt hij elk jaar een festival in elkaar dat muzikanten, kunstenaars en dansers van over de hele wereld bij elkaar brengt. Ook zet hij een eigen label op, Real World, waarmee hij onder meer niet westerse muzikanten samen laat werken met westerse technici. Gabriel is een bruggenbouwer avant la lettre.

Foto: https://www.pinterest.ch/pin/186195765830799243/

In de jaren die volgen komt Gabriel verrassend met z’n eerste werk in de filmmuziek. “Birdy” heet de film waarvoor Gabriel de soundtrack heeft gemaakt. Hij komt hier overigens niet met rock maar met sombere, zo goed als zangloze ambient. Ondertussen draaien de radartjes bij hem op volle toeren. Zijn solocarrière krijgt een enorme boost als in 1986 het album “So” uitkomt met daarop een paar kneiters van hits zoals Sledge Hammer (wie kent de clip niet) en het samen met Kate Bush gezongen Don’t Give Up. Het album wordt een groot succes en als in de jaren die volgen nog twee succesvolle albums verschijnen blijkt dat “So” onevenaarbaar is maar daarover later meer. Ook maakt Gabriel in 1989 nog maar eens een soundtrack: “Passion”. Een jaar later verschijnt ook “Shaking The Tree”, een verzamelalbum met daarop zestien klassiekers inclusief een bijzondere versie van Here Comes The Flood, waarin de machtige stem van Gabriel hoofdzakelijk door alleen piano ondersteund wordt. In 1992 is de lang verwachte opvolger van “So” een feit. Het qua sfeer iets donkerder album heeft de welluidende titel “Us” en doet het ook goed, mede dankzij nummers als Steam en Digging In The Dirt. De tour die als gevolg van het album plaats vindt levert een sterke live dubbelaar op, “Secret World Live”. Het gaat goed met meneer Gabriel. Hij componeert de muziek voor een groot spektakel in de Millennium Dome in London. De show telt maar liefst 160 artiesten en wordt 999 keer opgevoerd gedurende de 365 dagen dat de Dome open is. De cd waar het allemaal om draait heet “OVO: The Millennium Show” en is een testosteronbom vol creativiteit.

Foto: https://i.ytimg.com/vi/Qe5EVP_048o/hqdefault.jpg

In 2002 verschijnen maar liefst twee cd’s van hem. Wat zit er toch in het leidingwater bij hem? Eerst is daar “Long Walk Home”, een soundtrack voor de Australische film Rabit Proof Fence, en een paar maanden later ziet “Up”, zijn zevende soloalbum in de categorie rock, het levenslicht. Over dat leidingwater gesproken: “Up” was al zeven jaar in de maak. Aan “Up” zat weer een tour gekoppeld en later nog één. Beide zijn vereeuwigd op dvd, “Growing Up Live” en “Still Growing Up”.

Foto: https://petergabriel.com/wp-content/uploads/2016/09/PG08.jpg

Veel muzikanten krijgen vroeg of laat de behoefte iets met orkestrale muziek te doen zo ook Gabriel. In 2010 komt hij met het album “Scratch My Back” waar hij twaalf tamelijk ingetogen nummers van anderen brengt die allemaal door John Metcalfe voorzien zijn van een somber maar sfeervol orkestraal arrangement. Het gaat dan om covers van onder andere David Bowie, Paul Simon en Radiohead. Als voortzetting van de tour, die aan het album vast zit, laat Gabriel ook een aantal van z’n eigen nummers als dusdanig arrangeren om wat meer armslag te hebben bij het samenstellen van de setlist. Deze arrangementen zijn te horen op de cd “New Blood” uit 2011 en later is ook onder de naam “Life Blood” een registratie van de concerten in Hammersmith Odeon in London op cd verschenen. Ook is er een blu-ray uitgebracht, “New Blood Live In London”. In 2012 viert Gabriel het 25 jarig bestaan van het legendarische “So” album. Niet alleen verschijnt er een luxe boxset, tevens gaat Gabriel op tour door de Verenigde Staten en een jaar later door Europa. De concerten worden onder de naam “Back To Front” gegeven en ze zijn weer voor diverse zintuigen uitgebracht. Verder laat de discografie nog een eerder concert zien dat je op blu-ray tot je kan laten komen, “Live In Athens”. Daarnaast brengt hij de laatste jaren veel streams uit. Zijn we er dan? Eh, nee. Ik zou mezelf morele billenkoek hebben gegeven als ik voorbij was gegaan aan zijn deelname aan diverse multi-mediaprojecten en aan de vele samenwerkingsverbanden. Ander keertje dan?

Bij het maken van een dergelijke special hebben we bij Progwereld altijd wel een concrete aanleiding daartoe. Bij het schrijven van deze special was dat niet nodig. Peter Gabriel heeft een torenhoog krediet en Progwereld is dan ook trots op de recensies die geschreven zijn. Een ieder ging er met hartstocht in. Tijdens het schrijven van dit artikel kwam trouwens een mooie aanleiding naar boven. Het was 13 februari 2020 en Peter Brian Gabriel werd 70 jaar.

