In Nederland stikt het van de musea, in totaal zijn er zo’n 500 officieel geregistreerde museale instellingen. En die hebben een veelvoud aan zaken tot onderwerp, van aardrijkskunde tot zeevisserij. Maar, heel opvallend, er is maar één museum dat de Nederlandse popmuziek tot object heeft verheven: RockArt in Hoek van Holland is hét Nationaal PopMuseum. Ik had al vaak gehoord en gelezen over die bijzondere collectie aan rock- en popmemorabilia die onder de noemer RockArt sinds 1994 bij elkaar is gebracht door oprichter Jaap Schut en een groep gepassioneerde vrijwilligers. Maar het was er nog niet van gekomen om ook daadwerkelijk een bezoek te brengen, daar zou op een zonnige zondagmiddag in april 2024 verandering in komen.
Samen met mijn zoon toog ik naar de badplaats aan de Nieuwe Waterweg, op zoek naar de locatie. Die vonden we al snel, op een steenworp afstand van de Stena Line terminal, in een ongezellig, onopvallend bedrijventerrein. De entree springt direct in het oog: planten, een reusachtige afbeelding van een single en een zitje nodigen uit om naar binnen te gaan. Dat doen we dus ook, uiteindelijk zijn we hier speciaal voor gekomen. Het is behoorlijk donker binnen, kan ook niet anders in een industriële loods, want daarin is het museum gevestigd. Je komt binnen in het zakelijke gedeelte, een platenzaak, annex memorabiliaverkoop; het museum voorziet in een deel van hun inkomsten door de verkoop, rechtstreeks of via een website, van platen, cd’s en aanverwante artikelen.
Tegen betaling van € 9,- per persoon mogen we doorlopen naar het heilig der heiligen. Niet bepaald goedkoop, maar betaalbaar en acceptabel, zeker gezien het unieke karakter. Want uniek is het, hier in dit donkere hol annex museum. Het lijkt meer op een zwaar uit de hand gelopen hobby, de overtreffende trap van een mancave. Dat blijkt al direct bij binnenkomst, je weet amper waar je moet kijken. Mijn oog valt direct op een vitrine met zilveren platen, mondharmonica’s en blokfluiten, tastbare herinneringen aan de Haagse Golden Earring(s). Daarnaast een vitrinekast met aandenkens aan het eerste popfestival in Europa, het Kralingen Popfestival, ik heb er ooit nog wel eens wat over geschreven. Ik kijk mijn ogen uit, ben mijn zoon al lang kwijt. Hoewel, in deze krap bemeten ruimte kun je niet echt iemand kwijtraken.
Er lijkt toch enige structuur in deze op het oog chaotische opstelling te zitten. Allereerst is daar het hoofdthema: de al genoemde Golden Earring(s). Met medewerking van (ex-)leden, fans en medewerkers van de band is een schat aan zaken verzameld die zijn weerga niet kent. Wat te denken van gouden, platina en zilveren platen, originele instrumenten, zelfs een meubelstuk. Te veel om op te noemen, de liefde voor de Haagse formatie is duidelijk zichtbaar in de verzameling.
Maar ook die andere wereldberoemde Haagse groep is ruim vertegenwoordigd: Shocking Blue. In een speciale bolvormige vitrine staan een paar pronkstukken: een prachtige semi-akoestische twaalfsnarige Coral gitaar en gouden en zilveren exemplaren van hitsong Venus, wat anders. Maar ook andere (Haagse) bands als Q65, The Haigs, Sandy Coast en het Delftse Tee Set ontbreken niet. De nadruk ligt op de jaren zestig en zeventig, de bloeitijd van de Nederlandse pop en rock. De collectie is gerust eclectisch te noemen, wat te denken van een paar jurken van Songfestivalwinnares Lenny Kuhr, het masker van ZZ en een door het Amsterdamse kunstcollectief The Fool beschilderde Gibson SG naar het voorbeeld van Eric Clapton.
Er is behoorlijk wat ruimte gereserveerd voor de zeezenders, de radiopiraten uit die periode. Met onder andere een volledig nagebouwde studioruimte van het legendarische Radio Veronica, compleet met de originele apparatuur. Dat laatste geldt ook voor de oorspronkelijke opnamestudio voor het nummer Venus, pure nostalgie. Er staat een arsenaal aan muziekinstrumenten, waaronder een origineel drumstel uit 1959 van Electric Johnny and his Skyrockets, de gitaar die George Kooymans gebruikte in de videoclip voor When The Lady Smiles en een drumstel van de Earring toen de ‘s’ nog als toevoeging aan de naam zat. Maar ook een schitterende Gretsch Chet Atkins van gitarist Eddy Christiani, een Roland gitaarsynthesizer van Jan Akkerman en een Les Paul Sunburst van Andy Tielman (Tielman Brothers).
Er loopt een aantal toegewijde vrijwilligers rond in het pand die je met veel plezier en deskundigheid wegwijs maken in de wirwar van tentoongestelde objecten. De liefde en passie voor de muziek hebben zij met elkaar gemeen, het is alsof je in een warm bad bent gestapt. De ouderwetse bar op de begane grond is een prima pleisterplaats om een boompje op te zetten.
Voor de echte progfanaat is het aanbod karig: ik detecteer een paar van Kayak afkomstige instrumenten zoals een Rickenbacker basgitaar, een akoestische gitaar en een wel heel bijzonder toetseninstrument: een originele Mellotron die nog aan Max Werner (die op 9 april 2024 overleed) heeft toebehoord. Maar weinig tot niets van Focus, een klein beetje Earth & Fire, en helemaal niets van Solution of Alquin, toch niet de minsten. OK, net als elke verzameling moeten ook hier keuzes gemaakt worden. Er is dit keer ook een kleine sectie gewijd aan de Rolling Stones met onder andere een podiumkostuum van Bill Wyman, de man moet de lengte van een volwassen tuinkabouter hebben gehad.
Het is even uitkijken op de trap naar een bovengelegen etage voor nog meer instrumenten en zelfs een volledig aan de jaren 70 gewijde ruimte. Dan blijkt ook de beperking van de huisvesting: een aantal stukken kan slechts van afstand bekeken worden of is zelfs afgesloten voor het publiek, jammer. Het heeft allemaal te maken met het feit dat de verzameling volledig uit zijn voegen is gegroeid en dat een verhuizing naar een grotere ruimte inmiddels een noodzaak is geworden. Helaas, ambtelijke/gemeentelijke molens draaien langzaam en een structurele oplossing is momenteel niet voorhanden. Als dat ooit het geval is zal het museum alleen nog maar aan aantrekkingskracht winnen. Dan kan de verzameling eindelijk zodanig tentoongesteld worden dat de individuele stukken optimaal tot hun recht komen. Met bijvoorbeeld de mogelijkheid om bepaalde instrumenten ook echt uit te proberen, zoals een van de vrijwilligers mij toevertrouwde. En kunnen de zaken die nu nog ergens in opslag liggen ook vanonder het stof gehaald worden om te schitteren zoals zij dat ooit gedaan hebben in hun glorieperiode. Ik wens het ze toe, de sympathieke mensen achter dit excentrieke, maar oh zo charmante museum(pje) op dat onpersoonlijke industrieterrein in Hoek van Holland.
Tip: combineer je bezoek aan RockArt met een visite aan het Atlantik Wall museum of Fort 1881 in datzelfde Hoek van Holland, ruimschoots de moeite waard!
Info:
Locatie:
Zekkenstraat 42
3151 XP Hoek van Holland
Mede door de ruimhartige bijdragen van jullie als lezers eind 2022, werden in 2023 spijkers met koppen geslagen. Maandag 20 november 2023 was een heuglijke dag voor Progwereld. Op die dag werden bij de notaris de officiële handtekeningen gezet. Daarmee is Progwereld omgevormd tot Stichting Progwereld. Iets waar jullie naar wij hopen niets van gaan merken. Progwereld is als rechtspersoon evenwel beter in staat om de continuïteit van zijn activiteiten te garanderen en een meer aantrekkelijke partij voor lezers/donateurs/zakelijke contractpartijen bij donaties, sponsoring (ANBI) en het aangaan van zakelijke overeenkomsten.
