Mijn eerste volledige kalenderjaar als hoofdredacteur was er een met uitdagingen. Gelukkig maar, het betekende nooit een saaie dag. Het aanbod van prog- en aanverwante albums verliep dit jaar, net als het klimaat: grillig en wisselvallig. Werd ons (digitale) bureel de eerste helft van het jaar overspoeld met albums, het tweede halfjaar leed aan een aanzienlijke droogte. Als het goed is, merkten onze lezers daar niets van, gelet op het gemiddeld aantal albumrecensies van zeven per week.
Ons team werd versterkt met Jurriaan Hage, een ervaren recensent die de nodige kennis van het wereldje meebracht. Verder bleek de in 2024 geïntroduceerde playlist op Spotify een groot succes. Daar gaan wij mee door, zie ook verderop in dit artikel. Een ander succes, al zeggen wij het zelf, is dat wij in het laatste kwartaal van 2024 de nieuwspagina nieuw leven hebben ingeblazen.
Ons bereikte het zeer droevige bericht van het overlijden van onze oud-medewerker Joost Boleij. Joost was jarenlang een loyaal en uitstekend recensent.
Zoals ieder jaar zijn de meningen binnen ons team verdeeld. De een vond 2024 een geweldig progjaar, de ander vond het jaar maar matig. Het viel mij persoonlijk vooral op dat oudgedienden van zich lieten horen. David Gilmour, Peter Gabriel, Steve Hackett en Jon Anderson brachten albums uit. Het kwartet is goed voor ruim 300 levensjaren.
Het progjaar 2024 vatten we traditiegetrouw samen aan de hand van onderstaande jaarlijsten van onze teamleden. Ieder teamlid heeft in één alinea zijn nummer 1, zijn hele lijst of dit progjaar samengevat.
Ook dit jaar bestond onze core business uit albumrecensies. Je vindt een doorsnede van de ruim 350 albums die wij recenseerden in de jaarlijsten van de teamleden. Naast albums lieten wij ons leeslampje schijnen op boeken over Steve Hackett, Mike Oldfield, Verborgen Parels en Progrock uit Noorwegen.
Stond concertbezoek in 2023 op een lager pitje, in 2024 trokken onze teamleden er vaak op uit en zelfs de landsgrenzen over. Alex Driessen stak zijn liefde voor Yes niet onder stoelen of banken en bezocht deze groep naast Arnhem ook in Antwerpen en Londen. We waren aanwezig bij een van de optredens van David Gilmour in The Royal Albert Hall in Londen. Fred Nieuwesteeg was aanwezig bij het laatste Night of the Prog Festival op de Loreley in Duitsland. Binnen ons land bezochten we onder meer optredens van Fish, Jadis, Big Big Train en Threshold. Online volgde Mario van Os vanuit Hongarije het optreden van Epica. Verder bezochten we het curieuze en particuliere museum RockArt in Hoek van Holland. Progwereld gaat nog steeds niets te ver.
Ondanks de mindere populariteit onder onze lezers, blijkt uit de statistieken, bleven we columns schrijven. Al was het alleen al voor ons eigen plezier. Dit keer onder andere over Spotify, het getal 50, Buisklokken en Influencers. We noteren twee specials. Onder regie van Jos Driessen publiceerden wij Focus Op Focus en geïnspireerd door de column 50 schreef Alex Driessen (een jaartje later) over “Tubular Bells” van Mike Oldfield.
In 2024 interviewden wij een scala aan artiesten. Ik doe een greep: Caligula’s Horse, Magoria, Gula, Nick D’Virgilio (Big Big Train), Ritual, RanestRane, de nieuwe Noorse groep Meer en niemand minder dan Jon Anderson legden wij vragen voor, of spraken we live dan wel online.
Net als in 2023 hebben onze recensenten hun twee favoriete tracks van afgelopen jaar geselecteerd. We hebben daarvan de playlist “Het Wereldse Jaar 2024” gemaakt, nu beschikbaar op Spotify. Het is een playlist met (volgens ons) het beste wat 2024 aan progressieve muziek te bieden had. Like de lijst en hij wordt automatisch aan je Spotify-bibliotheek toegevoegd. Veel luisterplezier gewenst!
Met in het Progvizier de verwachte albums en concerten in 2025, belooft ook dat een uitdagend jaar te worden. Zoals jullie van ons gewend zijn volgen we de ontwikkelingen in de progwereld op de voet en zullen daar verslag van doen. Mis je iets? Wij staan open voor jullie tips en suggesties.
Namens het hele team wensen we je een mooi en progressief 2025!
Hans Ravensbergen,
Hoofdredacteur
We hebben alle lijstjes van de redactieleden naast elkaar gelegd. De eerste van elke lijst kreeg 10 punten, de tweede 9 en zo verder. Dat leverde het volgende redactielijstje op.
1 | Barock Project | Time Voyager |
2 | Jon Anderson & The Band Geeks | TRUE |
3 | David Gilmour | Luck and Strange |
4 | Big Big Train | The Likes of Us |
5 | Opeth | Last Will And Testament |
6 | Circe Link & Christian Nesmith | Arcana |
8 | Steve Hackett | The Circus and the Nightwhale |
7 | Leprous | Melodies Of Atonement |
9 | Caligula’s Horse | Charcoal Grace |
10 | Broers + Klazinga | Second Thoughts |
De individuele lijstjes zien er zo uit:
Tot aan de recensie van het album van Circe Link & Christian Nesmith door Erik had ik nog geen flauw idee wat mijn nummer 1 zou worden. Ook nummer 2 tot en met 10 niet trouwens. Arcana is een van de beste albums die in jaren verschenen is. Totaal geen vernieuwende prog, maar ergens toch verfrissend. Opeth is een no-brainer, maar verscheen natuurlijk ook pas laat dit jaar. Vola op 3 blijft bovengemiddeld goed, maar het geluid begint wat sleets aan te doen. De rest is min of meer willekeurig, er was niet heel veel dat me dit jaar bijzonder boeide. Op naar 2025!
1 | Circe Link & Christian Nesmith | Arcana |
2 | Opeth | Last Will And Testament |
3 | Vola | Friend of a Phantom |
4 | Pure Reason Revolution | Coming Up To Consciousness |
5 | God Is An Astronaut | Embers |
6 | Leprous | Melodies Of Atonement |
7 | Caligula’s Horse | Charcoal Grace |
8 | Von Hertzen Brothers | In Murmuration |
9 | Jon Anderson & The Band Geeks | TRUE |
10 | Bent Knee | Twenty Pills Without Water |
2024 was geen echt slecht progjaar wat mij betreft. Het eerste deel van het jaar werd gedomineerd door de ‘jonkies’ Barock Project en HFMC maar uiteindelijk wisten de ‘oldies’ zich weer te profileren als ‘goodies’. Ze lopen tegen de tachtig maar bewijzen nog steeds aan de top te staan als ze echt hun best doen. Daar tussenin Big Big Train met een sterk album na een moeilijke periode voor de band.
1 | David Gilmour | Luck and Strange |
2 | Jon Anderson & The Band Geeks | TRUE |
3 | Big Big Train | The Likes of Us |
4 | Barock Project | Time Voyager |
5 | HFMC | Eternal Snapshots |
6 | Lee Abraham | Origin of the Storm |
7 | Jadis | More Questions Than Answers |
8 | Nick Magnus | A Strange Inheritance |
9 | Steve Hackett | The Circus and the Nightwhale |
10 | The Aristocrats | Duck |
In de breedte een prima prog jaar, met zelfs twee Nederlandse producties in mijn top 3! Waarvan Mangrove hun beste album tot nu toe heeft gemaakt en De Mannen Broeders voor mij met een heel bijzonder album kwam al zal dit voor menig lezer een te grote stap vergen om uit zijn prog comfort zone te stappen. Steve Hackett blijft onbetwist een grootheid die na decennia nog steeds prachtige progressieve muziek maakt met als beloning de nummer 1 positie.
1 | Steve Hackett | The Circus and the Nightwhale |
2 | Mangrove | Bridge to Fiction |
3 | De Mannen Broeders | Sober Maal |
4 | Colin Masson | Echoes of Albion |
5 | Colin Masson | The Visitor |
6 | Múr | Múr |
7 | Leprous | Melodies of Atonement |
8 | Weather Systems | Ocean Without A Shore |
9 | Monkey3 | Welcome to the machine |
10 | Gapminder | Elements |
Ik heb nog nooit zo weinig muziek geluisterd (en dus ook ontdekt) als in 2024. Dit is het jaar waarin ik vanuit het niets met een hartziekte werd geconfronteerd en zelfs een week op het randje op de intensite care lag. Na lang ploeteren met mijn energie en na een hartoperatie ben ik nu gelukkig weer helemaal gezond. In deze tijd greep ik meer terug naar oude bekenden. Weinig nieuwe platen grepen mij echt bij de strot. Wel raakte ik direct verslingerd aan de doorleefde muziek van David Gilmour en werd ik wederom blij verrast door een hecht MEER en het sterke drietal van My Arrival. Geen idee of 2024 een goed muziekjaar was, maar ik kijk reikhalzend uit naar het nieuwe jaar.
1 | David Gilmour | Luck And Strange |
2 | MEER | Wheels Within Wheels |
3 | My Arrival | Lost 3mbers |
4 | Broers + Klazinga | Second Thoughts |
5 | Kaipa | Sommargryningsljus |
6 | Vola | Friend Of A Phantom |
7 | Jadis | More Questions Than Awnsers |
8 | Leprous | Melodies Of Atonement |
9 | Anubis | The Unforgivable |
10 | Millenium | Hope Dies Last |
Tsja. In mijn lijst staan vrij veel platen die ik dit jaar zelf gerecenseerd heb, want daar heb ik een band mee opgebouwd. Vandaar ook het verbluffende album van Circe Link op de bovenste plaats. De grootste verrassing van het jaar vond ik True, waarop Jon Anderson Yes evenaart met verbijsterend gemak. Maar luister toch ook eens naar Rubber Tea, als je dat nog niet gedaan hebt. Beeldschone plaat! Ale met al een goed jaar voor prog. Meest overschatte album: Gilmour’s Luck And Strange. Snurk!
1 | Circe Link & Christian Nesmith | Arcana |
2 | Jon Anderson & The Band Geeks | TRUE |
3 | Ritual | Story Of Mr. Bogd Part 1 |
4 | The Pineapple Thief | It Leads To This |
5 | Rubber Tea | From A Fading World |
6 | Von Hertzen Brothers | In Murmurations |
7 | Beardfish | Songs For Beating Hearts |
8 | ManDoki Soulmates | A Memory Of Our Future |
9 | Gavin Harrison & Antoine Fafard | Perpetual Mutations |
10 | Vola | Friend Of A Phantom |
Veel goede platen dit jaar van veel van mijn favoriete bands. De top 5 was geen enkel probleem om samen te stellen, met als enige verrassing de experimentele maar ook heel melodieuze hiphop/rock/metal/funk/soul van JPEGMafia. Uiteindelijk wint Caligula’s Horse de strijd bovenin door de grotere emotionele impact (opvallend genoeg was het stevige Golem mijn meest gespeelde nummer afgelopen jaar volgens Spotify), en komt Opeth op nummer twee door de hoge consistentie. Melodies Of Atonement bevat eigenlijk alleen maar goede nummers, maar toch… de emotionele impact van een Pitfalls heeft het niet. De nummers 6 tot en met 10 kunnen in elke volgorde staan. Goede platen, maar alle een stuk minder gewaardeerd dan de bovenste 5.