Foto: http://www.maartenschild.com/songcatcher/wp-content/uploads/2019/06/petergabriel120912w_jon_enoch.jpg

 

Discografie:

Flotsam And Jetsam (2019)
Rated PG (2019)
Growing Up Live (2019)The Veil (2016)
I’m Amazing (2016)
Back To Front – Live In London (2014)
Courage (2013)
And I’ll Scratch Yours (2013)
Live In Athens 1987 (2013)
Secret World Live (2012)
Live Blood (2012)
New Blood Live In London (2011)
New Blood (2011)
Scratch My Back (2010)
Still Growing Up, Live & Unwrapped (2005)
Play The Videos (2004)
Hit (2003)
Up (2002)
Long Walk Home (2002)
Ovo The Millenium Show (2000)
Ovo (2000)
Secret World Live (1994)
Growing Up Live (1992)
Us (1992)
Shaking The Tree (1990)
Passion (1989)
So (1986)
Birdy (1985)
Plays Live (1983)
Peter Gabriel IV (1982)
Peter Gabriel III (1980)
Peter Gabriel II (1978)
Peter Gabriel (1977)

Koop Peter Gabriel bij Bol.com en steun ons!

Ode aan: Manfred Mann’s Earth Band – The Roaring Silence

Recensent Dick van der Heijde beschrijft zijn kennismaking met de muziek van MMEB.


Meedoen met een beperking: daar kwam ik op uit toen ik MMEB opzocht in Google. Nu weet de gemiddelde lezer van onze Progsite wel dat MMEB staat voor Manfred Mann’s Earth Band maar vooruit, laat ik eens meedoen met m’n beperking. Hier is een ode aan “The Roaring Silence”, het zevende album van de van origine Zuid Afrikaanse toetsenriedelaar Manfred Mann en z’n band.

Als puber was m’n eerste kennismaking met de muziek van MMEB toen een vriendje mij de lp in kwestie liet horen en direct was ik overtuigd. Diezelfde dag nog kocht ik de plaat en menig uurtje  speelde ik luchtsyntesizer of luchtgitaar mee. Jemig wat een smakelijkheden had de muziek te bieden. Daar stond ik dan te midden van hun toegankelijke, sfeervol rockende combinatie van prog en classic rock.

Schaamteloos zong ik met Chris Thompson mee. Hij had, in tegenstelling tot mij,  een warme, overheerlijke stem van het bronzen soort. Hij was nieuw bij de band vernam ik later. Wat werd ik fan voor het leven. Echter, het hoogtepunt van de plaat lag wat mij betreft in de saxsolo van Singing The Dolphin Through. Daar speelde ik geen luchtsaxofoontje maar plaatste een echte aan mijn mond. Mevrouw Barbara Thompson, wat komt u er fantastisch in, wat zijn uw toonafstanden gaaf en wat zijn die loopjes voorzien van de juiste versnellingen en vertragingen. U begint heel melodieus en gaat op den duur freaken, waar kan ik zoveel smaak verkrijgen?

“The Roaring Silence” is een tijdloos album in die zin dat het meer dan veertig jaar later nog steeds very oké  is. Zonder enige strubbeling komen de nummers voorbij, beginnend met het pakkende, door Bruce Springsteen geschreven Blinded By The Light  waar het afwisseling troef is en eindigend met het instrumentale live nummer Waiter, There’s A Yawn In My Ear. Questions is een gevoelig nummer dat gebaseerd is op een pianostuk van Schubert en This Side Of Paradise is wat men nu neoprog  zou noemen, terwijl bijvoorbeeld Starbird de psychedelische kant van de band laat horen.

De zeven nummers van de plaat hebben het allemaal in zich om je uit je dak te laten gaan. Of je nu op de bank zit te luisteren of luchtsynthesizer staat te spelen. Ik ben er trouwens van overtuigd dat de invloed van het album niet aan Yogi Lang (RPWL) voorbij is gegaan. En de Moog: hij kwetterde nog lang en gelukkig.

De horizontale lijn van Sky Architect

Interview met Wabe Wieringa van Sky Architect en de band zelf.

Onlangs verscheen een heruitgave van jullie indrukwekkende debuutalbum “Excavations Of The Mind”, dit naar aanleiding van het 10-jarig bestaan ervan. Wat betekent het album voor jullie? En wat heeft het Sky Architect gebracht?
“Excavations Of The Mind” betekent heel veel voor ons. We maken vandaag de dag nog met zoveel plezier muziek mede door het succes van ons debuutalbum. Toen we ongeveer twaalf jaar geleden begonnen met schrijven en opnemen van “Excavations Of The Mind” waren we nog met z’n drieën (Chris, Rik en Wabe) en hadden we ook nog geen naam voor het project verzonnen, waar we met zoveel enthousiasme en avontuurlijk gevoel mee begonnen waren. Die tijd was voor ons een grote ontdekkingstocht in de wondere wereld van muziek, we wilden alles proberen en vonden alles interessant wat we mee kregen om ons heen. Dit hoor je  heel sterk terug in “Excavations Of The Mind” en is ook hetgeen wat dit album en die tijd voor ons zo bijzonder maakt. Toen we eenmaal in de studio bezig waren met het productieproces, hebben we Tom en Guus leren kennen en ze zo ver kunnen krijgen mee te doen met ons maniakale project. “Excavations Of The Mind” is voor ons daarom ook gelijk aan de geboorte van Sky Architect. De naam hebben we met z’n vijven in die tijd bedacht, en staat voor ons nog steeds voor de sterke band die we sinds die tijd hebben opgebouwd.