Het aanstellen van een hoofdredacteur heeft de professionaliteit van Progwereld nog een extra impuls gegeven. Daarnaast onderging mede door jullie steun onze nieuwsbrief een flinke upgrade. Zo kun je nu vanuit de nieuwsbrief in je mailbox rechtstreeks doorklikken naar een recensie, nieuwsartikel of column. Dat vonden we zo mooi dat we de nieuwsbrief nieuwe stijl enkele weken dubbel stuurden. Op de valreep introduceerden wij een Progwereldse playlist op Spotify. Het aantal volgers is nu al spectaculair.
Op het redactionele front deed oprichter Maarten Goossensen in 2023 een stapje terug en droeg hij het stokje over aan ondergetekende. Het waarom kun je hier teruglezen. Met Roger Pruppers hebben we er een nieuwe recensent bij die zich vooral zal buigen over het hardere werk. Daarnaast keerde Ralph Uffing na een time-out terug op het nest.
In vogelvlucht vatten wij het progjaar 2023 samen aan de hand van onderstaande jaarlijsten van onze teamleden. Ieder teamlid heeft in één alinea zijn nummer 1, zijn hele lijst of dit progjaar samengevat. Deze individuele lijstjes leveren een Progwereld top 10 op. Die onthouden wij je ook niet.
Zoals gebruikelijk was er ook in dit jaar verhoudingsgewijs veel ruimte voor albumrecensies. Concertbezoek stond dit jaar op een iets lager pitje. Of dat de naweeën zijn van corona, wie zal het zeggen. Daartegenover stond dat we verslag deden van concerten in het buitenland, zoals het optreden van Big Big Train in Londen en het optreden van Steve Hackett in Wuppertal (Duitsland). Maar we bezochten ook de reizende tentoonstelling The Art Of Hipgnosis in Groningen en de film “Squaring The Circle” van Anton Corbijn.
Ook de columns deden het goed. Zo schreven wij onder meer gedachtenspinsels over Chat GPT (twee keer zelfs), de Metal – RIO Schaal (tuinde jij daar ook in?), de ZZP-er en de Koekoek. Verder publiceerden wij onder regie van Friso Woudstra interessante specials over de Argentijnse progband Arco Iris en de Tsjechische groep Blue Effect. Niet direct namen die bij de gemiddelde progger in het geheugen gegrift stonden.
Met in het Progvizier de verwachte albums en concerten in 2024, belooft ook dat een uitdagend jaar te worden. Zoals jullie van ons gewend zijn volgen we de ontwikkelingen in de progwereld op de voet en zullen daar verslag van doen. Mis je iets? Wij staan open voor jullie tips en suggesties.
Namens het hele team wensen we je een gelukkig, gezond en progressief 2024!
Hans Ravensbergen,
Hoofdredacteur
Hieronder tref je de top tien over 2023 van alle Progwereld-medewerkers aan.
We hebben alle lijstjes van de redactieleden naast elkaar gelegd. De eerste van elke lijst kreeg 10 punten, de tweede 9 en zo verder. Dat leverde het volgende totaaloverzicht op.
Band / Artiest |
Album |
1. Moon Safari | Himlabacken Vol. 2 |
2. Peter Gabriel | i/o |
3. Steven Wilson | The Harmony Codex |
4. AVKRVST | The Approbation |
5. Riverside | ID.Entity |
6. Jordsjø | Salighet |
7. Edward Reekers | The Liberty Project |
8. Earthside | Let the Truth Speak |
9. Unitopia | Seven Chambers |
10. The Anchoret | It all began with Loneliness |
De individuele lijstjes zien er zo uit:
Ik vond 2023 een heel mager jaar als het gaat om prog. Gelukkig waren er een paar lichtpuntjes. Het nieuwe album van Haken is echt geweldig, na de muzikale krachtpatserij van Vector en Virus. Hoe goed i/o van Peter Gabriel is, kwam voor mij als een volslagen verrassing. En bij het verschijnen van The Harmony Codex dacht ik dat dit mijn absolute nummer 1 zou worden, maar hoe vaker ik hem luister, hoe verder hij naar onderen zakt. Het pakt me helaas gewoon niet meer na meerdere luisterbeurten.
Band / Artiest |
Album |
1. Haken | Fauna |
2. Peter Gabriel | i/o |
3. RPWL | Crime Scene |
4. Steven Wilson | The Harmony Codex |
5. Riverside | ID.Entity |
6. Jordsjø | Salighet |
7. Soen | Memorial |
8. Einar Solberg | 16 |
9. Jethro Tull | Rökflöte |
10. Amplifier | Hologram |
Verrassing van het jaar voor mij was I Am The Manic Whale, relatief onbekend met de bestaande catalogus van deze heren. Onvervalste progressieve rock uit Engeland, uitgevoerd door uitstekende musici. Prachtige melodieën en interessante verhaallijnen, verpakt in een rasecht conceptalbum. Invloeden van Big Big Train en in het voorbijgaan gebruikmakend van hun geluidstechnicus. Mijn gedoodverfde nummer 1 totdat PG langs kwam.
Band / Artiest |
Album |
1. Peter Gabriel | i/o |
2. I Am The Manic Whale | Bumper Book of Mystery Stories |
3. Moon Safari | Himlabacken Vol. 2 |
4. Steve Thorne | Malice in Plunderland |
5. Lazuli | Onze |
6. Steven Wilson | The Harmony Codex |
7. Jethro Tull | RökFlöte |
8. The Flower Kings | Look At You Now |
9. Trevor Rabin | Rio |
10. Cyan | Pictures From The Other Side |
In de breedte was 2023 een prima progjaar met iedere week wel een nieuw album voor elk wat wils. Echter, van de ”Grote Prognamen” kwamen voor mij louter teleurstellende albums voorbij. Ze staan dan ook niet in mijn top 10, al zijn ze niet minder dan de albums die de podiumplaatsen net niet hebben gehaald, alleen verwacht je juist van hen veel meer. Er is ook hoop, dankzij AVKRVST met hun indrukwekkend debuutalbum The Approbation.
Band / Artiest |
Album |
1. AVKRVST | The Approbation |
2. Peninsula | Anemoia (A Memory In Nine Movements) |
3. Earthside | Let the Truth Speak |
4. The Black Cat’s Eye | The Empty Space Between A Seamount And Shock-Headed Julia |
5. Giant Sky | Giant Sky 2 |
6. The Emerald Dawn | In Time |
7. Northodoxian | Northodoxian |
8. Mariusz Duda | Afr AI D |
9. IO Earth | Sanctuary |
10. Anubis Gate | Interference |
2023 was voor mij een vreemd (prog) jaar. Het was het jaar waarin ik een stap terug deed en de dagelijkse leiding overdroeg aan Hans Ravensbergen. Het was ook het jaar van een enorme muziekdip. Zelden hoorde ik zo weinig nieuwe albums. De ommekeer kwam met de nieuwe Steven Wilson en de zalige, pakkende muziek van Moon Safari, Oblivion Protocol en tRKProject. De passie is weer terug, op naar 2024!