1 | Caligula’s Horse | Charcoal Grace |
2 | Opeth | Last Will And Testament |
3 | Crippled Black Phoenix | The Wolf Changes Its Fur But Not Its Nature |
4 | Leprous | Melodies Of Atonement |
5 | JPEGMafia | I Lay Down My Life For You |
6 | Kristoffer Gildenlöw | Empty |
7 | Bent Knee | Twenty Pills Without Water |
8 | Rainbow Face | Enjoy This Ruin |
9 | Deep Limbic System | Katharsi |
10 | Dvne | Voidkind |
2024 was een mooi jaar voor progmuziek. Een jaar waarin de mastodonten van de dino acts, zoals ze eind zeventiger jaren van de vorige eeuw werden genoemd, het erg goed deden. Vandaar dat Anderson, Hackett en Gilmour ook in mijn lijstje staan. Ook de sterke comeback van Ritual was opmerkelijk, evenals de defintieve doorbraak van MEER. The Samurai Of Prog weten inmiddels elk jaar wel te scoren maar Time Voyager van het Italiaanse Barock Project overtrof alles dit jaar.
1 | Barock Project | Time Voyager |
2 | Jon Anderson & The Band Geeks | TRUE |
3 | The Samurai Of Prog | A Quiet Town |
4 | Big Big Train | The Likes Of Us |
5 | MEER | Wheels Within Wheels |
6 | HFMC | Eternal Snapshots |
7 | Steve Hackett | The Circus and the Nightwhale |
8 | David Gilmour | Luck and Strange |
9 | Magoria | Hollingsworth Mansion |
10 | Ritual | The Story of Mr. Bogd Part 1 |
Het was geen slecht progjaar, ook geen heel bijzonder. De nieuwe Gilmour vind ik vooral heel sfeervol. Andere veteraan Jon Anderson verraste me aangenaam. Met een paar andere erg goede platen werd het toch nog erg dringen in mijn top vijf. Totdat eigenlijk na de sluitingsdatum Broers + Klazinga nog langskwam met klassieke symfonische rock, met weelderig toetsenspel en buitengewoon smeuïg gitaarwerk, en ik was verkocht…
1 | Broers + Klazinga | Second Thoughts |
2 | David Gilmour | Luck and Strange |
3 | Jon Anderson and the Band Geeks | TRUE |
4 | Big Big Train | The Likes of Us |
5 | Barock Project | Time Voyager |
6 | Cyan | The Guardians |
7 | Anubis | The Unforgivable |
8 | Steve Hackett | The Circus and the Nightwhale |
9 | Lee Abraham | Origin of the Storm |
10 | Kaos Moon | The Goldfish |
Was 2023 – in mijn ogen – een minder jaar, 2024 is toch weer een goed prog jaar geworden. De ‘echte’ grote namen ontbraken nog steeds met nieuw werk, maar de live albums van o.a. Marillion, Ayreon en RPWL maakten dit meer dan goed. Ook mijn nummer 1 is een voortzetting van het voortreffelijke album “Weather Systems”. Nu maar hopen dat de gebroeders Cavanagh samen Anathema weer nieuw leven in blazen. Voor mij is de symfonische metal weer helemaal hot, een prachtig album van Nightwish, een soloalbum van Simone Simons en een mooi nummer van Xandria. Ook het live optreden van Epica scoort bij mij hoge ogen. Met nieuwe albums van Marillion, Dream Theater en Epica in het vooruitzicht, wordt 2025 wellicht een nog beter muzikaal jaar.
1 | Weather Systems | Ocean Without A Shore |
2 | Nightwish | Yesterwynde |
3 | Airbag | The Century Of The Self |
4 | God Is An Astronaut | Embers |
5 | Simone Simons | Vermillion |
6 | My Arrival | Lost 3mbers |
7 | Amarok | Hope |
8 | Pure Reason Revolution | Coming Up To Consciousness |
9 | Jordan Rudess | Permission To Fly |
10 | Armed Cloud | Nimbus |
In een jaar met veel degelijke, maar niet uitzonderlijke melodieuze progmetalalbums (Vanden Plas, Paralydium, Myrath, Rendezvous Point, Sunburst) werd ik het meest verrast aan de uiteinden van het ‘beukspectrum’. Aan de ene kant lichter werk van Kalandra, Kristoffer Gildenlow en Mile Marker Zero; aan de overzijde de furieuze progressieve death metal van Blood Incantation en Iotunn. Uiteindelijk vond Mile Marker Zero’s muzikale mix van Porcupine Tree met 80s/90s nineties rock (en een mooi nostalgisch concept) het vaakst zijn weg naar mijn CD-speler. Niet de meest progressieve, originele of uitdagende plaat van het jaar, wel de fijnste!
1 | Mile Marker Zero | Coming Of Age |
2 | Caligula’s Horse | Charcoal Grace |
3 | For All We Know | By Design Or By Disaster |
4 | Kristoffer Gildenlow | Empty |
5 | Iotunn | Kinship |
6 | Quantum | Down The Mountainside |
7 | Blood Incantation | Absolute Elsewhere |
8 | Opeth | The Last Will & Testament |
9 | Teramaze | Eli: A Wonderful Fall From Grace |
10 | Kalandra | A Frame Of Mind |
2024 was voor mij een modaal jaar zonder écht(e) hoogtepunt(en). Het viel mij op dat vooral oudgedienden van zich lieten horen. David Gilmour, Peter Gabriel, Steve Hackett en Jon Anderson brachten albums uit. O ja, ik vergeet bijna Neal Morse. Er waren nieuwe groepen, waarvan Parallels uit Zweden en het Duitse Vlyes er voor mij uitsprongen. Beiden met een line-up op leeftijd. Maar ook een oude nieuwe in de persoon van Merit Hemmingson (80 plus) viel mij op. En wat te denken van een andere tachtiger, veteraan Hans Lundin met Kaipa. Ik was aangenaam verrast met het derde album van Philhelmon, ook niet meer de jongste. Na vijftien jaar klopte ook de inmiddels 65-plusser Tomas Bodin aan de progdeur. Het zijn mijn lichtpuntjes, niet meer dan dat. Ik zie uit naar 2025.
1 | Barock Project | Time Voyager |
2 | Parallels | Exodus |
3 | The Madrigal Project | 11th Hour |
4 | Philhelmon | Into The Mist Of Time |
5 | Vlyes | Why |
6 | Huis | In The Face Of The Unknown |
7 | Kyros | Mannequin |
8 | Merit Hemmingson | Mother Earth Forever |
9 | The Master’s Brew | Elixer |
10 | Kaipa | Sommargryningsljus |
Voor mij was 2024 vooral kwantitatief een goed progjaar. Meer dan genoeg prima albums, maar na mijn top 3 (oké top 4) vind ik dat de albums wat inwisselbaar worden. Bijvoorbeeld Dilemma, The Pineapple Thief en Returned to the Earth vallen buiten de top 10 maar hadden daar ook wel in kunnen staan. De platen van Barock Project en Big Big Train ben ik sinds de release blijven draaien. The Revolultionary Army of the Infant Jesus vind ik zo’n bijzondere band, vandaar de top 3 notering. Believe brengt net dat beetje extra’s waardoor ik blijf luisteren. Op naar 2025!
1 | Barock Project | Time Voyager |
2 | Big Big Train | The Likes of Us |
3 | The Revolutionary Army of the Infant Jesus | The Dream We Carry |
4 | Believe | The Wyrding Way |
5 | Oliver Wakeman | Amam Cara |
6 | Jon Anderson and Band Geeks | TRUE |
7 | Lee Abraham | Origin of the Storm |
8 | Frant1c | A Brand New World |
9 | Huis | In The Face of the Unknown |
10 | Maya | Fading Tomorrow |
2024 was voor mijn muziekbeleving een jaar waarin diversiteit zegevierde. Hoewel mijn smaak de laatste jaren veranderd is naar de hardere metal-soorten, blinkt mijn jaarlijst desondanks uit in grote stijlverschillen. In de breedte daarvan vind ik 2024 ook een goed jaar, eigenlijk had ik aan een top 20 niet genoeg. Mijn nr. 1 staat op eenzame hoogte, ik ben totaal verplettert door deze plaat. Snoeihard, melodieus en met een geweldige zanger. De overige platen staan in willekeurige volgorde. Persoonlijk vind ik het mooi te zien dat er weer een aantal albums van Nederlandse bodem in staan. Goede albums van prog naar metal en elektronisch, en ik zal ze nog veel draaien in de toekomst.
1 | IOTUNN | Kinship |
2 | Mother Of Millions | Magna Mater |
3 | Infringement | Black Science And White Lies |
4 | Midas Fall | Cold Waves Divide Us |
5 | Kalandra | A Frame Of Mind |
6 | Habitants | Alma |
7 | DOOL | The Shape Of Fluidity |
8 | Riders Of The Universe | Right In Front Of You |
9 | Mayfire | Cloudscapes & Silhouettes |
10 | Cathubodua | Interbellum |
Deel 2 van de special Focus op Focus start vanaf de kortstondige reünie in 1983, toen Jan Akkerman en Thijs van Leer probeerden de chemie te hervinden. Uiteindelijk leidde het toch weer tot een relatie die explosief ontbrandde. Nadien was het alleen nog Van Leer zelf die onder de naam Focus nieuwe muziek opnam, met Nederlandse topmuzikanten. De beperking tot het simpelweg nummeren van de albumtitels laat de refocus echter al wel zien. De aandacht voor Focus wereldwijd is evenwel nooit verloren gegaan, mede met dank aan het nodige ‘Hocus Pocus’ in een voetbalspotje.
Met deze special complementeert Progwereld alle recensies van de studioalbums van Focus tot aan de recente uitgave van “Focus 12”. Al die albums, de muziek waarmee deze bijzondere Nederlandse band de wereld versteld liet staan met zijn eigenzinnige prog achter de dijken.
Het eerste deel van de special vind je hier.
Deel 2
De Reünie – 1983 -1999 – Return to focus
Zeven jaar na hun gebrouilleerde relatie werd er vanuit het management voorzichtig contact gezocht om Jan Akkerman en Thijs van Leer weer samen te laten werken. In 1983 stemde Akkerman in met het idee en Van Leer accepteerde de uitnodiging. Na over en weer wat mee te spelen, tekenden ze een platencontract om als duo een album onder de naam “Focus” op te nemen. Na vele maanden van opnamen in de studio werd onder druk van de platenmaatschappij producer Ruud Jacobs ingeschakeld om de plaat tijdig af te ronden om zo verdere productiekosten te besparen. Uiteindelijk werden met een aantal extra muzikanten in 1984 ongeveer dertig nummers voltooid.
Of de producer hieruit daadwerkelijk de sterkste nummers heeft gekozen voor een snellere voltooiing, weten we (nog) niet. Er ligt nog zeker twee uur aan onuitgebracht materiaal op de plank. Wat we wel weten is dat keuzestress en beslissingen over de geselecteerde nummers over en weer tot spanningen leidden.