Het album heeft buiten onze verwachtingen veel lof ontvangen. Destijds waren we ons er niet van bewust waar we precies mee bezig waren en wie onze muziek zou waarderen. We gooiden geen hoge ogen en waren allang blij toen we een platenmaatschappij konden vinden die “Excavations Of The Mind” in de winkels kon krijgen. In de tijd die volgde hebben we op heel veel mooie plekken onze muziek live ten gehore kunnen brengen en dit heeft de band veel goeds gedaan. We zijn in de tijd na de release van de cd heel erg gegroeid als band en hebben heel veel mooie avonturen beleefd, bijvoorbeeld tijdens onze shows op Night Of The Prog in Duitsland en op het Terra Incognita Festival in Canada, maar ook toen we tegen onze verwachtingen een popprijs in ontvangst konden nemen in Rotterdam. Je kan dus zeggen dat ons debuutalbum ons veel goeds heeft gebracht. Daarnaast maken sommige nummers van “Excavations Of The Mind” nog steeds deel uit van onze live shows.

Jullie spelen nog steeds in dezelfde bezetting. Wat is het geheim?
Sky Architect bestaat al tien jaar mede door de goede band die we hebben en we zijn naast een professionele band ook goede vrienden met een open, broederlijke relatie. Daarnaast hebben we een hele goede muzikale klik waar we elkaar heel goed in kunnen vinden en elkaar kunnen inspireren. We respecteren de ander en waarderen ieders input in de band. Ook hebben we alle vijf ongeveer dezelfde leeftijd en maken we daardoor (in grote lijnen) de fases van het leven tegelijkertijd door. Hier hebben we ook veel steun aan elkaar. In de jaren dat we bestaan hebben wij ook individueel lastige periodes meegemaakt, maar mede door de acceptatie van elkaar en de mooie momenten die we samen meemaken kwamen we hier sterker uit als persoon en als groep. Ook is de band groter dan de som van al zijn onderdelen. Sky Architect zou niet kunnen bestaan zonder een van zijn leden.

Jullie zijn begonnen als jonge honden, studerend aan het conservatorium. De muziek van Sky Architect klinkt nergens studentikoos, het is niet moeilijk doen om het moeilijk doen. Hoe komt dat zo?
We schrijven en maken wat we zelf willen. Voor ons zijn dynamiek, emotie en improvisatie heel erg belangrijk. Dit verklaart waarom onze muziek niet ‘bedacht’ of studentikoos klinkt. Muziek moet ons raken. Ook zijn wij niet op zoek naar individuele klasse en uitblinkers, maar naar composities waar alle componenten in kloppen en nog misschien wel belangrijker, waar we alle vijf even jubelend over kunnen zijn. Op deze manier is er ruimte voor al onze invloeden.
Op het podium staan wij ook graag in een horizontale lijn, om dezelfde redenen. We stralen graag uit dat we een groep zijn waar ieders bijdrage even zwaar weegt.

Hoe komen jullie nummers tot stand en wat heeft het notenschrift daarin voor betekenis?
In de tijd van “Excavations Of The Mind” componeerden we (Chris, Rik en Wabe) alles samen. Daar zat ook veel tijd in, vaak konden we urenlang in de oefenruimte sleutelen aan kleine details. Denk aan een bepaalde noten sequens of melodie die precies goed moest zijn. Bijna chirurgisch zochten we naar de mooiste combinaties. Ook improviseerden we vaak samen, op zoek naar de juiste sfeer voor een muzikaal stuk. Tegenwoordig schrijven we meer als band. Er wordt weinig vooraf gecomponeerd, maar er ligt nog meer nadruk op het samenspel. We dagen elkaar graag uit: het provoceren van elkaars creatieve uitspattingen is bij ons heel belangrijk. We willen de ander zoveel mogelijk stimuleren het beste te geven voor een nieuw stuk. Dit in plaats van een partij of compositie vooraf te bedenken voor een ieder. Van tevoren wordt er dus weinig genoteerd. Transcripties van Sky Architect nummers zijn er dan ook nauwelijks. Als er al wat genoteerd wordt is het meteen een indicatie van hoe complex of lang een stuk voor ons doen is.