Band / Artiest |
Album |
1. Steven Wilson | The Harmony Codex |
2. Moon Safari | Himlabacken Vol. 2 |
3. Oblivion Protocol | The Fall Of The Shires |
4. tRKProject | Odyssey999 |
5. Mice On Stilts | I Am Proud Of You |
6. Fish On Friday | 8mm |
7. Earthside | Let the Truth Speak |
8. Monarch Trail | Four Sides |
9. Dominic Sanderson | Impermanence |
10. Jordsjø | Salighet |
Band / Artiest |
Album |
1. Steven Wilson | The Harmony Codex |
2. Edward Reekers | The Liberty Project |
3. Subsignal | A Poetry Of Rai |
4. Southern Empire | Another World |
5. OK Goodnight | The Fox And The bird |
6. Moon Safari | Himlabacken Vol. 2 |
7. Stefano Panunzi | Pages from The Sea |
8. The View Inside | Strange Destinations |
9. Riverside | ID.Entity |
10. Crown Lands | Fearless |
2023 was geen slecht jaar voor progrock. Unitopia leverde met Seven Chambers voor mij de ultieme mix van melodie, ritme, harmonie en muzikaal vakmanschap af. Op de voet gevolgd door de glorieuze terugkeer van Moon Safari, de band die zichzelf met Himlabacken Vol. 2 de spreekwoordelijke schop onder de kont verschafte. Peter Gabriel overtrof zichzelf met i/o, vooral de Inside Mix op de blu ray-schijf klinkt zó mooi…
Band / Artiest |
Album |
1. Unitopia | Seven Chambers |
2. Moon Safari | Himlabacken Vol. 2 |
3. Peter Gabriel | i/o |
4. The Samurai Of Prog | The Man In The Iron Mask |
5. The Flower Kings | Look At You Now |
6. Rafael Pacha | A Bunch Of Forest Songs |
7. District 97 | Stay For The Ending |
8. Tiger Moth Tales | The Turning Of The World |
9. Edward Reekers | The Liberty Project |
10. Trevor Rabin | Rio |
Als er één band is die mij steeds weer weet te raken, dan is het IO Earth wel. Dat lukte deze Britten met “Sanctuary” opnieuw, met veelstijlige bombast, hemelse zang en verschroeiende gitaarpartijen, naast hele kleine melodietjes, zoals het schitterende Close By. In het niet heel bijzondere progjaar, met wel een flinke stapel behoorlijk goede platen, is er een eervolle tweede plaats voor het Nederlandse project The Foundation, met “Mask”. Deze klassieke symfonische rock is een kolfje naar mijn hand.
Band / Artiest |
Album |
1. IO Earth | Sanctuary |
2. The Foundation | Mask |
3. La Bocca della Verità | [Un]connected |
4. Unitopia | Seven Chambers |
5. Jordsjø | Salighet |
6. Moon Safari | Himlabacken Vol. 2 |
7. The Chronicles of Father Robin | The Song & Tales of Airoea – Book 1 |
8. RPWL | Crime Scene |
9. Nexus | Insania |
10. Phoenix Again | Vision |
Na een paar betere jaren in de Progmuziek was 2023 toch een beduidend minder goed jaar. De ‘grote namen’ bleven achter, omdat ze ofwel dit jaar geen album uitbrachten (gelukkig wel een mooi livealbum van Marillion) of het muzikaal over een andere boeg gooiden. Steven Wilson is al een tijdje een voor mij te poppy weg ingeslagen, Peter Gabriël weet mij niet te overtuigen (dan hoor ik toch liever zijn albums uit de vorige eeuw) en Arjen Lucassen is ook niet vernieuwend bezig (en komend jaar duikt hij wederom in het verleden). Gelukkig zijn er wel een paar mooie nieuwe ontdekkingen, zoals Edward Reekers die zijn leermeester overtreft, AVKRVST die bij meerdere van mijn collega’s tot de ontdekking van het jaar gerekend wordt en Entering Polaris en The Chronicles of Father Robin die in 2023 aan een indrukwekkende reeks albums zijn begonnen.
Band / Artiest |
Album |
1. Riverside | ID.Entity |
2. Dreamwalkers Inc | The First Tragedy Of Klahera |
3. Edward Reekers | The Liberty Project |
4. Katatonia | Sky Void Of Stars |
5. Mariusz Duda | Afr AI d |
6. RPWL | Crime Scene |
7. Kamelot | The Awakening |
8. AVKRVST | The Approbation |
9. Entering Polaris | Atlantean Shores |
10. The Chronicles of Father Robin | The Songs & Tales of Airoea – Book 1 |
Een jaar van muzikale ontdekkingen die hun weg gevonden hebben naar de hogere regionen van mijn jaarlijst. Bands met indrukwekkende debuutalbums (The Anchoret, AVKRVST), artiesten met een vooralsnog beperkte discografie die mij volkomen onbekend waren (Compass, Earthside). Dank aan de Progwereldfamilie voor het warme welkom en de mogelijkheid om in al het moois te duiken dat progrock en progmetal (nog steeds) te bieden hebben. Een aanzienlijk deel van deze lijst zou anders onopgemerkt aan me voorbij zijn gegaan. Hoe zonde was dat geweest!
Band / Artiest |
Album |
1. Compass | A Silent Symphony |
2. The Anchoret | It all began with Loneliness |
3. AVKRVST | The Approbation |
4. The Cryptex | Nimbus |
5. Earthside | Let the Truth speak |
6. Hemina | Romancing The Ether |
7. Crown Lands | Fearless |
8. Katatonia | Sky Void of Stars |
9. The Ocean | Holocene |
10. Unitopia | Seven Chambers |
Mijn progjaar 2023 is zo gevarieerd als onderstaand lijstje. Acht verschillende nationaliteiten, dat zegt voldoende. De nominatie ‘mijn album van het jaar’ ging lang tussen TesseracT en nieuwkomer AVKRVST. De eerste heeft zichzelf mede dankzij topzanger Daniel Tompkins glansrijk overtroffen.
Band / Artiest |
Album |
1. TesseracT | War Of Being |
2. AVKRVST | The Approbation |
3. Mystery | Redemption |
4. Isobar | III |
5. Riverside | ID.Entity |
6. John Lönnmyr | Aftonland |
7. Compass | A Silent Symphony |
8. Tritop | Rise Of Kassandra |
9. Oblivion Protocol | The Fall Of The Shires |
10. Kong | Traders of Truth |
Voor mij is “i/o” zonder twijfel de plaat van het jaar. De nieuwe Peter Gabriel is een intrigerende plaat die mij enorm raakt. Goede tweede en derde plaatsen voor de Scandinavische bands Moon Safari en Lumsk. Daarna volgen de platen die ik heel mooi vind, maar niet in de buurt komen van de top 3. Dat geldt ook voor platen die net buiten de top 10 zijn gevallen, maar wellicht als ik die net op een ander moment had samengesteld wel erin waren gekomen (bijvoorbeeld Galahad).
Band / Artiest |
Album |
1. Peter Gabriel | i/o |
2. Moon Safari | Himlabacken Vol. 2 |
3. Lumsk | Fremmende Toner |
4. Nine Skies | The Lightmaker |
5. Pattern Seeking Animals | Spooky Action At A Distance |
6. Oblivion Protocol | The Fall Of The Shires |
7. Riverside | ID.Entity |
8. IO Earth | Sanctuary |
9. Katatonia | Sky Void of Stars |
10. The Foundation | Mask |
Niet alleen het laatste jaar, maar eigenlijk de laatste drie, vier jaar verschuift mijn muzikale voorkeur klaarblijkelijk van progrock naar progmetal en andersoortige, zwaardere soorten metal. Dat uit zich ook in mijn absolute nummer 1: Marianas Rest met “Auer”. Voor de lezers van Progwereld zal deze snoeiharde plaat niet interessant zijn, vandaar dat de recensie ook niet op deze site te vinden is. Of is de melodieuze invulling van de muziek toch een reden om eens te luisteren? Verder vind je nog steeds echte progrockplaten in mijn top tien met een speciaal plekje voor Giant Sky 2 en het fantastische The Anchoret met “It All Began With Loneliness”. Ook mijn favoriete band Galahad slaat zijn vuisten nog op de poort van de top tien.
Band / Artiest |
Album |
1. Marianas Rest | Auer |
2. Giant Sky | Giant Sky 2 |
3. The Anchoret | It All Began With Loneliness |
4. Solarcycles | Lunar |
5. Ignea | Dreams Of Land Unseen |
6. Fires In The Distance | Air Not Meant for Us |
7. Wedingoth | Five Stars Above |
8. Insomnium | Anno 1696 |
9. Shylmagoghnar | Convergence |
10. Galahad | The Long Goodbye |
Het jaar 2023, nou mijn favoriete progjaar was het niet. Eigenlijk heeft geen enkele nieuwe release me vastgepakt, met songs ingepakt, aan mijn stereo vastgeplakt of emotioneel afgemat. Vaak lag dat aan de zang of de productie. Wel waren er een paar albums tussen met sterke instrumentale stukken. En met een andere zanger was “Fire Fortellinger” een hedendaagse retro-klassieker geworden. Voor het wereldse jaar 2024 hoop ik op wat minder ge-dat-weten-we-nou-wel. Trouwens, waarom Roger Waters op één, wiens muzikale bijdrage naast Israël/Palestina, Oekraïne en het vele natuurgeweld tot de meest opzienbarende rampen van het jaar 2023 behoorde? Ja, die was gewoon leuk om te recenseren.