Het album “Focus” werd uiteindelijk uitgebracht in maart 1985 en bereikte nummer 33 in Nederland. Het werd een nieuwerwets Focus-album met smooth jazz. Na enkele promotievideo’s en een lokale tour van vier concerten was de samenwerking weer voorbij. Deze bracht niet het succes waar men op hoopte. Geen hitsingle, geen extra geld voor promotie vanuit de platenmaatschappij, dus: project ter ziele en de kloof tussen Akkerman en Van Leer was groter dan ooit.
Na de reünie van Focus op 20 april 1990 voor Veronica Goud van Oud stonden Akkerman en Van Leer op 10 juli 1993 voor het laatst samen op het podium. Dat was tijdens het North Sea Jazz Festival in Den Haag, als eerbetoon aan de overleden concertpromotor Paul Acket. Hij had met name in de begindagen van Focus veel voor de groep betekend. Van Leer speelde mee als ‘special guest’ tijdens een optreden van de Jan Akkerman Band. Het zou acht jaar duren voordat Van Leer Focus, onder zijn leiding, met nieuwe muziek en nieuwe bandleden, een nieuw leven inblies.
De reformatie – 2001-2009 – Re-Focus
Muzieksessies in 2001 met zijn stiefzoon leidden tot het besluit van Van Leer om, gewoon voor de lol en vooral niet te serieus, weer live te gaan optreden met een Focus-tributeband, genaamd Hocus Pocus. Na enkele goed ontvangen optredens in het land ging deze groep opnieuw de naam Focus gebruiken. Met een nieuwe manager en boekingsagent kwamen er verschillende aanbiedingen om wereldwijd op te treden en een nieuw album op te nemen. “Focus 8” werd opgenomen tussen februari en juli 2002, eind 2002 uitgebracht en ondersteund met een wereldtournee.
“Focus 8” bleek een herhaling van zetten te zijn. Het nummer Rock & Rio had net zo goed Hocus Pocus 2 kunnen heten en het duo-nummer Brother en Blizu Tebe had ook Tommy 2 en 3 genoemd kunnen worden, maar het klinkt wel heerlijk. De focus ligt meer op de melodieuze muziekstijl van de jaren 70, maar dan met een modern geluid. Van Leer kon het niet laten om met het bonusnummer Flower Shower weer alle absurdistische remmen los te gooien om er een hotsknotsbegonia-stuk van te maken met als slotregel: “Lang zal tie leven!” Ja, er zat weer leven in Focus, zodat in september 2006 “Focus 9/New Skin” werd uitgebracht; opnieuw muziek van de oude Focus, in een nieuw jasje. En de humor zit niet alleen verstopt in grappig bedoelde titelnummers zoals, Hurkey Turky, Aya-Yuppie-Hippie-Yee, European Rap(sody). Verwijzingen naar oude successen zoals in Sylvia’s Stepson – Ubutuba ontbreken evenmin.
Focus op het hier en nu – jaartallen – Focus Now
In mei 2010 nam Nike Hocus Pocus op als het muzikaal hoofdthema in haar FIFA Wereldbeker-commercial van dat jaar. De advertentie werd wereldwijd op televisie uitgezonden, wat hernieuwde belangstelling voor de band wekte en ertoe leidde dat Hocus Pocus op nummer 57 in de UK Singles Chart terechtkwam. In 2011 samplede de Amerikaanse rapper J. Cole Hocus Pocus voor de game MLB 11: The Show. Zelfs een super progband als Transatlantic nam zowel Hocus Pocus als Sylvia op als bonustracks op hun albums of speelde het live. De muziek van Focus leeft voort in vele vormen.
Met albumhoezen aan de hand van Roger ‘Ýes’ Dean bracht de band in november 2012 zijn elfde studioalbum, “Focus X”, uit, dat muzikaal leunde op de oude Focus en wat jazz. Dat sloeg in 2016 compleet door in het volgende album, “Focus 8.5/Beyond the Horizon”. Dat leek onlogisch genummerd, maar toch klopt het. Tijdens pauzes in hun Zuid-Amerikaanse tournee in 2005 werd met Braziliaanse muzikanten het nodige gejamd. Deze opnames met free latin jazzmuziek zagen pas jaren later, onder de naam Focus, het licht. Dit had beter ergens in een donker obscuur Zuid Amerikaans café kunnen blijven liggen, want hoe goed ook gemusiceerd, het heeft weinig in zich waar Focus om bekend is en voor staat.
Optredens liepen door, gitaristen en bassisten kwamen en vertrokken, waarna in 2018 het studioalbum “Focus 11” uitkwam. Het was er opnieuw eentje uit de categorie oude wijn in nieuwe zakken. Het smaakt herkenbaar maar laat geen indruk achter om het opnieuw te nuttigen. Oude etiketten blijken toch nostalgisch te zijn zodat Focus ons in 2024 verraste met een nieuw album “Focus 12” en opnieuw weer een wereldtournee
Terugkijkend naar de beginjaren, gebruikten Jan Akkerman en Thijs van Leer in Focus klassieke thema’s als bron in hun muziek die bestond uit rock, blues, jazz en een vleugje folk. Wat zij maakten was niet alleen de meest creatief hoogstaande en baanbrekende progressieve rock vanuit Nederland in de hele proggeschiedenis. Commercieel gezien was Focus ook een van de succesvolste bands uit de lage landen. Wat dat aangaat was de naam Focus door Jan Akkerman goed gekozen. Overal ter wereld kent en weet men wat Focus betekent en de (h)erkening is overal hetzelfde. Serieuze muziek waar ook met een glimlach naar geluisterd kan worden. Wie doet hen dit na?
Dit zagen we bij Progwereld even niet aankomen. Thijs van Leer en oud-compaan Pierre van der Linden, 75 en 78 jaar jong, gaan met Focus op wereldtournee en brengen en passant ook nog een nieuw album uit: “Focus 12”. Wat we ook niet in de gaten hadden, was dat er een flinke hiaat zit in het vastleggen van de legacy van Focus op onze website Progwereld.org. Tot onze verbijstering en schaamte bleek dat van de meest progressieve van alle Nederproggroepen, met ongekend wereldwijd succes, baanbrekend instrumentaal werk en (ooit) ‘s wereld beste gitarist in haar gelederen, nog niet alle albums gerecenseerd zijn.
Daar gaan we wat aan veranderen, door alle ontbrekende studioalbums te recenseren en dit eerherstel te beginnen met de Focus-special Focus op Focus. Deze is geschreven door Jos Driessen, met inhoudelijke bijdragen van Jan Akkerman/Focus-biograaf Wouter Bessels.
Focus op Focus
Deel 1
De formatiejaren (1969 tot 1972) – In focus
Het was Jan Akkerman die tijdens een urenlange jam-try-outsessie in november 1969, niet alleen de eerder opgerichte groep van zanger en fluitist Thijs van Leer zijn definitieve naam meegaf, maar ook de ontbrekende gitarist was die nodig was voor wereldwijde faam. In hun eerste zoektocht naar meer werk en een vast inkomen speelde Focus mee met de Nederlandse productie van de rockmusical Hair. Naast de zes nachtelijke optredens per week gaf het hen de ruimte om een half jaar lang ’s middags gratis te repeteren en hun apparatuur op te slaan. Dit vormde een goede basis, waarna ze steeds meer eigen lokale en enkele (eerste) internationale optredens konden verzorgen.
Tijdens hun vrije tijd werd er studiotijd geboekt in Londen om hun eerste album “Focus Plays Focus” op te nemen, in januari 1970. Van Leer voelde dat het zingen van Engelse teksten met een buitenlands accent niet hun sterkste kant was, wat de groep inspireerde om juist instrumentaal sterker te worden.
Na het opnemen van “Focus Plays Focus” had de band moeite om een label te vinden dat bereid was het uit te brengen. Acht maanden later veranderde hun geluk en meteen ook voor altijd, nadat Akkermans House of the King werd toegevoegd aan de tracklist. Hoewel het album, ook bekend onder de internationale releasetitel “In and Out of Focus”, weinig aandacht kreeg, leverde het Focus zijn eerste Edison Award als waardering op. Het in januari 1971 als single uitgebrachte House of the King ging naar nummer 10 op de Nederlandse hitlijst en leverde de band zijn eerste commerciële succes op.
Eind 1970 ontstonden de eerste spanningen tussen de Jan Akkerman en Thijs van Leer, omdat ze met elkaar in conflict waren over de voortzetting of vervanging van de ritmesectie dan wel het ontslag van de gitarist zelf. Uiteindelijk kwam er een nieuwe bassist en een drummer in de persoon van Pierre van der Linden, die vanaf die tijd min of meer de personificatie was van het opendeurenbeleid.
De doorbraak (tot 1978) – Focus wijd open
Na repetities in Kasteel Groeneveld in Baarn nam de band in april en mei 1971 “Focus II” op in Londen, waar de progressieve rock verkend werd met jazzfusion en klassieke muziekstukken. Akkerman veranderde zijn geluid en ging van een Gretsch White Falcon gitaar naar een agressiever klinkende Gibson Les Paul Custom uit 1957.
“Focus II”, later bekend onder de internationale titel “Moving Waves”, kreeg louter positieve reacties, werd de internationale doorbraak van de band en bereikte nummer 2 in het Verenigd Koninkrijk, nummer 4 in Nederland en nummer 8 in de Verenigde Staten. Het album leverde Focus een Conamus Export Award op, hun tweede Edison Award en gouden certificeringen in de drie bovengenoemde landen. De Amerikaanse onderscheiding werd in 1973 uitgereikt voor de verkoop van 500.000 exemplaren.
De release van Hocus Pocus als single droeg bij aan het succes. Dit nummer piekte op nummer 20 in het Verenigd Koninkrijk, op nummer 12 in Nederland en bereikte vooral een nieuw publiek. Tussen de opnamen en de release van “Moving Waves” onderging Focus verdere wijzigingen in de line-up.
De eerste Britse tournee van de band, in 1972, leverde radio-uitzendingen op BBC Radio 1 en hun Britse televisiedebuut in de BBC-muziekshow The Old Grey Whistle Test op. In de daaropvolgende maand werden ze verkozen tot Brightest Hope door lezers van Melody Maker en Best New Talent door lezers van New Musical Express.
In de tussentijd hadden ze een aanzienlijke hoeveelheid materiaal geschreven, wat leidde tot het dubbelalbum “Focus 3”, dat in juli 1972 in Londen werd opgenomen. Bij de release in november 1972 stond het album een week lang op nummer 1 in Nederland, nummer 6 in het Verenigd Koninkrijk en nummer 35 in de Verenigde Staten. Sylvia bereikte als single nummer 4 in het Verenigd Koninkrijk in januari 1973, de week nadat Hocus Pocus zijn hoogtepunt bereikte op dezelfde hitlijst. Dit was de eerste keer in tien jaar dat een band gelijktijdig twee instrumentale nummers in de Britse Top 40 had staan.