Wabe, jij hebt de mix gedaan van de heruitgave. Wat was je doel hiervan en welke veranderingen had je voor ogen? Wat vind je van het eindresultaat?
Mijn doel was om vooral het enthousiasme terug te vinden van twaalf jaar geleden. Door de jaren heen was voor ons “Excavations Of The Mind” een beetje het zwarte schaap geworden. We respecteerden het voor wat het ons gebracht had, maar we luisterden er niet zo graag meer naar. Ik wilde dan ook graag met andere oren naar de opnames luisteren en er, met mijn ervaring en technische kennis van nu, een nog betere versie van maken. Toentertijd hadden we er, mede door onze productie opleiding aan het conservatorium, er een technisch goede opname van gemaakt. De keuzes die we toen maakten resulteerden echter in een mix met een eigenwijs karakter met veel energie, net zoals we toen waren. Mijn doel was om met de heruitgave een rustigere en beter gebalanceerde mix te maken. De productie heeft heel veel toetsen elementen en in de remix wilde ik hier dan ook meer de nadruk op leggen.

We zijn alle vijf heel erg blij met het eindresultaat. Het brengt ons weer heel veel voldoening om hier naar terug te luisteren. De remix/master heeft veel meer transparantie, met behoud van karakter. De nieuwe mastering (gedaan door Chris) is ook heel rustig en minder drukkend dan het origineel. Tegenwoordig zijn er andere standaarden in hi-fi wereld, de loudness war is minder eisend. Hierdoor kunnen we een plaat afmaken zonder te veel concessies in de dynamiek van de nummers te hoeven doen. We zijn heel enthousiast over de heruitgave en laten dat dit jaar ook graag zien bij de evenementen die we gepland hebben. Ook hebben we het artwork van de legendarische Mark Wilkinson met een frisse blik benaderd en aangepast waar het ons nu beter leek, met een resultaat waar we heel trots op zijn!

De heruitgave telt een aantal interessante bonustracks. Ligt er nog meer van dergelijk materiaal op de plank en kunnen we dat in de toekomst verwachten mochten er nog andere albums worden heruitgebracht?
Ja. We willen in de toekomst meer aan de slag met live materiaal en ‘bonusmateriaal’ waar we al veel van op de plank hebben liggen. We zijn op zoek naar alternatieve manieren om dit materiaal naar buiten te brengen, in aanvulling op de traditionele albums die we blijven maken. Ook zullen er heruitgaven van onze andere albums volgen, simpelweg omdat we die bijna niet meer hebben om te verkopen. Hier gaan we zeker ook iets speciaals mee doen.

Hoe ziet de toekomst eruit voor Sky Architect en zijn er al concrete plannen voor een vijfde album?
Dit jaar zijn we druk met de promotie van de heruitgave van ons debuutalbum, we hebben tours gepland in Engeland en Scandinavië. Ook zijn we bezig met meer optredens in de toekomst. Ondertussen zitten we niet stil wat betreft nieuw werk, we zijn al enthousiast bezig met ons vijfde album. Het proces hiervan is weer heel anders dan dat van bijvoorbeeld “Nomad”, het doet ons ook een beetje denken aan de tijd dat we met “Excavations Of The Mind” bezig waren. We hebben tegenwoordig de beschikking over de prachtige Little Giant Studio in Rotterdam waar we in alle vrijheid aan onze muziek kunnen werken. We nemen alle tijd voor de individuele nummers en de productie daarvan. De komende tijd zullen we één voor één de nummers individueel benaderen en opnemen, waardoor een heel divers album tot stand gaat komen. Elk nummer zal een eigen entiteit zijn, vergelijkbaar bijvoorbeeld met werk van Peter Gabriel of het recentere werk van Steven Wilson. Mede daardoor kost het proces wat meer tijd en zal het album nog even op zich laten wachten. We streven er ook naar ons vijfde album op vinyl uit te brengen.

Wat wil je verder nog kwijt aan de lezers van Progwereld?
We zijn heel erg dankbaar voor de steun en support door de jaren heen van onze luisteraars. Het succes van Sky Architect is mede te danken aan al het enthousiasme van onze fans. We hopen jullie snel te zien bij een van onze live optredens!

Bedankt voor dit interview.

Ode aan: Millenium – Ego

Recensent Dick van der Heijde over het nogal productieve Millennium.


Ooit ontdekte ik via Progwereld de Poolse neo-progband Millenium en hun muziek. Dat was in 2005 toen hun vijfde album, “ Interdead”, net verschenen was. Een inhaalslag volgde waarbij ik m’n oog constant op de horizon gericht hield. Mijn hemel, dat heb ik geweten. Millenium is mega-, mega-productief. Naast de vele reguliere albums bestaat hun output onder andere uit heruitgaven, rariteitenalbums, ep’s, verzamelaars en uiteraard verschillende live cd’s. Niet zo vreemd aangezien toetsenist Ryszard Kramarski de grote baas is van het daadkrachtige Lynx-label. M’n plankje buigt dan ook behoorlijk door. Het album dat ik het vaakst uit de kast haal voor een draaibeurt is onbetwist “Ego” uit 2013.