Band / Artiest |
Album |
1. Roger Waters | Dark Side of the Moon Redux |
2. Jordsjø | Salighet |
3. Dave Newhouse | Manna/Mirage – Autobiographie |
4. Karfagen | Dragon Island |
5. Mondo Drag | Through the Hourglass |
6. Isobar | III |
7. Zopp | Dominion |
8. John Lönnmyr | Aftonland |
9. Lars Fredrik Frøislie | Fire Fortellinger |
10. Mice On Stilts | I Am Proud Of You |
Jullie brachten zojuist een debuutalbum uit, “Looped Squares”. Vertel er eens kort iets over, wat is het thema en hoe kwam de plaat tot stand? Misschien kennen sommige lezers jullie nog niet. Vertel eens kort over het ontstaan van de band.
Laten we deze vragen combineren tot één antwoord:
We hebben elkaar leren kennen toen we werkzaam waren bij muziekwinkel Thomann in Duitsland. We hebben verschillende achtergronden (Roemeens, Nederlands en Pools/Duits), maar onze gedeelde smaak in muziek bracht ons samen: jazz/fusion en progressive rock. Dave Mola (gitaar) en Frank Tinge (drums) kennen elkaar overigens al sinds 2009, door optredens met hun bands Relocator en Effloresce, waarmee ze ook op meerdere edities van het Generation Prog Festival speelden. Zij speelden afgelopen zomer ook met Time Shift Accident op het Night of the Prog Festival.
We begonnen in 2019 te jammen in de oefenruimte op het werk en schreven het eerste nummer, genaamd Looped Squares. Er was toen nog geen plan om aan een volledig album te werken, maar al gauw werden er meerdere demo’s geschreven. We beseften dat dit potentie had om een album te worden en we zijn vol enthousiasme begonnen met het schrijven en opnemen van de nummers die we nu uitbrengen. Ons eerste nummer was instrumentaal, net als meerdere voorgaande individuele projecten en veel artiesten en albums die ons beïnvloedden. Dit heeft ertoe geleid dat ook dit album volledig instrumentaal is.
We hebben alles zelf gedaan: schrijven, opnemen, produceren, mixen en masteren. Alles wat je hoort (en ziet) is door ons vieren gedaan. De pandemie heeft de boel wat vertraagd, maar we zijn enorm trots en verheugd om onze muziek eindelijk met de wereld te delen!
Wie of wat zijn jullie invloeden en waar luisteren jullie zelf graag naar?
Tot onze favoriete bands behoren Weather Report, Mahavishnu Orchestra, Cosmosquad, Protocol, Dream Theater, TRI Offensive, Porcupine Tree, Planet X, Casiopeia, Yellowjackets en Steps Ahead.
Muzikanten die ons hebben beïnvloed zijn onder andere Steve Lukather, Andy Timmons, Marco Sfogli, Joe Zawinul, Herbie Hancock, Greg Philinganes, Mike Lindup, Jaco Pastorius, Marcus Miller, Melvin Lee Davis, Simon Phillips en Virgil Donati.
Wat zijn jullie plannen voor de komende tijd?
We hebben plannen om aan meer muziek te werken en hebben al enkele demo’s geschreven. Plannen voor optredens zijn er momenteel niet, maar indien de gelegenheid zich aandient lijkt het ons natuurlijk fantastisch om live te spelen.
Hebben jullie nog een boodschap voor de Progwereld-lezers of iets leuks wat jullie willen delen?
We zijn enorm dankbaar dat we ons hier aan jullie mogen voorstellen en voor jullie jarenlange ondersteuning van dit muziekgenre!
Voor de recensie van het album “Looped Squares” klik HIER
We schrijven begin 21ste eeuw. Ridderbuurt in Boskoop (aan de Gouwe). Beroepsmuzikant, producent en studio-eigenaar Gerben Klazinga schreef een aantal nummers voor een uit te brengen progalbum. Dat album kwam er in 2004: “The Sun Also Rises”, met medewerking van bevriende muzikanten, waaronder zijn tien jaar oudere broer Joop. Het album, dat muzikaal een verbinding maakte tussen retro-prog en neo-prog, sloeg in als een bom en prijkte op veel jaarlijsten. De echte symfohoes hielp daarbij. De bandnaam werd gevonden door de straatnaam waar het allemaal begon te vertalen.
Vervolgens ging het snel met de -op dat moment- zevenmansformatie. Optredens in binnen- en buitenland zette de groep stevig op de kaart. Met als hoogtepunt een optreden tijdens NEARfest in de Verenigde Staten op 10 juli 2005. In 2007 verscheen het tweede album “Under A New Sign”. Daarna werd de bezetting teruggebracht tot een kwintet.
In deze samenstelling werd het derde album “Realm Of Shadows” uitgebracht. De prepresentatie van dat album vond – na een prijsvraag op deze website – voor een select aantal fans plaats op 25 september 2009 in Waalhalla te Nijmegen. Een jaar later volgde het dubbel live album “Rising Signs From The Shadows”, integraal opgenomen in, hoe kan het ook anders, Het Kasteel in Alphen aan den Rijn op 26 september 2009. Met “Nine Paths”, waarop Charlotte Wessels te horen is, werd doorgepakt.
Het jaar 2012 kende pieken en dalen. In april maakte de band bekend dat gitarist Mark Vermeule de band vanwege zijn werk (Mark verhuisde tijdelijk naar Japan) moest verlaten. In de jonge en talentvolle Mark Bogert uit Dordrecht (Penny’s Twisted Flavour) werd een opvolger gevonden. Datzelfde jaar ontving de groep op het iO Pages Festival 2012 uit handen van Ryo Okumoto (Spock’s Beard) de iO Pages Award voor het album “Nine Paths”. Vlak voor Kerstmis in dat jaar werd bekendgemaakt dat bassist Gijs Koopman werd vervangen door de zeer ervaren Peter Vink, bekend van onder meer Finch en Q65.
Grootse plannen werden gesmeed. Om de fans kennis te laten maken met de nieuwe bezetting werd in 2013 als teaser de ep “Between Two Steps” uitgebracht. Op 14 oktober 2014 werd “Hyperdrive” uitgebracht, gemixt door Joost van den Broek en met een bescheiden rol voor Arjen Lucassen. Het was het eerste officiële album in de nieuwe bezetting.
Op 9 en 10 april 2015 trad de band voor het eerst op in Polen als voorprogramma van Arena. Het optreden op 9 april 2015 in Katowice werd op 13 november 2015 uitgebracht op dvd, inclusief een cd van hetzelfde optreden. De titel daarvan is “Hyperlive”. In 2017 volgde het zesde studioalbum “Heaven And Beyond”. Bij de titeltrack verscheen de eerste officiële videoclip van de band opgenomen bij Radio Kootwijk. Ik had het genoegen dit als ‘merch- en PR man’ van 2014 tot en met 2016 van dichtbij mee te maken.
Net als 2012 was ook 2018 een roerig jaar. Met behulp van een crowdfunding werd geld ingezameld voor “D-Day”, een conceptalbum ter gelegenheid van 75 jaar D-Day. De voorbereiding van dit album werd verstoord door het vertrek van leadzanger Mark Smit. Luttele weken later werd een opvolger gevonden in Jan Willem Ketelaers, die een groot deel van de teksten voor het album schreef. De aangekondigde tour in 2020 viel in het water door de coronapandemie. Gedurende deze pandemie werd een vervolg, “D-Day II: The Final Chapter” uitgebracht. Dat bleek het laatste album van de groep, want op 10 december 2022 maakte de groep bekend dat de ridders hun harnassen aan de wilgen hangen.