Ter ondersteuning van dit album begon Focus aan de grootste tour sinds zijn oprichting, waaronder een eerste Noord-Amerikaanse tournee in 1973. Hierbij ondersteunde de band verschillende acts, waaronder Gentle Giant, Frank Zappa en Yes en drukte platenfabriek Polydor tien dagen lang alleen maar Focus op vinyl om aan de vraag te voldoen.
Door het uitgebreide toeren was de band begin mei 1973 fysiek en mentaal uitgeput, waardoor hun enthousiasme om in Londen nieuw groepsmateriaal voor hun vierde studioalbum te schrijven en op te nemen, afnam. Of het de onwil was van Akkerman om deel te nemen aan de sessies, of om zijn ‘geweldige ideeën’ die hij het afgelopen jaar had geschreven, opzij te zetten; of dat het de gevolgen van een jaar eerder waren waarin de broer en vader van Akkerman werden ontslagen omdat Van Leer en manager De Jong vonden dat Focus professioneler moest gaan opereren. Het leidde hoe dan ook de ontbinding van het partnerschap Akkerman/Van Leer in.
Er werd ongeveer veertig minuten aan nummers opgenomen zonder dat partijen gezamenlijk aanwezig waren. De sessie-opnamen werden niet uitgebracht en belandden pas jaren later, in 1976, na herschikking, op “Ship of Memories”.
Uiteindelijk werd het livealbum “At the Rainbow” uitgebracht, dat nummer 23 in het Verenigd Koninkrijk bereikte. De band ontving vervolgens een Billboard Trendsetter Award voor hun succes nadat ze twee gouden albums hadden behaald, een combinatie van de verkoop van een miljoen exemplaren in de Verenigde Staten, en één gouden single. En passant werd Jan Akkerman in oktober 1973 in de Melody Maker Poll (terecht) uitgeroepen tot de beste gitarist van de wereld. In een tijdperk waarin vele gitaargoden de spotlights opeisten was hij het juist die baanbrekende technieken op de zes snaren toepaste.
Van januari tot maart 1974 nam Focus met toenemende spanning “Hamburger Concerto” op in Londen. Waar Van Leer en consorten overdag samenwerkten, speelde Akkerman ’s avonds zijn partijen in. Het album kent vele klassieke muziekinvloeden, waaronder de aangepaste Delitæ Musicæ Cantiones van de Nederlandse componist Joachim van den Hove, met Akkerman op luit. De humor zit alleen nog in de albumtitel, waarvoor Akkerman geïnspireerd raakte door een hamburger in zijn hotelkamer in New York City te eten, terwijl hij tekenfilms keek, en in het nummer Harem Scarem. Dat was een poging van Van Leer om een Hocus Pocus-achtig stuk te schrijven, maar dit slaagde niet als hitsingle.
Uitgebracht in mei 1974, bereikte het nummer 5 in Nederland en nummer 20 in het Verenigd Koninkrijk, hierna volgde een wereldtournee.
De ontbinding – 1978 – Out of Focus
In 1975 kwam de band in België bij elkaar om “Mother Focus” te repeteren en op te nemen. Het ontbreken van collectieve leiding, de verplichting van het platencontract om elk jaar één studioalbum te produceren en de druk van het toeren, in combinatie met een algehele desinteresse van de band, had invloed op de nummers. Bovendien bleef Akkerman delen afzonderlijk opnemen, wat zijn relatie met Van Leer niet ten goede kwam. Experimenten met een drummachine leverden over en weer op ook nog eens het nodige gooi-en-smijtwerk met alle gevolgen van dien.
Uitgebracht in oktober 1975, bleek “Mother Focus” volledig af te wijken van hun oude klassieke en door jazz beïnvloede geluid. Het album bevatte kortere, commercieel toegankelijke nummers met weinig ruimte voor improvisatie en jammen. Het album bereikte nog wel nummer 23 in het Verenigd Koninkrijk, maar werd niet positief ontvangen. Akkerman weigerde het materiaal live uit te voeren. Daarnaast waren de meningsverschillen over de te volgen muzikale koers zo groot geworden, dat hij, op verzoek van Van Leer, in februari 1976 Focus verliet dan wel ontslagen werd.
De druk werd nog groter omdat Van Leer een deal had getekend met EMI om een nieuw album op te nemen. Om mogelijke juridische stappen te voorkomen vonden de opnamen in december 1977 in Nederland plaats. Met het oog op het scoren van hits werd een zoektocht gestart naar een geschikte zanger. In de Amerikaan PJ Proby dacht men deze te hebben gevonden. De sceptici kregen gelijk, want de zanger maakte toen net een periode van zwaar alcoholmisbruik door. De release van het teleurstellende “Focus con Proby” in februari 1978 werd door de Britse markt al genegeerd, en na een handvol optredens in Nederland trok Van Leer in augustus 1978 de stekker uit Focus.
Een tijdperk werd afgesloten waarin de klasse van Focus zat in de verbinding tussen flegmatiek spel en gevoelige emotie, zonder de parodie als humoristisch element te schuwen om aan te geven dat niet alles serieus genomen moet worden. En dat allemaal instrumentaal. Focus speelt in de basis serieuze muziek waarin klassieke muziek vermengd wordt met jazzinvloeden, met jolijt als noodzakelijke ontspanning en een ontsnappingsroute om het luchtig te houden met introspectieve dwarsfluit, driftig gebruik van de Hammond en waanzinnige gitaarsolo’s van Jan Akkerman. Als gitarist behoorde hij op een gegeven moment tot de beste van de wereld, met een gedetailleerde oog hand coördinatie waarin hij laat zien en natuurlijk vooral horen dat zijn gitaarstijl voornamelijk in de details zit, terwijl het grote geheel vooral robuust en rauw klinkt.
Focus, met Thijs van Leer en Jan Akkerman, mag trots zijn op hun muzikale nalatenschap uit de roemruchte (prog)jaren 70. Maar, het hele verhaal van Focus is hiermee nog niet verteld. Zij gingen zich nog een keer herfocussen.
In Nederland stikt het van de musea, in totaal zijn er zo’n 500 officieel geregistreerde museale instellingen. En die hebben een veelvoud aan zaken tot onderwerp, van aardrijkskunde tot zeevisserij. Maar, heel opvallend, er is maar één museum dat de Nederlandse popmuziek tot object heeft verheven: RockArt in Hoek van Holland is hét Nationaal PopMuseum. Ik had al vaak gehoord en gelezen over die bijzondere collectie aan rock- en popmemorabilia die onder de noemer RockArt sinds 1994 bij elkaar is gebracht door oprichter Jaap Schut en een groep gepassioneerde vrijwilligers. Maar het was er nog niet van gekomen om ook daadwerkelijk een bezoek te brengen, daar zou op een zonnige zondagmiddag in april 2024 verandering in komen.
Samen met mijn zoon toog ik naar de badplaats aan de Nieuwe Waterweg, op zoek naar de locatie. Die vonden we al snel, op een steenworp afstand van de Stena Line terminal, in een ongezellig, onopvallend bedrijventerrein. De entree springt direct in het oog: planten, een reusachtige afbeelding van een single en een zitje nodigen uit om naar binnen te gaan. Dat doen we dus ook, uiteindelijk zijn we hier speciaal voor gekomen. Het is behoorlijk donker binnen, kan ook niet anders in een industriële loods, want daarin is het museum gevestigd. Je komt binnen in het zakelijke gedeelte, een platenzaak, annex memorabiliaverkoop; het museum voorziet in een deel van hun inkomsten door de verkoop, rechtstreeks of via een website, van platen, cd’s en aanverwante artikelen.
Tegen betaling van € 9,- per persoon mogen we doorlopen naar het heilig der heiligen. Niet bepaald goedkoop, maar betaalbaar en acceptabel, zeker gezien het unieke karakter. Want uniek is het, hier in dit donkere hol annex museum. Het lijkt meer op een zwaar uit de hand gelopen hobby, de overtreffende trap van een mancave. Dat blijkt al direct bij binnenkomst, je weet amper waar je moet kijken. Mijn oog valt direct op een vitrine met zilveren platen, mondharmonica’s en blokfluiten, tastbare herinneringen aan de Haagse Golden Earring(s). Daarnaast een vitrinekast met aandenkens aan het eerste popfestival in Europa, het Kralingen Popfestival, ik heb er ooit nog wel eens wat over geschreven. Ik kijk mijn ogen uit, ben mijn zoon al lang kwijt. Hoewel, in deze krap bemeten ruimte kun je niet echt iemand kwijtraken.
Er lijkt toch enige structuur in deze op het oog chaotische opstelling te zitten. Allereerst is daar het hoofdthema: de al genoemde Golden Earring(s). Met medewerking van (ex-)leden, fans en medewerkers van de band is een schat aan zaken verzameld die zijn weerga niet kent. Wat te denken van gouden, platina en zilveren platen, originele instrumenten, zelfs een meubelstuk. Te veel om op te noemen, de liefde voor de Haagse formatie is duidelijk zichtbaar in de verzameling.
Maar ook die andere wereldberoemde Haagse groep is ruim vertegenwoordigd: Shocking Blue. In een speciale bolvormige vitrine staan een paar pronkstukken: een prachtige semi-akoestische twaalfsnarige Coral gitaar en gouden en zilveren exemplaren van hitsong Venus, wat anders. Maar ook andere (Haagse) bands als Q65, The Haigs, Sandy Coast en het Delftse Tee Set ontbreken niet. De nadruk ligt op de jaren zestig en zeventig, de bloeitijd van de Nederlandse pop en rock. De collectie is gerust eclectisch te noemen, wat te denken van een paar jurken van Songfestivalwinnares Lenny Kuhr, het masker van ZZ en een door het Amsterdamse kunstcollectief The Fool beschilderde Gibson SG naar het voorbeeld van Eric Clapton.
Er is behoorlijk wat ruimte gereserveerd voor de zeezenders, de radiopiraten uit die periode. Met onder andere een volledig nagebouwde studioruimte van het legendarische Radio Veronica, compleet met de originele apparatuur. Dat laatste geldt ook voor de oorspronkelijke opnamestudio voor het nummer Venus, pure nostalgie. Er staat een arsenaal aan muziekinstrumenten, waaronder een origineel drumstel uit 1959 van Electric Johnny and his Skyrockets, de gitaar die George Kooymans gebruikte in de videoclip voor When The Lady Smiles en een drumstel van de Earring toen de ‘s’ nog als toevoeging aan de naam zat. Maar ook een schitterende Gretsch Chet Atkins van gitarist Eddy Christiani, een Roland gitaarsynthesizer van Jan Akkerman en een Les Paul Sunburst van Andy Tielman (Tielman Brothers).
Er loopt een aantal toegewijde vrijwilligers rond in het pand die je met veel plezier en deskundigheid wegwijs maken in de wirwar van tentoongestelde objecten. De liefde en passie voor de muziek hebben zij met elkaar gemeen, het is alsof je in een warm bad bent gestapt. De ouderwetse bar op de begane grond is een prima pleisterplaats om een boompje op te zetten.