Het lijkt wel of mijn smaakcentrum gekloond is om tijdens het creatieproces van “Ego” gebruikt te worden als leidraad. Alles, maar dan ook werkelijk alles, appelleert aan wat ik leuk vind aan muziek. “Ego” laat zes goed gevarieerde nummers horen, tracks die alle gebaseerd zijn op toegankelijke neo-prog met pakkende thema’s en heel veel melodie. Het gaat van Pendragon naar het vroegere Marillion en via Sting ergens terug naar Genesis. Virtuositeit is bij Millenium nooit een doel op zich. Alles draait om het liedje zelf en dan is het wel zo fijn dat je je oor te luisteren kan leggen bij bekwame muzikanten. Je hoort ook constant dat er tonaal goede keuzes worden gemaakt en dat niet elk gaatje wordt opgevuld met een riedeltje. Expressieve zang kan een meerwaarde betekenen voor een band en zo is daar Lucasz Gall. Hij staat altijd garant voor een prettig potje hartstocht. Regelmatig krijgt hij ondersteuning van achtergrondzangeres Karolina Leszko en deze combinatie werkt. Het levert een bijdrage op aan het bandgeluid die zowel Pink Floyd-achtig als uniek is. “Ego” is een mooie aaneenschakeling van uitstekende momenten waarbij de heerlijke gitaarsolo’s van Piotr Plonka en de saxpartijen van de toen nog als gastspeler opererende Dariusz Rybka het meest opvallen en natuurlijk de toetsencapriolen van bandleider en componist Kramarski.

Millenium is altijd al een band geweest die het niet zoekt in flitsende complexiteit à la IQ, wat niet wil zeggen dat de epische songstructuur niet in hun woordenboek voorkomt. Ook zoekt de band hun heil absoluut niet in diepe gelaagdheid. Nee, deze band staat voor sprankelende, integere muziek en dat komt op “Ego” naar mijn idee het beste naar voren.

 

Dilemma: terug van nooit weggeweest

Interview en tekst : Dick van der Heijde

Dilemma: terug van nooit weggeweest

Sinds 2 november 2018 ligt “Random Acts Of Liberation”, de nieuwe cd van de Nederlandse progband Dilemma,  in de schappen. Dat is opmerkelijk, aangezien het vorige album van de band, het debuut ”Imbroccata”,  al 23 jaar eerder verscheen. Momenteel staat Dilemma volop in de schijnwerpers. Tijd voor een interview met drummer, producer Collin Leijenaar en toetsenist Robin Z.

bandfoto 1 Dilemma CMYK

Jullie zijn met Dilemma na een rëunieconcert in 2012 aan een doorstart begonnen. Voor zover ik heb kunnen nagaan zat jij Collin ten tijde van dat concert al op de drumkruk, maar hoe zit het met gitarist Paul Crezee en bassist Erik van der Vlis? Hoe en wanneer zijn zij bij de band betrokken geraakt?

Collin: Direct na de release van “Imbroccata” in 1995 ging drummer Frank van Essen bij Iona spelen en tevens stopte gitarist Toll. Na een auditieronde zijn Paul Crezee en ik bij de band gekomen. Een paar jaar later stopte bassist Case en nam Erik van der Vlis de basgitaar ter hand binnen Dilemma. Veel journalisten praten er over dat we nu ineens een hele nieuwe bezetting hebben, maar dat klopt dus niet. Met uitzondering van Dec Burke heeft Dilemma al sinds de tweede helft van de jaren ‘90 in deze bezetting gespeeld.

Oké, in een later stadium is de Britse zanger, gitarist Dec Burke erbij gekomen om de vorige zanger Danny Butler te vervangen. In mijn ogen is hij werkelijk de kip met de gouden eieren. Hebben jullie eerst nog een zanger uit Nederland proberen te krijgen?

Collin: Ja, Dec is geweldig! Omdat de zanger het gezicht is van de band en een bepalend deel van de sound, wilden we niet zomaar de eerste de beste zanger. Het moest niet alleen een zanger zijn met een mooi stemgeluid en een uitmuntende Engelse uitspraak maar ook een goede muzikant. Zijn stemgeluid moest matchen met de nummers die al waren geschreven en natuurlijk moest het ook op persoonlijk vlak klikken, je zit immers in een tourbus of studio op elkaars lip en dan wil je die tijd natuurlijk het liefst met vrienden doorbrengen. We hebben heel veel zangers (en zangeressen) op auditie gehad, zowel in de studio als virtueel via internet, maar steeds waren niet alle aspecten aanwezig of klikte het gewoon niet. Op een moment dachten we dé zanger gevonden te hebben. Wij met hem de studio in en hebben de vocals van de hele plaat opgenomen. Vervolgens kregen wij vlak daarna te horen dat hij een zakelijke kans had gekregen en daarom moest emigreren naar Hong Kong. Dus ja… daar sta je dan met opnamen in handen met zangpartijen van iemand die niet meer in de band zit. We hebben toen besloten om deze opnames te verwijderen en door te zoeken.