Met een laatste optreden in Luxor Live te Arnhem op 10 december 2023 komt er écht een eind aan een van de beste progbands die Nederland heeft gekend.
Ridders voor altijd! Ik zal jullie missen.
Laatste bezetting:
Mark Bogert: gitaar (sinds 2012)
Pieter van Hoorn: drums, achtergrondzang (sinds 2004)
Jan Willem Ketelaers: zang (sinds 2018)
Gerben Klazinga: toetsen, achtergrondzang (sinds 2004)
Peter Vink: basgitaar (sinds 2012)
Voormalige bandleden:
Rinie Huigen: gitaar, achtergrondzang (tot 2008)
Joop Klazinga: toetsen, dwarsfluit (tot 2008)
Gijs Koopman: basgitaar, Moog Taurus baspedalen (tot 2012)
Mark Vermeule: gitaar, achtergrondzang (tot 2012)
Mark Smit: zang, toetsen (tot 2018)
Discografie:
D-Day II: The Final Chapter (2022)
D-Day (2019)
Heaven And Beyond (2017)
Hyperlive (2015)
Hyperdrive (2014)
Between Two Steps (2013)
Nine Paths (2011)
Rising Signs From The Shadows (2010)
Realm Of Shadows (2009)
Under A New Sign (2007)
The Sun Also Rises (2004)
Een kleine greep uit grote internationale festivals:
Night Of The Prog, Loreley – Sankt Goarshausen, Duitsland
NEARfest, Verenigde Staten
ProgSud Festival in Marseille, Frankrijk
FMPM Montreal, Canada
Slottsskogen Goes Progressive in Göteborg, Zweden
2DAYS PROG Festival in Veruno, Italië
Winter’s End Festival, Chepstow, Verenigd Koninkrijk
Niet iedereen zal je kennen. Kun je ons iets over jezelf vertellen?
In de jaren negentig speelde ik gitaar bij de band ICU. We brachten toen drie albums uit, waarvan ons tweede “Now And Here” nog steeds door veel luisteraars wordt gewaardeerd. Na de millenniumwisseling bracht ik twee soloalbums uit: “Auszeit” (2005), een album op basis van gitaar en fluit, en “Goldstadt” (2010), een conceptalbum over de verwoesting van de Duitse stad Pforzheim tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Je hebt onlangs het album “Tiefenland” uitgebracht. Kun je ons er meer over vertellen?
“Tiefenland” is een conceptalbum met Duitse teksten waar ik meer dan tien jaar aan heb gewerkt. Het is een heel persoonlijk album over onze menselijkheid, onze oorsprong en ons wezen in deze wereld. Ik zou de muziek omschrijven als artrock in de breedste zin van het woord, ook al is het gelaagd. Er staat ook wat pop en – uiteraard – progrock op het album.
Waar haal jij je inspiratie vandaan en waar luister je zelf naar?
Ik probeer met open ogen door de wereld te gaan. Ik vind dus overal inspiratie. Werken als leerkracht op de basisschool en elke dag samen zijn met kinderen inspireert mij altijd weer. De kinderen kijken nog zo fris en spontaan naar de wereld. En niet in de laatste plaats probeer ik aan mezelf te werken, zodat ik hopelijk een frisse blik kan behouden.
Muziek is voor mij altijd een toevluchtsoord geweest. Ik hou ervan dat muziek innerlijke gevoelens in mij oproept. Wat dat betreft luister ik naar een breed scala aan muziek – van klassiek tot pop en prog. Ik hou er niet van als muziek te technisch of intellectueel is, bijvoorbeeld muziek waarbij alleen virtuositeit op de voorgrond staat. Ik ben meer geïnteresseerd in stemmingen en sfeer.
Wat zijn jouw toekomstplannen?
Momenteel denk ik na over het realiseren van een live optreden waar ik “Tiefenland” integraal wil spelen. Het is mogelijk dat dit in de komende maanden werkelijkheid wordt. Momenteel werk ik aan mijn nieuwe album, waarvan sommige nummers al een tijdje in mijn la liggen. Met andere woorden, “Tiefenland Volume 2” staat al in de planning!
Wil je nog iets zeggen tegen de lezers van Progwereld?
Allereerst wil ik iedereen bedanken die interesse toont in mijn muziek. Er zit veel werk en passie in “Tiefenland”. Helaas maken de recente tijden het voor onafhankelijke muzikanten zoals ik niet gemakkelijk om op professioneel niveau te bestaan of muziek te produceren. Dalende verkopen en streaming zijn een trieste realiteit. Ik denk dat dit het nog belangrijker maakt dat loyale luisteraars hun favoriete muzikanten steunen. Dus als je mijn muziek leuk vindt, nodig ik je uit om mijn Bandcamp-pagina te bezoeken en de aanbiedingen te bekijken. Het maakt echt een verschil.
Onze specials gaan veelal over de reeds bekende Europese groepen, maar aangezien we Progwereld en niet Progbubbel heten, leek het ons ook leuk om aandacht te besteden aan bands die in andere regio’s succesvol waren in de jaren zeventig. Bands die hier nauwelijks een voet aan de grond hebben gekregen, maar wel degelijk prachtige albums hebben opgenomen. De tweede band die we in dit kader bespreken is het Tsjechische Blue Effect. Een eerdere aflevering ging over de Argentijnse band Arco Iris.
Tijdens de Koude Oorlog was er ooit een door een IJzeren Gordijn gehulde samenleving. Een reeks Europese landen met jeugd, met instrumenten, met ambities, met creatieve ideeën en met illegale platenmarkten in kelders van oude gebouwen. Plekken waar je mysterieuze, bijna buitenaardse muziek kon horen. Alle Westerse muziek was streng verboden, maar toch waren er smokkelaars die de muziek over de grenzen van het Warschaupact wisten te krijgen. Zo ontstonden in deze communistische landen eind jaren zestig ook blues-, rock- en psychedelische popscenes.
Vanaf 1973 zou ook de progressieve rock overwaaien. In Polen werd SBB bekend, in Joegoslavië had je Leb I Sol, in Slowakije werd het vaandel gedragen door Fermáta. In Tsjechië werd Blue Effect onder leiding van gitarist Radim Hladíc de bekendste band van het nieuwe genre, al was Flamengo, eveneens uit Praag, ook populair. In al deze bands hoor je invloeden terug van Mahavishnu Orchestra en vele zouden voornamelijk instrumentale prog/fusion muziek maken. De teksten die ze wilden zingen zouden ervoor zorgen dat de muziek door de communistische regeringen verboden zou worden, al werd SBB in Polen zo enorm geliefd dat het moeilijk was hen terug te fluiten. De muziek van deze bands zou nauwelijks bekend worden in het Westen en pas in het tijdperk van het internet herontdekt worden door de fanatiekere verzamelaars van progressieve rock afkomstig uit de seventies.
Om de Tsjechische dienstplicht te ontlopen had je een zogenaamd ‘blauw boekje’ nodig, dat in 1968 de inspiratie vormde voor de bandnaam The Special Blue Effect. In 1969 had deze band met zijn eerste single Slunečný hrob/I’ve Got My Mojo Working al gelijk succes en ook de ep die erop volgde werd een hit. In 1968 werd de politiek gedreven ‘Normalization’ ingezet in het land, wat ervoor zorgde dat de band voor het debuutalbum “Meditace” zijn teksten moest herschrijven. In deze fase speelt de band nog psychedelische bluesrock, die niet bijzonder interessant is voor luisteraars van het progressieve genre. Het album werd ook in het Engels uitgebracht in 1971 als “Kingdom of Life”. In dat jaar werkte de band ook samen met Jazz Q op het album “Coniunctio”, waarop een combinatie van rock en freejazz te horen is.