Voor de echte progfanaat is het aanbod karig: ik detecteer een paar van Kayak afkomstige instrumenten zoals een Rickenbacker basgitaar, een akoestische gitaar en een wel heel bijzonder toetseninstrument: een originele Mellotron die nog aan Max Werner (die op 9 april 2024 overleed) heeft toebehoord. Maar weinig tot niets van Focus, een klein beetje Earth & Fire, en helemaal niets van Solution of Alquin, toch niet de minsten. OK, net als elke verzameling moeten ook hier keuzes gemaakt worden. Er is dit keer ook een kleine sectie gewijd aan de Rolling Stones met onder andere een podiumkostuum van Bill Wyman, de man moet de lengte van een volwassen tuinkabouter hebben gehad.
Het is even uitkijken op de trap naar een bovengelegen etage voor nog meer instrumenten en zelfs een volledig aan de jaren 70 gewijde ruimte. Dan blijkt ook de beperking van de huisvesting: een aantal stukken kan slechts van afstand bekeken worden of is zelfs afgesloten voor het publiek, jammer. Het heeft allemaal te maken met het feit dat de verzameling volledig uit zijn voegen is gegroeid en dat een verhuizing naar een grotere ruimte inmiddels een noodzaak is geworden. Helaas, ambtelijke/gemeentelijke molens draaien langzaam en een structurele oplossing is momenteel niet voorhanden. Als dat ooit het geval is zal het museum alleen nog maar aan aantrekkingskracht winnen. Dan kan de verzameling eindelijk zodanig tentoongesteld worden dat de individuele stukken optimaal tot hun recht komen. Met bijvoorbeeld de mogelijkheid om bepaalde instrumenten ook echt uit te proberen, zoals een van de vrijwilligers mij toevertrouwde. En kunnen de zaken die nu nog ergens in opslag liggen ook vanonder het stof gehaald worden om te schitteren zoals zij dat ooit gedaan hebben in hun glorieperiode. Ik wens het ze toe, de sympathieke mensen achter dit excentrieke, maar oh zo charmante museum(pje) op dat onpersoonlijke industrieterrein in Hoek van Holland.
Tip: combineer je bezoek aan RockArt met een visite aan het Atlantik Wall museum of Fort 1881 in datzelfde Hoek van Holland, ruimschoots de moeite waard!
Info:
Locatie:
Zekkenstraat 42
3151 XP Hoek van Holland
Mede door de ruimhartige bijdragen van jullie als lezers eind 2022, werden in 2023 spijkers met koppen geslagen. Maandag 20 november 2023 was een heuglijke dag voor Progwereld. Op die dag werden bij de notaris de officiële handtekeningen gezet. Daarmee is Progwereld omgevormd tot Stichting Progwereld. Iets waar jullie naar wij hopen niets van gaan merken. Progwereld is als rechtspersoon evenwel beter in staat om de continuïteit van zijn activiteiten te garanderen en een meer aantrekkelijke partij voor lezers/donateurs/zakelijke contractpartijen bij donaties, sponsoring (ANBI) en het aangaan van zakelijke overeenkomsten.
Het aanstellen van een hoofdredacteur heeft de professionaliteit van Progwereld nog een extra impuls gegeven. Daarnaast onderging mede door jullie steun onze nieuwsbrief een flinke upgrade. Zo kun je nu vanuit de nieuwsbrief in je mailbox rechtstreeks doorklikken naar een recensie, nieuwsartikel of column. Dat vonden we zo mooi dat we de nieuwsbrief nieuwe stijl enkele weken dubbel stuurden. Op de valreep introduceerden wij een Progwereldse playlist op Spotify. Het aantal volgers is nu al spectaculair.
Op het redactionele front deed oprichter Maarten Goossensen in 2023 een stapje terug en droeg hij het stokje over aan ondergetekende. Het waarom kun je hier teruglezen. Met Roger Pruppers hebben we er een nieuwe recensent bij die zich vooral zal buigen over het hardere werk. Daarnaast keerde Ralph Uffing na een time-out terug op het nest.
In vogelvlucht vatten wij het progjaar 2023 samen aan de hand van onderstaande jaarlijsten van onze teamleden. Ieder teamlid heeft in één alinea zijn nummer 1, zijn hele lijst of dit progjaar samengevat. Deze individuele lijstjes leveren een Progwereld top 10 op. Die onthouden wij je ook niet.
Zoals gebruikelijk was er ook in dit jaar verhoudingsgewijs veel ruimte voor albumrecensies. Concertbezoek stond dit jaar op een iets lager pitje. Of dat de naweeën zijn van corona, wie zal het zeggen. Daartegenover stond dat we verslag deden van concerten in het buitenland, zoals het optreden van Big Big Train in Londen en het optreden van Steve Hackett in Wuppertal (Duitsland). Maar we bezochten ook de reizende tentoonstelling The Art Of Hipgnosis in Groningen en de film “Squaring The Circle” van Anton Corbijn.
Ook de columns deden het goed. Zo schreven wij onder meer gedachtenspinsels over Chat GPT (twee keer zelfs), de Metal – RIO Schaal (tuinde jij daar ook in?), de ZZP-er en de Koekoek. Verder publiceerden wij onder regie van Friso Woudstra interessante specials over de Argentijnse progband Arco Iris en de Tsjechische groep Blue Effect. Niet direct namen die bij de gemiddelde progger in het geheugen gegrift stonden.
Met in het Progvizier de verwachte albums en concerten in 2024, belooft ook dat een uitdagend jaar te worden. Zoals jullie van ons gewend zijn volgen we de ontwikkelingen in de progwereld op de voet en zullen daar verslag van doen. Mis je iets? Wij staan open voor jullie tips en suggesties.
Namens het hele team wensen we je een gelukkig, gezond en progressief 2024!
Hans Ravensbergen,
Hoofdredacteur
Hieronder tref je de top tien over 2023 van alle Progwereld-medewerkers aan.
We hebben alle lijstjes van de redactieleden naast elkaar gelegd. De eerste van elke lijst kreeg 10 punten, de tweede 9 en zo verder. Dat leverde het volgende totaaloverzicht op.
Band / Artiest |
Album |
1. Moon Safari | Himlabacken Vol. 2 |
2. Peter Gabriel | i/o |
3. Steven Wilson | The Harmony Codex |
4. AVKRVST | The Approbation |
5. Riverside | ID.Entity |
6. Jordsjø | Salighet |
7. Edward Reekers | The Liberty Project |
8. Earthside | Let the Truth Speak |
9. Unitopia | Seven Chambers |
10. The Anchoret | It all began with Loneliness |
De individuele lijstjes zien er zo uit:
Ik vond 2023 een heel mager jaar als het gaat om prog. Gelukkig waren er een paar lichtpuntjes. Het nieuwe album van Haken is echt geweldig, na de muzikale krachtpatserij van Vector en Virus. Hoe goed i/o van Peter Gabriel is, kwam voor mij als een volslagen verrassing. En bij het verschijnen van The Harmony Codex dacht ik dat dit mijn absolute nummer 1 zou worden, maar hoe vaker ik hem luister, hoe verder hij naar onderen zakt. Het pakt me helaas gewoon niet meer na meerdere luisterbeurten.
Band / Artiest |
Album |
1. Haken | Fauna |
2. Peter Gabriel | i/o |
3. RPWL | Crime Scene |
4. Steven Wilson | The Harmony Codex |
5. Riverside | ID.Entity |
6. Jordsjø | Salighet |
7. Soen | Memorial |
8. Einar Solberg | 16 |
9. Jethro Tull | Rökflöte |
10. Amplifier | Hologram |
Verrassing van het jaar voor mij was I Am The Manic Whale, relatief onbekend met de bestaande catalogus van deze heren. Onvervalste progressieve rock uit Engeland, uitgevoerd door uitstekende musici. Prachtige melodieën en interessante verhaallijnen, verpakt in een rasecht conceptalbum. Invloeden van Big Big Train en in het voorbijgaan gebruikmakend van hun geluidstechnicus. Mijn gedoodverfde nummer 1 totdat PG langs kwam.
Band / Artiest |
Album |
1. Peter Gabriel | i/o |
2. I Am The Manic Whale | Bumper Book of Mystery Stories |
3. Moon Safari | Himlabacken Vol. 2 |
4. Steve Thorne | Malice in Plunderland |
5. Lazuli | Onze |
6. Steven Wilson | The Harmony Codex |
7. Jethro Tull | RökFlöte |
8. The Flower Kings | Look At You Now |
9. Trevor Rabin | Rio |
10. Cyan | Pictures From The Other Side |
In de breedte was 2023 een prima progjaar met iedere week wel een nieuw album voor elk wat wils. Echter, van de ”Grote Prognamen” kwamen voor mij louter teleurstellende albums voorbij. Ze staan dan ook niet in mijn top 10, al zijn ze niet minder dan de albums die de podiumplaatsen net niet hebben gehaald, alleen verwacht je juist van hen veel meer. Er is ook hoop, dankzij AVKRVST met hun indrukwekkend debuutalbum The Approbation.
Band / Artiest |
Album |
1. AVKRVST | The Approbation |
2. Peninsula | Anemoia (A Memory In Nine Movements) |
3. Earthside | Let the Truth Speak |
4. The Black Cat’s Eye | The Empty Space Between A Seamount And Shock-Headed Julia |
5. Giant Sky | Giant Sky 2 |
6. The Emerald Dawn | In Time |
7. Northodoxian | Northodoxian |
8. Mariusz Duda | Afr AI D |
9. IO Earth | Sanctuary |
10. Anubis Gate | Interference |
2023 was voor mij een vreemd (prog) jaar. Het was het jaar waarin ik een stap terug deed en de dagelijkse leiding overdroeg aan Hans Ravensbergen. Het was ook het jaar van een enorme muziekdip. Zelden hoorde ik zo weinig nieuwe albums. De ommekeer kwam met de nieuwe Steven Wilson en de zalige, pakkende muziek van Moon Safari, Oblivion Protocol en tRKProject. De passie is weer terug, op naar 2024!
Band / Artiest |
Album |
1. Steven Wilson | The Harmony Codex |
2. Moon Safari | Himlabacken Vol. 2 |
3. Oblivion Protocol | The Fall Of The Shires |
4. tRKProject | Odyssey999 |
5. Mice On Stilts | I Am Proud Of You |
6. Fish On Friday | 8mm |
7. Earthside | Let the Truth Speak |
8. Monarch Trail | Four Sides |
9. Dominic Sanderson | Impermanence |
10. Jordsjø | Salighet |
Band / Artiest |
Album |
1. Steven Wilson | The Harmony Codex |
2. Edward Reekers | The Liberty Project |
3. Subsignal | A Poetry Of Rai |
4. Southern Empire | Another World |
5. OK Goodnight | The Fox And The bird |
6. Moon Safari | Himlabacken Vol. 2 |
7. Stefano Panunzi | Pages from The Sea |
8. The View Inside | Strange Destinations |
9. Riverside | ID.Entity |
10. Crown Lands | Fearless |
2023 was geen slecht jaar voor progrock. Unitopia leverde met Seven Chambers voor mij de ultieme mix van melodie, ritme, harmonie en muzikaal vakmanschap af. Op de voet gevolgd door de glorieuze terugkeer van Moon Safari, de band die zichzelf met Himlabacken Vol. 2 de spreekwoordelijke schop onder de kont verschafte. Peter Gabriel overtrof zichzelf met i/o, vooral de Inside Mix op de blu ray-schijf klinkt zó mooi…
Band / Artiest |
Album |
1. Unitopia | Seven Chambers |
2. Moon Safari | Himlabacken Vol. 2 |
3. Peter Gabriel | i/o |
4. The Samurai Of Prog | The Man In The Iron Mask |
5. The Flower Kings | Look At You Now |
6. Rafael Pacha | A Bunch Of Forest Songs |
7. District 97 | Stay For The Ending |
8. Tiger Moth Tales | The Turning Of The World |
9. Edward Reekers | The Liberty Project |
10. Trevor Rabin | Rio |
Als er één band is die mij steeds weer weet te raken, dan is het IO Earth wel. Dat lukte deze Britten met “Sanctuary” opnieuw, met veelstijlige bombast, hemelse zang en verschroeiende gitaarpartijen, naast hele kleine melodietjes, zoals het schitterende Close By. In het niet heel bijzondere progjaar, met wel een flinke stapel behoorlijk goede platen, is er een eervolle tweede plaats voor het Nederlandse project The Foundation, met “Mask”. Deze klassieke symfonische rock is een kolfje naar mijn hand.