Hoe is het contact met Burke ontstaan? Jullie hebben dus de zang opnieuw op moeten nemen. Zijn er zanglijnen door hém opnieuw gecomponeerd?

Collin: Ik kende Dec al langer. Jaren geleden hebben Dec en ik geprobeerd een band op te richten. Helaas kwam dat toen niet van de grond. Nadat we dus voor niets alle zang hadden opgenomen met uiteindelijk de verkeerde persoon dacht ik ineens : waarom vraag ik Dec niet? Hij wilde wel als gastzanger mij uit de brand helpen en de plaat inzingen. Maar vanaf het moment dat hij in Nederland in de studio kwam was er een klik op alle vlakken en wisten we dat het meer zou worden. De chemie die we zochten was daar en de creativiteit stroomde weer als tevoren. Die creativiteit zorgde er voor dat wij sommige nummers heel anders wilden benaderen. Dec heeft alle vrijheid gekregen om de zangpartijen en teksten helemaal naar zijn eigen hand te zetten. Dat zorgde er voor dat een aantal nummers opnieuw is opgenomen of verbouwd en gaandeweg het proces werd duidelijk dat Dec onze nieuwe zanger was geworden.

Jullie zijn ten opzichte van het vorige album voor tachtig procent een nieuwe band en ook de stijl van het huidige Dilemma is nogal anders dan voorheen. Heeft het oude repertoire van de band nog enige betekenis? Waarom heet de band nog steeds Dilemma? Hebben jullie ooit overwogen om met een nieuwe naam naar buiten te treden?

Robin Z: Grappig, we krijgen af en toe ook reacties van mensen die ondanks de verstreken tijd en de iets gewijzigde sound nog steeds te horen dat het ‘typisch Dilemma’ is. Dat was ook onze opzet. We wilden een nieuw geluid, meer van nu ook maar tegelijkertijd wilden we niet alles overboord gooien. Net als toen (meer dan twintig jaar geleden) gaat Dilemma nog steeds over herkenbare melodieën, verrassende muzikale wendingen, onverwachte akkoorden en stukken die je lekker mee kunt zingen. In The Trap Of The Gods en Vampire waren op “Imbroccata” de songs met een wat poppiër geluid, nu zijn dat Intervals en All That Matters. En waar daar Believe de lange track met een typische Dilemma-sound was, zijn er nu The Inner Darkness en Openly. Oké, nieuwe muzikanten brengen nieuwe ideeën en nieuwe stijlen met zich mee. In de zang en de drums hoor je dat waarschijnlijk nog het meest. Maar we hebben er echt voor gewaakt om ook trouw te blijven aan de sound die Dilemma zo kenmerkt(e). We hebben in de tussentijd zeker weleens overwogen om met een nieuwe bandnaam te komen maar daar (om die reden) ook weer vanaf gezien

Robin, in hoeverre volg  jij de laatste ontwikkelingen ten aanzien van toetseninstrumenten? Ben jij iemand die constant het nieuwste van het nieuwste wil hebben of pruttelt bij jou de DX7 nog?

Robin Z : Ik ben zeker niet iemand die dag in dag uit bezig is met de laatste ontwikkelingen op toetsengebied. Mijn fascinatie ligt veel meer bij het luisteren naar of bedenken van goeie melodieën of verrassende songstructuren die desondanks lekker in het gehoor liggen. De sound komt dan eigenlijk pas veel later. In het geval van dit album heb ik heel af en toe nog gebruik gemaakt van oudere instrumenten zoals de eerste Nord Lead en de Roland D50. Maar het overgrote deel van de geluiden is afkomstig van softwarematige synths: patches van met name Omnisphere en Alchemy en her en der een verdwaalde pianosample. Grappig trouwens dat je de DX7 noemt, want dat was ooit mijn allereerste synthesizer. Helaas heb ik hem toen na een tijdje ingeruild. Het was best leuk geweest om die nu af en toe nog steeds een keer te laten pruttelen, al was het maar omdat de sounds uit de 80’s weer hartstikke hip zijn.

Jullie nieuwe album heet “Random Acts Of Liberation”. Welke betekenis mogen we hier in zien en welke weerslag heeft dat op de nummers? Is er sprake van een thematiek?

Robin Z: Tijdens het werken aan de nummers en de productie van het album ontstond al snel de werktitel “Liberation”. Niet alleen omdat veel van de nummers (en de teksten) thema’s als vrijheid, ontsnapping, reizen en weer thuiskomen bleken te hebben. Maar ook omdat we ons in deze nieuwe bezetting echt bevrijd voelden om volop onze creativiteit de ruimte te kunnen geven, zonder elkaar daarin beperkingen of verplichtingen op te leggen. Bij het beluisteren van de eerste mixen en het bepalen van de uiteindelijke volgorde van de tracks begon de plaat bijna aan te voelen als een conceptalbum. De flow klopte, in de teksten ontstonden her en der verwijzingen naar andere tracks, etc. Toch zijn het veertien nummers die in principe op zichzelf staan, zelfs al is er ergens een soort rode draad (thematiek zo je wilt) te ontdekken. Die constatering leidde tot de toevoeging “Random Acts Of” aan de werktitel. Op dat moment wisten we dat dit de juiste naam voor het album was. De vlag die mooi de muzikale lading dekt.