In dat jaar ontwikkelt de band met Radim Hladík op gitaar, Lesek Semelka op toetsen, Jiri Kozel op basgitaar en Vlaco Cech op drums zich tot de eerste progressieve rockvorm die het zou aannemen. De bandnaam verandert naar Modrý Efekt of in het kort M Efekt. In samenwerking met het jazzorkest van de Tsjechische radio zou de band een ambitieuze instrumentale plaat opnemen vol hardrock, prog, jazz en bigbandmuziek. Zeg maar, een soort vroege Chicago in de volgende versnelling, of misschien een beetje zoals “The Valentine Suite” van Colosseum. “Nová Syntéza” lijdt een beetje onder de ietwat gedateerde opnamesound, maar het enthousiasme en de energie spatten er van af.
Hladíc ontwikkelt zich in deze tijd tot een soort Tsjechisch evenbeeld van Jan Akkerman. Hij speelt snelle, expressieve loopjes op zijn Les Paul en weet ook in ingewikkelde akkoordenschema’s zijn weg te vinden. In 1974 neemt de band een tweede deel op, dit keer ook met zang en meer uitgebreide – zeg maar gerust epische – liedstructuren. Het titelnummer van “Nová Syntéza 2” duurt maar liefst 22 minuten en wordt wel gezien als een van de beste epics van het communistische blok. Op dit album speelt ook basgitarist en violist Josef Kůstka mee met de groep.
In 1975 brengt de band ook zijn eerste heavy progalbum uit, genaamd “Modrý Efect & Radim Hladík”. Na dit album verlaten Semelka en Kůstka de band om zelf Bohemia op te richten. Op het album “Svitanie” uit 1977 komt de band dan ten tonele met deze bezetting: Radim Hladík op gitaar, Oldřich Veselý op toetsen, Fedor Freso op basgitaar en Vlado Čech achter het drumstel. Door de personeelswisselingen kan de band artistiek doorgroeien en op “Svitanie” is de band dan ook voor het eerst duidelijk een symfonische progband met orgels en synths.
Na dit album verlaat Fredor Freso de band weer en keert toetsenist Lesek Semelka terug. Op de albums “Svět Hledačů” uit 1979 en “33” uit 1981 zal de band een modern symfonisch rockgeluid hebben met moderne fusioninvloeden. Deze albums worden uitgebreid besproken in de recensies bij deze special.
In de jaren 80 zal de band wederom veel personeelswisselingen hebben en zal gitarist Hladík het enige vaste lid van M Efekt zijn. Dit leidt ook tot het einde van de band, al zal de band in 1992 én 1999 een reünie hebben. Vanaf 2004 zal Hladíc, omringd door een jongere generatie muzikanten, nog tot 2016 optreden. In december 2016 overlijdt hij en wordt aangekondigd dat M Efekt/Blue Effect definitief opgehouden is te bestaan.
Ondanks het politieke klimaat van het communistische Tsjecho-Slowakije weet Blue Effect/M Efekt een bijzondere discografie op te bouwen, waarin de schreeuw om bevrijding helder doorkomt. De band is ongekend energiek, soms wat over de top, maar altijd inventief en zelfs behoorlijk origineel. De twee “Nová Syntéza”-albums, onlangs opnieuw uitgebracht op Opus Records, zijn interessant voor liefhebbers van brassrock met een progressieve inslag. De albums daarna zijn complexer, meer eclectisch en qua klank meer in het straatje van de symfonische prog- en fusionprogliefhebber.
Lees ook onze recensies van vijf albums van deze band:
Onze specials gaan veelal over de reeds bekende Europese groepen, maar aangezien we Progwereld en niet Progbubbel heten, leek het ons ook leuk om aandacht te besteden aan bands die op andere continenten succesvol waren in de jaren zeventig. Bands die hier nauwelijks voet aan de grond hebben gekregen, maar wel degelijk prachtige albums hebben opgenomen. De eerste uit deze reeks is Arco Iris.
Het Argentijnse en dus Spaanstalige Arco Iris (vertaald: regenboog) was een atypische groep in haar tijd. Na een paar mislukte singles eind jaren 60 kwamen ze in aanraking met ex-model en yoga-goeroe Danais Wynnycka “Dana” en gingen ze in een commune wonen. Daar leefden ze naar verluidt een sober en celibatair bestaan, in contrast met de rest van de Argentijnse rockscene, die voor zijn inspiratie sterk leunde op het gebruik van (soft)drugs. Toch pakte de invloed van Dana direct positief uit; het naar haar vernoemde liedje Blues de Dana werd hun eerste hit.
De geschiedenis van blues, rock’n roll, rock en ook progressieve rock in Zuid-Amerika is altijd nauw verbonden met de politieke werkelijkheid van de dag. In Argentinië, waar het Peronisme sinds de Tweede Wereldoorlog de dominante politieke stroming was, was er gedurende de jaren zestig en de eerste helft van de jaren zeventig relatief veel vrijheid van expressie.
In de jaren zestig waren de Argentijnse bands diep onder de indruk van de Amerikaanse rock’n roll en de Engelse beatmuziek geweest, maar richting het einde van de sixties leek juist het integreren van de Argentijnse muzikale identiteit leidend te worden. De schoonheid en poëtische invloed van de tangomuziek deden hun intrede in de rock. Naast de genoemde invloeden waren de bandleden van Arco Iris ook sterk beïnvloed door hun spirituele gedachtegoed en de invloeden van de inheemse muziek van het Andesgebergte.
Op het ietwat ongepolijste debuut van Arco Iris uit 1970 rekent de band af met zijn beatinvloeden en maakt hij indruk met een psychedelische en melodische folkrock-sound. Het potentieel van de band om sterke melodische songs te schrijven is al duidelijk hoorbaar. Gustavo Santaolalla was de belangrijkste componist, de gitarist en zanger van de groep. Ara Tokatlian speelde fluit, sax en toetsen. Guillermo Bordarampé was de bassist. Op het debuut speelt hij ook cello en percussie. Dana zou incidenteel zingen in de band. Later zou drummer Horacio Gianello zich bij de groep voegen.
In de jaren 70 kwam de songwritersfolk van Bob Dylan overwaaien en begonnen steeds meer Argentijnse bands te experimenteren met het hardrock geluid. Arco Iris bevond zich ineens in een cultureel landschap waar zowel de folkies als de rockers hun muziek omarmden. Hun derde album “Sudamérica o el Regreso a la Aurora” (Zuid-Amerika of de terugkeer naar de dageraad) uit 1972 sloeg in als een bom. Deze eclectische dubbelelpee staat bekend als de eerste Spaanstalige rockopera. Met een professionele sound, schijnbaar eindeloze inspiratie en een uitzonderlijke speelduur van honderd minuten weet Arco Iris een progressief meesterwerk van formaat aan de man te brengen.
In Argentinië is dan ook meteen de progressieve kurk van de fles. In 1973 komt het Chileense Los Jaivas naar het land om de politieke dictatuur van Pinochet te ontvluchten. Andere bands beginnen met het spelen van progressieve folkrock, zoals Contraluz, Espiritu en Suie Generis.
In 1975 kiest Arco Iris voor een meer symfonische benadering op het album “Agitor Lucens V”, wederom een dubbelelpee. Op het album behandelt de band de vermeende contacten tussen aliens en de inheemse bevolking van Zuid-Amerika. Wederom zet de band daarmee de toon voor de Argentijnse prog, want een jaar later volgen debuutalbums van symfonische groepen als Alas en Crucis en de heavy proggroep El Reloj.
Later in 1975 verlaat frontman Gustavo Santaolalla de band. Hij voelt zich te veel ingeperkt door de leefwijze in de commune. In 1976 neemt hij een album op met de stemmige folkband Soluna, maar kort daarop verhuist hij naar Los Angeles waar hij zich richt op de wavemuziek die dan populair is. Uiteindelijk zal hij dan het meest bekend worden als componist van filmmuziek waarvoor hij twee Academy Awards wint met zijn soundtracks voor Brokeback Mountain in 2005 en Babel in 2006. Ook kan je zijn muziek gehoord hebben in series als Jane the Virgin en Making a Murderer.
In 1977 zal Arco Iris met de overgebleven leden, bassist Guillermo Bordarampé en blazer en multi-instrumentalist Ara Tokatlian, opnieuw het daglicht zien. Gitarist Ignacio Elisavetsky komt bij de band, evenals drummer Jose Luiz Perez. Zonder de folk-invloeden van Sanaolalla beweegt de groep zich richting het progfusion genre. Het album “Los Elementales” stelt fans teleur, maar wordt binnen de bredere progressieve rockscene gezien als een sterke laatste plaat van de band.