Band / Artiest |
Album |
1. IO Earth | Sanctuary |
2. The Foundation | Mask |
3. La Bocca della Verità | [Un]connected |
4. Unitopia | Seven Chambers |
5. Jordsjø | Salighet |
6. Moon Safari | Himlabacken Vol. 2 |
7. The Chronicles of Father Robin | The Song & Tales of Airoea – Book 1 |
8. RPWL | Crime Scene |
9. Nexus | Insania |
10. Phoenix Again | Vision |
Na een paar betere jaren in de Progmuziek was 2023 toch een beduidend minder goed jaar. De ‘grote namen’ bleven achter, omdat ze ofwel dit jaar geen album uitbrachten (gelukkig wel een mooi livealbum van Marillion) of het muzikaal over een andere boeg gooiden. Steven Wilson is al een tijdje een voor mij te poppy weg ingeslagen, Peter Gabriël weet mij niet te overtuigen (dan hoor ik toch liever zijn albums uit de vorige eeuw) en Arjen Lucassen is ook niet vernieuwend bezig (en komend jaar duikt hij wederom in het verleden). Gelukkig zijn er wel een paar mooie nieuwe ontdekkingen, zoals Edward Reekers die zijn leermeester overtreft, AVKRVST die bij meerdere van mijn collega’s tot de ontdekking van het jaar gerekend wordt en Entering Polaris en The Chronicles of Father Robin die in 2023 aan een indrukwekkende reeks albums zijn begonnen.
Band / Artiest |
Album |
1. Riverside | ID.Entity |
2. Dreamwalkers Inc | The First Tragedy Of Klahera |
3. Edward Reekers | The Liberty Project |
4. Katatonia | Sky Void Of Stars |
5. Mariusz Duda | Afr AI d |
6. RPWL | Crime Scene |
7. Kamelot | The Awakening |
8. AVKRVST | The Approbation |
9. Entering Polaris | Atlantean Shores |
10. The Chronicles of Father Robin | The Songs & Tales of Airoea – Book 1 |
Een jaar van muzikale ontdekkingen die hun weg gevonden hebben naar de hogere regionen van mijn jaarlijst. Bands met indrukwekkende debuutalbums (The Anchoret, AVKRVST), artiesten met een vooralsnog beperkte discografie die mij volkomen onbekend waren (Compass, Earthside). Dank aan de Progwereldfamilie voor het warme welkom en de mogelijkheid om in al het moois te duiken dat progrock en progmetal (nog steeds) te bieden hebben. Een aanzienlijk deel van deze lijst zou anders onopgemerkt aan me voorbij zijn gegaan. Hoe zonde was dat geweest!
Band / Artiest |
Album |
1. Compass | A Silent Symphony |
2. The Anchoret | It all began with Loneliness |
3. AVKRVST | The Approbation |
4. The Cryptex | Nimbus |
5. Earthside | Let the Truth speak |
6. Hemina | Romancing The Ether |
7. Crown Lands | Fearless |
8. Katatonia | Sky Void of Stars |
9. The Ocean | Holocene |
10. Unitopia | Seven Chambers |
Mijn progjaar 2023 is zo gevarieerd als onderstaand lijstje. Acht verschillende nationaliteiten, dat zegt voldoende. De nominatie ‘mijn album van het jaar’ ging lang tussen TesseracT en nieuwkomer AVKRVST. De eerste heeft zichzelf mede dankzij topzanger Daniel Tompkins glansrijk overtroffen.
Band / Artiest |
Album |
1. TesseracT | War Of Being |
2. AVKRVST | The Approbation |
3. Mystery | Redemption |
4. Isobar | III |
5. Riverside | ID.Entity |
6. John Lönnmyr | Aftonland |
7. Compass | A Silent Symphony |
8. Tritop | Rise Of Kassandra |
9. Oblivion Protocol | The Fall Of The Shires |
10. Kong | Traders of Truth |
Voor mij is “i/o” zonder twijfel de plaat van het jaar. De nieuwe Peter Gabriel is een intrigerende plaat die mij enorm raakt. Goede tweede en derde plaatsen voor de Scandinavische bands Moon Safari en Lumsk. Daarna volgen de platen die ik heel mooi vind, maar niet in de buurt komen van de top 3. Dat geldt ook voor platen die net buiten de top 10 zijn gevallen, maar wellicht als ik die net op een ander moment had samengesteld wel erin waren gekomen (bijvoorbeeld Galahad).
Band / Artiest |
Album |
1. Peter Gabriel | i/o |
2. Moon Safari | Himlabacken Vol. 2 |
3. Lumsk | Fremmende Toner |
4. Nine Skies | The Lightmaker |
5. Pattern Seeking Animals | Spooky Action At A Distance |
6. Oblivion Protocol | The Fall Of The Shires |
7. Riverside | ID.Entity |
8. IO Earth | Sanctuary |
9. Katatonia | Sky Void of Stars |
10. The Foundation | Mask |
Niet alleen het laatste jaar, maar eigenlijk de laatste drie, vier jaar verschuift mijn muzikale voorkeur klaarblijkelijk van progrock naar progmetal en andersoortige, zwaardere soorten metal. Dat uit zich ook in mijn absolute nummer 1: Marianas Rest met “Auer”. Voor de lezers van Progwereld zal deze snoeiharde plaat niet interessant zijn, vandaar dat de recensie ook niet op deze site te vinden is. Of is de melodieuze invulling van de muziek toch een reden om eens te luisteren? Verder vind je nog steeds echte progrockplaten in mijn top tien met een speciaal plekje voor Giant Sky 2 en het fantastische The Anchoret met “It All Began With Loneliness”. Ook mijn favoriete band Galahad slaat zijn vuisten nog op de poort van de top tien.
Band / Artiest |
Album |
1. Marianas Rest | Auer |
2. Giant Sky | Giant Sky 2 |
3. The Anchoret | It All Began With Loneliness |
4. Solarcycles | Lunar |
5. Ignea | Dreams Of Land Unseen |
6. Fires In The Distance | Air Not Meant for Us |
7. Wedingoth | Five Stars Above |
8. Insomnium | Anno 1696 |
9. Shylmagoghnar | Convergence |
10. Galahad | The Long Goodbye |
Het jaar 2023, nou mijn favoriete progjaar was het niet. Eigenlijk heeft geen enkele nieuwe release me vastgepakt, met songs ingepakt, aan mijn stereo vastgeplakt of emotioneel afgemat. Vaak lag dat aan de zang of de productie. Wel waren er een paar albums tussen met sterke instrumentale stukken. En met een andere zanger was “Fire Fortellinger” een hedendaagse retro-klassieker geworden. Voor het wereldse jaar 2024 hoop ik op wat minder ge-dat-weten-we-nou-wel. Trouwens, waarom Roger Waters op één, wiens muzikale bijdrage naast Israël/Palestina, Oekraïne en het vele natuurgeweld tot de meest opzienbarende rampen van het jaar 2023 behoorde? Ja, die was gewoon leuk om te recenseren.
Band / Artiest |
Album |
1. Roger Waters | Dark Side of the Moon Redux |
2. Jordsjø | Salighet |
3. Dave Newhouse | Manna/Mirage – Autobiographie |
4. Karfagen | Dragon Island |
5. Mondo Drag | Through the Hourglass |
6. Isobar | III |
7. Zopp | Dominion |
8. John Lönnmyr | Aftonland |
9. Lars Fredrik Frøislie | Fire Fortellinger |
10. Mice On Stilts | I Am Proud Of You |
Jullie brachten zojuist een debuutalbum uit, “Looped Squares”. Vertel er eens kort iets over, wat is het thema en hoe kwam de plaat tot stand? Misschien kennen sommige lezers jullie nog niet. Vertel eens kort over het ontstaan van de band.
Laten we deze vragen combineren tot één antwoord:
We hebben elkaar leren kennen toen we werkzaam waren bij muziekwinkel Thomann in Duitsland. We hebben verschillende achtergronden (Roemeens, Nederlands en Pools/Duits), maar onze gedeelde smaak in muziek bracht ons samen: jazz/fusion en progressive rock. Dave Mola (gitaar) en Frank Tinge (drums) kennen elkaar overigens al sinds 2009, door optredens met hun bands Relocator en Effloresce, waarmee ze ook op meerdere edities van het Generation Prog Festival speelden. Zij speelden afgelopen zomer ook met Time Shift Accident op het Night of the Prog Festival.
We begonnen in 2019 te jammen in de oefenruimte op het werk en schreven het eerste nummer, genaamd Looped Squares. Er was toen nog geen plan om aan een volledig album te werken, maar al gauw werden er meerdere demo’s geschreven. We beseften dat dit potentie had om een album te worden en we zijn vol enthousiasme begonnen met het schrijven en opnemen van de nummers die we nu uitbrengen. Ons eerste nummer was instrumentaal, net als meerdere voorgaande individuele projecten en veel artiesten en albums die ons beïnvloedden. Dit heeft ertoe geleid dat ook dit album volledig instrumentaal is.
We hebben alles zelf gedaan: schrijven, opnemen, produceren, mixen en masteren. Alles wat je hoort (en ziet) is door ons vieren gedaan. De pandemie heeft de boel wat vertraagd, maar we zijn enorm trots en verheugd om onze muziek eindelijk met de wereld te delen!
Wie of wat zijn jullie invloeden en waar luisteren jullie zelf graag naar?
Tot onze favoriete bands behoren Weather Report, Mahavishnu Orchestra, Cosmosquad, Protocol, Dream Theater, TRI Offensive, Porcupine Tree, Planet X, Casiopeia, Yellowjackets en Steps Ahead.
Muzikanten die ons hebben beïnvloed zijn onder andere Steve Lukather, Andy Timmons, Marco Sfogli, Joe Zawinul, Herbie Hancock, Greg Philinganes, Mike Lindup, Jaco Pastorius, Marcus Miller, Melvin Lee Davis, Simon Phillips en Virgil Donati.
Wat zijn jullie plannen voor de komende tijd?
We hebben plannen om aan meer muziek te werken en hebben al enkele demo’s geschreven. Plannen voor optredens zijn er momenteel niet, maar indien de gelegenheid zich aandient lijkt het ons natuurlijk fantastisch om live te spelen.