Dilemma-Random-Acts-Of-Liberation

Op het album staat het epische The Inner Darkness, een heerlijk prognummer van twaalf minuten. Hoe staan de bandleden tegenover dergelijk lange nummers?

Collin: Als we nummers maken kijken we in eerste instantie niet direct naar hoe lang een nummer moet duren. We maken gewoon muziek en vanzelf ontstaat een bepaalde lengte. Tijdens het productieproces hebben we soms besloten om stukken uit nummers te knippen om het nummer kernachtiger te maken, om het meer zeggingskracht te geven. Zo was het nummer Dear Brian een epic van 28 minuten, boordevol bombastische orkestraties maar het miste iets. Uiteindelijk is het een akoestisch nummer van een paar minuten met alleen akoestische gitaar, zang en viool geworden. (Lacht…) Nee, geintje, Dear Brian was direct al zoals het nu op plaat staat, klein en intiem. Maar soms moet je écht durven schrappen. We hebben in sommige nummers tijdens het mix-proces nog hele coupletten of solostukken er uitgeknipt, zodat de muziek meer kon spreken. Een lang nummer maken omdat er in de progscène nu eenmaal een lang nummer op een album moet staan is nooit ons uitgangspunt, het moet wel muzikaal blijven. Als ze ontstaan zijn we er blij mee maar het is geen doel op zich. Elke seconde moet kloppen en spannend blijven

Kun je aangeven welk nummer je het meeste plezier geeft om het te drummen?

Collin: Als ik drumpartijen schrijf ben ik daar heel componerend mee bezig. In eerste instantie heel intuïtief, jammend en improviserend de basis laten ontstaan, maar daarna ga ik doordacht te werk en probeer ik daarvan een drumpartij te ontwerpen die meegroeit met het nummer en echt een onderdeel van de compositie is. Qua opbouw, intensiteit en groove maar ook qua klankkleur, emotie en gevoel. Af en toe kwam ik er na een tijdje achter dat ik toch iets anders wilde doen of net een andere drumsound wilde. En dan begon ik gewoon weer opnieuw. Ik denk dat ik in de loop van de tijd sommige nummers wel vier keer heb voorzien van een nieuwe drumpartij. Daardoor kan ik niet direct zeggen dat ik één specifiek nummer lekkerder vind spelen dan het ander. Wel is bijvoorbeeld het nummer Openly een heerlijk nummer om te spelen omdat het is geschreven rondom een oude techniekoefening, de ‘double-paradiddle’ die als 6/8stegroove wordt gebruikt. Het is één van mijn favoriete grooves maar ook een nummer als Pseudocomaphobiais qua drums interessant. Geen enkel couplet is hetzelfde maar steeds een variant van een patroon op de toms. En zo kan ik over elk nummer wel iets drumtechnisch zeggen maar dit is geen drummers-vakblad, dus hier laten we het maar even bij.

Dilemma-12

Collin, jij hebt het album geproduceerd en het klinkt zó goed dat je bijna zou gaan denken dat het je day job is. Wil je wat het produceren betreft je doopceel eens lichten?

Collin: Dank je! Je compliment betekent veel voor me. Ik heb in het verleden wel eens wat andere muziek geproduceerd onder andere van mijn progmetal project Affector. Op mijn twaalfde was ik al geluidstechnicus en eindverantwoordelijk voor het geluid in de kerk waar ik naar toe ging (zo’n kerk met een volledige band die popmuziek speelt). Sindsdien ben ik  altijd bezig geweest met (high-end) audioapparatuur, muziek en geluid en zocht altijd naar de mooiste klank en beste opnamen. Als tiener heb ik enorm veel muziek heel aandachtig en mindfull beluisterd. Dat was mijn favoriete bezigheid: een cd of lp op zetten, gaan zitten en heel analytisch luisteren naar wat er gebeurt in de muziek. Niet alleen qua instrumentatie en welke partijen de muzikanten spelen, maar ook sonisch. Waar bevinden de instrumenten zich in het klankbeeld qua frequentie en balans maar ook qua plaatsing. Links of rechts, meer naar achter of heel erg vooraan of toch wat meer bovenin. Als jong ventje was ik door al die facetten van muziek gefascineerd. Geen afleidingen, dus alles in mijn kamer wat ook maar een beetje geluid maakte ging uit zodat ik écht de kleinste details kon waarnemen. En natuurlijk pas weer van mijn stoel af komen als de cd of lp helemaal klaar was. Ik denk dat dat de basis is geweest voor hoe ik nu bezig ben met muziek en produceren. Dat heeft ‘mijn oren’ en muzikaliteit gevormd en zo luister ik nog steeds. Als producer zoek ik naar een prettige balans tussen de extreme uitersten die in prog kunnen zitten. Groot-klein, vol-leeg, donker-licht, spanning-ontspanning, bombastisch-breekbaar, etc. Goede plaatsing in het frequentiespectrum en in het klankbeeld zijn heel belangrijk voor me maar altijd op een muzikale manier. Niet die zang mijlenver bovenop de muziek zetten zoals men dat graag in Nederland doet maar net als andere instrumenten, goed in balans met de rest. Alles wat gebeurt moet in dienst van het nummer staan. Vooral meerdere lagen bouwen waarbij sommige partijen of melodietjes pas na een aantal keer beluisteren opvallen, bijna onhoorbaar maar toch iets substantieels toevoegend aan het geheel. Ik wil dat de muziek die ik maak meegroeit met de luisteraar zodat er keer op keer weer iets anders is te ontdekken. Ik hou van dat soort muziek, niet als een nummer hap-snap binnenkomt en met dezelfde vaart er weer uitvliegt. Febo-muziek noem ik dat, af en toe wel even lekker, maar geef mij liever de beleving van spannende zevengangen moleculaire gastronomie.