Het vrije, creatieve tijdperk van Argentinië loopt steeds meer op zijn einde door de militaire coup van Videla in maart 1976. Ook de overige bandleden van Arco Iris verhuizen dan naar de Verenigde Staten, waar ze neerstrijken in een hutje in Californië. Vanuit daar zullen ze zich volledig richten op fusion en new age-muziek en werken ze als begeleidingsband voor onder andere Herbie Hancock en Chester Thompson. Er volgen door de jaren heen nog vier albums onder de vlag van Arco Iris, maar deze zullen niet behandeld worden in deze special vanwege hun new age-sound. Op het album “Faisán Azul” uit 1983 hoor je echter nog steeds de inheemse folklore en de invloed van zangeres en goeroe Dana. Na een laatste album uit 2012 komt er dan toch een einde aan de regenboog.
In de nasleep van het progressieve tijdperk zal de Argentijnse band Serú Girán vanaf 1979 hits scoren in Argentinië en uitgroeien tot de ‘Argentijnse Beatles’. Door hun mix van snelle, catchy songwriting en bijzondere integratie van technisch muzikantschap worden de drie albums, uitgebracht tussen 1979 en 1981, een groot succes.
De muziek van Arco Iris in het tijdperk 1972-1977 wordt vandaag de dag gezien als de meest invloedrijke bijdrage aan de Zuid-Amerikaanse progressieve muziek. En hoewel de band in deze periode maar vier albums opnam, is het toch een behoorlijke catalogus omdat er twee dubbelaars tussen zitten. Hun unieke mix van inheemse folkloremuziek en beeldende symfonische rock geeft ze een uniek geluid. Een geluid dat ook vandaag de dag nog zeer genietbaar is.
Lees ook onze recensies van vier albums van deze band:
Sudamérica – o el Regresso a la Aurora
Het is nu een jaar geleden dat Procol Harum-voorman Gary Brooker op 19 februari 2022 overleed. Omdat zijn overlijden, zoals het zich nu laat aanzien, ook het einde van Procol Harum betekent, leek het ons een gepast moment voor een special. Niet omdat Procol Harum zo’n iconische progband was met lang uitgesponnen epics en wat dies meer zij, maar vooral omdat deze band een van de grootste wegbereiders was voor het genre waar onze site zijn bestaansrecht aan ontleent. Diverse proggrootheden hebben Procol Harum door de jaren heen als een van hun grootste invloeden bestempeld. Roine Stolt heeft zelfs een van zijn eigen pseudoniemen ontleend aan de naam van de website van Procol Harum: (Beyond The) Pale Rider.
De eerste vingeroefeningen voor Procol Harum vonden plaats aan het begin van de jaren zestig van de vorige eeuw in de band The Paramounts, met de latere Procol Harum-leden Robin Trower, Chris Copping en Gary Brooker, destijds in de leeftijd van veertien jaar. Hun single, een coverversie van Poison Ivy, bereikte in 1964 de Britse hitparade. Een geschikte opvolger kon echter niet gevonden worden en dat betekende het einde van The Paramounts.
Brooker besloot zich te concentreren op het schrijven van liedjes en kwam in contact met Keith Reid. Na een aantal maanden gezamenlijk repertoire te hebben geschreven besloot het tweetal een eigen band te beginnen omdat er niemand te vinden was die het materiaal van dit duo wilde vertolken.
Die eigen band kreeg de naam Procol Harum, vernoemd naar de Burmese kat van een kennis. Na wat schermutselingen in de bezetting ontstond ten tijde van het naamloze debuutalbum (1967) de volgende bezetting: Gary Brooker (zang, piano), Robin Trower (gitaar), Matthew Fisher (orgel), Dave Knights (basgitaar), B.J. Wilson (drums) en Keith Reid die verantwoordelijk was voor de teksten. Er zijn door de jaren heen verschillende versies van dit album verschenen. Op de originele versie ontbrak de latere hitsingle A Whiter Shade Of Pale, waarop nog anderen gitaar speelde en drumde.
Op het debuutalbum laat Procol Harum een allegaartje aan stijlen de revue passeren: blues, pop, klassiek en zeker ook een paar muzikale geintjes. Het album werd positief ontvangen.
Opvolger “Shine On Brightly” betekende een verandering van stijl met complexere songstructuren en meer emotionele diepgang. Vooral de suite In Held ’T Was In I bezorgde de band veel aanhang vanuit de progressieve rockhoek. Met “A Salty Dog” werd ook het commerciële succes groter. Nieuwe smaakmakers op dit album waren de orkestrale arrangementen. Een optreden op Woodstock moest worden afgezegd vanwege zwangerschapsperikelen bij het echtpaar Trower.
Na de release van dit album verliet Fisher de band om te worden vervangen door Chris Copping, een voormalig lid van The Paramounts.
In die bezetting werd het progressieve, maar ook enigszins naargeestige, “Home” opgenomen. Een album dat zijn weg naar het publiek niet zo goed kon vinden, ondanks het fantastische Whaling Stories. In die tijd gaf de band acte de présence op het vermaarde Isle Of Wight Festival.
Ook “Broken Barricades” kent zijn progressieve en klassieke momenten maar leunt daarnaast zwaar op de rauwe gitaar van Trower, die de band na dit album zou verlaten. Hij zou voor korte tijd worden vervangen door Dave Ball.
In 1971 werkte Procol Harum een Britse tournee af als voorprogramma van Jethro Tull.
Omdat Brooker tijdens zijn jeugd een aantal jaren in de buurt van Edmonton (West-Canada) had gewoond, had hij goede connecties met dit land. Zo kon het gebeuren dat Procol Harum in 1969 al in Stratford (Oost-Canada) optrad met een compleet symfonieorkest. Het Britse gezelschap was één van de pioniers op dit gebied. In het najaar van 1971 herhaalde de band dit huzarenstukje in Edmonton met het Edmonton Symphony Orchestra en de Da Camera Singers. De opnamen van dit gedenkwaardige concert, met de integrale uitvoering van In Held ’T Was In I, belandden op het zeer succesvolle “Live In Concert With The Edmonton Symphony Orchestra”. Dit resulteerde tevens in een groot singlesucces voor de symfonische liveversie van Conquistador.
Waar de meeste bands de arrangementen voor het symfonieorkest door professionele arrangeurs lieten schrijven was Gary Brooker een van de weinigen die dat klusje zelf klaarde.
Met de komst van gitarist Mick Grabham kwam de bezetting in rustiger vaarwater voor de komende jaren. Zijn gitaarwerk op “Grand Hotel” bleek meer geënt op ondersteunende en sierlijke gitaarlijnen dan het riff-georiënteerde spel van Trower. Mede hierdoor werd dit het meest symfonische album uit de discografie van de band.
De jaren daarna liepen de verkoopcijfers van Procol Harum terug met albums als “Exotic Birds And Fruit”, “Procol’s Ninth” en het laatste jaren 70 album “Something Magic”. Tijdens de promotietour voor dit laatste album verlieten Copping en later ook Grabham de band en daarmee was uiteindelijk in 1977 het doek gevallen voor Procol Harum.
In de daaropvolgende jaren startte Brooker een redelijk succesvolle solocarrière met de albums “No More Fear Of Flying” en “Lead Me To The Water”. Daarnaast verzorgde hij veel gastoptredens bij onder andere Eric Clapton, George Harrison en Kate Bush.
Meesterdrummer B.J. Wilson overleed in 1990 als gevolg van een overdosis verdovende middelen.
In 1991 herrees Procol Harum met Brooker, Fisher, Trower, Reid en drummer Mark Brzezicki (Big Country) in de gelederen. De band nam het, enigszins gelikte, album “The Prodigal Stranger” op, dat werd opgedragen aan B.J. Wilson. Hoewel de verkoopcijfers niet geweldig waren, was de daaropvolgende tour wel een groot succes, zowel in Europa als in de Verenigde Staten. Trower haakte vóór de tour alweer af en werd vervangen door Tim Renwick (Al Stewart en Pink Floyd) en later door Geoff Whitehorn.