Hebben jullie nog een boodschap voor de Progwereld-lezers of iets leuks wat jullie willen delen?
We zijn enorm dankbaar dat we ons hier aan jullie mogen voorstellen en voor jullie jarenlange ondersteuning van dit muziekgenre!
Voor de recensie van het album “Looped Squares” klik HIER
We schrijven begin 21ste eeuw. Ridderbuurt in Boskoop (aan de Gouwe). Beroepsmuzikant, producent en studio-eigenaar Gerben Klazinga schreef een aantal nummers voor een uit te brengen progalbum. Dat album kwam er in 2004: “The Sun Also Rises”, met medewerking van bevriende muzikanten, waaronder zijn tien jaar oudere broer Joop. Het album, dat muzikaal een verbinding maakte tussen retro-prog en neo-prog, sloeg in als een bom en prijkte op veel jaarlijsten. De echte symfohoes hielp daarbij. De bandnaam werd gevonden door de straatnaam waar het allemaal begon te vertalen.
Vervolgens ging het snel met de -op dat moment- zevenmansformatie. Optredens in binnen- en buitenland zette de groep stevig op de kaart. Met als hoogtepunt een optreden tijdens NEARfest in de Verenigde Staten op 10 juli 2005. In 2007 verscheen het tweede album “Under A New Sign”. Daarna werd de bezetting teruggebracht tot een kwintet.
In deze samenstelling werd het derde album “Realm Of Shadows” uitgebracht. De prepresentatie van dat album vond – na een prijsvraag op deze website – voor een select aantal fans plaats op 25 september 2009 in Waalhalla te Nijmegen. Een jaar later volgde het dubbel live album “Rising Signs From The Shadows”, integraal opgenomen in, hoe kan het ook anders, Het Kasteel in Alphen aan den Rijn op 26 september 2009. Met “Nine Paths”, waarop Charlotte Wessels te horen is, werd doorgepakt.
Het jaar 2012 kende pieken en dalen. In april maakte de band bekend dat gitarist Mark Vermeule de band vanwege zijn werk (Mark verhuisde tijdelijk naar Japan) moest verlaten. In de jonge en talentvolle Mark Bogert uit Dordrecht (Penny’s Twisted Flavour) werd een opvolger gevonden. Datzelfde jaar ontving de groep op het iO Pages Festival 2012 uit handen van Ryo Okumoto (Spock’s Beard) de iO Pages Award voor het album “Nine Paths”. Vlak voor Kerstmis in dat jaar werd bekendgemaakt dat bassist Gijs Koopman werd vervangen door de zeer ervaren Peter Vink, bekend van onder meer Finch en Q65.
Grootse plannen werden gesmeed. Om de fans kennis te laten maken met de nieuwe bezetting werd in 2013 als teaser de ep “Between Two Steps” uitgebracht. Op 14 oktober 2014 werd “Hyperdrive” uitgebracht, gemixt door Joost van den Broek en met een bescheiden rol voor Arjen Lucassen. Het was het eerste officiële album in de nieuwe bezetting.
Op 9 en 10 april 2015 trad de band voor het eerst op in Polen als voorprogramma van Arena. Het optreden op 9 april 2015 in Katowice werd op 13 november 2015 uitgebracht op dvd, inclusief een cd van hetzelfde optreden. De titel daarvan is “Hyperlive”. In 2017 volgde het zesde studioalbum “Heaven And Beyond”. Bij de titeltrack verscheen de eerste officiële videoclip van de band opgenomen bij Radio Kootwijk. Ik had het genoegen dit als ‘merch- en PR man’ van 2014 tot en met 2016 van dichtbij mee te maken.
Net als 2012 was ook 2018 een roerig jaar. Met behulp van een crowdfunding werd geld ingezameld voor “D-Day”, een conceptalbum ter gelegenheid van 75 jaar D-Day. De voorbereiding van dit album werd verstoord door het vertrek van leadzanger Mark Smit. Luttele weken later werd een opvolger gevonden in Jan Willem Ketelaers, die een groot deel van de teksten voor het album schreef. De aangekondigde tour in 2020 viel in het water door de coronapandemie. Gedurende deze pandemie werd een vervolg, “D-Day II: The Final Chapter” uitgebracht. Dat bleek het laatste album van de groep, want op 10 december 2022 maakte de groep bekend dat de ridders hun harnassen aan de wilgen hangen.
Met een laatste optreden in Luxor Live te Arnhem op 10 december 2023 komt er écht een eind aan een van de beste progbands die Nederland heeft gekend.
Ridders voor altijd! Ik zal jullie missen.
Laatste bezetting:
Mark Bogert: gitaar (sinds 2012)
Pieter van Hoorn: drums, achtergrondzang (sinds 2004)
Jan Willem Ketelaers: zang (sinds 2018)
Gerben Klazinga: toetsen, achtergrondzang (sinds 2004)
Peter Vink: basgitaar (sinds 2012)
Voormalige bandleden:
Rinie Huigen: gitaar, achtergrondzang (tot 2008)
Joop Klazinga: toetsen, dwarsfluit (tot 2008)
Gijs Koopman: basgitaar, Moog Taurus baspedalen (tot 2012)
Mark Vermeule: gitaar, achtergrondzang (tot 2012)
Mark Smit: zang, toetsen (tot 2018)
Discografie:
D-Day II: The Final Chapter (2022)
D-Day (2019)
Heaven And Beyond (2017)
Hyperlive (2015)
Hyperdrive (2014)
Between Two Steps (2013)
Nine Paths (2011)
Rising Signs From The Shadows (2010)
Realm Of Shadows (2009)
Under A New Sign (2007)
The Sun Also Rises (2004)
Een kleine greep uit grote internationale festivals:
Night Of The Prog, Loreley – Sankt Goarshausen, Duitsland
NEARfest, Verenigde Staten
ProgSud Festival in Marseille, Frankrijk
FMPM Montreal, Canada
Slottsskogen Goes Progressive in Göteborg, Zweden
2DAYS PROG Festival in Veruno, Italië
Winter’s End Festival, Chepstow, Verenigd Koninkrijk
Niet iedereen zal je kennen. Kun je ons iets over jezelf vertellen?
In de jaren negentig speelde ik gitaar bij de band ICU. We brachten toen drie albums uit, waarvan ons tweede “Now And Here” nog steeds door veel luisteraars wordt gewaardeerd. Na de millenniumwisseling bracht ik twee soloalbums uit: “Auszeit” (2005), een album op basis van gitaar en fluit, en “Goldstadt” (2010), een conceptalbum over de verwoesting van de Duitse stad Pforzheim tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Je hebt onlangs het album “Tiefenland” uitgebracht. Kun je ons er meer over vertellen?
“Tiefenland” is een conceptalbum met Duitse teksten waar ik meer dan tien jaar aan heb gewerkt. Het is een heel persoonlijk album over onze menselijkheid, onze oorsprong en ons wezen in deze wereld. Ik zou de muziek omschrijven als artrock in de breedste zin van het woord, ook al is het gelaagd. Er staat ook wat pop en – uiteraard – progrock op het album.
Waar haal jij je inspiratie vandaan en waar luister je zelf naar?
Ik probeer met open ogen door de wereld te gaan. Ik vind dus overal inspiratie. Werken als leerkracht op de basisschool en elke dag samen zijn met kinderen inspireert mij altijd weer. De kinderen kijken nog zo fris en spontaan naar de wereld. En niet in de laatste plaats probeer ik aan mezelf te werken, zodat ik hopelijk een frisse blik kan behouden.
Muziek is voor mij altijd een toevluchtsoord geweest. Ik hou ervan dat muziek innerlijke gevoelens in mij oproept. Wat dat betreft luister ik naar een breed scala aan muziek – van klassiek tot pop en prog. Ik hou er niet van als muziek te technisch of intellectueel is, bijvoorbeeld muziek waarbij alleen virtuositeit op de voorgrond staat. Ik ben meer geïnteresseerd in stemmingen en sfeer.
Wat zijn jouw toekomstplannen?
Momenteel denk ik na over het realiseren van een live optreden waar ik “Tiefenland” integraal wil spelen. Het is mogelijk dat dit in de komende maanden werkelijkheid wordt. Momenteel werk ik aan mijn nieuwe album, waarvan sommige nummers al een tijdje in mijn la liggen. Met andere woorden, “Tiefenland Volume 2” staat al in de planning!
Wil je nog iets zeggen tegen de lezers van Progwereld?
Allereerst wil ik iedereen bedanken die interesse toont in mijn muziek. Er zit veel werk en passie in “Tiefenland”. Helaas maken de recente tijden het voor onafhankelijke muzikanten zoals ik niet gemakkelijk om op professioneel niveau te bestaan of muziek te produceren. Dalende verkopen en streaming zijn een trieste realiteit. Ik denk dat dit het nog belangrijker maakt dat loyale luisteraars hun favoriete muzikanten steunen. Dus als je mijn muziek leuk vindt, nodig ik je uit om mijn Bandcamp-pagina te bezoeken en de aanbiedingen te bekijken. Het maakt echt een verschil.
Onze specials gaan veelal over de reeds bekende Europese groepen, maar aangezien we Progwereld en niet Progbubbel heten, leek het ons ook leuk om aandacht te besteden aan bands die in andere regio’s succesvol waren in de jaren zeventig. Bands die hier nauwelijks een voet aan de grond hebben gekregen, maar wel degelijk prachtige albums hebben opgenomen. De tweede band die we in dit kader bespreken is het Tsjechische Blue Effect. Een eerdere aflevering ging over de Argentijnse band Arco Iris.
Tijdens de Koude Oorlog was er ooit een door een IJzeren Gordijn gehulde samenleving. Een reeks Europese landen met jeugd, met instrumenten, met ambities, met creatieve ideeën en met illegale platenmarkten in kelders van oude gebouwen. Plekken waar je mysterieuze, bijna buitenaardse muziek kon horen. Alle Westerse muziek was streng verboden, maar toch waren er smokkelaars die de muziek over de grenzen van het Warschaupact wisten te krijgen. Zo ontstonden in deze communistische landen eind jaren zestig ook blues-, rock- en psychedelische popscenes.
Vanaf 1973 zou ook de progressieve rock overwaaien. In Polen werd SBB bekend, in Joegoslavië had je Leb I Sol, in Slowakije werd het vaandel gedragen door Fermáta. In Tsjechië werd Blue Effect onder leiding van gitarist Radim Hladíc de bekendste band van het nieuwe genre, al was Flamengo, eveneens uit Praag, ook populair. In al deze bands hoor je invloeden terug van Mahavishnu Orchestra en vele zouden voornamelijk instrumentale prog/fusion muziek maken. De teksten die ze wilden zingen zouden ervoor zorgen dat de muziek door de communistische regeringen verboden zou worden, al werd SBB in Polen zo enorm geliefd dat het moeilijk was hen terug te fluiten. De muziek van deze bands zou nauwelijks bekend worden in het Westen en pas in het tijdperk van het internet herontdekt worden door de fanatiekere verzamelaars van progressieve rock afkomstig uit de seventies.