Heeft de band ooit overwogen om de klus te laten klaren door een externe producer?

Robin Z: Nee, we hebben vanaf het begin het volste vertrouwen in Collin gehad. We wisten dat hij, ondanks zijn drukke agenda, hier met honderd procent liefde en energie aan zou werken, juist omdat het om zijn eigen band gaat en hij heeft ons niet teleurgesteld. Collin’s doorzettingsvermogen, muzikaliteit en kennis van opnameapparatuur hebben tot dit resultaat geleid. Dat hij Rich Mouser (die verantwoordelijk was voor de mix) al goed kende hielp daar ook bij. Collin wist daardoor hoe Rich werkt en waar zijn talent ligt zodat we daar tijdens de productie al mooi op konden voorsorteren.

Het zou me trouwens niks verbazen dat deze cd voor jou, Collin, de deur als producer wagenwijd openzet. Ambieer je zoiets?

 

Collin: Dat zou geweldig zijn. Ik vind het hele creatieve studioproces enorm leuk om te doen en ik weet dat ik er goed in ben, dus als er bands zijn die graag met mij willen werken: welkom!

Het album is gemixt door Rich Mouser die we kennen als de producer van het latere Spock’s Beard. Hoe is het contact met hem tot stand gekomen?

Collin: Ik ken Rich uit mijn Neal Morse-tijd en sindsdien zijn we vrienden geworden en hebben we regelmatig samen gewerkt. Hij heeft als live-mixer een Europese tour met Neal en mij gemixt en ik heb mijn project Affector bij hem gemixt. Hij is een echte sound-genie en heeft een belangrijke invloed op de mix van onze plaat. Als producer heb je soms iets in je hoofd en het is dan geweldig dat zo’n wizard dat dan ook precies zo laat klinken. Rich is nog van de analoge stempel, dus de hele plaat is op zijn mooie analoge mengtafel gemixt en op tape gemastered.

Je bent net terug van een korte Europese tour in het voorprogramma  van Sons Of Apollo, de band van onder anderen Derek Sherinian, Mike Portnoy en Billy Sheehan. Dat is iets om trots op te zijn. Hoe is de tour verlopen en hoe reageerde het publiek op jullie muziek?

Collin: Touren met de Sons was geweldig: elf shows in zes landen. Een eer om door Mike Portnoy gevraagd te worden natuurlijk maar dan moet je het wel waarmaken en als je dan halverwege de tour Mike op zijn Instagram-account hoort zeggen: “these guys are kicking ass every night”, is dat natuurlijk geweldig!

Robin vult aan: ondanks dat onze muziek best wel anders is dan die van Sons Of Apollo en de meeste mensen ons (en onze muziek) niet kenden werd elke zaal nummer voor nummer steeds enthousiaster. Dat was heel gaaf om te zien. De set die we speelden was ook op die manier opgebouwd: per nummer kwam er iets bij qua intensiteit of complexiteit waardoor het publiek echt stap voor stap werd meegenomen in onze muzikale wereld. Dat we onszelf op die manier hebben mogen presenteren en zo nieuwe fans konden winnen, daar zijn we de mannen van Sons Of Apollo natuurlijk heel dankbaar voor.

“Random Acts Of Liberation” heeft een internationale allure.  Wat zijn de verdere toekomstplannen?

We hopen dat de cd binnen de internationale progscène aanslaat en dat we veel kunnen touren. Op dit moment zijn we druk met de promotie van het album en het zoeken naar meer optredens. Ondertussen zijn we ook al weer gestart met het schrijven van nummers voor de volgende cd. Daar willen we niet weer 23 jaar mee wachten J

Bedankt voor dit interview.

Jij enorm bedankt voor je tijd om ons te interviewen en Dilemma te supporten door over ons te schrijven!

bandfoto 2 Dilemma_HR

Send this to a friend