In de jaren 90 en 2000 trad de band veel op. Een aantal van deze optredens resulteerde in live-albums zoals “One More Time: Live In Utrecht”, “Live At The Union Chapel” en “Procol Harum – In Concert With The Danish National Concert Orchestra And Choir”. De optredens moesten in 2009 en 2012 worden onderbroken als gevolg van valpartijtjes van Brooker.
In 2003 verscheen na twaalf jaar het sterke “The Well’s On Fire” met Matt Pegg (zoon van Tull-bassist Dave Pegg) op bas. Op dit album manifesteert Procol Harum zich als een gedreven classic-rock band.
Met “Novum” in 2017 kreeg dit album een waardige opvolger en wist de band ook live nog volle, zij het kleinere, zalen te trekken. Zo deden Brooker en consorten ook Nederland nog regelmatig aan voor korte tournees met optredens in onder andere Cultuurpodium Boerderij. Men speelde vaak een mix van nieuw en ouder materiaal, waarbij opviel dat de stem van Brooker, ondanks wat rafelrandjes, nog immer immens groot was. Bewegen ging wat moeizamer maar daar waren de bandleden zeer behulpzaam bij.
In 2021 was er weer een tour gepland maar deze werd plotseling gecanceld met de mededeling dat er geen nieuwe optredens meer zouden volgen. Begin 2022 werd het bange vermoeden bevestigd door het bericht dat Gary Brooker was overleden.
Een begenadigd componist, arrangeur, zanger, pianist, bandleider, anekdote-verteller was niet meer en zijn, ooit zo grensverleggende, band evenmin.
2022 werd het jaar waarin iedereen kon bijkomen van het coronatijdperk. Pubers moesten weer leren om in de schoolbanken te zitten en live contact te maken in plaats van via Zoom. Bedrijven haalden langzaamaan hun medewerkers terug naar kantoor en muzikanten konden de podia weer betreden.
Je zou kunnen stellen dat 2022 ook het jaar van de terugkeer was. Begin 2022 keerde Tears For Fears terug met hun fenomenale album “The Tipping Point” en later in het jaar konden we dan eindelijk luisteren naar het nieuwe Porcupine Tree album “Closure/Continuation“. Na tig keer uitstel keerde Arena terug, met nieuwe zanger Damian Wilson, en maakte indruk met “The Theory Of Molecular Inheritance“. Minstens zo indrukwekkend was de terugkeer van Jethro Tull met “The Zealot Gene” en het nieuwe Star One album “Revel In Time“. Als je naar de jaarlijstjes van onze teamleden kijkt zie je verder veel bekende namen als Marillion, Threshold, Oak Flamborough Head en nagenoeg geen debuutplaten.
Progwereld in 2022
Dit jaar was er relatief veel ruimte voor interviews. Het is altijd erg tijdrovend om te doen, maar het resultaat mag er altijd zijn. Dit jaar spraken we uitgebreid met onder andere Knight Area (die later dit jaar aankondigde te stoppen), Alquin, Ajen Lucassen, Oak, Kristoffer Gildenlöw, Big Big Train en Toto’s David Paich.
In april lanceerden we een enorme Caravan special waarbij alle albums van een recensie werden voorzien.
Het nieuwe jaar
Eind 2022 besloten we opnieuw de hulp van onze lezers in te schakelen. Er waren zorgen over onze financiën. De reserves die we nog hadden van de eerste crowdfunding waren gebruikt voor onderhoud en hosting van de website en de wekelijkse nieuwsbrief. Tegelijkertijd zijn zoals overal in Nederland de kosten gestegen, terwijl er nauwelijks structurele inkomsten zijn. Daarbij willen we Progwereld een juridische status gaan geven en er een stichting voor oprichten. Het geld dat hiervoor nodig is werd via een tweede crowdfunding binnen een week, ruimschoots, binnengehaald. Nogmaals enorm veel dank voor jullie steun en support!
In 2023 gaan we daarmee aan de slag, samen met een aantal mensen dat zich hiervoor bij ons heeft aangemeld. Daarbij gaan we gewoon door met waar we goed in zijn, jullie op de hoogte houden met recensies, concertverslagen, nieuws en interviews.
Een gelukkig, gezond en progressief 2023 gewenst!
Maarten Goossensen
Hieronder tref je de top tien over 2022 van alle Progwereld medewerkers aan.
Zangeres Tracy Hitchings is overleden. Dit hebben de leden van Landmarq bekend gemaakt na een bericht van Tracy’s man Peter. Ze leed al enige tijd aan kanker. Ze had onlangs haar 60ste verjaardag gevierd.
Tracy Hitchings wordt geboren op 11 oktober 1962 in Wallington, London. Eind jaren ‘80 leest ze een advertentie in het blad Melody Maker van de neo prog formatie Quasar. Ze doet auditie en wordt aangenomen. Ze is te horen op hun album “The Loreli” dat in 1989 wordt uitgebracht. Ze blijft tot 1990 bij de band betrokken.
In 1990 wordt ze benaderd door Clive Nolan en Karl Groom, ze willen samen met haar een nieuwe formatie oprichten. Onder de naam Strangers On A Train brengen ze in 1990 het album “The Key” uit. Het is de eerste release op het dan nog onbekende Nederlandse label SI Music. In 1993 volgt er een tweede en laatste album “The Key, Part II – The Labyrinth.
De samenwerking met Clive Nolan en Karl Groom krijgt een vervolg. Zij helpen haar met het maken van haar eerste (en enige) soloalbum. Clive Nolan schrijf veel van de muziek en speelt zelf toetsen op het album. “From Ignorance To Ecstasy” wordt in 1991 uitgebracht door SI Music. In 1999 wordt het album opnieuw uitgebracht door Verglas Music. Ze verzorgt de achtergrond vocalen bij de band Shadowland (eveneens van Clive Nolan) net als op het Pendragon album “The Masquerade Overture”. In 2013 werkt ze voor de laatste keer samen met Clive Nolan op zijn rockopera “Alchemy” waarin ze de rol van Jane Muncey zingt.
De neo prog formatie Landmarq timmert dan al een tijdje aan de weg. Halverwege de jaren ’90 stapt zanger Damian Wilson op. Bandleden Uwe D’Rose en David Wagstaffe kennen Tracy nog uit hun Quasar periode en besluiten haar te vragen als vervanger. Het blijkt een perfecte match. De positieve en enthousiaste Hitchings past perfect bij de band én de muziek. Met haar krachtige en typische liefelijke stemgeluid stuwt ze muziek van de band naar een hoger niveau. Met “Science of Coincidence” maakt ze haar indrukwekkende debuut met de band. Ze wordt als zangeres en revelatie op het podium direct door het publiek omarmt.
In 1999 is ze te horen in het samenwerkingsproject van Clive Nolan en Oliver Wakeman. Hun conceptalbum “Jabberwocky” wordt een groot succes (in 2002 is zo ook te horen op het hun tweede samenwerking “The Hound Of The Baskervilles”). In 1999 wordt eveneens het Landmarq live album “Thunderstruck” uitgebracht en in 2006 volgt het live album “Turbulence-Live in Poland” die ook op DVD verschijnt. Kort na de bijbehorende tournee wordt er borst- en eierstokkanker bij Tracy geconstateerd. Ze gaat vastberaden en positief het behandeltraject in en wordt uiteindelijk schoon verklaard. In 2012 brengt Landmarq het album “Entertaining Angels” uit waarin Tracy schrijft over haar ervaring met deze ziekte. In 2018 verlaat ze de band in verband met haar verhuizing naar Australië.
Tracy Hitchings werkte verder ook samen met Gandalf, Steve Hackett, John Wetton, Rick Wakeman, Bob Catley en Peter Gee. Met haar unieke stemgeluid en positieve inslag blijft ze liefhebbers van de neo prog betoveren met haar vele en bijzondere bijdragen aan dit genre.