Om de Tsjechische dienstplicht te ontlopen had je een zogenaamd ‘blauw boekje’ nodig, dat in 1968 de inspiratie vormde voor de bandnaam The Special Blue Effect. In 1969 had deze band met zijn eerste single Slunečný hrob/I’ve Got My Mojo Working al gelijk succes en ook de ep die erop volgde werd een hit. In 1968 werd de politiek gedreven ‘Normalization’ ingezet in het land, wat ervoor zorgde dat de band voor het debuutalbum “Meditace” zijn teksten moest herschrijven. In deze fase speelt de band nog psychedelische bluesrock, die niet bijzonder interessant is voor luisteraars van het progressieve genre. Het album werd ook in het Engels uitgebracht in 1971 als “Kingdom of Life”. In dat jaar werkte de band ook samen met Jazz Q op het album “Coniunctio”, waarop een combinatie van rock en freejazz te horen is.
In dat jaar ontwikkelt de band met Radim Hladík op gitaar, Lesek Semelka op toetsen, Jiri Kozel op basgitaar en Vlaco Cech op drums zich tot de eerste progressieve rockvorm die het zou aannemen. De bandnaam verandert naar Modrý Efekt of in het kort M Efekt. In samenwerking met het jazzorkest van de Tsjechische radio zou de band een ambitieuze instrumentale plaat opnemen vol hardrock, prog, jazz en bigbandmuziek. Zeg maar, een soort vroege Chicago in de volgende versnelling, of misschien een beetje zoals “The Valentine Suite” van Colosseum. “Nová Syntéza” lijdt een beetje onder de ietwat gedateerde opnamesound, maar het enthousiasme en de energie spatten er van af.
Hladíc ontwikkelt zich in deze tijd tot een soort Tsjechisch evenbeeld van Jan Akkerman. Hij speelt snelle, expressieve loopjes op zijn Les Paul en weet ook in ingewikkelde akkoordenschema’s zijn weg te vinden. In 1974 neemt de band een tweede deel op, dit keer ook met zang en meer uitgebreide – zeg maar gerust epische – liedstructuren. Het titelnummer van “Nová Syntéza 2” duurt maar liefst 22 minuten en wordt wel gezien als een van de beste epics van het communistische blok. Op dit album speelt ook basgitarist en violist Josef Kůstka mee met de groep.
In 1975 brengt de band ook zijn eerste heavy progalbum uit, genaamd “Modrý Efect & Radim Hladík”. Na dit album verlaten Semelka en Kůstka de band om zelf Bohemia op te richten. Op het album “Svitanie” uit 1977 komt de band dan ten tonele met deze bezetting: Radim Hladík op gitaar, Oldřich Veselý op toetsen, Fedor Freso op basgitaar en Vlado Čech achter het drumstel. Door de personeelswisselingen kan de band artistiek doorgroeien en op “Svitanie” is de band dan ook voor het eerst duidelijk een symfonische progband met orgels en synths.
Na dit album verlaat Fredor Freso de band weer en keert toetsenist Lesek Semelka terug. Op de albums “Svět Hledačů” uit 1979 en “33” uit 1981 zal de band een modern symfonisch rockgeluid hebben met moderne fusioninvloeden. Deze albums worden uitgebreid besproken in de recensies bij deze special.
In de jaren 80 zal de band wederom veel personeelswisselingen hebben en zal gitarist Hladík het enige vaste lid van M Efekt zijn. Dit leidt ook tot het einde van de band, al zal de band in 1992 én 1999 een reünie hebben. Vanaf 2004 zal Hladíc, omringd door een jongere generatie muzikanten, nog tot 2016 optreden. In december 2016 overlijdt hij en wordt aangekondigd dat M Efekt/Blue Effect definitief opgehouden is te bestaan.
Ondanks het politieke klimaat van het communistische Tsjecho-Slowakije weet Blue Effect/M Efekt een bijzondere discografie op te bouwen, waarin de schreeuw om bevrijding helder doorkomt. De band is ongekend energiek, soms wat over de top, maar altijd inventief en zelfs behoorlijk origineel. De twee “Nová Syntéza”-albums, onlangs opnieuw uitgebracht op Opus Records, zijn interessant voor liefhebbers van brassrock met een progressieve inslag. De albums daarna zijn complexer, meer eclectisch en qua klank meer in het straatje van de symfonische prog- en fusionprogliefhebber.
Lees ook onze recensies van vijf albums van deze band:
Onze specials gaan veelal over de reeds bekende Europese groepen, maar aangezien we Progwereld en niet Progbubbel heten, leek het ons ook leuk om aandacht te besteden aan bands die op andere continenten succesvol waren in de jaren zeventig. Bands die hier nauwelijks voet aan de grond hebben gekregen, maar wel degelijk prachtige albums hebben opgenomen. De eerste uit deze reeks is Arco Iris.
Het Argentijnse en dus Spaanstalige Arco Iris (vertaald: regenboog) was een atypische groep in haar tijd. Na een paar mislukte singles eind jaren 60 kwamen ze in aanraking met ex-model en yoga-goeroe Danais Wynnycka “Dana” en gingen ze in een commune wonen. Daar leefden ze naar verluidt een sober en celibatair bestaan, in contrast met de rest van de Argentijnse rockscene, die voor zijn inspiratie sterk leunde op het gebruik van (soft)drugs. Toch pakte de invloed van Dana direct positief uit; het naar haar vernoemde liedje Blues de Dana werd hun eerste hit.
De geschiedenis van blues, rock’n roll, rock en ook progressieve rock in Zuid-Amerika is altijd nauw verbonden met de politieke werkelijkheid van de dag. In Argentinië, waar het Peronisme sinds de Tweede Wereldoorlog de dominante politieke stroming was, was er gedurende de jaren zestig en de eerste helft van de jaren zeventig relatief veel vrijheid van expressie.
In de jaren zestig waren de Argentijnse bands diep onder de indruk van de Amerikaanse rock’n roll en de Engelse beatmuziek geweest, maar richting het einde van de sixties leek juist het integreren van de Argentijnse muzikale identiteit leidend te worden. De schoonheid en poëtische invloed van de tangomuziek deden hun intrede in de rock. Naast de genoemde invloeden waren de bandleden van Arco Iris ook sterk beïnvloed door hun spirituele gedachtegoed en de invloeden van de inheemse muziek van het Andesgebergte.
Op het ietwat ongepolijste debuut van Arco Iris uit 1970 rekent de band af met zijn beatinvloeden en maakt hij indruk met een psychedelische en melodische folkrock-sound. Het potentieel van de band om sterke melodische songs te schrijven is al duidelijk hoorbaar. Gustavo Santaolalla was de belangrijkste componist, de gitarist en zanger van de groep. Ara Tokatlian speelde fluit, sax en toetsen. Guillermo Bordarampé was de bassist. Op het debuut speelt hij ook cello en percussie. Dana zou incidenteel zingen in de band. Later zou drummer Horacio Gianello zich bij de groep voegen.
In de jaren 70 kwam de songwritersfolk van Bob Dylan overwaaien en begonnen steeds meer Argentijnse bands te experimenteren met het hardrock geluid. Arco Iris bevond zich ineens in een cultureel landschap waar zowel de folkies als de rockers hun muziek omarmden. Hun derde album “Sudamérica o el Regreso a la Aurora” (Zuid-Amerika of de terugkeer naar de dageraad) uit 1972 sloeg in als een bom. Deze eclectische dubbelelpee staat bekend als de eerste Spaanstalige rockopera. Met een professionele sound, schijnbaar eindeloze inspiratie en een uitzonderlijke speelduur van honderd minuten weet Arco Iris een progressief meesterwerk van formaat aan de man te brengen.
In Argentinië is dan ook meteen de progressieve kurk van de fles. In 1973 komt het Chileense Los Jaivas naar het land om de politieke dictatuur van Pinochet te ontvluchten. Andere bands beginnen met het spelen van progressieve folkrock, zoals Contraluz, Espiritu en Suie Generis.
In 1975 kiest Arco Iris voor een meer symfonische benadering op het album “Agitor Lucens V”, wederom een dubbelelpee. Op het album behandelt de band de vermeende contacten tussen aliens en de inheemse bevolking van Zuid-Amerika. Wederom zet de band daarmee de toon voor de Argentijnse prog, want een jaar later volgen debuutalbums van symfonische groepen als Alas en Crucis en de heavy proggroep El Reloj.
Later in 1975 verlaat frontman Gustavo Santaolalla de band. Hij voelt zich te veel ingeperkt door de leefwijze in de commune. In 1976 neemt hij een album op met de stemmige folkband Soluna, maar kort daarop verhuist hij naar Los Angeles waar hij zich richt op de wavemuziek die dan populair is. Uiteindelijk zal hij dan het meest bekend worden als componist van filmmuziek waarvoor hij twee Academy Awards wint met zijn soundtracks voor Brokeback Mountain in 2005 en Babel in 2006. Ook kan je zijn muziek gehoord hebben in series als Jane the Virgin en Making a Murderer.
In 1977 zal Arco Iris met de overgebleven leden, bassist Guillermo Bordarampé en blazer en multi-instrumentalist Ara Tokatlian, opnieuw het daglicht zien. Gitarist Ignacio Elisavetsky komt bij de band, evenals drummer Jose Luiz Perez. Zonder de folk-invloeden van Sanaolalla beweegt de groep zich richting het progfusion genre. Het album “Los Elementales” stelt fans teleur, maar wordt binnen de bredere progressieve rockscene gezien als een sterke laatste plaat van de band.
Het vrije, creatieve tijdperk van Argentinië loopt steeds meer op zijn einde door de militaire coup van Videla in maart 1976. Ook de overige bandleden van Arco Iris verhuizen dan naar de Verenigde Staten, waar ze neerstrijken in een hutje in Californië. Vanuit daar zullen ze zich volledig richten op fusion en new age-muziek en werken ze als begeleidingsband voor onder andere Herbie Hancock en Chester Thompson. Er volgen door de jaren heen nog vier albums onder de vlag van Arco Iris, maar deze zullen niet behandeld worden in deze special vanwege hun new age-sound. Op het album “Faisán Azul” uit 1983 hoor je echter nog steeds de inheemse folklore en de invloed van zangeres en goeroe Dana. Na een laatste album uit 2012 komt er dan toch een einde aan de regenboog.
In de nasleep van het progressieve tijdperk zal de Argentijnse band Serú Girán vanaf 1979 hits scoren in Argentinië en uitgroeien tot de ‘Argentijnse Beatles’. Door hun mix van snelle, catchy songwriting en bijzondere integratie van technisch muzikantschap worden de drie albums, uitgebracht tussen 1979 en 1981, een groot succes.
De muziek van Arco Iris in het tijdperk 1972-1977 wordt vandaag de dag gezien als de meest invloedrijke bijdrage aan de Zuid-Amerikaanse progressieve muziek. En hoewel de band in deze periode maar vier albums opnam, is het toch een behoorlijke catalogus omdat er twee dubbelaars tussen zitten. Hun unieke mix van inheemse folkloremuziek en beeldende symfonische rock geeft ze een uniek geluid. Een geluid dat ook vandaag de dag nog zeer genietbaar is.
Lees ook onze recensies van vier albums van deze band:
Sudamérica – o el Regresso a la Aurora